8a - leringen van Thoth - Hermes, heerser van Atlantis

HISTORIE 

De legendarische heerser van ATLANTIS, die in Egypte Thot en in Griekenland Hermes Tresmegistos (de driemaal grote) wordt genoemd, behoorde tot het reuzengeslacht dat, volgens de tradities, tot de eerste hemelse dynastie behoorde. 

De Atlantiërs waren reuzen en aldus schrijft men de verschillende mysterieuze reuzenbouwwerken aan hun werk toe. 

Een steen van de poort van Mycene (Leeuwenpoort) draagt dit opschrift:  "De Egyptenaren stammen af van de zoon van Thot, priester van Atlantis". (Hermes II, kleinzoon) 

Op deze Thot - Hermes gaan alle oudste leringen terug; hij was de overbrenger van: geneeskunde, astronomie en astrologie, de schrijfkunst, de bouwkunst, en de arithmetica of getallenleer. 

Bovendien was hij de inspirator van de oudste filosofie en de stichter van een religio rond een unieke godheid. 

De beste berichten hierover bezitten wij uit de geschriften van Hermes II, die gesprekken met zijn zoon Tat en zijn kleinzoon Aesclepios of Imhotep bevatten. 

De oudste berichten vermelden dat hij als scheidsrechter optrad in de strijd tussen de Godenreuzen en de titanen. Hij was een raadgever van Osiris en Isis, en wordt aangehaald als de beschermvader en stamvader van de goede reuzen, die de kennis brachten. 

Als vader van de ALCHEMIE kreeg hij bekendheid door zijn "Tabula smaragdina, smaragden tafel", waarop de alchemistische basisformule werd gegraveerd. Plato haalt hem aan zijn 'Phelebus'; en alle leringen van Egypte, waarin de grote filosofen werden ingewijd gaan op hem terug. Hij is de eerste vervaardiger van een kosmogenie en en kosmologie en de bezieler van een soort Stoa waar gediscussieerd werd over alle aanzichten van de filosofie. 

Kortom: Hermes - Thot was de eerste Meester der mensheid. 


HERMAPOLIS 

Hermapolis was zijn stad; gelegen in Midden-Egypte 300 km. van Kaïro. Hij betekent 'stad van de acht', de Ogdoade, met als opperheerser Thot-Hermes, waarnaar de stad werd genoemd. 

12 km. van de stad heeft men een begraafplaats gevonden van gemummificeerde Ibissen en Bavianen, de dieren die gewijd waren aan Hermes. De Ibis is een alchemisch symbool en de meest heilige was een witte ibis met zwarte vlekken, als vorm van wedergeboorte. 

De zwarte glanzende Ibis beschermt het Nijldal tegen de gevleugelde slang; de witte Ibis is de schepper-Ibis.  Alle Ibis-symboliek, ook in de hiëroglyfen, wijzen op het alchemisch mysterie van de alchemie terug en op de weldaden van Hermes, die kennis bracht en het geheim van de wedergeboorte van de ziel doorgaf. 

De BAVIAAN gold als symbool van de wederkeer van het licht, omdat zij elke zonsopgang met luid gekrijs begroetten. Zij waren een herinnering aan de vernietiging van de 'stomme schepsels door de Elohim', die het woord misten, maar die wel het Licht wilden begroeten. Hij is het symbool van de oerherinnering aan het Licht, een zielesymbool. De 'grote Witte Baviaan', net als de Ibis, was een symbool van Thot; hij is een vertegenwoordiger van licht, van zon EN maan. Ook dus alchemisch. 


GELUID 

De macht van het geluid, de kracht van de stem was één van de middelen waarmede de oudste religies werkten; Thot legde zijn 'ziel' in zijn stem tijdens zijn hymnen; de stem wordt als een Godsgeschenk beschouwd, omdat de goden zolang bezig zijn geweest voordat zij een schepsel hadden dat 'hen met de stem loven kon, waarin hun ziel lag'. 


INSCRIPTIES 

Een inscriptie in de Tempel van Denderah, waaruit de beroemde zodiak stamt, zegt over Thot het volgende: 

"Thot, de tweemaal grote, de oudste, de meester van de stad Hermapolis, de grote, grote god te Tentyris, de enige (souvereine) schepper van het Goede, hart van Râ (zon), stem van Atoum (schepper - atoom), keel van god wiens naam verborgen is, heer van de tijd, heer van de jaren, schrijver van de annalen van Ennéade" en dan nog "openbaarder van de god van het licht, Râ, hij die bestaat vanaf het begin, Thot, hij die rust in de waarheid. Dat wat opspringt uit zijn hart, bestaat direct. Dat wat hij heeft uitgesproken blijft bestaan tot in eeuwigheid." 

(Plato in zijn Phelebus en Pheadrus vermeldt hem ook) 


DE NAAM HERMES 

Hermes betekent eigenlijk middelaar (interpretor - herméneus) 

Men beschouwt hem als de eerste Boodschapper die de mensen met God bekend maakte. 

Hij was de leider van de OGDOADE - ACHT. Hij was de leider van de 4 scheppingsparen uit de oudheid. De heilige achtheid, de volmaking heeft daar nog steeds mee te maken; ook de overlevering dat de werkelijke activiteit van de Acht verborgen is. Hij was dus eigenlijk één van de ELOHIM. 


DE SCHRIFT VAN HERMES 

Hij heeft zijn leer geschreven op de pilaren in heilig schrift; van hem stammen dus de hiëroglyfen met hun dubbele betekenis: Ibis, b.v., en na de zondvloed zou zijn zoon, de tweede Hermes en vader van Tat, deze hiëroglyfen hebben vastgelegd op papyri. Deze heeft hij verborgen in de Egyptische tempels en volgens Clement van Alexandrië gaat alle heilige literatuur uit Egypte terug naar Hermes. 

De z.g. heilige boeken van Hermes zijn dus geschriften van de tweede Hermes, die als priester het gegraveerde werk van zijn Vader of godvader neerschreef. 

UIT DEZE GESCHRIFTEN STAMMEN ONZE INLICHTINGEN. 

Verder komen de berichten tot ons via Manethon, die zegt zijn geschriften gecopieerd te hebben uit de heilige tempelgeschriften van Hermes, die hen vervaardigde met assistentie van Aesclepios (Imhotep). 


DRIEËENHEID 

De eerste drieëenheid, waarbij Thot-Hermes assisteerde blijkt een scheppingsvorm te hebben; er staat: de ondergeschikte (lage) kracht in de beweging van de zon werd HORUS genoemd; het gaat hier dus om een zonnekracht: positief Osiris, één, negatief Isis, twee, en het dichtst bereikbare voor de mens: Horus, drie. 

De zonnewind of adem werd Osiris genoemd (Sarapis, verwekker) De ademende God, de vormende God en de zichtbare God. 

SANCHONIATHON, de vervaardiger van het eerste Genesisgeschrift zegt dat hij zijn gegevens heeft uit de geschriften van Thot, die verborgen zijn. In zijn inscripties vermeldt Thot dat de "ziel na het verlaten van het lichaam zich niet verliest in de wereldziel, maar dat zij voortbestaat als ziel, om rekening af te leggen aan de Vader voor alles wat zij tijdens haar verblijf op aarde heeft gedaan." (Leven na de dood - Moody) 


DE LEER VAN THOT 

Uit de kosmogenie van Thot citeren we uit het Corpus Hermeticum: 

"in de middelpunten van de aarde kan men zien hoe waterbronnen, vuurbronnen en aarde samenkomen, afgezanten van eenzelfde wortel. 

Dit heeft aanleiding gegeven om te denken dat voor alle materie één verzamelplaats bestaat, aan de ene kant om de materie te onderhouden en aan de andere kant een ontvangbron voor de substantie, die vanuit de hoogte komt. (ontvangen en uitzenden) 

Zo voegt ook de zon de hemel en de aarde samen, naar beneden zendende de substantie (kern, hoofdzaak) en de materie naar boven trekkende, alle dingen tot zich trekkende, uit zich zendende en gevende alles aan allen en vrijelijk over allen zijn licht verbreidende.....

De zon is het hart van de wereldwagen, hij verdeelt aan de onsterfelijken de eeuwige duur, en met zijn licht dat naar boven kan dragen, voedt hij de onsterfelijke delen van de wereld, maar met het licht dat gevangen wordt door de wereld, bevordert hij de geboorte, de metamorfose en de levenden die op dit deel van de wereld wonen. 

De intelligente wereld (denk) is bevestigd aan God, de gevoelige (zintuigelijke) aan de intelligentie en de zon; op reis door de intelligentie en de gevoelige wereld, ontvangt de zon van God zijn voedsel, de instroming van het goede, d.w.z. de scheppende activiteit. 

Bovendien bevinden zich om de zon de sferen. Van deze sferen zijn de goden afhankelijk en van deze goden de mensen; en allen en alles zijn afhankelijk van God." 


ORPHISCHE MYSTERIËN 

In een Orphisch gedicht vinden we het volgende: 

"Het hoofd is de hemel; de ogen zijn de zon en de maan; het denken is de ether; de schouders, de borst en de rug: de lucht; de buik is de aarde; de benen is de zee; de voeten is de bodem van de diepten: de Tartarus." 

Een enigszins andere opvatting van de Adam Kadmon der Kabbalisten. 


CITAAT UIT EEN PAPYRUS VAN ISIS 

"Het volgende citaat van Isis aan Horus beschrijft het uiterlijk van de volkeren der aarde, in overeenkomst met hun plaats in het grote aarde-lichaam, dat zij ziet als liggende op de rug, de blik naar de hemelen; zijn hoofd naar het zuiden, de rechterschouder naar het oosten, de linkerschouder naar het westen, de voeten onder de Grote en de Kleine Beer, de rechter onder de staart, de linker onder het hoofd van de Beer. De dijen in de regionen die direct na de Beer komen, de borst in de middenpartijen van de Beer. 

Bewijs hiervan is, dat de mensen die in de 'midi' leven en op het hoofd van de aarde wonen een goed gevormd hoofd en mooie haren hebben; de Oosterlingen zijn voorbereid op de aanval en zijn goede boogschutters (dit zijn gaven van de rechterhand); de Westerlingen zijn veiligheid, want zij strijden het meeste met de linkerhand en alles wat de anderen doen als zij zich naar rechts wenden, doen zij door zich naar links te wenden; zij die onder de Beer leven hebben prachtige voeten en bovendien sterke benen; zij die vervolgens een weinig verder van de Beer afwonen, de streek die heden Italië en het Griekse land is, zij hebben mooie dijen en goed gevormde billen. 

Wat betreft het zeer heilige land van onze voorvaderen (Egypte), daar het in het midden van de aarde is gelegen en daar het midden van het menselijke lichaam alleen het hart is, en daar het hart de vesting van de ziel is, om die reden mijn kind (Horus) zijn deze mensen, hoewel ook voorzien van de kwaliteiten van de anderen, intelligenter en wijzer, want zij zijn geboren en opgevoed op de plaats van het hart." 


MYRIOGENESE 

Het volgende is ontnomen aan "Het boek van Aesclepios" (Myriogénèse) en daarin zijn de astronomische voorwaarden veranderd: 

"De scheppende God van de wereld heeft het menselijke lichaam gevormd zoals de wereld, uit een vermenging van vier elementen, uit het water en het vuur, uit de lucht en de aarde, opdat de gelukkige combinatie van al deze elementen, het levende tot een schoon werk zou maken, volgens de vorm van het goddelijke model, en door de kunst, zijn creativiteit, van zijn scheppende karakter, heeft hij de mens eveneens zo geschapen, door zijn scheppende kracht alles samenbrengende in een klein lichaam, en de krachtige hemelse adem, die van de goddelijke geest komt, legde hij erin om dit dode lichaam te belevendigen en zo kreeg deze adem een bros, maar niettemin aan de kosmos gelijkend tehuis. 

Aldus wordt de mens, de wereld gelijk, belevendigd door de vlam en de eeuwige loop van de vijf planeten en de zon en de maan, opdat het wezen dat geschapen is naar het evenbeeld van de wereld eveneens geregeerd zou worden door de gelijke goddelijke kern." 

Aesclepios kreeg zijn wetenschap van Hermes Tresmegistos. 

"Hermes stelt zich de mens voor als een microkosmos, alles wat de mac rokosmos bevat, bevat de mens ook. De macrokosmos bevat aarde- en waterdieren: zo kan de mens vlooien hebben, luizen en darmwormen. De macrokosmos heeft rivieren, bronnen, zeeën: de mens heeft de ingewanden. De macrokosmos heeft luchtdieren: de mens heeft muggen. De macrokosmos heeft ademkracht, die uit zijn schoot opborrelt, zoals b.v. de winden: de mens kent winderigheid. De macrokosmos heeft de zon en de maan: de mens heeft twee ogen, het rechter is de zon, het linker de maan. De macrokosmos heeft rotsen, bergen en heuvels: de mens heeft beenderen. De macrokosmos heeft de twaalf hemeltekenen: de mens bezit deze ook, vanaf het hoofd, d.w.z. vanaf de Ram tot aan de voeten, die onder de Vissen staan. Dit is waarom de hermetisten de mens het werk, de afdruk, van de wereld noemen." 


DE GENEESKUNDE 

Het is logisch dat de Hermetisten dus de geneestherapie verbonden met de planeten; elk orgaan heeft zijn planeet, elke decade zijn zodiakaal teken en eigen werking. 

Ook elke plant en elk dier zijn gerangschikt in een hiërarchie, naar de wijze waarop zij de zon aanbidden: zo ook de mens. 

Hij is geestelijk volgens zijn rangschikking en innerlijke ordening. 

De manier waarop hij aanbidt is hem eigen. 

"Hoe komt het dat de zonnebloem met de zon medebeweegt, de papaver met de maan, beide ordelijk, naar de mate van hun kracht, het licht van de wereld volgende? 

Al deze wezens bidden volgens de staat van hun eigen rang, zij zingen voor de leider die hun groep vertegenwoordigt, op hun manier lovende, geestelijk, rationeel, lichamelijk of zintuiglijk: zo beweegt de zonnebloem zich op de wijze die hem gemakkelijk valt, en als men kon horen hoe hij de lucht beweegt tijdens zijn stengelbeweging, zou men kunnen bemerken dat hij een soort hymne aan zijn koning brengt, in zoverre een plant kan zingen. 

Het geheim van de plant, ieder naar zijn eigen wijze God erende, zijn eigen karakter zoekende, maar wel God erende. (autocratie) Geen leven zonder God. 

Alle planten, dieren, stenen volgen op deze wijze een soort geestelijk leven, zo kan men begrijpen hoe de 'wijzen' van vroeger de goddelijke kracht naar beneden voerden, via het gelijke, want het gelijke is krachtig genoeg om de wezens aan elkander te bevestigen....."

(schepper - schepping, het gelijke zoekt het gelijke, homeopathie) 

"Ook de lotus toont zijn affiniteit met de Zon: zijn bloem is gesloten vóór het verschijnen van de zonnestralen, zij openen zich langzaam wanneer de zon opkomt en naar de mate de ster aan het zenit opklimt ontvouwt zij zich, daarna sluit zij zich weer als hij ondergaat. 


TUSSENSTUK OVER GOD, MATERIE EN ADEM 

In het begin is er God en de Hylé (chaos, materie), waarin aanwezig of toegevoegd wordt de Adem. God is ongeschapen, niet verwekt, dus eeuwig. 

De Chaos zelf is eeuwig en in staat uit zichzelf voort te brengen (de eeuwig aanwezige tegenover God - er is geen duivel). 

Want zij biedt aan alles een onuitputtelijke schoot aan, bereid en eigen aan hun bevruchting. 

De Adem tenslotte beheerst en onderhoudt alle wezens der wereld. 

Het kwade kan uit deze Chaos te voorschijn komen, maar hiertegen is de mens beschermt door: intelligentie, zijn kennis, zijn begrip. 

Zij, die Kennis bezitten en weten, behoren dus geen kwaad voort te brengen! 


En wat voor verschil is er tussen de menselijke manier om de zon toe te zingen, waarbij hij zijn mond en zijn lippen opent en sluit en de lotus die haar bloembladeren opent en sluit? 

Want dat zijn haar lippen, dat is haar natuurlijke zang! 

Zo ook de stenen, die ademen in overeenstemming met het fluïdum van de sterren. 

Alles is geordend naar zijn eigen goden, zo ook de dieren; de leeuw en de haan, beide zonnedieren, die echter naar hun eigen staat deze god dienen, het verwonderlijke is dat hier degenen die minder in grootte en kracht zijn, schrik aanjagen aan degenen, die hen daarin overheersen; zo wijkt de leeuw, gelijk men zegt, terug voor de haan. 

De hiërarchie ligt dus niet in de gaven der zintuigen, maar in een intelligentie verschil, de haan toont duidelijker zijn zonne-symboliek dan de leeuw. Hij toont het doordat hij het circuit van de zon volgt, want hij zingt een hymne bij het opgaan van de ster en wanneer deze ster zich naar andere centra keert (de hoofdtekenen van de eclips). 

Eenvoudig gezegd, sommigen bewegen mee met hun ster, anderen imiteren de vorm van zijn stralen, zoals de palm, weer andere zijn vurige warmte zoals de laurier (dient als vuuraansteker) en de anderen weer iets anders. 

Het kan gebeuren dat voor één therapie een enkel gras, of een enkele steen voldoende is: voor bezieling: de laurier (soort); voor bescherming: het koraal (tegen epidemie), de jaspis, de vuilboom; om te voorspellen: het hart van de topaas; om te reinigen: het zwavel en het zeewater (sulfur-eczeem)". 

Zij werken volgens hun sympathieën, geordend naar hun aardse krachten, zich bedienend van de goddelijke adem. 


WERELD EN PLANETEN 

1. De Ram is het hoofd van de wereld; 

2. de Stier is de nek; 

3. de Tweelingen zijn de schouders; 

4. de Kreeft is de borst; 

5. de Leeuw is de schouderbladen, het hart, de zijden; 

6. de Maagd is de buik; 

7. de Weegschaal is de billen, het achterste; 

8. de Schorpioen is het schaambeen; 

9. de Boogschutter is de dijen; 

10. de Steenbok is de knieën; 

11. de Waterman is de benen; 

12. de Vissen zijn de voeten. 

Zoek een steen, grif er het teken in, maak er een amulet van. 


DECADEN 

Hij geeft de Ram het gezicht van een kind (jonge wijsheid), zijn handen zijn ten hemel geheven, hij houdt een scepter boven zijn hoofd, hij is van de voeten tot de knieën in een harnas. 

Hij beheerst de hoofdkwalen. 

Irriteer geen van de Ram-ondergeschikten, plant noch dier. 

2de decade: neusaandoeningen, krampen; 

3de decade: oren, huig en tanden. 

enz. 

Dan volgt de instructies voor het plukken van kruiden tijdens de planeetstanden. Hij vergoedt de geplukte plant door een graankorrel op zijn plaats te leggen of gerst. (151-162) 


BOEK II 

In het geschrift van Aesclepios zien we hoe Hermes en Aesclepios zich in het heiligdom bevinden, terwijl Hermes Tat roept, stelt Aesclepios voor dat ze ook Hammon halen. 

UIT DE BESPREKING: 

De mens is op aarde gekomen om de aardse dingen te verzorgen; God te eren; de mens is dus niet inferieur aan de goden, doordat hij half sterfelijk is; hij kan daardoor zowel de aarde verzorgen als de goddelijkheid liefhebben. 

Er zijn drie levenden: God, de wereld, de mens. In de beheersing van de wereld werkt de mens samen met God. Via zijn goddelijke deel (ziel, geest, intelligentie) kan hij tot de hemel opklimmen, via zijn stoffelijk-aardse deel regeert hij de aardse dingen (vier elementen in hem). 

De regel waarnaar hij leeft is godsvrucht (eerbiedig gedenken). Als hij waardig zijn dienst volgt, zal de mens na zijn dood zuiver en heilig worden, hersteld in het goddelijke deel van zijn wezen (zieleherstel) 

De ondeugdzamen, in tegendeel, keren niet terug naar de hemel, maar gaan over in de lichamen van dieren. het is dus de hoop op onsterfelijkheid die de zielen hier beneden steunt. 

Maar de meesten geven zich over aan het plezier en verlaten de waarachtige filosofie om zich te verdiepen in heel gewone onderzoekingen in de rekenkunde, in de muziek, in de wiskunde. 

De gewone wetenschap moet echter slechts dienen om Gode meer te eren en te loven: zij wordt 'ancilla theologiae'. 

Het is een verwerpen van de eenzijdige intellectuele kennis en een heenwijzen naar de dubbele macht van de wetenschap. 

Egypte wordt beschreven als het land waar de mensen goden schiepen in navolging van hemelse en natuurlijke krachten; maar Egypte zal een apocalyps beleven. Barbaren zullen binnentrekken, door de Nijl zal bloed vloeien, de goden zullen Egypte verlaten, enfin, alles zal degenereren. 


ER ZIJN TWEE SOORTEN DOOD 

1. de uiteenvalling van het lichamelijke; 

2. de tweede dood kan de ziel treffen, zij wordt dan geworpen in een sfeer tussen aarde en hemel, waar zij gekweld wordt door de golven der materie (de doden die gekweld worden door geld, bezittingen, enz. - vagevuur). 

God dienen is in de bescherming tegen deze dood leven. Op aarde is geen dood, maar voortdurend leven, transmutatie. 

Oude boeken praten altijd over de 'tweede dood' en de 'tweede doop', slechts de 'tweede dood' moet gevreesd worden. 

De wereld is vol, er is geen ledige plaats (er is geen ledige ruimte, C.R.C.), deze zichtbare wereld is gevormd door de intelligente krachten, Elohim (ether). Er is een doorlopende transformatie, transmutatie. 

En tenslotte volgt op deze uiteenzetting met zijn discipelen: Aesclepios, Tat, Hammon, een gebed in de vrije ruimte, waarvoor zij het heiligdom verlaten en zich naar het zuiden keren. 

Hermes weigert wierook te branden, alles moet geestelijk blijven, geen aardse inmenging van planten! 

Hij spreekt dan de geheime hymnodie: 

"Laat elke natuur der wereld de uiting van mijn lofzang vernemen. 

Open u , gij Aarde! Laat elke grendel van de afgrond voor mij worden weggetrokken, ritselt niet, gij Bomen. Ik ga beginnen de Heer der Schepping te zingen, Hij, die beide is: het Al en het Ene.

1970 - 2024, copyright Henk en Mia Leene