30a - wijsheid uit grootmoeders tijd

Het is een kenmerk van onze tijd om-te-zien naar het verleden; omzien betekent dat we iets verloren hebben. 

We hebben een kennis en een waarheid verloren, die tot uitdrukking komt in de vraag van de onwetenden: 

1. Waar komt ik vandaan? 

2. Waar ga ik heen? 

3. Wat doe ik op aarde? 

Dit zijn vragen waar, in de alleroudste tijden, moeder en grootmoeder een antwoord op gaven. 

De moeder was de doorgeefster van het leven; grootmoeder was de "ervaringsbron" van het leven. 

Daar zowel moeder als grootmoeder deze functie heden nog maar nauwelijks vervullen en er voor hen ontoereikende plaats-vervangers zijn gevonden, gaan we op zoek naar de kennis uit het verleden. 

Onze tijd wordt arm aan blijvende levenswaarden; elk schepsel, en dat begint bij het kind zoekt een houvast om het komende leven te kunnen doorstaan. 

Om aan de eisen van het leven te kunnen voldoen moet het schepsel verbonden zijn met een bron: een Levensbron, een oerbron, een vrede door innerlijke zekerheid. 

De vervangers daarvan blijken te hebben gefaald. 

De uitgedachte leringen kunnen de levensstroom, die er van moeder-naar-kind behoort uit te gaan niet vervangen. 

Als mama onwetend is, als zij zich vastklemt aan aangeleerde kennis, voedt zij het kind geestelijk niet uit de Ene universele Levensbron die mens en natuur verbindt. 

De aanwezigheid en het aanbidden van die oerbron, plus waarschuwingen bij zijn verwaarlozing, of raadgevingen voor een hernieuwde binding daarmede, vinden we terug in onze oude speel- en kinderliedjes. 

Het bezingen en het spelen van de onsterfelijke beweging tussen eeuwigheid en tijd was, van oudsher, een bron tot levensvreugde en vooral: levensvrede en levenszekerheid, onontbeerlijke gaven om een volwaardig mens te worden. 

De rijmpjes die ik vanavond als voorbeeld neem zullen, vooral bij de wat oudere generatie, herinneringen oproepen. 

Wat mijzelf betreft: herinneringen aan vrede, vreugde, en vooral: geborgenheid. 

Het geborgen zijn in een eeuwige beweging, en dat heeft niets te maken met mogelijke moeilijke levensomstandigheden. 

Het kinderrijm plaatst het kind steeds opnieuw in de omarming van schepper en natuur, daarbij wordt een eventueel gevaren-procent totaal genegeerd. 

Het kind kent geen gevaar, de, door onze moderne uitvindingen, gevaaroverlast is eigenlijk tegengesteld aan de kindernatuur. 


Hoewel er een toename is van psychologische, sociale en opvoedkundige specialisten en groeperingen, wil ik toch even stil staan bij de vraag: 

Wat is een kind? 

Esoterisch is een kind: een ervaren ziel in een groeiende natuurlijke vorm. 

Over 't algemeen houdt men nauwelijks rekening met het feit dat ieder kind op aarde komt met een "rugzakje" met kennis - slechte en goede ervaringen. De som hiervan bevindt zich in de kinderziel. 

Elke ouder zal kunnen vertellen over merkwaardige vragen, gedragingen, conclusies van zijn kind. 

Indien hij daarop attent is! 

Het kind leren kennen is de eerste voorwaarde en dat kan men niet op sociale en opvoedkundige cursussen leren. 

Dat is een eerste opgave voor mama. 

Zij behoort, via die etherische moederbinding, begrip te hebben voor alles wat het kind doet. 

Een "ervaringswijze" moeder en vooral grootmoeder, onderkent de roerselen van de kinderziel, ontdekt het wezen daarachter, mèt zijn kennis. 

Een kind heeft een nog onvolgroeid natuurlijk organisme, waardoor het innerlijke wezen zich daardoor nog niet voldoende kan uitdrukken Mama en papa zijn het natuurlijke voorbeeld, waardoor het leert spreken, lopen, zich gedragen naar de normen van de maatschappij. 

Maar het bezit iets wat de ouders niet meer hebben: intuïtie, innerlijke onbevreesdheid, zekerheid, onbevangenheid en vooral: onderzoekdrift. 

Een afwezigheid van deze eigenschappen betekent dat de kinderziel, als embryo in het moederlijf, beschadigd werd. 

Onnodig te zeggen dat mama in deze periode een zeer belangrijke taak verricht, de taak van beschermvrouwe, een taak die zij blijft behouden totdat het kind zich "lichamelijk" zelfstandig kan gedragen. 

Let op de reacties van het kind op: stemmen, muziek, kleuren, namen, natuur, eetgewoonten. 

Het natuurlijke kind heeft leiding, een voorbeeld, nodig; zijn innerlijke (ziel) wezen moet zich, ongestoord, kunnen ontplooien. 

Dwang, niet leiding, vooral geestelijke dwang, schaadt de ziel. 


DE OERBEWEGING: CIRKEL - KRING 

Het kinderspel begint dikwijls met een contact met de oerbeweging, de cirkel of kring. 

Spelletjes in de kring is een weergave van de eenheid: tijd (lichaam) en eeuwigheid (ziel). 

Hebt u er wel eens op gelet hoe dikwijls wij de kring of de cirkel in de natuur, via onze blikken, tegenkomen? 

De ster is voor onze blik een cirkel; de tol draait in bewegende kringen; de statische kring is dood, onbelevendigd, mathematisch; de bewegende kring of cirkel is een getuigenis van de oerbeweging van de cel, het atoom, ons organisme, de aarde. 

Zulk een beweging laadt ons energisch op. 

De kringbeweging die naar links draait ontlaadt, af-winden, rechterhersenhelft; de kringbeweging die naar rechts draait laadt op, op-winden, linkerhersenhelft. 

Naar links draaien kan geestelijk vermoeid maken; naar rechts draaien kan geestelijk stimuleren. 

We beginnen, automatisch, naar rechts (behalve de links-handigen). 

Het oerbeeld van tuinen is kringvormig, in het midden ligt het huis. In een vogelnestje, een cirkel, liggen de eitjes. 

Een gesloten huwelijk werd, op de ene dan wel de andere manier, bevestigd door kringvormen. 

De Chinese yin-yang figuur ligt in een kring. 

De zon ziet eruit als een schijf; de maan is de beweging van een schijf. 

Heel veel bloemen vormen met hun kelkblaadjes een kring.  

De kringbeweging van de steen-in-het-water. 

De draaiende beweging van de zonnesymbolen, het hakenkruis, de Druïdische benen, het wiel, het levenswiel. 

Dat wat in de natuur een cirkel vormt: bloem, microscopische vormen van cellen, e.d. draagt energie over, ook in de signatuur-kruidentherapie. 

Het weder-verbinden met de Grote Archaeus, hetgeen een basis is voor leven. Het kinderspel in de kring bevestigt dit; ook de rituele magische dansen en ceremoniën. 

Alles moet echter spontaan bewegen; hetgeen statisch is of gedwongen geschiedt, heeft een tegenovergestelde werking. 

Als kind om jezelf heendraaien, laadt op! 

Zieken, die nerveus zijn uitgeput, laden zichzelf op, door, met de hand op de zonnevlecht, naar rechts om zich heen te draaien. (links heeft een andere werking) 

Chakra's e.d. 


DE BOOM WORDT HOE LANGER HOE DIKKER 

Atoombeweging, in- en uitdraaiende beweging, God, Atoum, atoom, Keltisch. 

Jung spreekt over "het collectieve onderbewustzijn" der mensen dat door religieuze vormen, symbolen, mythologieën naar buiten komt.

Dit collectieve bewustzijn is ingrijpend beschadigd door religieuze dictaturen. 

Deze beschadiging werkt uit in het "vergeten van de archetypen" van de archaeus, de werking van de kring, de streep, de getallen enz. 

De streep, de tijdelijke mens, en de cirkel, de eeuwigheid (ziel) tekenen hun levensstrijd al binnen de vorm van de cijfers. 

De cijfers met kringvormen hebben een andere betekenis dan degene die deze kring uitsluiten: 2 - 3 - 5 - 6 - 8- 9 en 1 - 4 - 7 . 

0 is besloten, alleen; 0 is baren, alleen; 0 worden is 8. 

Kinderspelletjes waarbij één of twee "in het midden" gaan staan, hebben een intensiverende werking; een invloed op het kind in het midden. 

Kinderspelletjes waarbij er buiten de kring gelopen wordt, hebben een waarschuwende werking. 

Kinderspelletjes zonder kring (zevensprong e.d.) hebben een raadgevende werking. 

Kinderspelletjes waarbij naar binnen gelopen wordt, hebben een zoekende werking. 


ZICHTBARE EN ONZICHTBARE WERELD 

Elk spel maakt een eenheid van de zichtbare en onzichtbare wereld. 

Het kind lééft daarmede, de ziel is daar deel van. 

Het kind vindt twee werelden plus God een normale voorstelling. 

Dogmatische religies dwingen dikwijls het kind zijn eigen voorstellingen af te breken; zijn voorstelling is soms primitief, maar altijd bemoedigend. 

Angst met betrekking tot het etherische veld of dood of Schepper is het kind onbekend! 


DE TWEE GROEPEN SPELEN 

1. Schipper mag ik overvaren? 

2. Witte zwanen - zwarte (groene) zwanen! 

3. Herder, laat je schaapjes gaan! 

Het is altijd een uitbeelding van het goed en het kwade. 

Men is onervaren: van het ene land naar het andere. 

Men moet moeite doen om over te steken. Hoe? Opdracht. 

Zwanen, de Maagden. 

Twee kinderen vormen de poort van de Witte en de Zwarte zwaan, door die poort moet de ziel (mens) leven. 

Engelland, is de sfeer waar de ziel vandaan komt; 

de sleutel is gebroken, wij weten niet meer hoe; 

het Zwarte behoort bij de zilveren appel of peer; 

de Witte behoort bij de gouden appel of peer. 

Goud en zilver horen bij elkaar, zon en maan; 

Trekken! Wie wint? Goud of zilver? 

Goud is Geest - zilver is ziel. 

Zwart is Saturnus, de aarde, de mens met de Zilveren Ziel. 

Herder, laat je schaapjes gaan ....... 14 

De indaling van de ziel op aarde wordt bedreigt door de wolf, nacht, duister, draak. 

De herder moet haar eigenlijk bewaken. 

Gevangen tussen zon en maan; twee ijzeren tangen. 

Wees niet beangst, de wolf is de tijdelijk verschijnsel, hij zit gevangen tussen ijzeren tangen; ijzer, Marsmetaal is altijd een symboliek van overweldiging, van oorlog, overwinning; als ijzer ons geboeid houdt, is er sprake van een wilskracht die ons bedwingt. 

Twee, zowel boven als beneden weerhoudt hem. 

Je kunt rustig gaan, zijn aanvallen zullen je niet deren. 

Hij kan niet over zijn eigen schaduw heenspringen. 

Elke ervaring (aantikken) raakt je, maar vernietigt je niet. 


SPELEN IN DE KRING - MET MIDDELPUNT 

1. Kleine Anna zat op enen steen ........38 

     Maria zat op majesteit ........ 

(Maria = 41211 = 9) (Anna = 1651 = 12 = verhangene (3)) 

(Frederik = 22421 = 11 - tegenover de gehangene (2) natuur) 

Middelpunt is Anna - Maria - moet Frederik ontmoeten; moet dood - en staat weer op. 

Majesteit is verwijzing naar de Hoge Staat van de ziel van Maria (Anna). 

2. 'k Moet dwalen, 'k Moet dwalen, langs bergen en dalen .... 42 

Dolende zielen - voet stampen - aarde gebondenheid, reflexologie - hoed zwaaien - hoofd ontbloten voor de hemelkracht, pinealis. 

Springer in 't veld (ziel, beleving, boodschapper, verbinder) 

Neemt kind uit de kring bij de hand en danst met de handen kruiselings verbonden, de beweging van de lemniscaat - de acht; "springer" maakt contact met medezielen door middel van de 8. 

3. Vinger in de roet ........ 

     Rond een brandende kandelaar. 

Rond het licht - "lichtje aan de deur.....", elk "huis" moet verlicht zijn; 

"Hoezee, wie valt doet niet meer mee....." Kinderen zijn hard, maar rechtvaardig. Wie "valt" buiten het licht, doet niet meer mee. 


KRINGSPELLETJES MET BUITEN DE CENTRALE FIGUUR 

1. Zakdoekje leggen ........  46 

     Niet omkijken - lot - verleden - zakdoekje is een teken van belasting, getekendheid, opdracht van iets of iemand die buiten deze kring is. 

Kan slechts uitgeboet worden door het over te geven aan een ander..... Uit te wissen (karma). 

Schoen van stof en van leer. 

Beide symbolieken van het lopen op twee natuurkrachten: 

Huid/leer is een verwijzing naar het menselijke lichaam, de gevangenis van de ziel; stof is onbezield - zoekend, zwervend - men heeft straf gekregen en zoekt een tehuis. 

Zijn "zakdoek" afgeven is terug komen in zijn eigen huid, de plaats temidden van de cirkel. 

2. Omkijkertje - een staat er voor, de anderen moeten oversteken, wordt je betrapt, dan moet je de taak overnemen - poortwachter - Saturnustaak. 

Oordeel - zien dat je verder komt zonder dit. 

3. Drie is te veel ........ dubbele kring 

Twee is het getal van de natuur - drie brengt iets nieuws, het verbreekt een oude beweging - de "overgeblevene", de achterste, vormt de nieuwe beweging. Hij, die achter staat moet opnieuw beginnen. 

4. Zevensprong ...... in de kring zonder middelpunt               50 

Getallen van 1 tot 7, ieder met een opdracht. 

Links beginnen met één, verder de totale devotie-beweging in de kring. 

5. Blindemannetje .......                     43 

Driemaal in de rondte draaien, men verliest zijn richtingsgevoel. 

Het gepakt worden door een onbewust, blinde kracht, gevaar enz. Ook Zwart = blindheid. 

6. Anneke, Tanneke, Toverheks ........ 

Moeder zit met alle kinderen op een verhoging; Anneke klopt aan de deur - zij wil een kind kopen - krijgt het niet - gapt het. 

Bedreiging door "heksen" (middeleeuws) - Anneke is oud, oud en kreupel - kreupel gaan is de signatuur van het "getekend" zijn. 

Anneke = 155525 = 23 = 5 - betekent bovenaards, onrust, verbondenheid met de ether. 

7. Poppenkraam ........                   30 

Kinderen moeten "stil" staan - poppenkoopman weg - beweging komt terug. 

Het "pop" zijn vergelijkt men met het gebukt gaan onder overheersing, die de kringbeweging tot stilstand brengt - zonder beweging is overheersing. 

8. Alles in de wind .... 't is maar een schipperskind .... 

Twee tegengestelde draaibewegingen in een buitencirkel en een binnencirkel - zoeken naar je gelijken - tegen de rechtse indraaien (grote links - kleine rechts)- zoekende ziel - zij zoekt naar een zusje: Roza = 2771 = 17 = 8. 

De ziel zoekt Haar Gelijke, Wedergeboorte Ster, Verlossing, hemel, aarde, geest, ziel. 

9. het zelfde idee: Hier is 't groen - daar is 't groen - 'k heb verloren m'n beste vriend ..... 'k zal hem zoeken moeten ..... 

10. Ik kom uit verre landen, Magog....... 

Magog = 41373 = 18 (maan) = 9 = Heremiet. 

Magog wil een kind hebben (Anneke, Tanneke variatie) 

Aangebrande pannekoek niet ..... 

Knielen wel! Magog knielt ... demon knielt voor Deus. 

Aan het einde heeft Magog voor Allen geknield. 

Hier wordt het woord Magog (naam) zowel door de rij als door het ene kind - Gog = 373 = dood. 

Magog is vanuit de bijbel een land in het Noorden waartegen een vloek wordt uitgesproken - de vorst van het land Magog - later wordt het gebruikt als een tweekracht die onderling strijdt. 

De dag van God is de oordeelsdag. 

Gog en Magog moeten dan knielen voor de ziel. 

Als Magog voor alle kinderen geknield heeft is het uit. 

Uitwisselingsspel, want de kinderen moeten zelf ook knielen voor degenen die het langste weerstand biedt tegenover Magog, 


Naar bed, naar bed, zei Duimelot - 

zonnevinger - ego òf geest - 

Likkepot is de Jupitervinger - bisschopsring - licht en kracht - 

Langelot is de middelvinger - Saturnusvinger - macht door dogma - verleden ringen - 

Ringeling is de ringvinger - Venusvinger - liefde - weet waar het te halen is: grootvaders schat. 

Kleine ding is de pink - de Mercuriusvinger - verraad - boodschapper der goden - vertelt alles. 

Een andere tekst: Duimelot is in 't water gevallen - 

Likkepot haalt hem eruit - Jupiter 

Langejaap thuisgebracht - Saturnus 

Korteknaap - moeder te eten gegeven - Venus - koestering 

Pinkelink - alles aan moeder vertelt! 


Moeder de Gans - De gans is het symbool van Geb - hij wordt afgebeeld met een gans op het hoofd en is de god van de aarde - hij moet de zielen begeleiden en instrueren op aarde. 

Hij is getrouwd met Nut, de godin van de hemel - tussen hen is Schu, de god van de lucht (ziel - ether) 

De overlevering vertelt dat Geb met geweld de heerschappij van zijn broeder Schu, oud geworden, heeft afgenomen. 

Saturnus wordt bedrogen door Jupiter.

1970 - 2024, copyright Henk en Mia Leene