21a - de zeven hemelse kunsten

De oorsprong van mensheid en wereld verliest zich in de legende; en met die legenden stuiten we op de geheime leringen die de Lichtzonen de aarde-vrouwen overdroeg. 

Vanaf .de oudste tijden erkent men dat de wereld wordt gedragen door zeven machten of krachten; 

De Bouwers, de Zevengeest, Engelen, Demonen. 


LERINGEN 

We baseren ons heden op leringen die soms vanaf de oudste tijden tot ons komen. Maar leringen zijn altijd een twee-eenheid van abstractie en concretie. 

We delen het ook wel in als Theorie en Praktijk. Theorie is een modern woord voor abstractie en praktijk voor concretie. 

Er is een tijd geweest waarin abstractie en concretie een onafscheidelijke en ondeelbare eenheid vormden; ten tijde van de Grote Wijzen gingen de overdrachten van mond tot mond. 

Dat we heden theoretici en/of practici kennen bewijst dat wij een deel van de goddelijke tweeling der kunsten verloren hebben. 

Zoals we geleerd hebben te denken met één helft van onze hersenen, de linkerhelft. 

We verloren het ontvankelijke, het abstracte. 


GROTE WIJZEN 

De legendarische wijzen, de Lichtzonen of Boodschappers beschikten àllen over de macht der éénheid, het beheersen van de Tweevoudigheid. 

Daarom eerde men hen uitermate! 

In hen leefde logischerwijze hemel èn aarde; vandaar hun tweevoudige beheersing, die in hen een éénheid was. 

Abstractie en Concretie zijn een eenheid die de huidige mensheid vrijwel onbekend is geworden, vooral als zij onderwezen wordt in de halfheid, zoals op de universiteiten, in de geneeskunde, in alle wetenschappen en kunsten die een deel van deze eerste Tweeheid hebben verloren. 

Niettemin is deze tweevoudigheid de basis van het waarachtige menszijn, van zijn begripsvermogen, zijn geestelijke kracht en zijn begaafdheid. 

Iemand, die begaafd is of een genie is bezit de tweevoudige bezieling van abstractie èn concretie. 


INDALING 

Er is een legendarische tijd waarin de abstractie des hemels contact vond met de concretie, materie, van de aarde. 

Vanzelfsprekend tijdens de val der Lichtzonen. 

Op dat moment werden, via hen of hun zielen, aarde en hemel vermengd, er begon een totaal nieuwe levenswerkelijkheid voor hen die op aarde vertoefden. De biologen zoeken naar de oorsprong van de aarde-mens, als evolutionaire vorm; de Zoon des Lichts zoekt naar Zijn hemelse oorsprong. 

Aapmensen missen de hemelse basis. 

Er zijn aldus TWEE mensensoorten te herkennen: 

de zuiver biologisch-natuurlijke èn de vermengde dan wel van afkomst hemelse. 

De biologische mens fundeerde aardse kunsten; de vermengde of hemelse mens werd aangetrokken tot de ZEVEN VRIJE of Hemelse Kunsten.  (Wetenschappen) 

Alle andere kunsten vond hij "lichtloos, geestloos, onbezield". 

Vanwaar die onderscheiding? 

Waar komt die gave vandaan? 

Waarom herkent de Ene mens dit wel en de andere niet? 

Waarom noemt men de zeven legendarische Kunsten ook VRIJE kunsten? 

VRIJ wil zeggen: ongrijpbaar, etherisch, bezield, abstract, hemels-onaards. 

Een waarlijk VRIJ mens is een door de geest geïnspireerd mens, die zich nergens van laat afhouden door menselijke wetten, bepalingen, dogma's. 

De ZEVEN VRIJE KUNSTEN komen oorspronkelijk uit de hemelen en werden in onvrijheid, begrenzing, gevat toen de Lichtzonen hen mededeelden aan de aarde-vrouwen. 

De onaardsheid in deze Kunsten terugvinden gelukt slechts de "onaardse Lichtzoon", hij die bezield wordt door het hemelse, het gelijke trekt het gelijke. 

Ziehier de SLEUTEL die de ene mens bezit, de andere niet! 


ONTSTAAN 

Er zijn met betrekking tot die Vrije Kunsten allerlei overleveringen, er worden Vaders aangewezen en merkwaardigerwijze zijn deze Vaders allen legendarisch d.w.z. vermengd met de Val van de Lichtzonen. 

Hun afstamming verdwijnt in de legende: 

Henoch, Vader Jared, afstamming van Kaïn, familieleden o.a. Methusalem, Lamech, Jubal en Jabal; Hermes, Koning van Atlantis,  Zoon van Saturnus. 

Osiris, Isis, Horus, Orpheus, godennamen die een onaardse afstamming hebben en allen beoefenden zij de KUNSTEN. 

Degenen die deze Vrije Kunsten, of één van hen, herkenden en verder droegen zijn o.a. Imhotep (Boek des Hemels), Zoroaster, Pythagoras, Plato, Aristoteles, Boeddha, Jezus, Mozes, Krishna, e.d. 

Hoe meer de tijd voortschreed des te legendarischer werden de Boodschappers, de bezielden, en des te onhemelser werden de kunsten. 

Totdat zij strandden in de duisternis, de lichtloosheid, de concretie, het rationele denken. 

En het irrationele denken, de theorieën werden ongeloofwaardig, hadden geen contact meer met de aarde en de mensheid. 

Daarom zijn er geen Grote Wijzen meer! 

In iedere mens, die nog enigszins geestelijk geïnspireerd wordt, heeft een sympathie voor de Vrije, Kunsten of één van hen, omdat deze hen verbinden met het hemelse. 

MITS hun uitdrukking de oorspronkelijke twee-eenheid vertoont! 

ZEVEN KUNSTEN OF WETENSCHAPPEN 

1. Geometrie - meetkunde; volgens de metingen van de grote Architect. 

2. Grammatica - het schrijven en spreken volgens de kosmische wetten. 

3. Rhetorica - recht, direct vanuit de ziel spreken, zielespraak. 

4. Dialectica - het onderscheid tussen ware en valse begrippen, vooral wijsgerig (Sophistica of Kunst). 

5. Arithmetica - kennis der getalskrachten. 

6. Muziek - kennis der trillingen of klanken. 

7. Astronomie - kennis van de loop der hemellichamen. 


GEOMETRIE 

Plato noemde dit "de kennis van het eeuwig zijnde", het ontdekken en kennen van meetbare concrete gegevens die in zichzelf de onveranderlijkheid van de eeuwigheid bewaren. 

Hetgeen aan verandering onderhevig is, is aards, onhemels. 

Het geometrische "eeuwig zijnde" verliest zich in het ontstaan van de schepping uit de Geest, die de geometrie van de schepping bepaalde, daarin zijn Adem inblies. 

Het fundament van de meetkunde: Het GEGEVEN is bepalend voor de eeuwigheidsgraad van het onderwerp. 

Het GEGEVEN behoort een fundamentele kosmische oorsprong te hebben. 

Waar komt dit vandaan? 

Herkenning in de natuur, kennis van de kosmische krachten die zich in meetbare waarden op aarde uitdrukken. 

De mens zelf is een verdichting van de Zeven Hemelse Kunsten; als eerste: 

1. de geometrie - hij is volkomen meetbaar, hoewel de PSI-begaafdheid aan de lichtloze Geometrie ontsnapt. 

Vroeger werd het daarin ongenomen. 

Binnen die Geometrie van de mens vindt men de mogelijkheid tot: 

2. de grammatica, de ordening in het spreken, lezen en schrijven; hij heeft daartoe de organen. 

3. de rhetorica, de bezieling die het spreekorgaan (Mercuriaanse middelaar) kracht geeft om de orde te bezielen. 

4. de dialectica, de begaafdheid om wijsheid te ordenen in denken en gevoelen, de onderscheiding via intuïtie en geweten; de Sophistica, Sophia zijn, een begeesterde ziel, die zich altijd uitdrukken kan in één of enkele der Vrije Kunsten. 

5. de arithmetica, de heiligheid en kracht der getallen vinden we in ons gehele organisme, als geestelijk en natuurlijk fundament de zeven chakra's, de zeven openingen, de drie-eenheid geest - ziel - lichaam, denken - hart - natuur. 

12 paar hersenzenuwen, 3 heiligdommen, 5 zintuigen. 

In deze arithmetica nemen het getal van bladeren van de lotus-chakra's ook een belangrijke plaats in, hetgeen een Oosterse overlevering is, een wijsheid, stammende uit de kennis van een Lichtzoon. 

Getallen zijn een eenheid van krachten, zei Pythagoras. 

De kracht hiervan herkennen is het getal ontdekken; getallen samenvoegen is krachten bundelen. 

De Levensboom van de Sephir Jedzerah, de 10 getallen van de Sephiroth. 

Het moderne rekenen is dood; speciaal het computerrekenen. 

6. de muziek - in elk mens leeft de klank, elk orgaan heeft een klank of trilling. Wij zijn samengesteld uit trillingen. 

7. de astronomie - onze hemel onderkennen en zijn verbond met onze aarde; onze demonen of planeten herkennen, hun loop, de werking in onszelf. 

Bezielde astronomie neemt het ongelooflijke aan. 


In de oorspronkelijke geometrie, zoals Pythagoras nog onderwees zoekt men naar de signatuur der hemelen in de afmetingen die een verstoffelijking zijn van de oneindigheid in het eindige. 

Getallen en geometrie vormen een eenheid. 

Alles wat de mens hanteert is geometrie, materie, meetbaar; hij werkt met instrumenten die meetbaar zijn. 

Indien de geometrie echter slechts gelooft in het begrensde of eindige verliest zij haar aansluiting met de vrijheid. 

Vrijheid, onbegrensdheid. 

Geloof is onbegrensd, rationeel weten begrensd. Geloof en weten, religie en wetenschap MOETEN samengaan zoals in alle kunsten, esoterie en exoterie.


GRAMMATICA 

Grammatica is het ordenen van de spreek- en schrijftekens. 

Het is een poging tot onderling begrijpen, herkennen. Grammaticaal schrijven is nog geen bezield schrijven. 

Iemand, die de grammatica van een taal op zijn duimpje kent is nog geen grammaticaal Vrije Kunstenaar. 

De oorspronkelijke Grammatica was nooit eindig. Als wij totaal geen grammatica kennen stoten we losse klanken uit. 

Grammatica bestaat ook uit twee delen: het is een Latijns adjectivum (bijvoeglijk naamwoord) behorende bij het verzwegen substantivum (zelfstandig naamwoord) ARS (kunst). 

Iemand die vroeger de grammatica verstond was kundig in het lezen, kon de kracht achter de letters herkennen. 

Lezen en lezen is twee. (Kabbala - QBLH) 

De vrije kunst van de Grammatica bestaat hierin de eenheid (onderling begrip) van de spreek- en schrijfkunst te ontdekken. 

Het "vrije of hemelse" achter de stoffelijke uitdrukking. 

Iemand die talen of letteren studeert zou dus bezield moeten zijn door de hemelse of vrije kracht achter alle grammatica, onverschillig in welke taal. 

Hadden de oude talen dit nog? 

Moderniseren van een taal is de taal ontledigen. 

De muziek van de taal, de eenheid van bepaalde klanken of woorden. 

Een geschreven woord is een stoffelijke uitdrukking van een trilling en die trillingen worden geordend via de grammatica. 

Een bezield schrijver beheerst tevens de Grammatica van zijn spraak. 

Een over-grammaticaal gebruik verjaagt de bezieling. 

Ingewikkelde zinsbouw b.v. bedekt de bezieling. 

Het uitdenken van grammaticale spitsvondigheden verraadt onbezieldheid. 

Het intuïtieve spreken en lezen is de Kunst van de Grammatica. 

RHETORICA 

Het spreken zonder verborgenheden, het "schoon" spreken meent men, maar "schoon" spreken is NIET intellectueel praten, maar begeesterd, ook wel poëtisch spreken, gedreven door de abstractie van een verbeelding of beeldend vermogen. 

Grote sprekers beschrijven hun toehoorders de abstracte beeltenis die hen bezielt. 

Juist die beeltenis behoort tot de Vrije Kunst. 

Het spreken over abstracties gelukt hen slechts door middel van bezieling; de hemel neerhalen om de aarde te bezielen. 

Het geestelijke veroveren om de aardse mens of de naar de hemel verlangende mens te inspireren. 

Een groot redenaar is lang niet altijd iemand van VEEL woorden, de Kunst ligt in de manier WAAROP men iets uitspreekt. 

Daarom ligt in alle Vrije Kunsten MAGIE verborgen. Hemelse Magie, die zowel demonisch als goddelijk kan zijn. 

Lichtzoon - duivel of Lichtzoon - Deus. 


DIALECTICA 

Een woord dat vrijwel altijd verkeerd wordt gebruikt. Het woord dialectiek hoort volgens Hegel bij de metafysica, tweeëenheid, ether en materie. 

Oorspronkelijk was het de Vrije Kunst om de abstractie in concretie samen te vatten. 

Dialectiek is niet uitsluitend materie, maar materie die de geest in zich omdraagt. 

Men noemt Zeno de uitvinder der dialectica. 

Bij Plato staat dialectiek gelijk met de methode van onderzoek, die tot de erkenning van de begrijpelijkheid achter het subject en object voert. 

De mens is dialectisch, zegt men maar dan wel dialectisch inbegrepen het etherische of zielvolle. 

Zonder dit is de dialectica een DODE en GEEN vrije kunst. 

Het is de mens mogelijk om dit geestelijke te onderscheiden van het materiële, omdat hijzelf Dialectisch in de oorspronkelijke tweevoudige betekenis is. Het begrip "materiële" is hier het natuurlijk-stoffelijke. Het tastbare. 

De dialectica weerspiegelt de ziel of bezieling waardoor zij leeft. 

Vandaar dat men vroeger dialectica ook wel Kunst of Sophistica noemde, afgeleid van het woord Sophia, wijsheid ingeschapen wijsheid. 

Iemand, die heden "Sophisticated" wordt genoemd, is cultureel beschaafd; vroeger was iemand die de Dialectica beheerste een mens bezield door het etherisch, abstracte. 

Dat gaf hem een zekere moraal, een wijsheid, een verhevenheid of adeldom. 

Iemand, die de vrije Kunst van de Dialektica verstond onderscheidde feilloos het dode van het levende, het duistere van het lichte, het waarachtige van het valse. 

Daarom was het de wetenschap des Onderscheids. 

Het hanteren van foutieve begrippen behorende bij vreemde onbekende woorden, is een teken van het falen in de vrije kunsten. 

We nemen aan op gezag, NIET op innerlijk weten of intuïtie. 

We kunnen zodoende het foutieve aannemen zonder mogelijkheid tot contrôle, die we oorspronkelijk echter WEL hadden. 

De tragiek is dat we dode wetenschap hanteren, terwijl we spreken over levende wetenschappen of Kunsten. 


ARITHMETICA 

De Arithmetica is het onderkennen van de getalstrillingen. 

In de natuur worden de kwaliteiten van de getallen aangewend. 

Een vijfbladige bloem heeft een geheel andere trilling dan een driebladige bloem; symboliek van sterren. 

Het samengaan van zeven gelijkwaardige trillingen is anders dan van drie gelijkwaardige. 

De grote Architect deed in het begin drie - vijf en zeven stappen, alvorens hij tot scheppen overging.

Drie de kracht van de lichtgeboorte; 

Vijf de beweging van het licht en haar verhouding, verbinding tot het duister; 

Zeven het fundament, geordend in licht en duister. 

Daarna ontstaat de vermenging of vorm: uitgaande van de drie, het licht; gebonden aan de beweging (vrije), de vijf; vastgehecht aan de zeven fundamentele bouwkrachten: chakra's, openingen, de zeven Gemeenten die in Asia zijn enz. 

Het hemelse vindt zo ingang in het eindige (zeven). 

Het hemelse vindt de weg terug tot de hemel door het Achtste, en daarom is al het achtvoudige, in natuur en mens, een basis van strijd, intensieve actie, verandering, omzetting, verlossing. 

Na het zevenvoudige komt het twaalfvoudige dat de terugweg in zich draagt, maar ook daarin vindt men de geest, de dubbelvoudigheid van de DIALECTICA, denk maar aan de 12 paren hersenstrengen. 

De arithmetica ligt evenzeer in ons organisme. 


MUZIEK 

De trillingen die tot klanken worden. Het herkennen van hemelse klanken is de KUNST van de muziek. 

Kosmische muziek onderscheiden van aardse muziek. Iedere mens heeft zijn eigen klank, dikwijls, bij ontspannende momenten te herkennen in de klank die hij voortbrengt. 

Gespannenheid, disharmonie, ziekte is te herkennen in de klank van het orgaan, in de stem, in de muziek van s'mensen ziel! 

De Hemelse Kunst van de muziek is het samenvoegen van klanken die men met het zielegehoor verneemt. Daarnaast zou men de muziek van zijn naaste, de klank, moeten onderkennen. 

Onze verhouding tegenover de geest bepaalt onze klank. 

In al de vrije kunsten verbergt zich de gave tot helen. Elk van deze Vrije Kunsten schenkt zijn bezitter de Kracht tot Helen of Heiligen, in de geestelijke betekenis van het woord. 

In de oorspronkelijke geneeskunde was tevens opgenomen het "herkennen van de hemelse tekenen", het onderscheid tussen waarachtige en valse diagnose en het aanwenden van therapieën (getallen, klanken, woord, mensenkennis). 


ASTRONOMIE 

De loop der hemellichamen kennen. 

Astronomie is het hemelse zodanig herkennen, dat men zijn tekenen in het aardse direct kan aanwijzen. De macrokosmos zien als de bezieler of vormgever van de microkosmos. 

De tekenen der sterren zien. 

Een bezield astronoom is intuïtief en gelooft. 

Hij verenigt zich met het onbegrensde of de eeuwigheid. 

Hij weet dat het onbegrensde het begrensde draagt. 

Hij weet dat Deus inversus demon is. 

Hij herkent de verbintenis tussen mens en hemellichamen, omdat alles wat op aarde is niet kan bestaan zonder de invloed van de hemellichamen. 

Een goed astronoom kan zijn eigen beperking vergeten en leert te denken in abstracties, en die abstracties te ordenen in geometrische begrippen. 

In hem ontmoeten tijd en eeuwigheid elkander direct en onthutsend. 


JUBAL - de ontdekker van de muziek (Orpheus) 

Het Priesterschrift - grammatica. 

De Kosmische geometrie - arithmetiek; 

Keppler sprak van sferenmuziek, de trillingen der planeten. 

De planeet-standen tegenover de zon zenden een soort muziek uit. 

Onze stand tegenover de geest en onze verhouding tot de planeten bepaalt onze "toon". 

Zodra onze "klanken" onderling niet harmoniëren zijn we elkander antipathiek, hetzelfde geldt voor de geuren die met de klank samenhangen. 

Ook onze "kleur" in het aurische veld vertaalt onze klank, ons innerlijke gegeven en vooral onze verbintenis met één of enkele der Hemelse Kunsten, want in wezen moeten we ze alle zeven kunnen hanteren, zonder universiteit. 

Louter uit intuïtief bezielend vermogen, zoals de ouden. 

De vertolkende mens zal altijd het eeuwige in de natuur kunnen weergeven, via de harmonie van één of enkele der kunsten. 

Elke kunstenaar moet een minimum aan geometrische kennis hebben, aan arithmetica, aan dialectica, aan muziek. 

Door middel van hen HERKENT hij zijn onderwerp dat daardoor "levend" wordt. 

Het "levende" of de oorsprong van het leven herkennen en weergeven is VRIJE KUNST.

1970 - 2024, copyright Henk en Mia Leene