In de vijftiger jaren zijn er twee belangrijke boekwerken verschenen van R.A. Schwaller de Lubicz over zijn jarenlange opgravingen en studies van Egypte:
"Le Temple dans l'homme" en daarna "Le Temple de l'homme".
Zij waren een zeer revolutionaire beschouwing over de Egyptische beschaving, waartegen de gesettlede Egyptologen in verzet kwamen.
Zijn voornaamste uitgangspunt was:
1. Egypte kende geen ontwikkelingsperiode, maar vanaf het begin tot aan het einde stonden wetenschap, kunst, astronomie en geneeskunde op een zeer hoog peil. Het moet dus een nalatenschap geweest zijn van een nog ouder volk. (Atlantis?)
2. het is volkomen nonsens te beweren dan mensen die aan de ene kant zulke ongelooflijke architectuur, kunst en geneeskunde, inclusief diergeneeskunde, bezaten, primitieve mensen zouden zijn geweest met een nog primitievere religie, als een veel godendom, zich uitende in het verafgoden van dieren.
3. Hun hiëroglyfentaal is tot nu toe onvoldoende vertaald, men heeft het gedaan met een rationele geest, waardoor b.v. het teken van een vogel, als "vogel" wordt vertaald, terwijl het duidelijk een veel verstrekkender diepere betekenis had.
(esoterie - exoterie; kabbala, geheimtaal der priesters etc.)
De vertalingen spreken elkander tegen.
4. De vondst van een papyrus met een rekenkundige schoolopgave bewijst NIET dat zij de rekenkunde niet volkomen machtig waren. Hun tempels en gebouwen zijn wonderen van mathematische kunst; hun astronomische gegevens evenzeer.
De uitvoering van hun beelden, uit één stuk marmer of graniet, bewijst de hoogte van hun techniek. (ledige granieten sarcofaag in de Cheops)
De piramide van Cheops is in een volkomen tegenstelling met de gevonden grafkamers, met betrekking tot de versiering, de gang, de opbouw, dat dit de grafkamer van een farao zouden zijn geweest, is nergens op gebaseerd.
6. De erosie-verschijnselen aan de sfinx van Giseh is een watererosie; dit pleit voor de hoge ouderdom ervan. De stijl is volkomen uniek en vindt men nergens in het dynastieke Egypte (na ± 4000 v. Chr.).
PRIESTERS
Er waren twee vereerde klassen in Egypte:
1. de Farao's, als zijnde de erfgenamen der godenzonen;
2. de priesters, als zijnde mensen met grote begaafdheden. Hun ambt was NIET erfelijk, zij werden uitgekozen op hun capaciteiten.
De priesters vormden de intellectuele klasse en vrijwel alle priesters beoefenden één van de wetenschappelijke vakken: filosofie, geneeskunde, bouwkunde, mathematica, natuurkunde, astronomie, enz.
Elke priester werd ingewijd in de dubbele Grammatica van Egypte: de hiëroglyfen met hun tweevoudige betekenis.
Uitspraak en grammatica vormden één geheel.
Daar zij de "leer der goden" niet wilden profaneren verborgen zij deze in beeltenissen, kunst, bouwwerken. De gotische kathedralen zijn daarvan een erfenis.
Tot die godenleer behoorde de getallenleer, precies zoals Pythagoras die onderwees.
In de getallen 1 tot en met 9 liggen de scheppingswording en zondeval besloten.
Uit 1 komt splitsing, dualiteit 2.
TOEM (1) brengt Atoem (2) voort uit een vereniging met het oerwater (NOEN) 0.
Door de verzoening van 1 met 2 (Toem met Atoem) kon 3 ontstaan: het wordende, in zichzelf lichtende, de vrucht van de overeenkomst tussen Atoem en Toem. Doordat God de schepping liefheeft, kan zij voortbestaan door middel van de vrucht, licht, enz.
De harmonie van hun bouw- en kunstwerken komt voort uit hun eerbied voor de "kracht der getallen", de bron die een getal vormt.
Alle getallen in de natuur hebben een eigen krachttrilling en daarmede is hun werking in overeenstemming.
Deze getallen zijn eveneens gestold in het menselijke lichaam, zijn organen, zijn verhoudingen.
Daarom is het menselijke lichaam de "tempel van de Schepper", inbegrepen zijn Vonk, als ziel, scheppingsvonk.
Volgens de gulden verhoudingen of Gulden Snede bouwden zij aldus hun bouwwerken, evenals de Gotische kathedralen.
De Tempels moesten een transformerende invloed op de mens uitoefenen; een gevoelig mens ervaart deze, b.v. de kathedraal te Chartres e.d.
Hun inwerking moest de mens brengen tot inzicht, als ervaring en het besef van het goddelijke in hem.
Het Goddelijke sprak volgens hen via de HARMONIE.
Het Goddelijke herkennen werd een onderdeel van de priester- en filosofie-opleiding.
Het verborgen harmonische herkent zijn gelijke in een vorm, achter een vorm.
De smaak e.d. is individueel.
Pythagoras volgde de opleidingswijze van de Egyptenaren, omdat hij zelf was ingewijd in hun kennis, esoterie en exoterie.
De "Gulden Verzen" van Pythagoras en zijn Mathematica hebben aldus een esoterische betekenis die de exotericus niet verstaat.
Aldus beschermt het heilige zichzelf.
De Egyptische bouwwerken, graftomben e.d. staan vol met esoterische geheimen.
Wie ontsluiert hen, als we rationeel denken?
In de oude geschriften kan men lezen hoe tijdens de zondvloed mensen een toevlucht zochten op de toppen van de Hymalaja.
Zij verzamelden daar hun astronomische en wetenschappelijke gegevens en graveerden deze op metalen platen zoals deze bewaard zijn gebleven in Peru, in Tibet, in de woestijn van Gobi en zoals deze optekeningen werden gevonden door Sanchoniathon in de tempels van Phoenicië.
Anderen vertellen dat deze mensen een toevlucht gevonden hadden in de piramiden en er hun gegevens in graveerden.
Hoe het ook zij: er zijn talloze gegevens die pleiten voor een gevestigde orde van wijzen, intellectuelen, enz. in India, Tibet en de Gobi.
Al onze kennis, onze christelijke religie komt uit deze streken plus hetgeen de Druïden (of Kelten) medenamen.
Laten we niet vergeten dat ook Mozes een Egyptische ingewijde was en met zijn tocht door de woestijn begon, ongeveer 1350 voor Chr., direct na de dood van Echnaton, de revolutionair.
Dat de universele drieëenheid: Toem, Atoem, Noen - Vader, Zoon, Moeder, wedergeboren werd in God de Vader - God de Moeder en God de Zoon evenals in Osiris - Isis - Horus.
Dat de astrologie ontstond uit de astronomie der alleroudste tijden, en deze niets anders was als de werking van de astronomie.
Dat zowel in Egypte als in India astronomie en astrologie één geheel waren en dat de Egyptische tempels gebouwd werden op bepaalde planeetstanden en ontmanteld werden als de astronomie daartoe aanleiding gaf.
Dat hetzelfde verteld wordt over het oude Atlantis, vooral via die legendarische Heerser: Hermes Tresmegistos, die oorspronkelijk uit Atlantis schijnt te zijn gekomen.
Er is, in Egypte, duidelijk merkbaar en later overgenomen door o.a. Pythagoras een verband tussen symboliek en inwijding.
Herodotus, 500 v. Chr., Plutarchus, 46-120 n. Chr., Philo, 160 n. Chr., Plotinius, 300 n. Chr., deze grote geschiedschrijvers en filosofen hechtten waarde aan de symbolentaal van Egypte en zagen er een esoterisch geheimenis in, dat zij dikwijls vermochten te lezen.
De exotericus gelooft hen niet, dat is heden nog zo.
Een symbool is een beeltenis die door zijn betekenis het esoterische denken wekt.
Het symbool activeert.
De "sfeer", de trilling van het symbool intrigeert de neofiet of de esoterische mens.
Het verschil in de Egyptische uitbeeldingen bewijst dit.
Anubis, Osiris bezitten een veel hogere trilling dan b.v., een profane familiegroep.
Wat is dit?
Wat maakt de middeleeuwse religieuze uitbeeldingen zo edel?
Welke kunstenaar vermag geestelijke kracht en vorm te verenigen in zijn schepping?
Daarom waren in Egypte bepaalde kleurenvoorschriften heilig; de kleurtrilling.
Ook in Griekenland waren die in zwang; ook in China.
GETAL - KLEUR - VORM - KLANK waren geënt op de wetenschap der trillingen.
ESOTERIE
De ingewijde spreekt in parabolen, symbolen, analogieën tot de neofiet. De esoterie vangen in de exoterie is altijd de kunst van de ingewijde.
En deze extraheren is eveneens de kracht van een ingewijde. Een echt kunstwerk eveneens.
De graden van inwijding.
Als je kunt lezen achter de symbolen ben je een ingewijde en ergens binnen die abstractie kun je je gelijken-in-denken ontmoeten.
Er waren talloze opgeschreven esoterisch-exoterische geschriften van onze verre voorgangers, maar de engheid van de rationele en dogmatisch christelijke geest vernietigde hen:
330 v. Chr. - verbranding van de bibliotheek van Persepolis door Alex. de Grote.
240 v. Chr. - de Chinese keizer Tsin Che Hoang liet alle wetenschappelijke en historische boeken vernietigen.
75 v. Chr. - de Sybillische boeken van Apollo (vol met voorspellingen) verbrand door het Kapitool.
48 v. Chr.- de eerste verbranding van de bibliotheek van Alexandrië door Julius Cesar.
1 - Augustus liet meer dan 2000 orakelboeken verbranden.
54 - Paulus vernietigde alle boeken die "merkwaardige dingen" bevatten.
296 - Diocletius liet de christelijke bibliotheken verbranden met hun Griekse en Egyptische documentatie.
490 - tweede verwoesting van de bibliotheek van Alexandrië door de Christenen.
641 - derde verwoesting van de bibliotheek van Alexandrië op bevel van de Kalief Omar.
Deze lijst kunnen we voortzetten tot in onze tijd.
Denk u maar aan de boekverbrandingen in de tweede wereldoorlog. (blz 113, Maître du Monde - Charroux)
Een systematische vernietiging van gegevens en vooral van esoterische waarden; symbolieken die de "ingewijden" zouden verstaan.
DE INGEWIJDE
Een discipel of in te wijden mens heeft drie opdrachten of fasen:
1. De basis of oorsprong ontdekken: kennis;
2. Zich identificeren met zijn kennis: worden;
3. Hulp schenken aan zijn medezoekers: spreken.
Symbolieken kunnen nooit door fanatici worden gemanipuleerd, een symbool spreekt direct tot degene die het beschouwt.
Interpreteren blijft een individuele kwestie; geen overname van interpretaties, dit ontneemt de mens de kennis en zeker het worden.
De eenheid tussen esoterie en exoterie bestond in de tijd van vòòr de zondvloed - Atlantis, Mû, Hyperborea.
De Hebreeërs hebben hun verhalen van "horen zeggen", want zij stichtten hun natie ong. 1500 v. Chr.
SIRIUS - DE DUBBELSTER
Een zeer revolutionaire idee is dat de Egyptenaren een SIRIUSJAAR kenden, de omloop van Sirius neemt precies 365 dagen in beslag en de samenhang van Sirius (een grote ster met een dwergster, die zeer krachtig is, maar veel kleiner als begeleider) werd door de Egyptenaren gezien als de vorm van het atoom dat bestaat uit een positron met een neutron (dwergster).
Er zijn geleerden die zich afvragen of onze zon en ons zonnestelsel zou draaien om de veel lichtender Sirius. (grote hond en kleine hond)
Deze zelfde idee schijnen de Maya's, de Kelten gehad te hebben en de vormen van het atoom zijn herkenbaar in hun kunstvormen.
Het draaien om een kern: God drukt zich uit in het atoom.
Het atoom is de essentiële levensvorm.
Deze gedachte lijkt ongelooflijk, niettemin schijnen er genoeg gegevens bijeen te brengen om een veronderstelling te handhaven.
Helaas schijnen we ons in de tijd bevinden die vooruitgezien werd door Aesclepios (Imhotep) die gezegd heeft:
"De tijd zal komen waarin het zal lijken alsof de Egyptenaren tevergeefs hun goden met zoveel enthousiasme en vroomheid hebben gediend.....
Want de godheid zal de aarde verlaten om tot de hemelen terug te keren en Egypte zal eenzaam en verlaten achterblijven; de plaats die eens de zetel der religie was, zal niet langer de verblijfplaats der goden zijn.....
O Egypte, Egypte, niets zal er van je geloof overblijven dan een paar fabels die voor toekomstige generaties ongeloofwaardig zullen klinken.
En niets dan in steen gekerfde woorden zullen er over zijn om te getuigen van jouw vrome daden." (2800 v. Chr).
GOBI EN SIRIUS
In de l9de eeuw ontdekten archeologen in de woestijn van Gobi gouden platen, die de historie van de mens beschreven.
Daarin staat o.a. "de komst van de meesters van de wereld vanuit de hemel"
Men spreekt van hun afkomst als Yenus en Sirius. Verder staan er raadgevingen op met betrekking tot dieet, ademhaling en verjongingskuren.
Ongeveer 12000 jaar geleden was Sirius de meest stralende ster aan de waar te nemen hemel en leek zeer dichtbij de aarde.
Enkele van de kleinere gouden platen waren beschreven door de dochter van de koningin van Mû, Anahita. Er schijnen van deze platen nog meer te zijn in ondergrondse bewaarplaatsen, op verheven plaatsen in Tibet (Charroux-Maîtres du Monde 284)
Sirius werd als "de ster van de afkomst der goden" geschouwd, als de plaats waar gevallen goden weer werden tot goden.
Het testament van Schliemann bevatte bewijzen voor Atlantis (de vaas de kop van een kerkuil - Maîtres du monde 292)
Volgens historische gegevens bestond het "weten" in Egypte ongeveer tot en met Imhotep en zijn koning Djoser.
Het "weten" van de achtergrond der symbolen, de Atlantische Kennis.
Men kan zeggen tot ongeveer de zesde dynastie en de piramiden van Sakkarah.
Memphis was reeds verdwenen, alleen de tempel van Abydos bestond nog.
Niet voor niets waarschuwt Imhotep dus.
Niet voor niets wil Echnaton een revolutie in de decadentie.
In deze oudste tijden was er de unieke Godheid Toem; dan Atoem en verder de heilige stier of de aarde: Mnevis; (Mithras)
Tenslotte de "Vliegende Slang" de kosmische energie of de zonnebark, via deze "zonnebark" een voertuig van Atoem (de tweevoudige god - Chi) (kundalini, slangenvuur, ruggemerg)
Toentertijd was het heiligdom van Heliopolis gewijd aan Atoem en Mnevis.
De tweevoudige Godheid waaruit de aarde voortkomt, of regeert, de vruchtbaarheid. (yin - yang plus aarde)
Heliopolis, de stad van de Zon, bezat de Tempel van Atoem, zijn voortbrengsel en diens voortbrenging was de aarde (Mnevis).
Men meent dat in Heliopolis de cultus van de obelisk geboren werd: de 1, de eerstgeborene e.d. - Toem.
SAKKARAH
De ontwerper van de piramide van Sakkarah was Imhotep en Herodotus zegt dat deze piramide gewijd was aan Sakhra: de steen, de komeet, Venus?
De eerste maand van het jaar begon ritueel bij de verschijning van de ster Sirius of Sothis, later genoemd de ster van Isis.
De oudste en meest exacte kalender van Egypte, die we hebben is die van 4240 v. Chr. en is gebaseerd op de opgang (als hij aan de horizon verschijnt) van Sirius (Sothis).
De tempel van Memphis wordt door de historicus Soto Halle op ongeveer 7000 v. Chr. geschat en de Egyptische beschaving aldus op minstens 10.000 v. Chr. (Charroux - Maîtres du monde - 199)
Wij, en de Egyptologen, vergaren onze Egyptische kennis uit de opgravingen, voornamelijk uit de latere dynastieën, die reeds verworden schijnen.
De "afdaling der goden" wordt door Herodotus gedateerd, volgens zijn zegslieden, Egyptische priesters, van 17.500 tot aan 15.850. Osiris verscheen ongeveer in 15.550. Deze gegevens zouden Egypte dus nog ouder maken dan 10.000 jaar als we weten dat Herodotus leefde in de 5de eeuw v. Chr.
Papyri, die echter gegevens van Imhotep bevatten, spreken van "boeken en goden die uit de hemel kwamen".
Imhotep gaat door als een zoon van de tweede "god" na Osiris Ptah, de vormgever.
Een steen van de Poort der Leeuwen te Mycene draagt deze inscriptie: "De Egyptenaren stammen af van de zoon van Thot, Egyptische priester van Atlantis".
Binotros, farao uit de 2de dynastie, zond een expeditie naar het land van Atlantis, (atlanta) waar 3350 jaar vroeger de voorvaderen van de Egyptenaren waren vandaan gekomen, de wijsheid van hun land medenemende.
Zij vonden geen spoor meer van het continent van Atlantis.
(Père Perroud in zijn boek: L'empire de l'Arc en Ciel)
Er zijn veel meer gegevens over de relatie Atlantis- Egypte. (Maîtres du monde - 200)
MEMPHIS, HET TWEEDE HART
Menès, de koning uit de eerste Egyptische dynastie, wilde een tempel oprichten voor zijn God, waar omheen de hoofdstad van zijn Tweede vaderland werd gefundeerd.
Het religieuze centrum werd genoemd: Ath-Ka-Ptah, tweede ziel van God.
Deze tweede "ziel" werd snel de naam van het land, fonetisch: "Ae-guy-ptos" in het Grieks en "Egypte" in het Nederlands.
Zo werd ook gedurende de twee eerste dynastieën de naam van de hoofdstad gevormd, die tenslotte werd: Aneb-Hedj of de Witte Muren, waarvan de Hellenisten maakten: Memphis.
Het is ook vanuit Memphis dat de restanten komen van: de geneeskunde, de alchemie, de Tarot, die door Thot zelf zouden zijn vervaardigd of door zijn zoon, de priester(?l).
Het is te Memphis dat de geschriften van Thot als relikwieën werden rondgedragen. Vanuit de gegevens van de tempel van Memphis werden de andere tempelmuren beschilderd, de symbolieken enz.
Het Boek Thot komt uit Memphis.
Ptah, de godheid (Atoum) uit de Tempel van Memphis was de schepper die door zijn Gedachte (Yin) en zijn tong, het woord (Yang), van hem was het eerste woord, uit sprak.
Hij zou dus de God uit het Johannesevangelie zijn.
Hij wordt vergeleken met de Griekse Hephaistos, hij die het vuur schiep, die Christoforos een Kind des Lichts meegaf die hem naar het Oosten, de zonsopgang voerde en waardoor hij genas van zijn blindheid. (vuur - door de nimfen der zee opgevoed)
Inwijding vanuit Egypte herkennen we in de alleroudste geschriften van Hermes, That, Imhotep e.a., waarin gesproken wordt in een esoterische taal, een verbogen taal en die waarschijnlijk beter herkenbaar is, wanneer we onze ontvankelijke zintuigen openen.
Vele papyri, zeker die van de "godenzonen" hebben een tweevoudige betekenis, bestemd voor hun nakomelingen.
Hier bedenken we dat alle "adepten" spraken tot hun discipelen, eigenlijk tot DE erfgenamen der goden.
Het heeft niets te maken met enige organisatorische hiërarchie.
Papyrus van Ani:
"De mensen zijn geschapen naar het beeld der Goden. Allen bezitten de mogelijkheid tot luisteren naar Hem die alle antwoorden geeft.
Het zijn niet slechts de geletterden die Zijn werk zijn.
Niemand zal beweren dat een beeldhouwwerk of een schilderij kan ontstaan zonder beeldhouwer of schilder: en deze schepping zou geen Schepper hebben?
Pas op, mijn zoon (That), het werk van de vervaardiger te scheiden. Geef eerder aan God de naam die Hem het beste past: noem hem: De Vader van alle dingen" (Hermes Tresmegistos)
Zijn dit woorden van heidense afgodendienaren? Hermes als Thot, de legendarische stamvader van Egyptisch-Atlantis, gaf zijn nazaten de wijsheid van een universele Godheid mede.
Wat de mens tenslotte hiervan maken kan zien we heden om ons heen en deze menselijke idolatrie zal vroeger net zo sterk geweest zijn als heden.
Behalve bij degenen die zich nog hun beeltenis Gods herinneren, zij aanbidden de universele God en alles wat uit hem voortkomt zijn afspiegelingen van Hem.
Zo zagen de Egyptenaren ook hun halfgoden, hun diergoden e.d, het waren manifestaties van een werkzaamheid.
1. Mystieke dieren - Griffioen
2. Symbolische dieren - vogel en slang; leeuw en vogel, sfinx. Aarde en lucht
3. Heilige dieren - de bij; de mestkever, scarabee.
Materie en geest.
Een symboliek van transformatie, verslindendheid, onaardsheid, vuur of dergelijke.
Hij, die hen verheft tot ware goden inplaats van krachtsymbolen is een exotericus, een onwetende.
Inwijding is: de Oorsprong vinden: Kennis.
Zich daarmede vereenzelvigen: Worden.
Tenslotte "spreken van het Worden", getuige zijn, dat is de opdracht voor allen die een "goddelijke herinnering of ziel bezitten".