Het individuele Zen-zijn
Wanneer we over het HARA willen spreken dan stuiten we onwillekeurig op het Zen-Boeddhisme in zijn meest universele vorm,
en daardoor komen we tevens terecht op de alchemie, de gnostiek, het Boeddhisme, de Ying en de Yang en al die stromen die door hun overeenkomst de grote Eenheid des geestes tonen.
HARA betekent in de Japanse taal: BUIK; In het Zen-Boeddhisme betekent het "het midden" des mensen.
In het Sanskriet is het een naam voor Shiva als de "vernietiger".
In het Sanskriet heet Shiva: Bhâva - Hara.
De scheppende en de Vernietigende.
Wanneer men vraagt naar de juiste ligplaats van HARA in het organisme van de mens dan kan men het plaatsen rond de navel, iets eronder.
HARA staat direct in verbintenis met het navel-chakrum of de plexis solaris, bij de vijfde ruggenwervel (solaris - zon - het midden van zonnestelsel).
De plexis solaris in de oosterse filosofie wordt als een 10-voudige lotus gezien; in de Tarot en in de Kabbala is 5 het getal van het gulden midden; de vier vanaf het begin, dan de vijf en de andere vijf van het einde.
De plexis solaris houdt direct binding met de darmen en de nieren; en naar boven met het hart, en dus door middel van het hart met de ziel; de plexis solaris verbreidt over het organisme.
Hij wordt beschouwd als het centrum van het sympathische zenuwstelsel.
Als tienvoudige lotus beeldt hij het samengaan van het Boven en Beneden uit; en dit is nu juist wat Zen verstaat onder HARA.
HARA is het ik en het niet-ik, het is de grond van de zelfbewuste mens, en de grond die vernietigd moet worden waardoor het in Shiva (als Bhâva) opgaat.
Over de "buik" komt men in do universele literatuur zo het één en ander tegen en veelal verstaat de westerse intellectueel georiënteerde mens dit niet.
De buik wordt veel beschouwd als iets minderwaardigs; de westerse mens heeft zijn oerverbintenis met zichzelf verloren.
Hij leeft uit de hoogmoed van van het instinctieve ik, hetgeen men wel het "kleine ik" of het instinctieve Hara noemt, of hij leeft uit de minderwaardigheid van dit ik en is dan tegen zichzelf vechtende; hij leeft dan voortdurend in onmin.
Het "dragende gulden midden" van de mens bevindt zich organisch in het middelpunt van zijn lichaam, solar plexis of navelchakrum; organisch: de gulden plaats tussen hart en nieren.
Yin en Yang: Pentakel: water en vuur.
De onevenwichtigheid des mensen is het gevolg van het ontbreken van het juiste midden, het belevendigen en versterken van zijn "midden".
In het apocriefe Thomas-evangelie: "Zalig zijn zij die vervolgd zijn in hun hart, zij zijn het die de Vader in Waarheid hebben gekend.
Zalig zijn zij die hongerig zijn
want men zal de buik vullen van hen die willen;
Wanneer gij dit verworven hebt in u, zal dit u ook redden."
Het woord "buik" heeft in de esoterie nooit de profane betekenis die de mens eraan wil geven.
HARA komt direct overeen met hetgeen de psycholoog zegt als hij meent dat de hedendaagse mens zijn vruchtbare "midden" verlaten heeft. Iemand zonder "midden" bereikt noch in de stof, noch in de geest iets.
Anders gezegd:
Men moet een "ik" bezitten om het daarna te kunnen "verliezen" in Satori of het grote alomtegenwoordige Zijn.
De alchemist zegt: Versterk in u het zelfbewustzijn om dit daarna te laten absorberen door de schoot van het Absolute.
De één(1) die zich schenkt aan de nul (0).
Er moet eerst HARA in de mens aanwezig zijn om van daaruit bewust te kunnen overgaan in het Absolute.
Zonder het kleine HARA - een bewust, nederig, doorschouwend zelf
kan men nooit komen tot het HARA in de betekenis van Shiva, het vernietigen van dit zelf.
HaRA verkrijgen is aldus een autonome weg; men kan zijn naasten leren bewust te worden van HARA en als hlj dit is hem te vertellen dat hij HARA moet laten opgaan in het alomtegenwoordige Absolute.
HARA is de kern van Zen en de kern van de paradox in Zen.
Het is echter niet ongrijpbaar; het is de rust van het vreesloze, alles aanvaardende, alles verwachtende, maar toch bewust wakende "middon".
In de Zeven Gemeenten van Asia (boekje van H. Leene) wordt de Zonnevlecht vergeleken met de Gemeente Pergamus, tot wie de engel met het tweesnijdende zwaard spreekt die woont in het gebied van Satan (saturnus-zon) en toch geroepen is.
De Gemeente die de witte keursteen ontvangt: de reine, onbewogenheid.
In de astrosofie zetelt zij onder Mars, de planeet van het GOEDE BEGIN of van de Vernietiging (Pluto).
De zelfkennis die ten grondslag ligt aan de esoterie en de geestelijke ontplooiing heeft te maken met het ontdekken van het individuele HARA. Iemand die zichzelf kent en zijn individuele innerlijke god gevonden heeft verkrijgt vanzelf HARA.
Men bemerkt het aan zijn stem, zijn overtuiging, zijn zekerheid en zijn bescheidenheid.
ZEN - en dus beslist HARA berust op levenspraktijk; geen enkele geestelijke ontplooiing is mogelijk zonder praktijk.
De signatuur van onze tijd dat men liever zijn beurs trekt dan de handen uit de mouwen te steken gaat samen met het verlies van HARA in de mens.
HARA kan niet gekocht worden; elite en adeldom worden gekenmerkt door HARA en niet door de beurs.
" De verlichting sluit een inzicht in de natuur van het zelf in", zegt Suzuki.
Von Dürckheim vertelt in zijn boek HARA dat de gewoonte van de westerse mens om te staan met "borst vooruit en buik in" een bewijs i8 van het verlies van HARA en het neerzien op de aarde, het ego.
Borst vooruit, het "kleine ego" optrekken tot de hemel.
Als schepsel van "hemel en aarde" vergeet de mens dat hij van de "aarde" is en wordt theoretisch spiritueel, ledig en opgeblazen; soms vergeet hij dat hij van de "hemel" is en wordt van de aarde aards, materieel, egocentrisch en ijverend voor lichamelijk welzijn.
De verbintenis of ontmoeting tussen hemel en aarde vindt organisch driemaal in de mens plaats:
1. in het hart, als de ziel het wekt,
2. in de solar plexis, als het ego bewust of het biologische HARA aanwezig is -
3. in het hoofd, als de ziel de geest ontmoet (bewust wordt)
1. Het allereerste begin ligt in het hart,
2. daarna vormt de mens zijn HARA en komt de strijd of het zogeheten bouwen,
3. en tenslotte komt dan de cirkel of het aureool, de opklimming in het hoofd.
HARA is de rustige bodem of aarde waar het hart (vuur) en de nieren (water) zekerheid vinden en hun krachtmeting kunnen beginnen.
HARA is het ontmoetingscentrum van de tegengestelden; zoals de eenheid van gevoelen en denken (hart en hoofd) die zich toont in de kwantiteit van HARA of de reinheid van de witte keursteen.
Het tweesnijdende scherpe zwaard van de engel van de Gemeente PERGAMUS snijdt naar boven en naar beneden; de gezwollenheid van de hoogmoed (de bovenste losgeslagen O van de 8) en de gebondenheid van hot aardse ego
(de onderste 0 van de 8).
HARA ligt in het midden.
De nauwe doorgang, de omzetting van Saturnus, de terugtrekking van Pergamus uit het land van Satan, ligt in de kruising van de 8 of organisch op het snijpunt van hart (vuur-heiligheid) en nieren (water-schijnheiligheid).
De nieren zijn in Yin en Yang de spiegel van het zelf; het hart is de middelaar des geestes, zijn woonoord.
De Solarplexis is het slachtoffer van de strijd tussen de uiterlijke en de innerlijke mens, de tegenstelling tussen hart en nieren.
Tegen Thyatire zegt de engel: " ..... gij zult weten dat Ik het ben die hart en nieren doorzoek."
Thyatire is de gemeente van het hart-chakrum.
Als hart en nieren in eensgezindheid arbeiden bezit de mens HARA, het evenwicht tussen boven en beneden.
Het getal van het "gulden midden" (5) staat voor de Magiër of de Geboortester òf de satansster; in overeenstemming met Hara, vernietiger òf herschepper.
Na de 5 komt de buik (6) de onthechte 7 - de evenwichtige 8, de verheven 9;
1, 2, 3 en 4 zijn de wordingsgetallen, 5, 6, 7, 8 en 9 de vestigingsgetallen.
Dürckheim vermeldt zeer juist dàt de mens die HARA bezit te herkennen is aan zijn stem: de diepe buikstem, het meevibreren van HARA vertelt van de ervaren mens - hij is er met "hart en nieren" bij betrokken, rustig, evenwichtig, zeker van zijn ervaringen.
Hij die met een "kopstem" over diepe ervaringen spreekt is een theoreticus.
Zoals in alle universele leringen is de stem de middelaar van het innerlijk des mensen: de klank van zijn stem is bepalend.
Het gaat niet slechts om een "mooie" stem maar vooral een levende, doorleefde trilling.
Een onevenwichtig of ziek mens kan zijn stem niet beheersen noch het die speciale HARA-trilling geven.
In de psycho-therapie neemt de zonnevlecht de plaats in van het innerlijke rustpunt.
Rust in de zonnevlecht schenkt de mens een innerlijke blik, inzicht in zichzelf, ontmoeting met het innerlijke zijn.
Alle innerlijke onrust, angst, neurosen zijn het gevolg van het verliezen van het "gulden midden."
Omdat de gemeente Pergamus veelal bij "satan" woont vlucht de mens voor zijn HARA.
Om een individu te worden moet men een confrontatie met het ware zelf niet uit de weg gaan; het natuur-Hara gaat vooraf aan het geestelijke HARA.
De alchemist spreekt:
" Koester de IJsvogel want slechts uit hem kan de Vuurvogel opstaan."
WATER EN VUUR
De IJSVOGEL is een mythische vogel geboren in de wateren van de oceaan, dochter van Aeolus, de god der Winden.
De Griekse prinses ALCYONE zoekt haar op zee verongelukte man, en springt in de oceaan waarna beiden veranderd worden in een IJsvogel. (gekristalliseerd in de chaos)
Een ijsvogel wordt men door de praktijk, de praktijk van de adeldom, ervaringen die adelen; dat wordt elite, hoeden van de geest.
"Blijf in het centrum, verwarm goed de vogel van Hermes."
Probeer de stilte uit dan bemerkt u dat u geconcentreerd bent in uw "midden", tussen hart en nieren, dan kunt u de ijsvogel koesteren.
Het gaat niet om het resultaat van HARA, het gaat om het HARA, het evenwicht zelf, de zekerheid, de geestelijke en natuurlijke grond.
In de zonnevlecht zijn zowel de activiteit van het hart, de geestelijke gevoeligheid, als de activiteit van de nieren, weerspiegeling van het zelf, aanwezig.
Hij ligt in hun kruispunt.
Zoals het zenuwstelsel de middelaar is tussen geest en stof.
Alles wat in ons geschiedt vindt zijn uitwerking in ons organisme.
De mens moet zich nooit blind staren op het resultaat, dat vindt men in de alchemie evenals in ZEN.
Het gaat om het NU; het voortdurend groeien; stil blijven staan bij een resultaat is dood.
Vraag niet naar de resultaten, zegt de alchemist.
HARA is NOOIT voleindigd, het groeit iedere minuut, zoals de GNOSIS de oerkennis in de mens blijft groeien.
Hij die het goede begin kent, kent eveneens het goede einde.
Als de mens HARA heeft gevonden kent hij zijn GOEDE EINDE, en hij staat in zijn BEGIN.
Rust is beweging en beweging is rust.
De kern van Zen en van alle universele leringen ligt in dat merkwaardige zijn en niet-zijn, rust en beweging, vuur en water, vol-ledig, de eenheid van de ijsvogel en de vuurvogel.
Dat is het GOEDE BEGIN.
Daaruit komt de GODE MOED voort, die de wereld overwint. (Mars - Pergamus - Michael)
De goede psycholoog probeert de mens een natuurlijk HARA terug te geven; elke neuroticus is losgeslagen van zijn bodem, zijn "midden".
Elke leer die de mens uit dit midden slaat kweekt neurotici en ernstige zieken.
Iedere verslaving is een vernietigen van het individuele "midden" .
Zulke mensen weten geen raad met hun houding, zij zijn zichzelf niet, het veroorzaakt allerlei andere verslavingen: roken, drinken, drugs, snoepen, en ook de vlucht in de oefeningen.
De mens zoekt zijn "gulden midden", de plaats van waaruit hij een individu kan worden, zijn aarde;
Het oog des mensen, als een orgaan opgebouwd uit de "diepten van de zee en de zon" vertelt of deze zee (dit water) en het licht (vuur) elkander begrijpen.
Of hart en nieren eensgezind geborgen liggen in de witte keursteen van een reine, tot transformatie toebereide aarde. (porseleinaarde).
Het resultaat van iets - is altijd als de vrucht die zich - als vanzelf van de boom losmaakt; de mens looft de vrucht, maar vergeet wat eraan voorafgegaan is.
" Hoedt u ervoor de vruchten van het spirituele leven te willen proeven, hoewel u niets gedaan hebt om hen te bezitten."
Over SATORI zegt de Zen-meester hetzelfde.
Satori eert men niet, noch spreekt men erover.
Hij die het kent vindt Satori normaal, een vrucht van zijn arbeid.
Het grote euvel van de hedendaagse mens is dat hi; zich niet meer concentreren kan.
Hij moet van buitenaf geboeid worden, hoewel de edele Kunst van binnen uit begint.
Iemand die HARA kent kan zich concentreren. Iemand die innerlijk evenwicht bezit kan zich altijd concentreren.
Daar waar "hart en nieren" in één doel verborgen zijn daar verliest de mens zijn doel niet uit het oog, hij kan luisteren, zich concentreren.
De basis van de mens moet middelpuntzoekend EN middelpuntvliedend zijn: water en vuur; ijsvogel En vuurvogel. Opnemend en afgevend. Yin EN Yang.
De 6 uit de Tarot kiest zijn weg bewust, (buik - zes).
De Boeddha's met dikke buik symboliseren NIET lekker eten, maar de zekerheid van HARA, het nooit omvallen door de omstandigheden.
Het HART als poort van de ziel geeft zijn tekens aan de plexus solaris, het gulden midden draagt het hart.
De zonnevlecht drukt op de maag als de geestelijke mens (hemel) niet tevreden is met de aarde (aardse mens).
De werkelijke magiër is de mens van het "gulden midden" en hij laat zich door geen enkele bluf-magiër uit zijn evenwicht brengen.
Het spelen met het "gulden midden", het "vluchten voor zichzelf en het verlies van het midden" is de signatuur van de 5 die niet weet of hij een geboortester dan wel een satans-ster zal zijn.
Vijf-mensen zijn daarom altijd nerveus, zo niet neurotisch.
Het ontspannen zijn in HARA is geen verslapping van de spieren, een zalig wegzakken, het is tegelijkertijd ontspannen en inspannen.
De ware Yoga - het ware Zen-zijn - het gnosticus zijn; het inspannen van de innerlijke zintuigen door het uitspannen van het kleine ego.
Elke methode, zowel in de psychotherapie als in de meditatie kunsten leidt tot het zelf ontdekken, het natuur-HARA.
Zoals de Zen-meesters zeggen: het is het ontspannen van de inspanning.
Elke goede psychotherapeut en elke spirituele raadgever zal zeggen; laat uw wil erbuiten. Ontspan uw wil, span uw willen en streven uit. Laat uw kleine ego erbuiten.
Maar eerst moet dat kleine ego er zijn, voordat men tot hem spreken kan.
In het woord HARA-KIRI herkent men de Japanse methode om zichzelf van het "midden" en aldus het leven te beroven.
Het Meer van Ch'i kan men eveneens lokaliseren in HARA, of de zonnevlecht. Plexis Solaris, het één zijn in natuur en ziel.
Men kan niet opstijgen voordat men de diepten kent.
Velen menen van wel, vandaar al dat gepreek en getheoretiseer.
De Grieken bij Eleusis leerden eerst de afdaling in de tempel van Pluto- Hades.
Eerst ter helle; eerst de Minotaurus zoeken.
Op het middeleeuwse plaatje groeit de twijg van Jesse met de zeven duiven oi medicamenten uit de buik.
Iemand die biologisch, onbewust van de geest of de hemel in evenwicht is, bezit instinctieve Hara, biologische verbondenheid met de natuur. Ook dat bezit de westerse mens niet meer.
Het rationele denken rukt de mens daarvan los.
Niettemin moet hij door het rationele heen om irrationeel te worden.
In het dubbelteken van Schorpioen en Adelaar herkennen eveneens dit twee-zijn tussen aarde en hemel.
Maar de Schorpioen moet er zijn alvorens de adelaar kan geboren worden - ijsvogel-vuurvogel.
Als men zegt "ik heb geen ego meer" moet men wel iets anders bezitten en daarvan getuigen, zo niet, dan is men slechts ziekelijk neurotisch of losgeslagen van zichzelf.
UITSPRAKEN
Een cypres vermeerdert haar ringen ook nog als heel oude boom.
Ja, een mens moet groeien tot het ogenblik van zijn dood.
In de ogen moet kracht zijn.
Iemand die aldoor bezorgd is dat zijn eer geschaad zou kunnen worden, is zwakker dan degene die hem beledigde.
Iemand die gehinderd wordt door stof is zwakker dan stof.
En iemand die bang is voor bacteriën is zwakker dan bacteriën.
Hij die HARA bezit zal de wereld overwinnen en als vuurvogel ten hemel vliegen.