Allereerst wil ik zeggen dat ik geen Zen-Boeddhiste ben. Ik wil trachten de universaliteit van het spirituele streven des mensen aan te tonen.
Zen is als zodanig geen léér, het IS, aanwezig in het leven van alledag, in alle verschijningsvormen en in de onzichtbare vormen.
In oorsprong is Zen ontstaan uit een ketterij binnen het Boeddhisme; het Boeddhisme kwam in de 6de eeuw vanuit Korea naar Japan.
Het werd tot een gekristalliseerde leerstelling toen de Zuivere-Land-School der Boeddhistische sekten de overhand verkreeg en leerde dat "Boeddha alles voor zijn volgelingen deed, zij moesten slechts hun "ik" aan de Boeddha overgeven."
Zen stond vijandig tegenover de traditionele opvatting binnen het Boeddhisme en ging uit van het standpunt: Denk niet - probeer.
Het verwierp de sutra's, de boeddhistische geschriften, ceremoniën, beelden, methoden.
Zen betekent woordelijk: meditatie; het komt van het woord dhyana - in het Japans Zenna; toch is Zen géén meditatie in de gewone betekenis.
Het heeft één ding gemeen met de ketterij uit diezelfde tijd- van de gnostieke sekten- Priscillianen, Paulicianen, Bardesanen, Manicheeën.
Het wilde de godsdienstige vorm afbreken en afbreken betekent tegelijkertijd opbouwen.
Een universele geestelijke gedachte wordt, zodra hij met het volk in verbinding wordt gebracht tot een lagere vorm.
De oorsprong van alle geestelijke bewustwording ligt in de gnosis, de innerlijke kennis door innerlijke ervaring.
Er is geen begin en geen einde aan de spirituele herkenning.
De geest IS aanwezig in het universum, daarom is hij universeel, ieder die deze geest wil aandoen behoort allereerst universeel te worden.
Universaliteit is Zen, Universaliteit is Gnosis en toch liggen Zen en Gnosis in het individuum.
Kennis des harten, Gnosis is irreëel voor de intellectuele mens, Zen noemt men dwaasheid, irrationeel.
Veel wat momenteel onder Zen begrepen wordt is Zen niet, zoals veel wat men heden gnostiek noemt de Gnosis niet bezit.
Gnosis is ongrijpbaar, zoals Zen ongrijpbaar is.
Om Zen te doorgronden behoeft men noch lezen, noch studeren, noch methoden te beoefenen, men moet zijn en toch niet-zijn.
Woordelijk hetgeen de gnostiek doorgeeft.
Uit protest tegen de populariseren van het geestelijke ontstonden allerlei sekten; slechts enkelen behielden de Gnosis en slechts enkelen onderkenden Zen.
Dat wat geordend is, is noch gnosis, noch Zen. Toch is het geordend.
Geestelijke gnostieke stromingen volgen de richting van hun natuur zonder te letten op de steen die hen tracht te verleggen, zij bereiken altijd de Oceaan.
BOEDDHA
Zoals het waarachtige esoterische en gnostieke christendom slechts een innerlijke Christus aanvaardt op basis van het: " Al ware Christus duizendmaal in Bethlehem geboren en niet in u, zo waart gij toch verloren (Silesius)", zo baseert zich Zen op de uitspraak: " Zie in je, je bent de Boeddha." en Sokrates zegt: " Ken jezelf en je zult het universum en de goden kennen."
De terminologie verandert met de eeuwen met de mensen, maar de innerlijke Boeddha van het individuum blijft onveranderd zo ook zijn inwonende Lichtzoon of Godsvonk.
Hij die daaruit spreekt raakt aan de universaliteit des geestes en verenigt alle stromen in de Oceaan der eenwording.
"Het ene is alles - en alles is het ene."
Scheidt dit alles niet van het ene of het zal sterven.
De verdeeldheid der leringen betekent de doodt des geestes, de dood van de innerlijke Boeddha, de dood van de innerlijke Christus of Goddelijke ziel.
Men kan nooit vragen: Wie is gnostiek? Wie is spiritueel? Wie bezit Zen?
De vraag beduidt onwetendheid en het antwoord zal de gnosis, zowel als DE Christus zowel als Zen nooit benaderen; zij kunnen niet beperkt worden in een begrip.
Een Zen-meester antwoordde op deze vraag: "Ik weet het niet."
De westerse, intellectueel geschoolde mens schaamt zich om te zeggen: Ik weet het niet omdat het zijn onwetendheid uitdrukt.
Maar Zen meent: het ego kan nooit weten wat Zen is, slechts wanneer Satori, de gehele verlichting, de wedergeboorte is bereikt en dan zal niemand het Alles in Allen trachten te benaderen door de beperking.
MENS KEN UZELF
Zelfkennis is op allerlei manieren beoefend. Het is de basis voor de herontdekking van de gnosis en de innerlijke Boeddha-natuur.
Alle gnostieke spiritualisten weten dat het grootste mysterie op aarde de mens zelf is. Daarom zijn alle methoden die leiden tot een frustratie van het ego onwaardig.
Een ziek ego kan geen zelfkennis praktizeren.
Zen is bovenalles een praktijk, een levenshouding die in alle vormen van het Japanse leven tot uitdrukking komt en zo dus een cultuur wordt.
Het is het uiterlijke kleed van Zen zoals de westerse cultuur de moreel-christelijke levenshouding predikt.
Dat wat de mens niet verwerkelijkt brengt hij als beeltenis in zijn uiterlijke leven.
Alle wereldgodsdiensten hebben dit gedaan, een gevolg van geestelijke onmacht.
Zelfkennis wordt verkregen door het zich vereenzelvigen met de bewegingen der natuur; zelfontlediging is het onderwerp van bespiegeling, nooit onbeweeglijke concentratie op één punt, dat is begrenzing.
Het medebewegen is het vrijkomen van zichzelf.
Allereerst ontdekken wie men werkelijk is, de ineigen geest, God of Boeddha-geest ontdekken en daarin het ego verliezen.
Dat is als het Endura der Katharen.
Het leven in de grotten, de dansen der discipelen, de rituele zang, de dansen der derwishen; het zichzelf verliezen in de aanschouwing van de eenvoud, de stilte, Japanse tuinen.
Alle intellectuele inspanning rukt de mens los van de eenvoud, het tegenstrijdige wezen loslaten.
ZELF-ONTLEDIGING
Het verschil tussen Zen en de esoterische christelijke gnostiek ligt slechts in een hypothetesche zienswijze. De aanwezigheid van een onsterfelijke ziel wordt door Zen schijnbaar ontkend, niettemin legt het zich toe op het ontplooien van de Boeddha-natuur, die geestelijk is. Het ware zelf is deze Boddhi-natuur.
De gevangenschap van de onsterfelijke ziel in het lichaam, zoals de gnostieken onderwezen mag nooit een aanleiding worden tot
spirituele verdeeldheid, haat tegen het ego.
De kern van alle geestelijke wetenschap is de praktijk, de verwerkelijking van de hemelse mens, de Boddhi-mens, de wedergeboorte uit de latente boddhi-geest; het aaneenvoegen van leer en praktijk.
Menselijke onwetendheid schept de godsdiensten, indien elk spiritueel zoekend mens spiritualiteit zou praktizerën kwamen zij allen in dezelfde Oceaan der innerlijke Stilte of Onthechting terecht.
ALCHEMIE
"Ik kan mij niet hechten aan een opvatting, omdat elke opvatting tijdelijk is, maak u los van uw meningen." zegt Zen.
Maak u los van uw vooroordelen, uw beperking.
In de alchemie leert men de mens het "zo boven zo beneden" dat veel verder gaat dan de astrologie, zelfkennis reikt eerst tot de hemelen totdat de hemelen die in ons zijn en dan bereiken wij de geest die àlles omvat.
De alchemie spreekt over de veredeling van het ego, de verfijning, omdat de aarde en de hemel elkander moeten ontmoeten.
De zuivering van het zwarte, maar blijft daarom wel aards.
Maar dat is slechts de voorbereiding
Verfijning is géén cultuur, het is het medebewegen, het harmonisch medegeven met de universele ritmische wetten.
Biedt geen weerstand, ga opzij, buk, beweeg mee met de golven.
Dat is een universele geestelijke wet.
Het is de innerlijke discipline, die ook Zen erkent.
Er is géén wet dan de innerlijke wet.
De kust bereiken en het ritme van de golven benutten.
Een Volmaakte Kathaar, een Parfait, werd weggezonden als hij een onwaardige discipel tot de wijding toeliet.
Strenge innerlijke wetten sterken de innerlijke geestkracht.
De Essenen kenden dezelfde wet.
De Zenmeesters ontzien hun discipelen niet, anders gezegd: zij stoten hen terug van zichzelf omdat er: nooit een hoofd op jouw hoofd gezet kan worden.
Een zoehend mens wil een meester, maar de ware meester aanvaardt zijn meesterschap niet, omdat ZEN niet over is te dragen.
Het moet ervaren worden.
Ervaringen verbinden de geestelijke zoekers; een innerlijke ervaring is een inwijding.
Zelfinwijding, zelfverwerkelijking, zelfonderzoek, het dagelijkse leven is Zen.
Wat is de ingang tot het pad van de waarheid? vroeg een discipel. "Het murmelen van een beek", antwoordde de meester.
Een heenwijzen naar de harmonie en het opgaan in de schepping om ons heen, om de diepte, de werking, de bron achter alles te ontdekken, die ook onze bron is.
De bekerde meditatie-vorm waarbij de mens een roos beziet en tracht daarmede één te worden, heeft slechts in de verte iets met Zen te maken.
Zen-meditatie is innerlijk onthecht worden en deze toestand bewaren in het dagelijkse leven, terwijl men de meest afschuwelijke karweitjes opknapt.
Meditatie is niet een tijdelijke toestand zij is blijvend; de meest toegepaste meditaties met mantrams, concentraties op één punt enz. maken de geest traag d.w.z. ontnemen de mens de beweeglijkheid om alle dingen te onderzoeken, om universeel te worden.
Hij geeft zichzelf gevangen aan één beeltenis.
De innerlijke geest (de mind - hetzelfde als de alchemie) moet bewegen, en toch "stil" zijn, hij is als de universele geest, God, en dus kan hij in "alles zijn en toch één blijven".
Onderzoek alles, behoudt het goede.
Het ontdekken van de "eenheid die in alles is" maakt de mens vrij van vooroordelen, van etiketten, van arrogantie, en de zucht naar het "heilig " worden.
Gij zijt heilig - ontdek het.
Gij zijt de Tempel Gods - ontdek het.
Zoek de tempel niet buiten u
zoek de waarheid niet buiten u
zoek de geest of god niet buiten u
Praktizeer Zen echter nooit in etherisch vervuilde plaatsen.
De innerlijke Boddhi of Lichtzoon heeft recht op een reine natuur, waarin hij zich uit kan drukken.
Slechts de volwassen, volgroeide Boddhi kan heiligen wat onheilig is en reinigen wat onrein is.
MYSTIEK - ZIELE-EXTASE
In elk mens leeft de nysticus naast de prakticus.
Mr. Eckehardt wordt een groot mysticus genoemd omdat hij de ziele-extase kent waarin hij zich één voelt met god of geest.
Zen zegt hetzelfde met de Satori.
Alle Oosterse en Westerse, esoterische en gnostieke leringen bevatten hetzelfde: zichzelf verliezen in het Andere zelf, in God, geest, het Al.
Er is geen spirituele basis zonder deze éénwording; de alchemie spreekt van de transmutatie - de omzetting.
De kernvraag ligt altijd in het HOE?
Daarbij slaat Zen ons alle problematiek uit handen, alle methoden, alle meditatie-vormen, alle wijsgerigheid.
Het breekt alles wat wij weten, het brengt ons van ons standpunt.
Zen is in de eerste plaats verbreking.
Zoals sommige opvattingen spreken over het afleggen van de oude mens of het sterven van het ik.
Waar het ene is kan het andere niet zijn. Er is op de troon in de koningskamer maar plaats voor één koning: ego of ziel.
Uitspraak van Mr. Eckehart:
De waardige mens heeft god niet van node.
Wie iets zonder god ziet, ziet god niet.
Wat ik heb, heb ik niet van node.
Hij dient om niet, hij acht alle dingen niet.
Hij heeft god, daarom dient hij om niet.
Dat is de mens van zijn stuk brengen. Dat is pure Zen.
KOANS - ZEN-GEDACHTEN
Pythagoras stuurde zijn met een uitspraak hun cel in, om te overpeinzen.
De eerste Zen-meesters, in het begin uitgelachen door de gesettlede Boeddhisten waren zelfverwerkelijkers, zij handelden intuïtief;
dordat Zen ingang vond bij het volk - waardoor meerderen zich in Zen wilden bekwamen en daarin niet slaagden omdat zij zichzelf moesten loslaten bedacht men de KOANS, ezelsbruggetjes, zoals er talloze ezelsbruggetjes bestaan om de mens zichzelf te doen vergeten.
Maar slechts enkele bruggetjes slagen daarin en wel zij die geen houvast bieden, maar vervluchtigen zodra de mens er zijn gedachten op richt. Zo komt hij los.
Daarom zijn Zen-uitspraken schijnbaar lachwekkend, tegenstrijdig.
" Met lege handen ga ik, en ziet de spade houd ik in mijn handen;
Te voet ga ik, en toch rijd ik op de rug van een os;
Wanneer ik over de brug ga,
Ziet, dan stroomt het water niet, doch stroomt de brug."
Zich hierin verdiepen betekent zijn logica verliezen of Zen, het niets ontdekken.
Vrij van zichzelf worden, ontzelvigen, is de wens van ontelbare leraren geweest.
Gurdjiev, Yoga, kastijdingen, Boete, aflossen van schuld, esoterische stromingen, Belijdenissen van schuld in het Katharisme voor de gelovigen.
De mens wil bevrijd worden van een schuldcomplex dat de georganiseerde wereldreligies hem hebben opgelegd; angst, binding; frustraties; zelf-vleierij door graden en hiërarchieën.
Zen vernietigt dit alles in oorsprong.
Het ondergaat echter reeds de invloed van zijn populariteit, helaas.
De werkelijke spiritualiteit bestaat slechts uit realisatie van de Hemelse Mens; Hoe? Door zichzelf noch te hoog achten, noch te minachten.
Slechts te achten, 8 = Gods werk.
Lees in het Boek der Natuur, zegt de alchemist.
Zen zegt hetzelfde.
Ontplooi de inwonende Kennis.
Mediteer zonder traag te worden.
Mediteer niet alleen, praktizeer.
Meditatie is zelf ontdekken.
Zen zendt de mens naar het land van de grote twijfel voordat deze zijn oorspronkelijke Land mag ontdekken.
Dat is een universele spirituele praktijk.
De "diepe duisternis" waar sommige leraren over spreken is niets anders. Het is het moment waarop men zich afvraagt: "Ben ik of ben ik niet?"
Het is het Ephese, het grensland, tussen het Zijn en het Niet-Zijn.
Dan ontdekt de mens dat Niet-Zijn het Zijn is.
Dan ontdekt hij de diepe waarheid van het Nederlandse woord: vol-ledigheid.
het is de ontmoeting van de tegengestelden en hun verzoening.
APOLLONIUS - NUCTEMERON
In het eerste uur knielen de demonen en zingen Gods lof.
Kwaad en goed worden teruggevoerd tot hun oorspronkelijke Zijn,
de mens als tweeledig schepsel wordt eenheid enis toch alles.
Twee uitspraken van een Zen-monnik en een Zen-meester bewijzen de irrationaliteit van Zen.
"Dit lichaam is een Bodhiboom;
De ziel als een glanzende spiegel,
Zorg ervoor hen altijd rein te houden,
En laat zich geen stof er op verzamelen.
Een monnik die meende Zen te begrijpen.
Het is reeds een dogma, gevangen, beperkt, anti-Zen, het geeft get verstand rust - foutief.
Een andere meester in Zen maakte toen dit vers (Yeno-638-713):
"Bodhi (ware wijsheid) is niet gelijk een boom. ~
Nergens straalt een glanzende spiegel.
Aangezien er van het begin der tijden niets bestaat, waar moet zich dan het stof op verzamelen?"
Een afgrond voor de logisch denkende mens. Het peilloze niets.
Geschapen om de mens te onthechten van alle ideeën, geen vormen te maken, geen gesneden beelden.
Wat is de ziel? Elke voorstelling doet haar onrecht.
De klassieke esoterie bezit een uiterlijk kleed dat op verzoek van de leerling afgelegd wordt en hij ontdekt degene die hij liefheeft eronder.
Zijn geliefde is altijd één met hem.
Alle literatuur over Zen, is Zen niet. Het zijn wegen die Zen zoeken, willen benaderen.
Over de eigenlijke innerlijke ervaring spreekt men niet, woorden kunnen het niet omschrijven.
Er bestaat in de universaliteit, noch een enge poort, nooh een weg; zij zijn aanschouwelijke beelden, menselijke verdichtsels, zij werden opgeroepen uit het niets, schepping van wijzen, mensen, en dat niets is vol van de waarheid en de afgrond die overbrugd moet worden verbergt zich erin.
Voor de zwakke mens, die de innerlijke zekerheid mist, is deze vrijheid tot zelfverwerkelijking gevaarlijk, het zal hem van zijn schijnzekerheid beroven.
Hij die het niets kent als de volheid en die de sprong van zijn denken naar het geestelijke denken kan nemen zonder zich om de afgrond aan zijn voeten te bekommeren, maakt zich geen zorgen om de onbegrijpelijkheid van de KOANS van Zen, zij zijn, in tegendeel, bruggetjes naar het vol-ledige.
Op de top van de berg is een gevecht voor de sprong.
De abstractie is geen Zen, de praktijk van het dagelijkse leven, het dienen, onverschillig waar en wanneer, zoals ook Eckehardt en anderen zeggen betekent Zen.
Ook het Katharisme predikte dit.
Bespiegeling, stilte, zwijgen, daarna uitdragen.
Het oorspronkelijke Zen wijst uittreden, mediumschap, occulte magie af. Het zich bewegen in de etherische gebieden is onbelangrijk, het dagelijkse leven is de levensschool, het laboratorium.
Het is dus tegen bepaalde vormen van Yoga. Ook tegen iedere meditatie-vorm die dit bewerkstelligt.
Alle oefeningen die latere Zen-leraren geven zijn compromissen aan de onwetenden en onkundige discipelen, reeds een ontaarding van ZEN.
Zodra de mens meent iets te bezitten zal een Zen-meester dit uit zijn handen slaan. Grote tegenstelling met de schijnbare gearriveerdheid van vele westerse leringen.
ZEN-GEZANG
" De mensen zijn in hun diepste wezen Boeddha
Zoals water ijs is. En zoals er geen ijs is
Zonder water, is niet één mens zonder Boeddha.
Wee degenen die ver weg zoeken
En wat vlak bij is, niet kennen.
Ze lijken op hen, die midden in het water staan
En toch om water roepen.
Als zonen van een zeer rijke en voorname vader
Trekken ze toch in armoed' en ellende
Troosteloos door 't leven. (Hakuin)
ZAZEN - Mediteren op een tuin, een koan, gewijde ruimte.
SATORI - verlichting, de ontdekking van het één-zijn, verbreking van de grenzen. Extase - bewustworden - ziele-mens herkennen - zichzelf aanschouwen.
Het gelaat Gods zien, enz.
Vanaf de oudste tijden werd de mens bepaald bij zijn werkelijk Zijn. Epictetus - onthecht zijn; endura, ikloosheid.
De idee is zo oud als de wereld.
De methoden veranderen. Uit onwetendheid.
Hij die Satori kent beseft dat er geen methode is; het komt plotseling, al doende hetgeen men moet doen; het ontvouwt zich, stijgt op, en daalt tegelijkertijd af.
Elke weg loopt in een bepaalde richting.
De uiterlijke mens is ingesteld op doen, de innerlijke mens op niet-doen, dat juist zijn DOEN is.