Wij zijn tot de conclusie gekomen dat ieder metaal-element de mens tot een bepaalde werking aanzet, hetgeen wij ook kunnen constateren in zijn levenshouding.
Het kind dat nog niet tot volle wasdom is gekomen staat niet onder invloed van de onevenwichtige verhouding der metaal-elementen in de volwassene.
Zoals een ontvankelijke ziel het spirituele zilver uitdraagt door zijn ontvankelijkheid en overgave, zo geeft het jonge kind gehoor aan zijn zilver-bezit door het "vragen", het doorlopend vragen om het vragen zelf.
Dit is echter een periode in het kinderleven, het stadium waarin het zilver zich versterkt in het organisme.
Is de mens volwassen dan kan dit zilver door een verkeerde en ikgerichte mentaliteit ontaarden in perfide nieuwsgierigheid of onbeheerst mediumschap.
De mens die nimmer een bevredigend antwoord op zijn vragen krijgt, verbergt zich in speculaties, zijn zoeken naar het zo begeerde antwoord gaat abnormale afmetingen aannemen.
Het kind vraagt om te vragen, de volwassene gaat zoeken om het zoeken.
Resumerend kwamen wij tot de slotsom dat het koper als contactmaker werkzaam is, het ijzer als stimulans en energie-bron fungeert, het lood als beschermer en behouder optreedt en het zilver aanzet tot het zoeken van de beeltenis, of tot het speuren naar het antwoord.
Om zichzelf te leren kennen moet de mens zijn handelingsleven kunnen verklaren hetgeen hij meestal niet kan, omdat hij de eerlijkheid tegenover zichzelf mist.
Op iedere vraag is een antwoord voor ieder probleem is een oplossing, mits de mens van de juiste instelling uitgaat.
Zodra de oplossing wordt gezocht binnen de disharmonie van de zeven metalen, anders gezegd, zodra de mens het antwoord zoekt binnen de gevangenis van zijn eigen wezen, zijn levenssfeer, zijn denkstramien, vindt hij de oplossing en ook de verlossing niet.
Het enige alles genezende; alle vragen beantwoordende element, is de spirituele Kracht die van buiten de Poort, of van buiten de zevenvoudige gevangenis komt.
Vele mensen vergeten dit; en vooral positieve zelfbewuste mensen wijzen dit onbewust af, terwijl negatieve ontvankelijk ingestelde mensen zich bewust of onbewust tot onverschillig welke machtige potentie BINNEN de zevenvoudigheid wenden.
Zulk een kracht geneest nimmer, noch brengt hij de oplossing, hij verandert slechts tijdelijk de situatie.
Zodra de negatief ingestelde mens terugvalt op zijn eigen innerlijke kracht, is hij wederom dezelfde van voorheen, terwijl de positieve zelfbewuste mens eigenlijk nooit een Hogere Macht als leidraad geaccepteerd heeft, maar altijd tracht het zelf te klaren, totdat de omstandigheden hem op de knieën dwingen en hij zich tot zijn "god in nood" gaat wenden.
De levensnood waarin men Ieert bidden, is altijd een gezegende ingreep die de mens tot Gods-erkenning kan brengen, MITS hij eerlijkheid betracht en serieus spiritueel arbeidzaam is.
In alle andere gevallen vecht men tegen een noodsituatie; alle aanwezige innerlijke metalen tonen hun demonische planetenkracht en zo wordt het ijzer agressief:
"Ik accepteer die ellende niet" zo zegt dan de mens.
En het zilver werpt in hem de vraag op:
"Waarom moet juist ik zo lijden?"
Terwijl het koper de oplossing tracht te vinden in schijn-devotie en het egocentrische gebed:
"Heer, laat uw dienaar niet in deze erbarmelijke ellende omkomen."
Het lood zoekt echter het antwoord niet in vragen, noch in agressie, maar het sluit de mens op in wantrouwen:
"Als ik uit deze narigheid ben, kijk ik wel uit voor de volgende keer."
Doch al deze reacties zijn zuiver horizontaal, ongoddelijk, niet duurzaam.
Niettegenstaande men geen tegenslag wil accepteren, krijgt hij deze toch weer. Hoewel hij zich afvraagt waarom juist hij moet lijden, treft het lot hem absoluut weer.
Niettemin hij zich een dienaar des Heren waant, treffen hem smarten, en tenslotte zal deze mens van de nood een deugd trachten te maken en de smart verheerlijken gaan.
En de wantrouwende mens, de zelfbeschermer raakt steeds opnieuw in dezelfde situaties.
Neen, vanuit deze instellingen is geen oplossing te vinden,
omdat een dergelijke instelling, de betreffende situatie oproept.
Zoals in de maagdelijke natuur iedere plantengroei het bij haar behorende onkruid aantrekt, zo trekt ieder mens de bij hem behorende omstandigheden aan
Alle teleurstellingen in zijn leven, al zijn narigheid, al zijn vreugde zoekt hij zelf. Men kan nimmer zeggen: "Dit heb ik niet gezocht!"
Neen, niet bewust, maar de gradatie van uw innerlijke staat-van-zijn bracht u hetgeen u ervaart. De onwetendheid van de mens leidt hem in situaties, die hij niet voorzien had.
Slechts belangeloze gedragingen voeren de mens tot een levensvervulling, omdat hij niets verwacht is iedere vreugde een dankgebed waart en iedere smart is iets dat hij accepteert, en waar hij onberoerd aan voorbijgaat.
Ego-gerichtheid roept echter direct smart op; smart is een pijniging van het ik; ziele-smart wordt opgeheven door ziele-vreugde binnen de wet van de Hogere Harmonie.
Wij hebben het Venus-element koper in verband gebracht met het hart en met de verborgen en spirituele middelende functie die het hart heeft. Zonder het hart komt de mens niet tot God, noch tot inzicht, zonder dit hart ontwaakt de ziele-intuïtie niet, noch is er sprake van het ziele-geweten.
Mensen die "geen hart" bezitten, zoals de volksmond zegt, zijn grofbesnaard, hebben noch een intuïtie, noch een geweten.
De geraffineerde cultuur-methoden bedekten deze grove, harteloze en onspirituele inborst en zo kunnen wij heden onder de meest uiterlijk verfijnde mensen, onder de intellectuelen en de morele leiders der mensheid, de meest harteloze, gewetenloze, intuïtieloze mensen aantreffen.
Het hoeft geen betoog dat onze huidige wereld aan hen is overgeleverd, iedereen kan dat zien.
Om de situatie te verbeteren zou men deze mensen een "hart" moeten schenken, een geopend hart, een spiritueel hart, dat de Poort tot de hemelen moet uitbeelden.
Niemand zal dit echter kunnen.
Daarom is er geen verbetering in de wereld-situatie te herkennen, hoezeer de humanisten, de moralisten en de protesterenden ook hun best doen!
De voorwaarde tot het begin van de herschepping ontbreekt: het levende hart; de verborgen middelaar tussen ziel en stof.
__________
Wanneer wij ons tot het "kwik" wenden als werkzaam element in de mens zelf, dan komen wij direct op het gebied van de oude alchemisten.
De alchemist zei: "In kwik leeft de verborgen vlam."
Kwik, het vloeibare metaal van Mercurius, gedraagt zich zoals Hermes in de mythologie: hij brengt de pelgrim over de Styx.
Doch slechts de toebereide pelgrim, de dode naar deze natuur, hij, die bereid is het ene land voor het andere Land te wisselen.
Kwik is pas werkzaam in het individu, wanneer hij bereid is tot het Endura, en daarvan getuigenis geeft; zo niet, dan is het kwik in de mens een gif, een ongrijpbaar gif, dat de weg wijst naar de dood, of het sterven in de Styx.
Kwik wordt in de techniek en de geneeskunde aangewend bij het meten van de temperatuur, van de lucht, bij het aflezen van de hittegraad, de warmte, en bij het vervaardigen van kwiklampen, zoals o.a. de hoogtezon, het licht.
Lucht - licht en warmte zijn direct in verband te brengen met kwik.
Daar waar het proces van lucht-licht-warmte opgemeten moet worden is het vloeibare metaal met de innerlijke vlam, noodzakelijk, want dit kent de eigenschappen van de vaste materie, alsmede die van de vloeibare en de etherische materie.
Zoals wij eens gezegd hebben: Mercurius - het kwik - staat in verbinding met de keel en het Levende Woord.
Dit Levende Woord brengt Licht en Warmte en maakt gebruik van de Lucht, de spiritus, de etherische trilling.
Een Levend Woord brengt Verlichting, Inzicht en het neemt de luisteraar op in de warmte, de balsem van een trillingsveld, terwijl het tevens met de spiritus, de geestelijke Lucht verbindt.
Een woord dat geboren wordt uit het giftige kwik-metaal is vergiftigend, hart en denken van de luisterende verziekend.
Ook dit kunt u allen uit de ervaringen verifiëren.
Niets is zo funest als een door het giftige kwik gedragen woord.
Daarom kunnen de meeste mensen geen bevrijdend, Levend Woord uitdragen: zij zijn niet toebereid voor de Styx, voor het Endura, en zij sleuren ànderen in de diepten van die Styx, zonder hen op de oever van het Nieuwe Land te kunnen
helpen.
Deze kwik-eigenschap zien we in onschuldige vorm bij onze kinderen in het stadium waarin zij het tegengestelde doen van wat wij vragen.
U kent dat wel: "Je moet hem iets verbieden, dan doet hij juist hetgeen je beoogt." Het is de "neen-periode.
De weigering om een opdracht uit te voeren, voortgekomen uit het kwik, of Hermes-element, dat slechts gehoor geeft aan een opdracht, wanneer de tijd daarvoor rijp geworden is!
Zelfs in de volwassene treffen we deze kwik-eigenschap nog wel eens aan en dan zeggen we: Het is net een balorig kind, hij doet het niet als je het vraagt, maar hij, moet zelf met het idee aankomen en dan is het goed.
In werkelijkheid zouden we kunnen zeggen, dat iedere volwassene eigenlijk onvolwassen is gebleven, hij toeft nog in de kinderperioden, terwijl hij de volwassene spéélt.
Met dit verschil dat hij de kinderreinheid reeds lang heeft verloren.
Op het moment van de volwassenheid zou de mens een harmonische metaal-zevenheid moeten bezitten om daarmede het verlossende element tot zich te kunnen trekken.
Hier gaat het in vrijwel ieder mensenleven fout.
De volwassene trekt zelden de Geest tot zich, maar vrijwel altijd de gevangen zevengeest der demomen.
Vanaf zijn volwassenheid begint de mens het giftige spel der zevenvoudige disharmonie, waarbij diverse metalen in vernietigende zuren, giftige vuren en ziekte-verwekkende oorzaken veranderen.
Een mens die geen tegenspraak duldt, die men niet "tegen de haren mag instrijken", wordt giftig wanneer men tegen deze voorwaarde zondigt.
Hij opent zijn mond en braakt gif uit.
Zichzelf verziekende, anderen verziekende.
Het element van Mercurius bevordert de hoofdzonde van de jaloezie, onverschillig de situatie.
Niets is zo giftig als de jaloezie, en niets maakt de tong zo venijnig, doch altijd in woorden, die ongrijpbaar zijn, gelijk het kwik, maar waarin de verborgen vlam van de jaloezie verscholen ligt.
Slechts de Hoge Goddelijke Opdrachtgever die Hernes zijn opdracht verstrekt, die de keel zijn spiritus schenkt,
en de mens in heel zijn wezen bezielt, is bij machte Hernes op te roepen tot de volwaardige "bode der goden. "
In het leven van de door kwik vergiftigde mensen zien wij dan ook dikwijls hoe zij van de vaste materie naar de spirituele materie snellen.
Zó zijn zij één en al giftig kwik, de gave van het woord ontkrachtende, zó zijn zij bezield door de geest; gedragen door de spiritus en lichtende woorden sprekende.
Zoals men een kwikdruppel door aanraking uiteen kan doen spatten in vele druppels, zo spat deze kwik-mens uitéén zodra hij aangepakt, getroffen wordt.
Daarom kan men deze mens "niet tegen de haren instrijken", zonder van een explosie getuige te zijn.
Bezien in de voorgaande overwegingen krijgen de woorden van Christus: "Laat de kinderen tot mij komen", een veel diepere betekenis!
Iedere volwassene moet zijn kindschap der reine elementen bewaren en deze zevenvoudige éénheid overdragen aan zijn ziel, die op haar beurt zorg draagt voor de verbintenis met de geest.
Zo éénvoudig kan het zijn.
De moeilijkheid is dat geen enkele volwassene meer in staat schijnt te zijn dit kindschap Gods te heroveren.
Het "kindschap Gods" bestaat uit een zevenvoudige toebereide eenheid, zoals dat in het groeiproces der mensen is te herkennen.
"Zo boven - zo beneden"; hetgeen in de geestelijke wereld geschieden moet, voltrekt zich eveneens in de natuurlijke wereld.
Niemand is goed, ook niet één, zo staat er geschreven, men kan eveneens zeggen: Niemand is volwassen, ook niet één.
Maar het kindschap ontbreekt eveneens.
Daarom is de mens niets, noch reine natuur, noch goddelijkheid.
Uit onwetendheid en nieuwsgierigheid speelt hij aan de oever van de Styx, soms belandt hij daar uit overmoed en zelfoverschatting, zoals de spitum lauficummakers in de bruiloftszaal.
In die situatie declareert hij zichzelf altijd door middel van de giftige uitwerking van zijn metalen, of zijn verbroken zevenheid.
Niettemin is hij vastgenageld in het land van de Styx, omdat hij van tijd tot; tijd een "open hart" bezit, waardoor het spirituele voedsel hem toegevoerd kan worden.
Maar Hermes aanvaart hem niet zolang de harmonie in hem geen duurzaam bezit is geworden.
Niemand ontkomt aan de consequentie van een juist levensgedrag, gedragen door de edele eigenschappen van de zeven metalen.
Slechts hij, die deze zeven geadelde eigenschappen bezit wordt over de Styx gebracht, en vanaf dat moment opent zijn mond zich in woorden die Spiritus, Licht en Balsem brengen!
Wakende Lichtzoon, versta het!