"De eeuwige is eenheid, maar hij heeft veel namen."
Rig Veda.
"Wie zichzelf kent, kent God."
De Sunnah. (3de eeuw)
Men ontmoet zelden zoveel tegenstrijdigheden als in de kennis over en de aanbidding van God.
Als men de naam "God" uitspreekt denken velen aan religie en weer anderen voelen verzet.
Maar het is zoals het woord zegt: "de eeuwige heeft vele namen".
Dit houdt tevens in dat "zoals jezelf bent, zo is je naam voor God".
In werkelijkheid bestaat er geen God in de velerlei betekenissen die de mensen eraan geven, want God is eigenlijk een natuurkundig begrip, dat eeuwig in de schepping of in de kosmos aanwezig is.
Het menselijke begrip "God" is nooit anders geweest en zal nooit anders zijn dan een menselijke vertaling van een natuurkundig of een spiritueel mysterie. Maar is spiritualiteit iets anders dan een kosmisch mysterie, dat door de mensen verlaagd wordt tot een begrensd menselijk probleem?
Spiritualiteit staat in verband met alles wat etherische vormen heeft of wat niet materialistisch te verklaren is. En daar deze soort spiritualiteit verschilt van mens tot mens en in overeenstemming is met het bewustzijn of het begrip van die mens, valt er over spiritualiteit niet te discussiëren.
De intellectuele mens wil het begrip God verintellectualiseren, de mystieke mens wil het begrip God mystificeren, maar beiden hebben het over hetzelfde feit: de hoogste en sterkste energiebron in de kosmos.
Velen hebben behoefte aan een mysterie, een buiten hun bevattingsvermogen staande bron waartegen zij kunnen spreken, waarbij zij kunnen uithuilen, waartegen zij kunnen foeteren.
En die vooral niet antwoordt, of een antwoord geeft zoals zijzelf dit willen.
De menselijke behoefte schept het beeld gods of vormt een godsbegrip. Zeer individuele, zelfstandige, onafhankelijke mensen hebben veel minder behoefte aan zulk een godsbeeld dan de afhankelijken. De onafhankelijken neigen dus naar de intellectuele, natuurkundige versie, de afhankelijken houden het bij de utopie.
Een utopisch beeld van God is als een zelfverdediging, omdat een utopie nooit kan worden neergehaald, noch kan worden verwezenlijkt, het blijft een droombeeld, iets dat de mens in zijn verbeelding naar zijn eigen behoeften vormt en vervormt.
Elk redelijk denkend mens zal beseffen dat God, die hoogste energiebron, nooit verantwoordelijk kan zijn voor de huidige toestand in de wereld, noch voor de bestialiteit der mensen, noch een partner kan zijn in welke oorlog dan ook.
Niettemin wordt Hij door miljoenen als zodanig beschouwd, mensen die iets willen hebben om voor te strijden en die iemand willen hebben die hen beloont na hun aardse offers.
Dezulken zullen een hevige teleurstelling te verduren krijgen, want er zal "aan de andere zijde", noch iemand zijn die beloont, noch iemand zijn die straft.
Energie, licht, kracht zijn neutraal.
Deze energie heeft zowel een positieve als een negatieve zijde, d.w.z. in mystieke taal: hij schenkt kracht of antwoord, dan wel hij neemt onrust weg en luistert.
Afhankelijk van onze instelling roepen wij de positieve dan wel de negatieve kant van deze energiebron op, want niets komt uit zichzelf naar ons toe, alles is een reactie op onze eigen energie-uitstraling. Dat is de natuurkundige, nuchtere betekenis van het "U klopt en er wordt opengedaan" b.v..
Het is een energiewet waaraan niemand ontkomt.
Onafhankelijke, individuele, zelfbewuste mensen kloppen vrijwel nooit op deze wijze, vandaar dat zij nooit deze "antwoorden" begrijpen, en zeer veraf staan van de mystieke opvattingen.
Als we willen spreken over "helpers" dan zijn er tweeërlei soorten: energiebronnen in de zin van het vooraf besprokene en overgegane die min of meer positieve dan wel goede negatieve energie in zichzelf hebben verzameld.
De eerste krachten, dus de energie, komt uitsluitend op onze eigen instelling, de tweede soort helpende krachten zoeken zelf contact met de betrokkenen en selecteren zodoende precies degenen met wie zij gelijkheid hebben, ofwel die openstaan voor hun bedoelingen.
De soort hulp is dus ook altijd in overeenstemming met het karakter, de behoefte, de innerlijke standing van de betrokkenen. Laken kun je slechts die hulp die mensen kwaad berokkent, maar we moeten nooit vergeten dat twijfelachtige hulp komt op de vraag van twijfelachtig soort mensen.
Soort blijft altijd soort zoeken. Dit is een oerwet.
Het zou voor velen een ramp zijn wanneer hun godsbeeld zou worden verwoest, b.v. voor de afhankelijken.
Niemand heeft daarom het recht de medemens zijn houvast te ontnemen, hoewel dit soms onvermijdelijk is. Iemand groeit van steunpilaar naar steunpilaar, het leven is een weg langs de bekende, en soms onbekende, haltes. Dat is onvermijdelijk.
Bij sommige haltes verdringen zich de mensen om te wachten op het voertuig dat nooit komt, op andere halteplaatsen vind je nauwelijks iemand, omdat het zo onbeschut is gelegen.
Maar in ieders leven zijn er oponthoudplaatsen.
Daar krijg je je ervaringen, je lessen, totdat je beseft bij de verkeerde halte te staan en zo ga je dan verder naar de volgende. Dit is nooit een catastrofe, hoewel dit door degenen die ruw uit hun slaap werden gewekt wel als zodanig wordt afgespiegeld.
God is een utopie, bezien vanuit de kosmische realiteit.
Hij is een menselijk droombeeld. Niettemin bestaat Hij.
Hij is niet weg te denken uit de kosmos, omdat alles en allen leven uit energie, en aldus mogelijk doorstraald kunnen worden door de hoogste energie.
Maar nogmaals, de kwaliteit van de energie die ons bereikt is afhankelijk van ons ontvangststation. Het is niet voor niets dat bekende natuurkundigen zoals een Fritjoff Capra of een Paul Davies een godsbeeld vinden in de natuur.
Zij hebben volkomen gelijk en staan dichter bij die hoogste energiebron dan menige mysticus.
De oerbeeltenissen van het hindoeïsme onderschrijven hun opvatting, maar alles werd neergehaald door de beperkte opvattingen, het begrensde begripsvermogen van de doorsneemens, die al zijn leed en al zijn vreugde meet aan een utopisch godsbeeld.
Om God te doorgronden moet je jezelf doorgronden, maar tevens moet je de natuur herkennen.
De alchemist heeft aldus ook altijd gelijk gehad.
Er bestaat niets buiten de kosmos, alles voltrekt zich binnen de wetten van de kosmos, hoe nuchter, ontheiligend of onaanvaardbaar dit voor velen ook mag klinken.
Het begrip "heilig" is een menselijk begrip.
Heilig is uitsluitend datgene of diegene die voor jou onbereikbaar, eerbiedwaardig of hulpgevend is. Heilig is een zeer persoonlijk begrip. Wat voor de ene mens heiligschennis is, is voor de andere mens normaal.
God is nooit door een mens te ontheiligen, daarvoor is Hij te onbereikbaar. De hoogste energiebron is door niemand te misbruiken, daarvoor is deze te onbereikbaar.
Voordat er zoiets zou kunnen gebeuren is er, kosmisch gezien, reeds ingegrepen.
De mens maakt zelf de kosmische wetten los. Wij zijn, met ons allen, verantwoordelijk voor wat er over onze hoofden losbarst.
De goeden worden hierin door de slechten meegesleurd, eenvoudig omdat die goeden niet sterk genoeg zijn.
De sterkste trilling overwint.
En de sterkste trilling is altijd een eenheid, die onder vele namen bekend zal zijn. Maar het is een eenheid.
Het slechte is veelal eensgezind, het goede is veelal verdeeld.
Omdat het z.g. goede moeilijker consequenties heeft dan het z.g. kwade. Velen kiezen de gemakkelijkste kant.
Je kunt dit direct peilen in de huidige milieu-afgang.
Een milieu-herstel vraagt consequente, daadwerkelijke stappen. Wie doen deze?
Een zeer kleine groep eenlingen. Dus blijft de overmacht van het profijt, de egocentriciteit, de gemakzuchtige massa.
Er gebeurt pas wat wanneer vele mensen b.v. het water uit de kraan niet meer kunnen gebruiken en dit dan niet tijdelijk, maar voortdurend.
Dit wordt een persoonlijk gevoelde catastrofe en geeft resultaat. Hoewel, wanneer ergens anders miljoenen mensen hun leidingwater nog wel kunnen drinken, men die plaats eerst als een uitwijkmogelijkheid zal zien. De mens stelt uit tot hij met de rug tegen de muur staat en dat is een radicale fout.
Iedereen zal langzamerhand bemerken, niettemin er nog mensen zijn die hun schouders optrekken, maar dit is een struisvogel-politiek, dat ons milieu dermate wordt vervuild dat onze gezondheid wordt bedreigd.
Is dit een fout van God, een tekortkoming van de hoogste energiebron?
De wet is eenvoudig, maar hard: dat wat die energie niet kan doorlaten valt af, sterft dus. Het duister dat het licht niet grijpt, blijft duister, staat buiten het licht, doet niet mee in leven en licht. Dit is een oerwet.
En dit zal ook zo gaan binnen onze milieu-problematiek: die delen der aarde die het licht of de zon, of de lucht niet meer kunnen verwerken of aanwenden, omdat zij te vervuild, dus te duister zijn, vallen af als bestaansmogelijkheid. De andere delen leven verder.
Het massaal vluchten naar delen die nog wel bestaansmogelijkheid hebben, riskeren eenzelfde lot: de massa vervuilt hen. Het is slechts een uitstel van executie.
God staat hier volkomen buiten, letterlijk.
Massaal fanatisme b.v. onttrekt veel energie aan de algemene energiebron, waaruit allen leven. Die energiebron verzwakt daardoor en er staat zeer weinig tegenover waardoor die energie wordt vernieuwd of aangevoerd.
Dit was de taak van de natuur of de wisselwerking tussen natuur en hoogste energiebron of God, maar als die natuur nog nauwelijks kan ademhalen verzwakt deze wisselwerking.
Dit is een normaal gegeven.
Mensen kunnen bijdragen aan deze wisselwerking, ofwel deze onderbreken. Wij onderbreken, allen tezamen, méér, dan dat wij hieraan goed doen. En dit geldt voor onze gehele wereld, want overal is de mens onjuist, egocentrisch, zeer profiterend bezig.
Als wij, en dat doen we, die milieu-afbraak betreuren, kunnen we slechts één ding daar tegenover stellen: innerlijk opbouwend bezig zijn, bezien vanuit onze gehele levensinstelling.
Maar wij moeten nooit denken, dat wij, nu nog, die snel zich ontwikkelende afgang zullen kunnen tegenhouden.
Wij zijn, ook de goedbedoelenden, te verdeeld, te gemakzuchtig, te vriendelijk, en veel te weinig consequent en doorzettend.
Ook wij stellen uit en wachten af. En dan zullen ook wij met de andere z.g. milieu-activisten, meegesleurd worden in de gemakzucht van de massa.
De hoogste energiebron, God, bereikt ons zo niet en laat ons dus vallen. En dit betekent: de leefbaarheid van het milieu, onze gezondheid, onze bestaansmogelijkheid worden bedreigd of aangetast.
Je kunt hier nauwelijks van schuld spreken, maar wel van een wet, of van reactie, een antwoord op een massaal uitgezonden gebed, een egocentrisch, op eigenbelang gebaseerd gebed, zoals er zoveel, zeer egocentrische gebeden zijn, die worden verhoord.
Ja, want alles, dat zeer geconcentreerd wordt uitgezonden, wordt verhoord. Als ons gebed niet wordt verhoord, zijn we te verdeeld, onze innerlijke energie is te zwak of te wisselvallig.
De bijbelse uitspraak is zo juist: "Uw gebed zal worden verhoord". En dit geldt voor onverschillig welk mens.
God is geen bezit van enige groep. God is neutraal en het bezit van degenen die God kennen, omdat zij van dezelfde structuur of energie zijn. Hier spreek je dus van een vereenzelviging.
Het: "Ik ben God" blijft juist, in die zin dat ieder zijn eigen God is, of aan zijn eigen gode gelijk is, of zich bedient van de energie die voor hem bereikbaar is, dus zijn energiebron.
Aan de vruchten kun je herkennen uit welke energiebron men put. Is het hoge, opbouwende, herstellende energie, of is het uitsluitend afbrekende energie, of is het zeer zwakke energie of kracht?
Sterk zijn degenen die opbouwen en afbreken tegen alle menselijke meningen in en zich uitsluitend houden aan het grote algemene doel van de schepping.
Wie bepaalt dit doel?
Niemand anders dan God, dus de hoogste energie bron, en deze blijft rechtvaardig, maar in de ogen van vele, beperkte menselijke begrippen: hard en soms wreed.
God, of deze hoogste energiebron is nooit wreed, maar altijd effectief: dat wat waardevol is overleeft altijd. Deze opvatting onderschrijven weinig mensen. Zij weten nauwelijks wat waardevol is en zijn, te dikwijls, onnodig wreed, onnodig hard, inzichtloos vernietigend, maar ook inzichtloos opbouwend. Het zijn de vruchten van de mensen die de toekomst bepalen.
Optimisme is juist en opbouwend, maar ongefundeerd optimisme is blindheid. Het is niet zo dat God goed en liefdevol is, zoals de meesten menen. Liefde dient opbouw en nuttigheid.
Liefde kan vergeven, maar liefde vernietigt en vergeeft niet zodra waardevolle waarden worden afgebroken.
Goedheid is nooit het blind vertrouwen op iemands woorden, op menselijke behoeften: goedheid helpt de zwakken tot aan een grens; goedheid redt het waardevolle tot aan de meest ongelooflijke grens.
Goedheid is slechts mogelijk als het met inzicht samengaat en als het liefde kent. Dan kan er een keuze worden gemaakt, want liefde, zowel als goedheid, moeten keuzen maken.
Het leven is immers een doorlopende aaneenschakeling van keuzen?
Zo maakt God ook keuzen, als we het zo stellen mogen.
De hoogste energiebron helpt en verlicht wat nog licht toelaat en nog voor hulp openstaat, de rest valt af, terwille van de geholpenen.
Hierin zijn allerlei religieuze uitspraken te herkennen, maar elke uitspraak wordt geïnterpreteerd door mensen, door groepen, door vermeend ingewijden of heiligen en elkeen interpreteert naar zichzelf toe.
De energie, en zo ook de Hoogste Energiebron, is te gebruiken door iedereen, althans schijnbaar en aldus ook te misbruiken door iedereen, ook althans schijnbaar. Dit kan gebeuren zolang die energiebron dit zelf toelaat, roept hij hieraan een "halt" toe, dan zien we een z.g. catastrofe.
"God zal dit nooit toelaten" roepen de fanatiek religieuzen.
In de loop van de historie kunnen we zien "wat deze God allemaal toeliet" en dat is heel veel. Maar als er wordt ingegrepen is het radicaal, afdoende en zeer hard.
Wij menen, dat we weer dicht voor zo'n ingreep staan: die het gelove, gelove het. Degenen die het zien moeten hun conclusies trekken, maar ook hun consequente maatregelen nemen en een keuze maken.
Het zijn altijd de daadwerkelijke keuzen die je leven, je toekomst, je innerlijke groei of standing bepalen. En zij die niet willen of kunnen kiezen, zullen worden overspoeld door de keuze van de massa, en worden vermalen in het resultaat van deze keuze.
Dit is een oerwet, een z.g. goddelijke oerwet, waarbinnen mensen nauwelijks tellen.
Alleen dat wat waarde heeft wordt geteld of gespaard.
En of we deze waarde bezitten wordt bepaald door onze keuzen en onze vruchten.
Het is zoals het spreekwoord zegt: "Gods molens malen langzaam, maar fijn".
Dit langzame malen is gelijk aan de tijden die voorbijgaan, voordat een kosmische ingreep plaatsvindt, maar tijd is een onbekend begrip bij die hoogste energiebron.
Deze rekent slechts in trillingen, in kracht, in energie.
Dat wat behouden blijft zal opbouwen; dat wat vernietigd wordt, vernietigde zelf.
Mogen de ogen van velen geopend blijven en mogen velen, in dit laatste stadium nog ziende worden.