Het bezit van het levenselixer dat het eeuwige leven schenkt, werd begeerd door velen, door de loop der eeuwen.
De verlenging van het leven is het doel van verschillende wetenschappelijke experimenten en religieuze oefeningen.
De regel die Christiaan Rozenkruis werd voorgehouden: "Begeer niet langer te leven dan God het wil", werd en wordt zowel door wetenschapsmensen als door religieuze fanatici en occultisten met de voeten getreden.
Niettemin is deze stelregel een ernstige waarschuwing voor de oppervlakkige alchemist, die slechts door nieuwsgierigheid wordt gedreven, tevens is het een waarschuwing voor de zoeker, die zich overgeeft aan biologische en spirituele experimenten, waardoor zijn organische stelsel schade ondervindt.
Het verlengen van de levensduur staat nauw in verband met de wens van de mens om op te gaan in een Ander Leven, om over te gaan in een Nieuw Mens, kortom om die alom gepropageerde persoonlijkheids-verwisseling te praktiseren, waar in vele geschriften bedekt wordt heengewezen.
Al die oude tempelruimten van de Egyptische en Tibetaanse magiërs, van de in het occultisme afgegleden Zen-Boeddhisten en de occulte Rozenkruisers hadden geen ander doel dan de mens binnen een magnetisch veld te brengen, waarin hij in staat zou zijn vanuit zijn eigen ik, over te gaan in een ander ik.
De meest verbreide methode tot op heden is de persoonlijkheidssplitsing, waarbij het bewustzijn van de mens overstapt in het astrale bewustzijn en hij in staat is de onzichtbare sferen te observeren.
Voorwaar, een onwaarachtig spiegelbeeld van de werkelijke wedergeboorte, die uitsluitend op basis van een alchemisch proces kan plaatsvinden.
Het magnetische niet-zijn dat de persoonlijkheid moet realiseren, wil hij de ziel de kans geven om zich verder te ontplooien, kan slechts voltrokken worden wanneer de kandidaat de samenstelling van zijn wezen kent, niet slechts als karakter, maar ook als alchemische structuur.
Wanneer het heelal is samengesteld uit de vier elementen: koud - warm - nat en droog, die zich verenigen met water - vuur - lucht en aarde, terwijl zij allen tezamen gehouden worden door de electro-magnetische wind of de electro-magnetische trilling, die de tegenstellingen tot elkander drijft, dan moet ook het menselijke wezen, als microkosmisch samenstelseI deze elementen kennen, en in evenwicht en in zichzelf besloten blijven door dat vijfde element: de electro-magnetische wind of ether.
Deze geestzonne-wind, of oer-electro-magnetische kracht kan slechts door die mens verdragen worden, die rond zichzelf een soort van Allen-gordel, (gelijk de aarde-planeet) of een beschermende lichtkrans draagt.
Wanneer het menselijke wezen bloot zou staan aan de oer-electromagnetische kracht, dan zou hij lichamelijk en geestelijk worden verminkt.
Sommige religieuze leiders leren dat - om deze gigantische spirituele electro-magnetische kracht af te zwakken - de mens een goeroe, een religieuze leider nodig heeft. Daarmee zeggende dat zulk een leider het volmaakte doorvoerkanaal zou vormen voor de spirituele electro-magnetische krachten.
Een menselijk wezen laat echter steeds datgene door waartoe hij in staat is, volgens zijn bewustzijn, volgens zijn alchemische structuur, die een gevolg is van handelings- en ervaringsleven.
Om - als spiritueel voorganger - te pretenderen het electro-magnetische doorvoerkanaal te zijn, opdat anderen daarvan hun voordeel ontvangen, is eigenlijk enigszins arrogant.
Een mens kan niet de electro-magnetische gordel worden voor zijn medemens, want wie beoordeelt hoeveel, en wat zijn medemens spiritueel kan verwerken en verdragen.
Dat is een kwestie van microkosmische levensontwikkeling. Om tot een zelfstandig wezen te worden moet ieder mens, iedere kandidaat zich beijveren een eigen lichtgordel, een eigen electro-magnetisch veld om zich heen te bouwen, die de oer-electro-magnetische kracht omzet, naar de aard van zijn eigen bewustzijn.
Het ontbreken van de individuele lichtgordeI drijft de mens in de schoot van vele massale religieuze bewegingen.
Of voert hem langs vele afgronden, daar hij de ineigen bescherming niet bezit en blootstaat aan de electro-magnetische aanvallen binnen de aarde-sfeer, voortgebracht door onevenwichtige menselijke wezens.
De toestand van niet-zijn is niet anders dan een individuele neutraliteit tegenover welke electro-magnetische trilling dan ook.
Als u bedenkt dat alles uit trillingen bestaat dan zult u ook beseffen dat zulk een neutraliteit gegrondvest moet zijn in een diepe kennis van de wetten der natuur, en van het evenwicht. Om tot die kennis te geraken behoeft men geen bioloog of astronoom of iets dergelijks te zijn, maar men behoort op zeer voorzichtige wijze, afgaande op een flauwe innerlijke herinnering, op te klimmen naar de hoogte van de intuïtie. De geheimen der natuur, die geconcentreerd worden in de enig belangrijke vraag: "Wie en wat beheerst de harmonie of het evenwicht, dat leven brengt", zijn in werkelijkheid geen geheimen, want datzelfde geheimenis houdt onszelf, ons microkosmisch organisme, ons ziele-bewustzijn, onze hunkering en ons levenspad in evenwicht. De lichtende impulsen, de plotselinge vlagen van verhelderend inzicht, die een kandidaat kunnen verrukken, komen voort uit de - op dat moment - aanwezig zijnde electro-magnetische aanraking, die door de individuele lichtgordel wordt geleid.
In zulk een moment is het negatieve ontvangende ziele-element even verenigd geworden met het positieve vuur-element uit de Universele Kern.
U kunt ook zeggen: Cygnes, de zwaan, het reine ontvangende water-element wordt omvat door Serpentarius, het vuur-element der Oerkosmos, dat als een slang door het heelal schiet.
Wij spreken nu niet van intellectuele begrippen, verhelderingen, want hetgeen u op zulk een moment plotseling ziet en verstaat, blijft toegesloten voor de scherpe intellectueel. De intellectuele mens zoekt en tast volgens een geheel andere methode dan de spirituele mens.
In het ogenblik van verlichting, van bewustzijnsdoorbraak, beweegt het ziele-atoom zich zodanig dat het zijn electronen des geestes aantrekt, afstoot en met hen een spanningsveld vormt, dat u, de kandidaat, in zijn wezen gevoelt, dat u doortrilt en u bezielt.
Een verdorven ziel, een zichzelf en anderen kwaad berokkenend mens is als een giftig water: het ziele-atoom is in zichzelf opgebroken en verspreidt giftige dampen, giftig vuur, giftige trillingen die denken en gemoed uit hun evenwicht brengen en die beide wanstaltige vruchten gaan voortbrengen.
Met betrekking hiermee moet u eens aan het komende Maanjaar denken.
Giftig water is stilstaand water.
Mensen, die geen enkele ziele-vibratie kennen, worden een gifbron, uitsluitend gericht op zichzelf.
Zij bezitten breinen die giftige, vernietigende denkbeelden voortbrengen en een gemoed dat leeft en vreugde vindt in giftige, verzengende emoties.
Wanneer de oude Gnostici spreken over de Parel die bewaakt wordt door de slang, en de alchemisten spreken over de Parel die bewaard wordt in de donkere aarde, dan bedoelt men een ziele-atoom dat gelijk is aan de wonderbaarlijke reinheid van de dauwdroppel, geworden tot de edele pure materie van de parel.
Deze ziel is de drie-in-één.
Het water - de reine ziele-hunkering,
het zout - de wetende, alles herkennende persoonlijkheid, en het vuur - de electro-magnetische trilling, de etherische oer-kosmische kracht, die de donkere aarde openbreekt, of die de kwaadaardige slang verteert.
Het is niet zo dat het einde van het spirituele, gnostiek-alchemische proces gevormd wordt door de ontmoeting tussen ziel en geest - Neen, dat is pas het begin!
Juist het magnetische neutrale niet-zijn van de persoonlijkheid, bewerkt de indaling van de geest in de ziele-dauwdruppel; en maakt haar tot de parel die door het vuur tot stand gekomen is.
U moet in uw gedachtegang afscheid nemen van die grof-stoffelijke vorm der elementen, zoals water, vuur, aarde en lucht en u moet trachten achter hen de kosmische, en etherische vormen te schouwen, die veel belangrijker zijn voor het leven der mensheid.
Het begin van alle schepping, van alle elementen ligt in de trilling - in zichzelf positief en negatief.
De voor-scheppingstoestand bestond uit niets dan een heelal gevuld met trilling, die uit zichzelf verlangzaamde dan wel versnelde - en daardoor concentraties, vormen voortbracht.
Na de zondeval scheidde een gedeelte van de trillingen zich in positief en negatief. Deze val is dus een kosmische gebeurtenis en geen individueel gebeuren.
Geen enkel schepsel kan deze kosmische noodzaak gevangen nemen in een individueel denken, in een individuele levensgang. Wij zijn - als zoekers op een ziele-weg - slechts een partikeltje van een trillingsgolf, een fragmentarisch deeltje van een negatieve trillingsvolheid.
In het evangelie van de Pistis Sophia kunt u de geschiedenis van deze val zeer aanschouwelijk nalezen. Zij wordt - als negatief ontvangende trilling (de Sophia) - omringd door paarsgewijs gerangschikte aeonen.
De Pistis scheidt zich eveneens af van de Sophia.
Wij - als hunkerende ziel - moeten worden tot een Sophia, een ontvangende verborgen Wijsheidskern en wij zijn dat slechts wanneer uit die wijsheidskern, uit die negatieve, nog niet verharde dauwdroppel, de hunkering naar de Metgezel, die in het Licht der Lichten verblijft, omhoogstijgt.
Voordien kunnen wij geen "Sophia" genoemd worden.
Het grote geheimenis waarom de tegengestelden elkander in evenwicht houden ligt besloten in de grote nood, de totale verbrokenheid van de beide kernen der twee-eenheid.
De nood, de honger, het verlangen en hoe u al die hunkeringen kunt noemen, vormen de basis waarop wereld en mensheid in evenwicht worden gehouden.
Sterft het verlangen dan verandert het wezen, wie hij ook is! Met de aard van zijn verlangen toont hij zijn karakter, zijn bewustzijn, zijn chemische toestand.
De woorden: "Daar waar uw schat is, daar zal ook uw hart zijn", slaan op die diep verborgen, maar overal tot openbaring komende wet der natuur: het negatieve principe heerst en bepaalt het evenwicht.
Zoals in de Paradijslegende staat dat de vrouw, Eva, de val tot stand bracht. Dit is een primitieve weergave van de oerwet. De naam "Eva" betekent in de kabbalistiek: degene die zich offert.
Het negatieve principe daalt neder in de chaos, opdat het volkomene zich wederom herstelle. Dit is ook de hoge opdracht van het negatieve principe.
Wanneer Christiaan Rozenkruis in het Alchemisch Huwelijk neerschrijft: "De som van alle Weten is dat ik niets weet", dan betekent dat, dat de intellectuele hunkering, de verbroken hunkering, die naar horizontale kennis zoekt, overgegaan is in een ziele-verlangen dat goddelijke Kennis zoekt en vindt.
De som van alle weten: het einde van alle jacht naar weten blijkt te eindigen aan de grens van het biologische omvatten, dat nimmer de ziele-kennis kan doorgronden.
Toen Christiaan Rozenkruis deze woorden neerschreef stond hij aan het Begin van de Wedergeboorte.
Ook duidelijk te herkennen in zijn vervanging van de poortwachter: de grens van het zodiakale rijk is bereikt.
Verder kan de persoonlijkheid NIET gaan.
Meer kan de biologische, hoezeer ook geïnspireerde mens, niet opschrijven! Er is een zijn, waaruit men spreken kan, en een niet-zijn waaruit men slechts, via de erbarmelijke voertuiglijkheid van de persoonlijkheid, flitsen kan doorgeven, verbroken, altijd aangepast aan de grove trillingen der stoffelijke vormen.
Daarom zegt men dat er een uiterlijke kennis is en een innerlijke kennis. Innerlijke kennis ligt niet vast in boeken en overleveringen, zij kan slechts door de woorden heenlichten, als een electro-magnetische trilling, die gevangen genomen werd.
Deze in de stoffelijke vorm besloten electro-magnetische trilling wordt slechts herkend door de intuïtie, omdat deze daarop is afgestemd als op de electro-magnetische kosmische geest-zonnewind. De intuïtie hunkert naar die trilling en zij absorbeert hem dus met graagte uit de stoffelijke weergaven van hen, die eveneens die trilling absorbeerden en konden doorgeven.
Daarom leest men een waarlijke spirituele overdracht niet met de uiterlijke zintuigen, maar slechts met de innerlijke zintuigen. Zo moet men speuren en tasten.
En nu gaat het er slechts om in hoeverre de kandidaat in staat is zijn neutrale magnetische "niet-zijn" te bewaren om de ziel de gelegenheid te geven haar intuïtieve vermogen te gebruiken.
De donkere aarde, zeggen de alchemisten, de kwaadaardige slang, zeggen de Gnostici, moet door het vuur gespleten worden. Daarom praktiseert men een ziele-weg, daarom voegt men zich met gelijkgerichten aanéén om de aarde te splijten, opdat de parel schitteren zal, opdat de slang vernietigd zal worden, en de parel zal vrijgeven.
Deze parel is het bezit, de schat van het Individuum, zij is het Individuum. Uit haar ontwikkelt zich het Individuum als een volmaakt levenslichaam, een microkosmisch heelal, waarin het negatieve en het positieve element, de oorspronkelijke eenheid der volmaking en harmonie, wederom hervonden hebben.
Daarnaar verlangt u en daarvoor leeft u, kandidaat!