60 - Het geheim van het biologische niet-zijn

U weet dat door de gehele mensheidsgeschiedenis heen een zoeken is te herkennen naar het volmaakte niet-zijn, waarin de Geest Gods, het Vuurprincipe des hemels, zijn zaad kan leggen. 

Deze speurtocht naar dat mysterieuze niet-zijn is ontstaan door de smartelijke gevolgen van de noodgedwongen spanning tussen het negatieve en het positieve principe. 

De natuurwet duldt geen stilstand, zij jaagt deze tegengestelden steeds opnieuw naar elkander toe, en zo houdt deze wet de natuur in beweging, in wrijving, in levens-opwekking! 

Om aan deze voortdurende drijfjacht te ontkomen trokken en trekken de wijzen en de magiërs zich terug in grotten, in kloosters, en in een vredige omgeving, waar zij de illusie kunnen koesteren dat aantrekking en afstoting tot rust zijn gekomen. 

Het ontsnappen aan de natuurwet is in onze jachtige tijd wederom één van de hoogste wensen des mensen! 

Vandaar de vlucht in allerlei kunstmatige middelen.  

De innerlijke wens is echter haar oorsprong vergeten en heden, door nerveuze spanning, ontaard in een loom verlangen naar een uiterlijke vorm van het niet-zijn.  

Niettemin is de onevenwichtigheid in natuur en mensheid de drijfveer dat men individueel zoeken gaat naar alle vormen van rust en harmonie. 

Hetgeen de wijzen eeuwen geleden tracht\n te vinden in de kloosters, in de grotten en in de eenzaamheid, zoekt men nu in de natuur en soms in de vlucht in het onzichtbare veld. De intuïtieve hunkering naar het niet-zijn, is echter een kosmische weerkaatsing in het oppervlak der ziel. 

Hoewel positief en negatief op elkander zijn aangewezen om het leven dezer natuur in stand te houden, is de werkelijkheid van het niet-zijn de sleutel tot het evenwicht in het grote heelal, en zal ook de sleutel vormen tot het evenwicht des mensen, gezien deze het evenbeeld van het heelal vormt. De mens, zo zeggen de alchemisten, is een samenstelling van de vier eenheden: koud, warm, droog en vochtig, tezamen gevoegd door de ether, of de electro-magnetische wind of trilling uit de kosmos. 

Het menselijke schepsel is gevormd uit de essentie van de aarde, tot leven gebracht door de electrische trilling der wind of der ether!  

Deze samenstelling is gelijk aan het minerale zout, dat eveneens uit de vier eenheden: koud en warm, droog en vochtig bestaat, met daaraan toegevoegd de trilling der ethers, die het tot aanschijn brengt. 

Uit het dikke water, (samenstelling van zout en water) kwamen bij de schepping de eenheden vrij, op gezag van de trilling des Allerhoogsten: daardoor ontstond koud en warm, droog en vochtig en wederom uit deze eenheden werden de elementen gevormd, al naar gelang van trillings-snelheid en trillings-vertraging.  

Op deze wijze leggen de alchemisten de woorden van Christus tot zijn discipelen uit: "Gij zijt het zout der aarde." 

D.w.z. gij zijt de essentie van de aarde, de koning van de aarde, de materia waaruit het hoogste, de volmaakte schepping geboren kan worden, zodra de Geest daarover gaat zweven. Om tot die hoogste schepping te geraken zocht en zoekt de mens naar een absolute vorm van ontvankelijkheid. U kent de vele methoden van meditatie, concentratie, mediumschap en wat dies meer zij. 

Het zoeken van de mens gaat uit naar de ontmoeting met de Geest, zonder dat de mens precies weet waaruit hijzelf bestaat of bestaan moet om die Geest tot zich te trekken. De Geest, in de biologie een enorme explosie van protonen, electronen, mesonen en nog veel meer eenheden is in spiritueel opzicht een concentratie van onbegrijpelijke enorme vuurkracht.  

Als u zoudt weten wat zich buiten onze planeet in het gigantische heelal afspeelt, welke bombardementen van atomaire kracht zich rond onze aarde bewegen, hoezeer de magnetische stormen woeden, dan zoudt u enigszins een begrip kunnen vormen omtrent een Oerkracht, een Geestvuur dat de enorme expansiekracht van het negatieve ziele-element tot zich kan roepen. 

Veilig levende, althans bezien in het groot, op onze aarde-planeet heeft de mens geen idee van wat er zich afspeelt in de ruimte rond de aardbol. 

Hij leeft zijn leven van alledag en slechts de enkeling verdiept zich in de grootse wonderen van het heelal. 

Deze enkelingen kunnen zich enig beeld vormen omtrent een Schepper, een God die dit wonderbaarlijke kosmische magnetisme beheerst. 

Bezien vanuit de Kracht des Scheppers is dat ondoordringbare universele magnetische samenstelsel der natuur slechts een zandkorrel in de oceaan. 

Niettemin is deze zandkorrel op zichzelf een wonder. 

De hunkering der mensheid, om tot het niet-zijn te komen is een echo van de magnetische verbondenheid tussen Schepper en ziel. De schepping dezer natuur is de arbeid van de Elohim, de enorme magnetische krachten in dienst van de Schepper zelf. 

Maar de ziel zelf is een goddelijke schepping, waarbinnen de herinnering aan de magnetische wetten der Godsorde nog leeft. Vanuit die ziele-herinnering zocht en zoekt de aardse mens naar het niet-zijn. Met zijn begeertewezen tast hij overal rond, gedreven door de herinnering der ziel en bouwt zich op de aarde-planeet de grotten van rust, de oasen van vrede, de krachtvelden, de piramiden met daarbinnen de tomben, waar de koningen rusten kunnen. 

Vanuit de verre oudheid komen de berichten dat wijzen en magiërs in staat zijn geweest ruimten, spelonken en grotten te vormen waarbinnen de noodorde-wet van positief en negatief verbroken wordt.  

Binnen deze ruimten, ook te vinden onder de Tibetaanse en Boeddhistische kloosters geleidt men de negatieve trillingen naar buiten, langs de kloosters, de gebouwen en monumenten, zodat in de ruimte, die afgesloten blijft, een vacuüm ontstaat. Een veld waarbinnen het negatieve afgezwakt is en het positieve niet binnentreedt.  

U kunt dit ook zien aan de Japanse tuinen, de tuinen van het Niet-zijn, het Zen. 

Men geleidt, naar de kennis van de oude wijzen en magiërs, de magnetische stromen en brengt zo een veld van onwezenlijke rust binnen het bereik der mensen. 

In zulk een veld, de biologen kunnen het bewijzen, staat het leven stil. Het is als met het graan dat men in de Egyptische koningsgraven gevonden heeft: na 4000 jaar is het niet ontkiemd, noch dood, maar het leven is tot stilstand gekomen, in zichzelf besloten. 

Toen dit graan in de grond werd geplant ontkiemde het en vormde tenslotte een prachtige volle korrel. 

Hetzelfde beoogden de Egyptenaren en andere oude volkeren met hun gebalsemde mummies: men wilde deze mummies eens tot leven wekken! 

U kent wellicht het bericht van het gemummificeerde kind, dat een geheimzinnig schrift bij zich droeg, een bericht aan hen, die haar zouden vinden!  Helaas, door onachtzaamheid van de vinder viel de mummie uit elkander! 

In de biologisch lege ruimte, waar de strijd ter tegengestelden ophoudt te bestaan, kan men het leven, dat uit beweging bestaat, stil zetten. Dit is een biologisch feit dat een afspiegeling vormt van de spirituele verwerkelijking van het niet-zijn.  Men zoekt harmonie op aarde; doch dat resulteert altijd in een soepel meebewegen met de nood-ordewet van de tegengestelden. Daarom brachten de magiërs - want hun kennis was groter dan de onze - hun neofieten, ingewijden bijeen in de onderaardse ruimten van hun kloosters, dààr waar het magnetische veld de ijlheid van het niet-zijn naar de biologische natuurwet vertegenwoordigde. 

In zulk een ruimte zetten zij zich neder en concentreerden zich op een hoge beeltenis, ieder naar zijn bewustzijn. 

Na enkele dagen en nachten scheidde zich de astrale vorm van de zichtbare vorm, terwijl het lichaam voortleefde, alsof het in zichzelf besloten bleef, hoewel de beweging, het dynamische leven, er uit wegvloeide. 

U kunt dit alles nalezen in velerlei boeken. 

Men benutte het biologische vacuüm om de yogi kans te geven zich af te scheiden van zijn lichaam en zo lang mogelijk in leven te blijven. Het is een methode die overal ter wereld door magiërs gepraktiseerd wordt. 

En dit is een karikatuur, hoewel geraffineerd gekopieerd, van het spirituele niet-zijn naar de ziel.  

Men vergeet echter dat zodra men zijn lichaam astraal verlaat men zondigt tegen het grondprincipe der goddelijke wet: lichaam, ziel en geest vormen één. 

Tast men, door methoden en oefeningen, de substantie van het kostbare zout, het wezen der mensen, aan, dan mislukt de wonderbaarlijke Schepping der Volmaaktheid. 

Het niet-zijn naar deze natuur verkrijgt men door afweer tegen giftige trillingen, door zich te plaatsen binnen een cirkel van Licht, hoogste trillingen, waardoor de mens zelf een biologisch vacuüm wordt. 

Een voorbeeld daarvan is onze aarde-planeet. Indien wij het "zo boven- zo beneden" op hermetische wijze willen volgen dan kunnen wij altijd het heelal als voorbeeld nemen.  Onze aarde is - zoals de natuurkundigen weten - een magnetisch veld waarbinnen dezelfde voorwaarden heersen, slechts met een gradueel verschil, als in de ruimten der piramiden, waarbinnen de magnetische rust heerst. De negatieve magnetische trillingen binnenkomende in de zuidpool stijgt langs de aardbol omhoog en komen te voorschijn aan de noordpool, vanwaar zij zich verdelen over het aardoppervlak, even boven onze levenssfeer, de biosfeer. 

Onze levenssfeer op de aardbol is een beschermd veld, gelegen in de luwte van de zonne-stormen, en wordt beschermd door de van Allen-gordel tegen alle bombardementen van kosmische stralingen, die een enorme hoeveelheid electro-magnetische deeltjes meevoeren.  

Zou één zulk een deeltje onze levenssfeer binnendringen dan is het levensritme van natuur en mensheid verstoord. 

Een foetus, geplaatst onder zulk een kosmisch stralingsdeeltje, groeit in een minimum van tijd uit tot een monstrueus wezen. Denkt u hierbij eens aan de voorwereldlijke monsters, denkt u ook eens aan de invloed van atoomstralingen op het ongeboren wezen. 

Men weet dat onze beschermende van Allen-gordel wederom aan het afnemen is, zodra deze gordel zou wegvallen zijn de rampen niet te overzien. En men veronderstelt dat in een grijs verleden de van Allen-gordel eens zijn kracht heeft verloren. 


–––––––––––––– 


Onze aarde-planeet schiet dus door de ruimte als een veilig magnetisch veld, waarbinnen het biologische leven zich, nauwgezet gecontroleerd door de magnetische wetten, voltrekt. Wij, natuurgeboren mensen, geschapen uit de aarde, zoals het heet, moeten eveneens worden tot evenwichtige magnetische velden, omringd door een ondoordringbaar Lichtveld, waardoor wij beschermd zullen zijn tegen giftige gedachten, bombardementen van astrale denkkracht.  

De neutraliteit van onze planeet ten opzichte van het kosmische geweld,  vormt voor de aarde-mensheid het voorbeeld van het individuele levensgedrag ten opzichte van de disharmonie in zijn levens-sfeer. 

Het niet-zijn is een voldongen feit voor de aarde, temidden der kosmische stormen, dit niet-zijn moet een wet worden voor de persoonlijkheidsmens op de aarde.  

In dit persoonlijke magnetische niet-zijn, ligt de kiem van de ziel besloten en wacht; zij wacht totdat de magnetische voorwaarden vervuld zullen zijn, en de Geest haar wekken komt in de tombe. 

De ziel kan niet vragen, noch hunkeren, zolang de persoonlijkheidsmens één warboel is van magnetische stromen, van bombardementen, van onevenwichtigheid.  

De gordel des Lichts moet hersteld worden om de menselijke planeet, om zijn wezen heen. Dan spreekt men over het aureool des Lichts, of over een Lichtmantel die de wijze omgeslagen heeft. 

Deze bestaat uit niets anders dan een hoge electro-magnetische bescherming, die het mentale persoonlijke niet-zijn bewaakt. 

De Lichtgordel is er steeds, doch het menselijke wezen doorboort deze, onttrekt zich aan haar bescherming.   

Negatieve, aardgerichte, disharmonische gedachten doorbreken de Lichtgordel, scheuren het beschermende aureool vaneen en de mens valt ten prooi aan een onverdraaglijk bombardement van electro-magnetische deeltjes: gedachten, impulsen, aanrakingen die hij niet verwerken kan, noch kan afweren. 

Het gevolg is onevenwichtigheid en een innerlijke verduistering, waardoor hij, zoals de Pistis Sophia zegt, een demon wordt in de lucht. Een lichtloze planeet, een dode, één die de buitenste duisternis kennen zal. 

Over het verkrijgen van het magnetische niet-zijn, waarnaar magiërs zochten en die zij meenden te vinden in hun biologisch ledige ruimten, zouden wij u graag een volgende keer spreken. 

Want dit zozeer begeerde niet-zijn is waarlijk de sleutel tot het Grote Zijn in het Goddelijke Universum.

1970 - 2024, copyright Henk en Mia Leene