Het is de gewoonte van vele religieuze bewegingen om hun preken en lezingen op te hangen aan de milieu-verontreiniging en de twijfelachtige toekomst voor wereld en mensheid.
Het is echter niet moeilijk iemand op te wekken tot inzicht, devotie en religiositeit wanneer zeer suggestief de angst-zweep wordt gehanteerd.
De mens wordt geleefd en voortgejaagd door de angst, in velerlei vormen.
Daarom willen wij u geenszins angst aanjagen met mogelijke voorspellingen, maar wij zouden u wel aan de hand van diverse kosmische verschijnselen de noodzaak van een innerlijke bezinning willen voorhouden.
Zulk een bezinning heeft niets te maken met het aanhangen van enige vormen-religie, of de gebruiken van enigerlei secte, maar het is een intensievere innerlijke gerichtheid op het kernprincipe van alle levensvragen: "waarom is de mens op aarde? waarom wordt hij heen en weet geslingerd tussen vreugde en leed, hoop en wanhoop?"
"Welk doel heeft een mensenleven?"
Het is niet afdoende deze urgente vragen te beantwoorden me: "dat is het leven", gelijk de humanistische groeperingen zeggen.
Als "het leven" niets anders zou zijn dan deze meedogenloze, nutteloze strijd om het bestaan, dan zou het levensdoel des mensen uitsluitend gelegen zijn in een maatschappelijke positie, in een situatie die de eerzucht des mensen bevredigt.
Bezien in het grote geheel zouden dan veel mensen onrechtvaardig door het leven behandeld zijn, en de doelstelling zou dan slechts voor enkelen bereikbaar zijn.
Dus: het doel van de mens, als onderdeel van de gehele mensheid, kàn niet gelegen zijn in de maatschappij, want - bezien de resultaten - zou Hij, die de mens op deze aarde plaatste, dan een zeer onrechtvaardige Schepper zijn.
Daar er in de oorspronkelijke Oer-natuur, geen onrechtvaardigheid bestaat, moet er iets mis zijn in de huidige situatie van natuur en mensheid.
De Alomtegenwoordige Rechtvaardige, als Bron van alle Levenskracht, schept geen wezens en planeten ten behoeve van een nutteloze bestaansstrijd.
Het gehele scheppingsplan is geen amusementsbedrijf voor een machtswellustig heerser. De schepping heeft een doel. Het bestaan des mensen kent een nauw omlijnde doelstelling.
De dood is geen welkom besluit na een leven van innerlijke en uiterlijke worsteling.
Zodra de mens zichzelf gaat zien als middelpunt van een leven, dat slechts enige tientallen jaren duurt, begrenst hij zijn eigen mogelijkheden, sluit hij zijn denken van enige kosmische verruiming af en dwingt hij zichzelf zijn hart bloot te stellen aan de emoties van de dagelijkse ups- en downs. Hij maakt zichzelf lichamelijk en geestelijk ziek, omdat hij zich bewust nagelt aan een beperkte levensgang, en aan een doel, dat hij gedwongen is na verloop van tijd wederom op te geven. Hij legt zijn interesse en zijn hart in een levensdoel, dat gedoemd is tot vernietiging, waarna zijn hart gewond achterblijft.
Zo gaat het ontelbare malen in het leven, onbelangrijk of de mens zijn doel ziet in de religie, in de kunst, in de levensstrijd, in het humanisme, of in de maatschappij.
Zodra hij zichzelf bevestigt aan enige zichtbare vorm loopt hij het risico mee onder te gaan, wanneer het grote levensritme deze vorm terugbrengt tot niets. En het leven van deze mens wordt een voortdurende op- en neergang, waarin hijzelf de speelbal is.
In deze tijd van hoogspanning en hoogconjunctuur, die de astrologen de Aquarius-era noemen, komt de mens meer en meer tot inzicht van de nutteloosheid van zijn bestaansstrijd. De trillingen van het sterrenbeeld Aquarius, stralen sterker in en bepalen de mens onbewust bij het verlangen naar meer individualiteit.
De resultaten hiervan kunt u om u heen zien.
Alom is er een opstand tegen slavernij, machtsoverheersing en kudde-geest.
De machtswellust, zich culminerende in de economische en financiële eigenbelangen, maakte van de mensheid een massale kudde, die gedoemd werd te ademen, te leven en te handelen, zoals de zeer eerzuchtige en begerige machtigen der aarde het wilden.
Wel, er is een gisting in de kudde ontstaan, de individuen worden wakker, de mens gaat zijn eigen "ik" ontdekken en zo is de massa op mars naar een nieuw levensbeginsel. Deze gehele wereldomvattende revolutionaire omwending vindt zijn oorzaak in de grote vergissing der mensheid, die haar levensdoel lN de door haar geschapen maatschappij-ordening stelde.
Omdat het denken zich uitsluitend richtte op uiterlijke doelstellingen liep zij het gevaar dat haar gehele levensprincipe vernietigd zou worden door de kosmische, aan hogere wetten gebonden ademhaling, die geen rekening houdt met menselijke begrensde idealen.
Vandaar de ontworteling, op het moment, toen Mercurius, de planeet van onrust, nervositeit, doelloosheid, en giftige werkingen zich ontfermde over het jaar 1970.
Negatief als de mensheid is ingesteld reageert zij direct negatief op de planetaire trillingen van Mercurius.
Men behoeft geen astroloog te zijn en zelfs niet in astrologie te geloven om te kunnen constateren dat de mensheid zichzelf vergiftigt door innerlijke onrust, dat de kosmos wordt vergiftigd door de onbegrensde eigenbelangen, drift, en dat alle milieu-verontreiniging uitsluitend te danken is aan de egocentrische Ievensinstelling van de gehele mensheid.
Bovendien nauw samenhangt met de grote onwetendheid omtrent de kosmische wetten en de levensharmonie die slechts tot doel heeft te bouwen en nooit de vernietiging centraal stelt. Zodra de mens meer zou beseffen over de ritmische levensademhaling en de in -en uitademing zou zien als behorende bij een natuurlijk levensritme, zou hij er wel voor oppassen zich vast te klemmen aan één van de daarbij behorende openbaringsvormen.
De feiten zijn nu echter geheel anders: door zijn onkunde werkt de mens mee aan de verstoring van het kosmische levensritme. Hemellichamen, wereld en mensheid, verliezen hun in-eigen harmonie, een natuurlijke levensinstelling, waardoor zij hun plaats in de kosmos harmonisch konden innemen.
De grond van alle disharmonie ligt in de onwetendheid, en in de arrogantie. Het idee te weten terwijl men niets weet!
De innerlijke verborgenheid tussen kosmos en mens belet de mens kennis te verkrijgen omtrent de hoogste wetten der natuur. Daarmee sluit hij zichzelf direct af van enig. geestelijk inzicht, aangezien de harmonische natuurwetten in staat zijn de geestelijke bedoelingen van de Alomtegenwoordige Levensbron of Schepper door te stralen. De verbintenis tussen schepsel en Schepper kan slechts behouden blijven wanneer het schepsel de fundamentele scheppingswetten volgt.
Dit heeft niets te maken met de "zonde", zoals veel religieuze bewegingen opmerken, maar het betekent dat de mens door een innerlijke vergiftiging, waaruit onkunde, arrogantie en ik-drift als paddestoelen omhoog schieten, bezig is zichzelf en de aardeplaneet en zelfs de kosmos af te sluiten voor de Levensinstraling van de Schepper of de Oer-Levensbron.
Vandaar het alom bekende resultaat.
Vandaar de zeer verontrustende verschijnselen van de ritmische verstoringen in de zon. De zon, als bekende energiebron voor het aarde-leven, heeft dit jaar haar elf jarig ritme verbroken, (zoals wij reeds voorspelden) de zonnevlekken krimpen niet in, maar zij behouden dezelfde grootte- (wetenschappelijk bevestigd door het Max Planck-instituut) en zo zij groter worden zal de onevenwichtigheid op aarde nog meer toenemen.
De aarde is afhankelijk van de zon en van zijn levensritme.
Mercurius, het dichtst bij de zon staande, werkt uiterst giftig op de zon, terwijl de zon Mercurius levenskracht moet geven om de aarde positief te kunnen beïnvloeden. Maar ook met deze hemellichamen is het gelijk als met de aarde en de mensheid, zij worden langzaam maar zeker afgesloten van het harmoniserende Oer-ritme en vallen terug op het eigen levensprincipe, dat echter tijdelijk en onvolkomen is, zoals de levensinstelling van de mens.
Het evenwicht, uitgaande boven de wet van goed en kwaad, of van vreugde en verdriet, wordt aan de kosmos onttrokken door de onwetendheid en positieve boosaardigheid der mensheidsgolven.
Niet alleen in ons zonnestelsel, maar evenzeer in andere zonnestelsels, gezien de ritmische storing in de zon, die niet uitsluitend het gevolg is van de levens-instelling op onze aardel. In de macrokosmos is een disharmonische beweging te bespeuren die versterkt wordt door het zozeer begeerde individualisme der Aquarius-era, en door de vergiftigende werkingen van Mercurius, die ook in zichzelf het individualisme zoekt.
Zoals alle hemellichamen, uit balans rakende, zelfstandig hun on-harmonische trillingen uitzenden. De oude wijzen noemden de hemellichamen ook wel: de demomen des hemels.
Wel, het demonisme treedt - wanneer het Oer-ritme verbroken wordt - steeds duidelijker op de voorgrond.
Doordat de mens zichzelf verhardt in ik-centrale gerichtheid, op alle gebied, vervuilt de kosmos, en dat betekent een versterking van het ik-centrale individualisme in de kosmos, de hemellichamen, de mens, de wereld.
De ingestraalde Aquarius-werkingen resulteren in een ik-individualisme, inplaats van in een ziele-individualisme, zoals een begrijpende, harmonische mensheid ervaren zou hebben. Het verleden leert dat dààr waar dit ik-individualisme, met de bijbehorende innerlijke verharding en verstening, zijn toppunt bereikt heeft, de kosmos, d.w.z. de levensmogelijkheid voor de mens toegesloten wordt. Voorbeelden tè over uit de gehele mensheidsgeschiedenis en de kosmische gebeurtenissen.
Zulk een catastrofaal einde is geen straf, het is het normale resultaat van een opsluiting in zichzelf, van een afwijzing van het Oer-ritme. En dan mogen duizenden protesteren tegen de ingrepen in de wereld-huishouding: de gevolgen zullen niet uitblijven, omdat een algeheel herstel onmogelijk is gemaakt. De mensheid laat zich willoos voortdrijven op de instralingen van de demonen des hemels.
Men roept om vrijheid en men waant zich vrij.
Maar de volslagen onkunde slachtoffert de mens en hij bemerkt niet hoe machten, die hijzelf misbruikt heeft, nu hem misbruiken, Hij weet niet hoe hij slachtoffer geworden is van de omstandigheden die hijzelf heeft geschapen!
Hij laat zich heen en weer jagen tussen positief en negatief, en de onrust van Mercurius, die demon voor het zenuwgestel, drijven hem voort tot de uiterste grens van zijn uithoudingsvermogen. En dan komt de klap.
De ineenstorting, de zenuwcrisis, de wanhoop, de depressie. Tenslotte de innerlijke dood, omdat het hem niet gelukt is het eigen individualisme te bereiken.
Zou de mens zichzelf kennen, zou hij het mysterie van het levende mens-zijn doorgronden, dan zou hij zijn Schepper kunnen begrijpen, en de kosmische wetten eerbiedigen en kunnen benutten tot innerlijke groei.
Er zijn twee stromingen kenbaar in de huidige mensheid: de ene helft roept om individualisme en vrijheid, de andere helft wil de waarheid niet zien en rijgt schone woorden aaneen over een vermeende heerlijkheid.
Beide stromen jagen zichzelf innerlijk op.
Dat is typisch Aqaurius-Mercurius.
Zo de mens de trillingen van de Oer-natuur zou verstaan dan zou hij de onverdeeldheid van het ziele-individu momenteel aangrijpen, en zich afwenden van de disharmonie der ik-centraal gerichte verziekte natuurorde.
In het misverstaan hiervan komt hij tot zinloze vrijheidsdrang, en revolte tegen de huidige omstandigheden, of wendt hij zich van de wereld af in angstig vermoeden en verschuilt zich in die luchtkastelen door schone woorden opgebouwd.
En het Mercuriusjaar intensiveert angst, onrust, doelloos gepraat en de vlucht in een schijn-wereld.
Alom herkent men één menselijke eigenschap: de onrustige speurtocht naar een doel en de verwisseling van dat doel. In de politiek, in de religie, in de kunst, overal is het oorspronkelijke doel verdwenen in een versplinterde doelstelling.
De eenlingen strijden wanhopig voor het behoud van een vast omlijnde doelstelling, die zij soms trachten te verleggen naar een hoog spiritueel niveau.
De zelfvernietiging der mensheid is in opmars, en de eenlingen die weten, vechten manmoedig om deze massale opmars tegen te houden.
Dat is de huidige situatie in de wereld. Er is slechts één positieve zijde: de meedogenloze zweep die momenteel de mensheid teistert, kan wellicht enkelen wakker slaan!
Mensen, die niet uit angst naar een strohalm grijpen, en uit lijfsbehoud zichzelf forceren tot een onbegrepen krachtsinspanning, maar wellicht mensen, die tot het inzicht komen dat er toch enige zin moet zijn voor dit hele gebeuren. Dat er toch op de achtergrond een Motor moet zijn, die die gehele wereldhuishouding regelt en die het menselijke schepsel niet voor niets in deze miserabele situatie laat voorttobben.
De kerkelijke God van rechtvaardigheid en zonde-straffen kan niet staande blijven in een wereld, die ondergaat in onrechtvaardigheid. De hardvochtige god van straf en beloning is niemand anders dan een door het menselijke denken uitgevonden machtswellusteling, die zich naar willekeur vergrijpt aan de arme zondaartjes. Concentraties van menselijke groeperingen scheppen een god naar eigen believen en naar eigen goeddunken, en naar eigen begrensde opvattingen.
En deze wordt dan als een zich amuserende wreker boven de hoofden van de angstige schepsels gehouden.
Het gevolg is: toeloop naar de groeperingen die de meest suggestieve god bezit; angst is een machtige binding, maar het is ook een individu-vernietigende emotie.
De mens die zichzelf als "ik" gaat herkennen is op weg naar zelf-confrontatie. Herkent hij dit "ik" in zijn negatieve en in zijn positieve zijde, dan kan hij tot zelf-ontdekking komen.
Zelfontdekking is de eerste stap tot het doorgronden van het mysterie "Mens" en dit mysterie kan de mens verder leiden tot het grote kosmische en tenslotte tot het Godsmysterie of het Levensmysterie.
Velen blijven echter staan voor de drempel van de zelfontdekking, want het ontdekken van het eigen "ik" in al zijn verkapte en verkrampte zelf-aanbidding kan heel pijnlijk zijn voor de eigenliefde. Toch gaat de weg tot het verkrijgen van het zo harmonische ondeelbare en onvergankelijke ziele-individu, over de ontdekking van het ik-individu. Wie zichzelf niet kan verdragen kan de medemens ook niet verdragen.
Hij, die zichzelf durft ontleden en aangrijpen en daarvan de pijn ervaart, begrijpt ook de medemens in al zijn noden, tegenstrijdigheden en mislukkingen. Daaruit kan hij zich wederom een beeld vormen van de chaotische wereldtoestand en zelfs er een positieve oplossing tegenover stellen. Zodra de mens met zichzelf in het reine komt, en ontdekt hoe hij zichzelf wederom kan verbinden met de Oer-ritmische Levenskracht der Verborgen Eenheid, kan hij eveneens arbeiden om anderen tot die Eenheid terug te voeren.
Zij, die uit ervaring spreken zijn niet door aanvallen der spotters uit hun evenwicht te brengen.
Met zichzelf in het reine komen, wil niet zeggen de weg van de minste weerstand kiezen, dat is uitstel van executie en zelfbedrog. De wereld is vol met groeperingen die deze weg aanbevelen, zichzelf koesterende in een schijn-zonnetje en de werkelijkheid negerende. Ook is de mensheid niet gediend met hen die zichzelf opwerken tot geestelijke machtsposities, daar het ziele-individu niet geholpen wordt door welke machtspositie dan ook, noch met een demonstratie van zogenaamde geestelijke kracht.
Het ziele-individu is het atoom uit de Oernatuur, het oorspronkelijke, tot atoom teruggevoerde Goddelijke Schepsel. Dit Individu zal, zo het zich in de mens ontplooit, alle oorspronkelijke eigenschappen van het goddelijke schepsel ontplooien, dit baseert zich op een Oer-Liefdewet, die louter bouwt en nooit afbreekt.
Hieruit vloeien slechts die kwaliteiten voort, die door de Liefde tot Behoud des Levens tot aanschijn kwamen. Vandaar dat het ziele-Individu lijnrecht tegenovergesteld zal handelen dan het ik-individu. Daar waar het "ik" hoogmoedig zijn macht tentoonspreidt, zal het ziele-indivdu slechts deemoedig zijn Liefde tot het Leven tonen.
En met "het leven" wordt dan verstaan de harmonische, oer-kosmische levensademhaling, waaruit de ziel ademt. I Het is de directe verbintenis tussen Schepper en schepsel.
Daaruit ontvangt het ziele-indivdu zijn Kennis en daardoor kan het altijd de juiste handeling ontdekken.
Hij, die dit ziele-Individu ontplooien wil, herkent de trillingen van de demonische machten in wereld en mensheid, en hij kan hen neutraliseren en zelfs vergeven, totdat ook deze demonen het oorspronkelijk Goddelijke herkennen, waarvoor zij zich in arrogantie afgesloten hadden.
Dan pas is de Harmonie der Eenheid wederom hersteld en de wet der wijzen van "zo boven zo beneden", krijgt haar oorspronkelijke diepzinnige betekenis terug.
Het zou verblijdend zijn wanneer steeds meer mensen tot dit Inzicht zouden kunnen geraken, en daar hun consequenties uit zouden trekken.
Dan bestaat er nog een alternatief tegenover de waanzin dezer wereld.