Wij hebben enige malen met u gesproken over de Johanneïsche mens, maar wij menen dat wij deze Johanneïsche mens nog niet voldoende belicht hebben.
U weet nu dat deze Aquarius-era beheerst wordt door Saturnus of Uranus. Het binnengaan van de Aquarius-era betekent dat wereld en mensheid worden blootgesteld aan de stralingen van de mysterieplaneten, zoals dat ook het geval is binnen de elfde boetezang van de Pistis Sophia.
Deze mysteriestralingen worden in het begin gevormd door drie planeten: Uranus, Neptunus en Pluto.
De atoom-getallen van de drie planeet-elementen stemmen overeen met de boetezang-aeonen.
Uranium binnen de elfde aeon, corresponderend met het getal 92.
Neptunium binnen de twaalfde aeon corresponderend met het getal 93.
En Plutonium corresponderend met het wederom binnengaan in de dertiende aeon, bezit het getal 94.
De Johanneïsche mens is hij, die de saturnale ban verbroken heeft, en binnengaat in het land der mysteriestromen. De mens dus, die in alle opzichten de spiritualiteit boven de stoffelijkheid heeft gesteld.
Met deze stoffelijkheid bedoelen wij niet slechts de materie, maar alle zichtbare vormen, ook in de religie.
De Johanneïsche mens neemt afscheid van deze vorm en baseert zich uitsluitend op de innerlijke driehoek der mysteriestromen, d.w.z. op zijn spirituele denken, op zijn. reine emotie en op zijn Ziele-wilskracht. Het is echter opmerkelijk dat, zowel het neptunium als het plutonium uit het Uranium gevormd kunnen worden.
Wanneer de Johanneïsche mens de overwinning binnen de tiende aeon heeft behaald en de elfde binnengaat, is hij een Uranus-mens, slechts uit hem kunnen de volgende mysteriekrachten te voorschijn gebracht worden.
Noch Neptunus, noch Pluto kunnen leven in de gebonden, saturnale mens, die in geen enkel opzicht lijkt op de Johanneïsche kandidaat. De driehoek der mysterieplaneten is een onverbrekelijke eenheid.
Willen wij - in deze zo merkwaardige tijd - beantwoorden aan de roep des Geestes, dan blijft ons slechts de keuze tussen: absolute decadentie, in alle opzichten, of absolute spiritualiteit.
Een tussenweg is er niet, daar alle besluitelozen vermalen zullen worden in de stormloop der gebeurtenissen
Vandaar dat de enige oplossing is: overgaan tot de verheven distinctie van de Johanneïsche mens, die positief en volkomen breekt met elke natuurgebonden reactie. Voor de natuurgebonden mens schijnt dit een onmogelijke opdracht, doch ook niet moet u verstaan dat deze opdracht niet gegeven is aan de saturnale mens, die alle compromissen dezer natuur praktiseert. Deze onmogelijk schijnende opdracht wordt gegeven aan de Johanneïsche kandidaat, hij, die in het evangelie van de Pistis Sophia door Christus "mijn Broeder" wordt genoemd. Een horizontaal strevend mens zou niet eens kunnen luisteren naar de aanwijzingen voor de Johanneïsche mens, hij zou deze eenvoudig niet verstaan. U, kandidaat, luistert, omdat IN u deze Johanneïsche mens wassende is.
Hij verneemt de opdracht achter de uiterlijke woorden, en hij wordt gestimuleerd tot actie. Zou de saturnale mens daardoor nerveus worden, dan is het zijn eigen schuld: hij plaatst zich voor de Johanneïsche mens, en belemmert deze de voortgang. Hierdoor komt er strijd, en onevenwichtigheid.
Het Pad der Verborgen Wijsheid zou niet moeilijk behoeven te zijn, wanneer de afgunstige hoogmoedige saturnale mens zich eindelijk zou overgeven aan de onvermijdelijke apotheose. Daarom raadden wij u steeds aan: verzet u niet tegen deze saturnale greep in uzelf, maar trek u daarvan terug en doet u dat zo stelselmatig dat - op het moment suprême - u de sprong over de afgrond kunt wagen, en u buiten het bereik van aeonen-trawanten zult zijn.
Juist dat doorlopende vechten in uzelf, is de belemmering, het oponthoud, het spel der aeonen-trawanten. Wanneer de Johanneïsche mens opstaat verwijdert hij zich in de slotfase zo ver van de saturnale trawanten dat er een afgrond tussen hen ligt. De afgrond die de hogere Capricornusmens, in alle eenzaamheid gaat nemen, om volkomen veranderd, als Uranus-Aquariusmens in het mysterierijk aan te komen.
In deze era zoekt Uranus zijn kandidaten uit, en hij arbeidt in hen door zijn mede-mysteriekrachten: Neptunus en Pluto daarin wakker te roepen. Hij, die binnen de ring van Saturnus teruggeworpen wordt en - als spirituele kandidaat - het mysterierijk niet binnentreedt, ondergaat deze krachten als een enorme verbreking, gelijk het uranium in het menselijke lichaam binnenbreekt als een vernietigende vuurvlam.
Wanneer u de mythologie kent, dan weet u dat Uranus voortsproot uit de Chaos en tot de hemel werd, die Gaea, (de aarde), overwelft.
Uranus komt waarlijk uit de chaotische stofgeboren mens voort en hij stijgt op tot de hemel des geestes, waarna hij de heerschappij over de aarde, of het stofgeboren wezen in handen neemt.
Hierin ziet u wederom de verbintenis tussen hemel en aarde, geest en stof. De Johanneïsche mens zal een geestelijk mens, een hemels mens zijn, die zich begrijpend, maar wel overheersend over de stofgeboren natuur zal uitstrekken. Een Johanneïsch Pad derhalve is altijd een innerlijk Pad, daar de Johanneïsche mens de innerlijke mens is.
Wij kunnen u geen uiterlijke weg wijzen, maar u slechts aanwijzingen geven voor de stofgeboren mens, opdat deze zichzelf in de hand houden en Johannes niet belette. Johannes heeft de kracht van het visionaire zien, waarvan iedere helderziendheid slechts een saturnale karikatuur vormt, gepraktiseerd door mensen, die vastgelopen zijn in de saturnale begrenzing, en teruggeworpen werden.
Waarna zij vluchtten in de hoogmoed van de helderziendheid en in de misleiding van de occulte praktijk. Zij, die sterk occult gepredisponeerd zijn, zijn de "oude ervaren" zielen, zij, die niet wilden leren en hun toevlucht zochten in de imitatie.
Een Johanneïsch mens kan zowel een oude, ervaren ziel, als een jonge, leergierige ziel zijn. Maar de ervaren ziel staat voor een geheel andere overwinning dan de jonge ziel.
De jonge ziel kan geslachtofferd worden door zijn onstuitbare leergierigheid en nieuwsgierigheid, hij kan daardoor op verkeerde wegen terecht komen, zo hij niet op zijn hoede is, maar de oude ziel weet wat hij gaat doen, hij wil slechts de verleidelijke imitatie behouden en koesteren, omdat hij niet verder durft of wil!
Men kan deze reactie dikwijls duidelijk in de betrokken mensen waarnemen. Men wil een experiment meemaken of men wil de occulte predispositie niet opgeven, integendeel, uitleven.
In deze mysteriestromen-era zullen deze twee eindoverwegingen van de spirituele kandidaat scherp aan het daglicht komen. Nu een groot deel der mensheid interesse toont voor occulte leringen, in overeenstemming met de werkingen van de saturnale instralingen, die zichzelf tot het hoogste aanzicht hebben uitgeroepen, zullen er twee religieuze stromen in de wereld tot aanschijn komen, alle nuanceringen zullen langzaam maar zeker wegvallen.
Het dogmatische geloof gaat onder, maar daarvoor in de plaats komen de velerlei vormen van occultisme, opgeroepen door Saturnus die zijn vader Uranus zijn spirituele kracht benijd, en zichzelf aanzet tot een geraffineerde imitatie. Occultisme, in zijn meest uiteenlopende praktijken, komt te staan tegenover het Johanneïsme, of de volkomen spirituele abstractie, gepraktiseerd door de enkelingen.
Het occultisme, of de wetenschap omtrent het onzichtbare zal zulk een greep op de mensheid verkrijgen dat deze "de macht over zichzelve" verliest, zoals het kenmerk van de decadente saturnale invloed is.
Niet de milieu-vervuiling zal slechts de mensheid in zijn wurggreep houden, maar daarnaast de spirituele vervuiling, door de funeste invloed van hen, die het saturnale, of satanische streven dienen.
De milieu-vervuiling ontstaat niet uit zichzelf. Alle ongeremdheid, in kosmos, microkosmos en natuur is te danken aan het individu, het saturnale wezen dat meent een individu te moeten zijn.
Heel de tegenwoordige levenssituatie is de reactie op het falen van de saturnale mens, het saturnale individu, bij het streven tot het Zieie-Individuum.
Johanneïsche kandidaten hebben deze fout ingezien en nemen, zo snel mogelijk, tegenmaatregelen. Niet door te ageren tegen de saturnale overmacht in deze wereld, (hoewel dit natuurlijk altijd gedaan mag worden), maar door zichzelf direct en onvoorwaardelijk los te maken van de eigen saturnale individuele schijn-gaven.
De wereld kunnen wij niet verbeteren, maar wij kunnen wèl - individueel - Johanneïsch worden en daardoor wellicht twijfelende voorgaan op een Pad.
Een Johanneïsche mens bouwt in zichzelf - binnen de Stilte van zijn diepste zijn - aan de driehoek der mysteriestromen. Het Uranus-denken, het Neptunus-gevoelen en de plutonische wil. Een plutonische wil spiritueel beschouwd, is een zuivere zielgerichte wilskracht. De mythologie leert dat Pluto was gehuwd met Perséphoné, de ziel, die hij geroofd had van Demeter.
De saturnale, gebonden gevallen wilskracht roofde inderdaad de ziel uit de Oer-materie.
U kunt ook zeggen Authades, de oermacht van de wil verleidde Perséphoné tot het neerdalen in de chaos en de Leeuwenkracht te aanbidden. Wanneer de Johanneïsche mens in de dertiende aeon de plutonische wil teruggebracht heeft, betekent dat het terugvoeren van de eigenzinnige wilskracht tot in het Absolute.
Waarmee het avontuur van de gevallen ziel tot een goed einde is gekomen.
––––––––––––––
Indien u in de universele herinneringen van de volkeren dezer aarde het mysterie van de ziele-verlossing terugvindt, is het toch vanzelfsprekend dat de spirituele kandidaat - u - deze universele Waarheid erkent.
U kunt van Oost naar West en van Noord tot Zuid over de wereld reizen, overal zult u dezelfde oer-herinneringen aantreffen.
Uit al die oer-herinneringen komt maar één Waarheid te voorschijn. Hoe zoudt u zich dan kunnen vastklampen aan een dogmatisch geloof, dat slechts in bekrompen halsstarrigheid één zijde van deze Waarheid belicht.
De Universele Waarheid bestaat uit een ontelbaar aantal vonken, die zich verenigen tot die ene Vlam des Lichts, gelijk een Johanneïsch mens gestaltenis neemt door het vergaren van ziele-impulsen die hem tenslotte veranderen in een totale Lichtzoon.
De Universele Waarheid wordt in de oer-herinneringen der volkeren vertegenwoordigd in haar uiterlijke vorm, in de Johanneïsche mens bevindt zij zich in haar innerlijke vorm, door middel van ziele-lichtflitsen, intuïtieve herinneringen. Deze innerlijke lichtflitsen, als ziele-gaven van de kandidaat, stellen hem in staat de uiterlijke vorm der Universele Waarheid volkomen te doorgronden.
En hij verenigt dan deze Waarheid, hij voegt haar twee vormen tezamen en krijgt zo een overtuigende, klaar herkenbare eenheid.
Een Johanneïsche mens leest, observeert,- neemt waar via zijn intuïtieve ziele-gaven en zijn inzichten zullen dan ook altijd verhelderend, en vooral, voor de andere zielen, bevestigend werken.
Wij kunnen u niet dwingen een Johanneïsche mens te worden, maar wij kunnen u wel, misschien tot vervelends toe, wijzen op het grote gevaar van die tot razernij gebrachte saturnale mens, die in deze Aquarius-tijd zijn ketenen verbreekt.
De tijd, waarin men vriendelijk en verdraagzaam speelde met nuanceringen is voorbijgegaan. De duidelijke zwart-wit verhouding komt uit de chaotische nuanceringen-maskerade te voorschijn. De muren van Petrus, de verhullende stenen bouwwerken zullen omver gehaald worden en wat zich daarachter verbergt zal zwart of wit blijken te zijn, zal althans slechts als zwart of wit geoordeeld worden.
Wij hebben gezegd dat er vanuit het Oosten een nieuwe religie de wereld zal overspoelen, deze religie moet u niet zien als een oosters dogmatisch geloof, maar als een ' . spirituele oosterse methodiek, die de aan zijn dogma's geketende westerse mensheid zal overrompelen, en - nu de muren vallen - deze mensheid zal gevangen nemen. Deze oosterse spirituele methode beweegt zich altijd op occult gebied, schijnbaar abstract, imitatie van de ware Uranus-instraling, maar in diepste wezen sterk gebonden aan deze natuur, de onzichtbare sfeer dezer natuur.
Wordt de mens door deze imitatie geslachtofferd dan is er geen redden meer aan, want dan voltrekt zich de innerlijke imitatie-driehoek, een karikatuur van Uranus-Neptunus en hij wordt ongeremd, onbeheerst in denken, willen en gevoelen. U kunt dit alles verifiëren in de tijd en herlezen in het Evangelie van de Pistis Sophia. Teruggeworpen in de aeonengang wordt de kandidaat misvormd door de drie machtige tegenstanders van de Johanneïsche mens: Saturnus - de afgunstige en hoogmoedige poortwachter, die zich niet omwenden wil.
Daarna door Jupiter de globetrotter op de onzichtbare gebieden, die zich verbeeldt de grootste Lichtkracht te zijn, en tenslotte door Mars, de valse vuurkracht, die er niet over denkt een Michael, een draken-overwinnaar te worden.
In Uranus-Saturnus wordt het denken, geraffineerd misleidend.
In Neptunus-Jupiter sleept de mystificatie de kandidaat mee.
In Pluto-Mars loeit het wilsvuur als een niet te stuiten orkaan door zijn leden en hij verbrandt, zijn spirituele gaven worden verzengd door de driehoek dezer vernietiging.
Wij hopen echter, nu u het begin van het Johanneïsche Pad begrijpt, dat u ook het Goede Einde zult herkennen.
Zo u het Begin innerlijk gegrepen hebt en het Goede Einde kunt schouwen, rest u niets anders dan van het ene punt naar het andere te wandelen, en niet toe te staan dat de afgunst der aeonen u weerhoudt.
Bezie alles vanuit de grootse eenvoud van de ziele-intuïtie en laat u niet misleiden door de chaotische verwarring der saturnale trawanten: want de Wijsheid is als het onmetelijke Licht, ongenuanceerd, eenvoudig, en niet te ontkennen.
Verzamel dan de lichtflitsen in u en vorm in uzelf een sterke vlam van dit onmetelijke Licht.