Zodra wij innerlijk besloten hebben te trachten een ziele-individuum te worden, moeten wij afscheid nemen van iedere uiterlijke geloofs-begrenzing.
Zij, die een innerlijke Leer willen aanhangen, wenden zich tot de Universele Ziele-dienst tussen God en ziel. Zij komen tot een Gnostieke geloofsovertuiging en dat betekent dat zij hun leven instellen op een bevordering van het ziele-leven.
De opvattingen omtrent de ziel des mensen lopen in de religieuze leringen sterk uiteen. Er is ons inziens maar één Waarheid houdbaar en dat is de Waarheid der Gnostici die zeiden, dat de mens twee zielen heeft: de ikcentrale zielekern der natuur, die zichzelf uitleeft in zelfhandhavingsdrift, en de Goddelijke ziel, die uit niets anders bestaat dan een oertrilling, een rudimentair overblijfsel van de oorspronkelijke Goddelijke Mens.
Het aardse leven heeft tot doel de ikcentrale zielekern het levensrecht te ontnemen en dit wederom de goddelijke ziele-kern of het atoom Gods, toe te voegen.
De Gnostieke legenden over de Zonen des Lichts en de Zonen der duisternis zijn alle gebaseerd op de strijd tussen ziel en stof.
Deze "strijd" heeft niets te maken met de tegenstelling goed en kwaad; de tegenstelling van ziel en stof ligt besloten in het bestaan van twee natuurorden.
In deze apocalyptische tijd waarin de materiële religieuze opvattingen hun top bereiken en de mensheid snel op zoek zal gaan naar een innerlijke spiritualiteit, krijgen de boekrollen van de Dode Zee een nieuwe betekenis.
Zij zijn opgesteld door mensen, die in een zelfde tijdskentering leefden als wij: de uiterlijke vormenreligie stikte in haar eigen verstening. Men kon zich slechts op een innerlijke spiritualiteit richten door zich terug te trekken in de eenzaamheid en in de innerlijke schatkamer van geweten en Intuïtie. Uit deze schatkamer zijn de Essener-geschriften van de Dode Zee ontstaan, geschriften die bijna woordelijk het Nieuwe Testament van de Bijbel weergeven, met dien verstande dat deze geschriften een duizendtal jaren ouder zijn.
Hieruit kan men opmaken dat het Christendom zoals wij dat heden kennen eigenlijk niet teruggaat tot Jezus Christus, maar veel ouder is, en zelfs teruggevoerd kan worden in zijn essentie tot het begin der wereld.
Het Christendom is niet te vereenzelvigen met een enkel boek of geschrift, het is de getuigenis van een Innerlijke Leer, die mensen vanaf het begin dezer wereld hebben aangehangen.
Deze Leer is een belofte tussen de ziel en haar God, tussen de Zoon des Lichts en zijn God des Lichts. En of men zich nu Gnosticus noemt of Christen, zodra men deze innerlijke ziele-lering belijdt, wordt men één, een Zoon des Lichts, een kind des Goddelijken Universums.
De Essener-broederschap leefde aan het einde van de Ariës-era en de doorbraak van de Pisces-era, het tijdperk van Jezus. De Ariës-era bracht doelbewust, baanbrekend een leidende verlichte Leer, een heenwijzing naar de innerlijke Zoon des Lichts. In de Pisces-era versplinterde men deze leer, gelijk de Pisces-trillingen beogen, en maakte men van deze ene Universele Waarheid een ontelbaar aantal verschillende leringen. Waarna aan het einde van de Pisces-era en de doorbraak van de Aquarius-era de lichtloos geworden mensheid wederom roept om die Ene Universele Waarheid.
Waarna de strijd tussen de uiterlijke verstening en de Innerlijke verdieping wederom ontbrandt.
Er is in de loop der tijden niet zo veel veranderd, hoewel de uiterlijke vormgevingen verschillen. Innerlijk is alles gelijk gebleven.
Zouden wij niet op de top van de zogenaamde beschavingscultuur staan, dan zouden versteende Petrus-religieuzen zich vol haat werpen op hen, die de innerlijke Johannes-religie belijden.
Gelijk dat voorheen geschiedde.
Reden waarom de Essener-broederschap de Universele Leer in het geheim beleed. Iedere opflikkering van een Innerlijke Religie werd en wordt nog in de kiem gesmoord, u weet dat.
Om deze Universele Waarheid verder te kunnen dragen moet de pelgrim zichzelf wennen aan een strikte geheimhouding. In deze tijd zal men de Gnosticus niet direct op de brandstapel brengen, maar er zijn veel geraffineerder middelen om de Kracht aan de Waarheid te ontstelen.
Methoden. die geïnspireerd worden door het raffinement van de Pisces-era, die alles verbrokkelt, zodat de grote lijn wegvalt en het onbegrip gaat heersen. Een werkwijze die door de religie van Petrus veelvuldig werd aangewend, toen de beschaafde wereld de brandstapels verbood.
Uit dit standpunt moet men ook de opkomst en de geheimhouding van de middeleeuwse broederschappen bezien. Ook in hun overleveringen komen de legenden van de "Zonen des Lichts" voor, heenwijzende naar de oorspronkelijke Goddelijke, helaas gevallen ziel.
In de middeleeuwen ontstond de alchemische leer, een nieuwe vorm van geheimhouding der Universele Waarheid, als gevolg op de haat der uiterlijke religieuzen.
Uit deze alchemie kwam naar voren: het getuigenis van de Alchemische Bruiloft van Christiaan Rozekruis.
Een boek bestemd voor hen, die door de woorden kunnen heenlezen. En de Fama Fraternitatis, een opwekking tot eenheid van alle innerlijk wetenden. Doch al deze uiterlijke manifestaties vallen weg zodra de mens de innerlijke Ziele-leer herkent en in al die verschijningsvormen de ene, grote machtige Waarheid ontdekt.
Dan is het niet belangrijk of men zich in de alchemie verbergt, dan wel in het Gnosticisme, in werkelijkheid zijn Gnosticisme en Alchemie gelijk: de verwisseling van ik-ziel en Goddelijke ziel staat centraal.
Deze Innerlijke Omzetting is de roep die Johannes, de ziener van Patmos, de mensheid overdroeg, die reeds terug te vinden is in de Essener-geschriften.
Want deze Johannes is de mens der Omwending, de mens die de Innerlijke Leer tegenover de uiterlijke leer stelt, en die altijd opstaat op het moment, waarop de verstening en de materie zich gaan toesluiten.
Daarom noemen wij Johannes, de apostel van de Aquarius-era, wij kunnen hem ook de apostel van de Apocalyps, het einde der tijden en het begin van een nieuwe Openbaring noemen. Hij is de ziener van een innerlijke Wereld, de ziener van de Universele innerlijke Waarheid, die slechts bekend wordt aan hen, die deel hebben aan deze intuïtieve, ziele-waarheid.
Aan het einde van een tijd komt er altijd een groep mensen naar voren, die de zo bestreden Waarheid zuiver en rein wil bewaren, om deze te kunnen verder dragen aan de komende generaties. Zulk een groep mensen gaat een hechter fundament smeden; zich aaneensluiten op een basis die de uiterlijke versteende religieuzen niet kennen. Dit fundament berust slechts op het ziele-weten.
Hij, die de Waarheid schouwt, kent, en liefheeft, bezit indirect een binding met allen, die deze Waarheid ook kennen. Deze mensen sluiten zich niet steeds aaneen binnen een uiterlijke beweging en zij worden niet gedwongen door uiterlijke wetten van de één of andere groepering, maar zij beschouwen zichzelf als minuscule vonkjes van de Waarheid en om deze Waarheid zo sterk mogelijk te bewaren voegen deze vonkjes zich tezamen.
Zonder onder een bepaalde naam gegroepeerd behoeven te zijn en zonder zich onder een bepaalde naam bekend te maken. In deze zin beschouwen wij de Kathaarse broederschap, en alle Gnostici der tijden, en zo beschouwen wij ook de Rozekruisers-alchemisten.
Zij allen beleden hun leer als een innerlijke staat-van-zijn, maar gaven aan hun idee een bepaalde aanduiding, om zich directer bij de mensheid bekend te maken, maar zij vormden geen beweging als zodanig, geen vast omlijnde groepering.
Gnostici, Rozekruisers en alchemisten bevonden en bevinden zich over geheel de wereld, heel dikwijls buiten de zich onder deze naam bekend makende bewegingen.
Want de Goddelijke ziel, het Atoom van het Godddelijke Universum, drààgt geen naam, de Lichtzoon of de Kinderen des Lichts, zoals Jezus zeide, bevinden zich overal, onverschillig hun ras, huidskleur en geboorteland.
Onverschillig onder welke uiterlijke bedekkende vorm hun Innerlijke Leer zich bekend maakt!
Zodra een geestelijke leider zijn volgelingen bindt aan de uiterlijke leringen, hen dwingt deze leer intellectueel te omvatten, hen slechts de "zaligheid" kan beloven wanneer zij de theorie verstaan, wijkt hij af van de Innerlijke Leer, die reeds in de pelgrim opgetekend staat en wacht op herontdekking.
Een pelgrim die terug wil keren tot de oerbron van de Waarheid, behoeft niets te leren, hij behoeft slechts iets te her-ontdekken. Daartoe moet hij de Waarheid in zichzelf opgraven, niet door leringen, maar door openbaringen.
De wereld is topzwaar geworden door de leringen, door de bedekkingen der Waarheid; aan het begin van deze Aquarius-era ziet men overal hoe de mens de bedekkingen gaat wegrukken, allereerst om zich heen, daarna ln zichzelf. Dat is de oorzaak van alle onrust in deze tijd: die tegenstelling tussen ontdekking en bedekking.
U ziet het in de politiek, in de maatschappij, in de wetenschap, de religie en de kunst. Enerzijds bedekt men angstvallig de eigen waarheid, uit angst, anderzijds schuwt men geen enkel middel om de bedekking weg te rukken, zonder de gevolgen te kunnen overzien.
Uit beide bewegingen staat de angst op: angst voor de leegte en de ontmaskerende waarheid, en angst voor de reacties op het her-ontdekken van die waarheid.
Onze pogingen om die aloude, zo bezoedelde Universele Waarheid in ere te herstellen mag dan een bedroevend zwakke poging zijn, in verleden en heden waren het altijd de kleine groeperingen, de wetende eenlingen die een begin moeten maken met de Waarheids-openbaring.
Op een scheidingslijn van twee tijds-perioden zullen het nooit de grote groeperingen zijn die de Universele Waarheid in bescherming kunnen nemen.
De eenling, het Individuum, zal deze Universele Waarheid over de scheidingslijn brengen, en in een andere era zullen zij deze Waarheid dan wederom op de eigen wijze gaan bespelen.
Uit het verleden komt de roep van deze Waarheid nooit door gigantische bewegingen tot de zoeker, maar altijd door de eenling, of de kleine, zeer besloten principiële groepering. Wij spreken u hierover omdat wij menen dat ook in deze groep de Ziele-rijkdom van het Individuum de enige mogelijkheid tot overleving van de Universele Waarheid geeft. Daarom binden wij u niet door uiterlijke wetten, u gaat uzelf binden, omdat u innerlijk de noodzaak gevoelt om deze Universele Waarheid bekend te maken op de universele wijze: door ziele-kennis, of de oorspronkelijke Godskennis, de Gnosis, door levenshouding te bewijzen.
Wij dragen u die Gnosis niet over, noch vindt u deze in de overleveringen uit het verleden, maar u vindt haar diepten in uw ziel.
De Gnostieke overleveringen zijn slechts herhalingen van een kern-waarheid: de omzetting van de ik-ziel in de Godsziel. De strijd tussen de Zoon des Lichts en de Zoon der duisternis, die hem het Licht ontstelen wil.
Alle overleveringen vertellen hetzelfde, er is geen filosofie, geen uitgebreide leer.
Wel, omdat die leer er niet IS, maar slechts door de mensen, die onwetend zijn, wordt gemaakt.
De Gnosticus bezit geen filosofie, geen interessante uiteenzettingen, hij vertelt intuïtief wat zijn ziele-herinnering hem voorspiegelt. Daar omheen bouwen napraters, uiterlijk religieuzen, schone filosofieën, valstrikken voor de onwetenden, misleidingen voor de zoekende.
In werkelijkheid is er slechts één kern: leer en leven smelten inéén tot de hervonden Waarheid van de Godsziel. U moet u daarom terug trekken uit die chaos van leringen, opvattingen, commentaren en bespiegelingen, u moet terug keren tot de eenvoud der éénheid, tot die vaste ondeelbare kern der Waarheid: het atoom der ziel. U daarmee verenigende, in de Stilte van het niet-zijn, zult u dit Atoom leren kennen, het doorgronden, en het zal zijn diepte aan u openbaren, als Wijsheid, als Kennis, als Gnosis, en als Waarheid.
Indien u dit ervaart, lacht u om de benamingen van al die uiterlijke groeperingen, maar u herkent achter iedere groep de ziele-Individuen, die getuigen uit hun ge-weten en hun Intuïtie.
De wereld kent massale groeperingen als massa-media, van een vermoedelijke waarheid, maar de ziel herkent het ziele-individu als getuige van de ondeelbare oorspronkelijke Universele Waarheid.
Achter en binnen elke groepering, onder welke naam hij zich ook aankondigt, bevinden zich de ziele-individuen die zonder tam-tam en uiterlijk vertoon de Weg verder gaan. Over de wereld zijn talrijke Rozekruisers verspreid, begiftigd met allerlei graden en onderscheidingen, maar er zijn heel weinig Rozekruisers-individuen, die het Rozekruisers-schap tot innerlijke standing maakten.
Zij zijn echter DE Universele Waarheids-belijders.
Hun naam is onbekend, behalve bij de Schepper hunner zielen. Voor hen buigen wij eerbiedig het hoofd, want hetgeen zij innerlijk hebben beleden, hield stand tot in het heden, en aan hen danken wij de eerste bevestiging der Waarheid. Daarna moet het Individuum zèlf handelen, in zelf-autoriteit, in her-ontdekking van de Waarheid.
En het zal snel genoeg blijken dat deze Waarheid geen leer is, geen filosofie, maar een levende ademhaling zonder welke de ziel zou sterven.
Heeft de pelgrim dit nog niet ontdekt dan gaat hij voort adem te halen uit de grove vibraties der materie.
en hij amuseert zichzelf met de filosofie, eventueel met een Gnostieke leer en gnostieke theorieën, met woordenzifterij en uiterlijk vertoon. Iedere serieuze pelgrim op zoek naar de innerlijke diepten van het ziele-atoom, zal ontdekken dat zijn leven zijn leer moet zijn, en zijn leer het eeuwige Leven in het Godsatoom. Deze harde school des levens schenkt hem uiterlijke leringen, harde levenslessen, opdat hij groeie en rijp worde om de innerlijke school van het ziele-leven te betreden.
Tussen het overgaan van uiterlijke naar innerlijke school des Leven ligt een grensoverschrijding, lN de pelgrim.
Het innerlijke wezen des mensen ontwaakt dan om de eigen lessen te aanvaarden. Die bestaan uit lichtflitsen, die het rijk der Waarheid belichten, opdat de ziel, via ge-weten uit de intuïtie leze!
Uw leraar, pelgrim, is geen mens, hij is allereerst het leven, en daarna, moedige pelgrim, is hij uw ge-weten, die u herinnert aan de eens bezeten Waarheid.
Het leven, de meedogenloze leraar, jaagt u naar binnen, in uzelf, het ge-weten jaagt de ziel wederom naar buiten, beladen met Wijsheid.
Dat is de offerande. Het naar buiten treden met de hervonden Schat en de tegenstander, die gilt van woede, niet vrezen! Want de Wijsheid, die alle verstand te boven gaat, beschermt, behoedt en omhult deze pelgrim.
Dit weten heiligt zijn daden, want dit Individuum eert zijn Oorspong, en de Schepper bewijst hem Zijn Liefde door blijvend in hem aanwezig te zijn.
Hij is de verborgen Kracht van deze bescheiden ootmoedige mens, waardoor zijn getuigenis der Waarheid, zuiver en lichtend wordt!
Want Waarheid, Reinheid en Liefde zijn gaven uit één Bron! Zij sieren hen die niets te maskeren hebben, want in de eenheid met de Bron vallen de demonen ter aarde, en slechts het Goddelijke Scheppingslied wordt gehoord!