"Het leven is een zuivere vlam en wij leven door een onzichtbare bron in ons binnenste."
Thomas Browne (Schots filosoof 18de eeuw)
Als we gaan overleggen over "wat het leven is", komen we geen stap verder, omdat het leven niet te grijpen is en men er nauwelijks rationeel over kan praten. Dat wat wij het leven noemen zijn slechts uiterlijkheden, die het leven zelf versieren.
Het leven, als de brug tussen twee eeuwigheden, is een film die wijzelf moeten regisseren en ieder van ons doet dat op zijn eigen wijze, behalve zij die deze levensfilm ongeïnteresseerd of verstikt door de details aan zich laten voorbijtrekken.
Alles is afhankelijk van onze levensinstelling.
Het leven behoort bij het individu en er zijn geen twee levens gelijk, zoals we weten.
Wat wel gelijk is, dat is de essentiële levensenergie, hoewel deze verschillend is in intensiteit. Wat we met deze levensenergie doen is uitsluitend onze eigen zaak, niemand kan daaraan iets veranderen.
We kunnen de levensenergie laten wegebben en we kunnen hem concentreren, we kunnen ons leven verfraaien dan wel verzieken.
We kunnen hier tegenin brengen: De omstandigheden zijn daarvoor verantwoordelijk. Maar elk filosofisch of esoterisch gericht mens weet dat WIJ de omstandigheden maken.
We kunnen ons nooit beklagen, omdat we b,v, bij onbegrijpende ouders terecht komen, wijzelf kozen - vanuit de andere zijde - die ouders. En wel onder druk van de som van ons ervaringsleven.
Wat we dan met die omstandigheden doen is uitsluitend een persoonlijke kwestie.
We kunnen dit al herkennen in de materiële omstandigheden: de ene mens kan van een dubbeltje een gulden maken en de andere heeft aan een gulden niet genoeg.
Het is ook hier de instelling die bepaalt hoe de omstandigheden er uit zullen zien. En die instelling is afhankelijk - citerende het woord boven deze lezing - van de onzichtbare bron in ons binnenste.
Het kunnen meebewegen met de omstandigheden, totdat deze een ontsnappingsmogelijkheid bieden, is een grote levenskunst.
Het herkennen van het juiste moment, hangt samen met intelligentie en de wens en de wil om te rijpen of te veranderen.
Als die wens niet aanwezig is, ontgaan ons alle mogelijkheden.
Er is géén mens die nooit een mogelijkheid kreeg om iets aan zijn leven te doen, het ligt er slechts aan of je die mogelijkheid herkent.
Het niet willen herkennen maakt ons laks en kieskeurig. Hier is kieskeurigheid een rem.
Kieskeurig kun je pas zijn wanneer je keuze hebt.
Het vrede hebben met de omstandigheden kan heel goed een excuus zijn om niets te doen. Hoevelen zijn er die gezapig op fluwelen stoelen discussiëren over wat ze allemaal MOETEN en KUNNEN doen, terwijl in hun leven niets verandert.
Het leven is een aaneenschakeling van veranderingen, de procesmatige groeiwijze, en zolang in ons leven dit niet gebeurt, staan we stil, leven we niet, maar existeren we en groeien we niet, maar kwijnen.
Die veranderingen behoeven niet uitsluitend uiterlijk te zijn, maar vooral innerlijk, waardoor weliswaar de uiterlijke situaties zich wijzigen.
Het is niet zo dat het leven ons in de VUT plaatst of ons pensioneert, het leven gaat door tot aan de laatste ademtocht, en de dooddoener "ik ben nu te oud" slaat slechts op rationeel-materialistische zaken.
Hoe intensiever we energie aan die onzichtbare krachtbron onttrekken, des te intensiever we met het leven bezig zijn.
Indien we die innerlijke krachtbron nooit aanboren, valt deze stil, wordt latent, en wij vegeteren verder. Daarvoor behoeven we in leeftijd niet oud te zijn, zelfs jonge mensen kennen dit verschijnsel.
Dat wat niet wordt gebruikt, kwijnt weg.
En dit is niet alleen een lichamelijk gegeven.
Als we nooit een beroep doen op onze zielekracht, zullen we in schokkende omstandigheden bemerken dat we nauwelijks innerlijke kracht bezitten.
Innerlijke kracht versterk je door deze dag in dag uit te belevendigen, dus: alleen te zijn met je diepste zelf en daarmee gesprekken voeren, dit zelf onderzoeken, leren kennen, en vooral acht slaan op diens wensen.
De mens leeft niet van brood alleen, is een uitdrukking die zijn waarheid bewijst als we met een schok onze eigen ledigheid herkennen.
Het leven, zoals Thomas Browne dit weergeeft, is weggelegd voor de intelligenten, de denkers en de onderzoekers; de anderen volgen het automatisme van de natuur, ALS ze dit al doen.
We leven in de eeuw van de psychologen en psychiaters, hetgeen aantoont dat we de verbintenis met de onzichtbare innerlijke bron hebben verloren en nu hulp zoeken bij de psychiater - degene die de psyche zou moeten kennen, wat natuurlijk een valse veronderstelling is.
Zolang de psychiater zelf de innerlijke onzichtbare bron niet kent, kan hij moeilijk iets van innerlijke kracht aan jou overdragen.
Dat wat hij de psyche noemt is nog altijd een grijpbare en tastbare materie die hij tracht te genezen.
Praten heeft geen zin indien het woord in een ledige ruimte valt.
De mens zoekt houvast en die houvast ligt altijd IN hem, alle houvasten buiten ons zullen blijken tijdelijk te zijn.
Hoogstens kan men zijn naaste helpen om diens onzichtbare bron op te delven, maar dan moet je wel in het bestaan van zulk een bron geloven, je moet hem zelf hebben om het bewijs daarvan naar buiten te brengen.
De wereld - vooral in het westen met zijn materialistische instelling - krioelt van de zoekers die geen steun vinden. Uitsluitend omdat de steunpilaren met weinigen zijn, want hoe rijper de zoeker wordt des te kritischer zal hij zijn en is dus niet meer toegankelijk voor frasen en schijn.
Iemand met een reddende levensinstelling kent geen angst, en legt alle moeilijkheden in het licht van zijn innerlijke bron. Dit klinkt misschien wel pathetisch, maar het is reëel: de meeste problematiek hangt nl. samen met relaties, verbintenissen, en geld.
Als je niet afhankelijk bent van je relatie, zul je er geen problemen mee hebben, als je je niet afhankelijk maakt van VEEL geld, zul je eveneens geen problemen hebben. Het kernpunt ligt altijd in de afhankelijkheid en de angst om dit houvast, of schijnbare houvast, los te laten.
Hetgeen een bewijs is dat je niets anders hebt dan die twijfelachtige steunpilaar. Dus ben je innerlijk ledig, in de slechte betekenis van het woord, want de geestelijke leegte, zoals de filosofie die kent, is de vol-ledigheid.
De reddende levensinstelling is dus een vol-ledig varen op een innerlijk kompas.
Dat leren we niet op school, noch op cursussen, we kunnen er hoogstens op attent worden gemaakt, want tenslotte blijft het leven nog de beste leraar, al luisteren de meesten hier ook gewoontegetrouw toe. Het is niet voor niets dat het overgrote deel der mensen lijdt aan een ziekmakende stress; die stress wordt ons van buitenaf opgelegd, maar wij, doordat we geen rustpunt kennen, reageren daarop, inplaats van de suggestie te negeren.
Wij zijn zo beangst dat we elke suggestie opnemen, er dan radeloos door worden of ons dermate laten beïnvloeden dat we ons ego volkomen verliezen, en dus een stuk wrakhout worden dat door elke golfbeweging heen en weer wordt gesmeten.
Als daarnaast nog een dreigement komt, zoals: "Als je dit niet doet, dan ......", zijn we helemaal verloren en worden we prooi voor elke sterkere persoonlijkheid.
Hebt u nooit bemerkt dat de hele maatschappij gefundeerd ligt in de suggestie van: "Als jullie dit niet doen of dat niet kopen, dan ......"
Onaantastbaar wordt je wanneer je reageert met: "Nou èn?"
Dat kun je alleen maar zeggen, in alle problemen en stress-gevende suggesties, als je een innerlijk houvast hebt.
Zolang je gewetensvol leeft zullen alle moeilijkheden zich oplossen.
Zolang je onafhankelijk blijft kan geen enkele relatie, noch enige financiën, dus je materiële existentie, je kwaad doen.
Als je vaart op een innerlijke bron zal die innerlijke bron je ook bescherming bieden, MITS je geen wetten, innerlijke wetten dus, overschrijdt. Houd je je aan spirituele wetten dan zal diezelfde wet je beschermen.
En wat is een spirituele wet?
De wet dat je dat wat je heilig is noch verraadt, noch profaneert.
Wat is je heilig? Je gezin, je relatie, je inkomsten?
Van die kant zullen er altijd onverwachte problemen komen, want het zijn tijdelijke situaties. Dat wat je sterkt, dat moet je heilig zijn, dat moet je beschermen tegen alle aanvallen.
Zoals een moeder haar kind kan beschermen, een sterk natuurinstinct, zo zal het individu zijn innerlijke bron beschermen, een spiritueel, ingeschapen gegeven.
U weet, dat wat aan de populariteit wordt blootgegeven, wordt ontkracht. Dus de mens moet bewaren, concentreren en beschermen, datgene waarop hij bouwt.
Waarop valt u terug als er moeilijkheden zijn?
Aan wie of aan wat grijpt u zich vast?
Welke suggestie gaat u plotseling volgen?
Hebt u nooit bemerkt dat er vanuit uw binnenste ook suggesties komen, zonder dat die er van buitenaf zijn ingebracht?
Het is een kwestie van luisteren zonder te worden afgeleid door de invloeden van buiten of de aangeleerde gewoonten. Ook hier is het een kwestie van afhankelijkheid, elke afhankelijkheid is een keten.
Wij zijn afhankelijk van een gezond milieu, u ziet wat de moderne vervuiling ons aandoet. Wij zijn afhankelijk van de maatschappij, allen weten in welk harnas de maatschappij ons dwingt.
Vandaar dat onafhankelijkheid kracht geeft en dat diezelfde onafhankelijkheid je dringt tot innerlijke groei.
Geestelijke onafhankelijkheid maakt je tot een zelfstandige denker waardoor zich geestelijke verten ontsluiten.
Geestelijke onafhankelijkheid wordt bevochten op jezelf, op je afhankelijke natuur, op je gewoonten, op je angsten.
Hoe onafhankelijker je wordt des te minder angsten, dus zwakke plekken voor de buitenwereld, je zult hebben.
Geestelijke onafhankelijkheid heeft niets met hardheid te maken, dit denken meestal de slaafsen, maar het heeft alles te maken met inzicht, inzicht in de wetten, inzicht in jezelf, en varen op een innerlijke kompas.
Zij, die doorlopend over liefde praten en hun naasten in de grond trappen, dat zijn de harden.
Het is een groot verschil of je emotioneel met de zwakken meehuilt, of over hen praat met een door tranen omfloerste stem, of dat je hen opzoekt in de krotten en hen daadwerkelijk helpt. Hiervoor moet je iets van jezelf wegschenken en zoiets kan alleen de onafhankelijke, omdat hij geen compromissen behoeft te sluiten met zijn superieuren, zijn relaties, zijn omstandigheden.
De onafhankelijke beslist, en daardoor weegt de verantwoordelijkheid zo zwaar, wat hij WEL en wat hij NIET doet.
Er is voor hem geen beletsel.
Het enige beletsel is zijn instelling, of hij wil of niet.
De afhankelijken worden dikwijls beschermd, dan wel vertrapt door hun superieuren, maar de onafhankelijke gaat zich in omstandigheden bewegen waarvoor hijzelf kiest, en waarin hij dus bewust kan worden getrapt of vernederd.
Dat is zijn keuze.
Een Prometheuskeuze: licht halen en weten dat je aan de rots wordt geketend en je lever, je leven, zal worden uitgepikt.
Het is niet de gedwongen keuze van hen die zich LATEN pikken zonder dat zij licht gehaald hebben.
Dat is het onderscheid; de bewuste keuze met de verwachte risico's en geen angst om die risico's aan te gaan. Een verantwoorde keuze omdat hij verbonden is met een opdracht.
Het is altijd verrassend om te zien dat zoveel mensen zich LATEN sturen als er een financiële verbetering mee verbonden is, maar dat ze NOOIT uit zichzelf gaan als er b.v. spirituele omstandigheden mee gemoeid zijn.
Het is de existentie-angst die hen verlamt.
Zolang zal er bij hen nog geen sprake zijn van geestelijke, noch lichamelijke onafhankelijkheid.
Zolang iemand anders ons kan dwingen iets te doen wat we in ons hart verafschuwen zijn we een speelbal, en kun je nooit spreken van een geestelijke, onafhankelijke, of reddende levensinstelling.
Hoe ver gaan we in ons compromis?
Dat is een essentiële vraag. Er zijn compromissen die ons innerlijke zelf aantasten en hierbij gaan we dus over de schreef, we negeren een spirituele wet.
Hoe vaak verraden we onze persoonlijkheid, d.w.z. onze eigen, zeer hoog aangeprezen, levensinstelling terwille van omstandigheden, relaties, of geld?
We denken dikwijls dat we ongestraft compromissen kunnen sluiten, omdat we, misschien tot aan dat ogenblik, niets ernstigs ervan hebben ondervonden.
Maar dat is schijn. Er komt ALTIJD een moment waarop we ontdekken zullen dat we innerlijk zijn verzwakt of verslapt.
Het meest te vrezen is de instelling waarbij we gaan accepteren dat we verzwakt of verslapt zijn. Dit is dan ons "halt".
Wat we ook zullen doen, vanaf dat punt zullen we dan niet verder rijpen of ontwikkelen.
We zeggen dan zo ernstig: het bewustzijn gaat niet verder.
Is bewustzijn vaak niet afhankelijk van onze inzet, en onze wil en ook onze wens?
Het niet meer wensen is een vorm van verzwakking en verslapping. In het aardse leven wenst de levensmoede en totaal opgeleefde mens niets meer, hij wacht op de dood.
Wel, spiritueel gezien is het zo, dat als we eindeloos compromissen sluiten, de wens-energie wegvalt en deze situatie maakt ons geestelijk dood. Dan kun je zeggen hij of zij kan niet verder. Niet omdat hem die mogelijkheid zou hebben ontbroken, maar omdat hij vrijwel alle mogelijkheden negeerde en voorrang gaf aan ANDERE keuzen: relaties, omstandigheden, financiën.
Je kunt compromissen sluiten MITS de essentie, dus je leven, niet wordt aangetast.
Het gaat niet om de omstandigheden, maar of je in die opgelegde omstandigheden nog je innerlijke leven kunt leiden.
Dat is de vraag. Je innerlijke leven is altijd je kompas, je redding.
Als de opgelegde omstandigheden dus vrijwel zeker je innerlijke leven kunnen aantasten, moet je weigeren, wat dit ook meebrengt.
Ben je onafhankelijk dan zul je in ALLE omstandigheden je innerlijke kompas kunnen volgen, maar dit is de instelling van de sterken.
Wij worden maar al te dikwijls geleefd DOOR de omstandigheden, inplaats van andersom. Wij worden helaas te vaak geleefd DOOR de relatie inplaats dat die relatie ons leven verrijkt.
En wij worden, erger nog, geleefd door de financiële druk, inplaats dat de financiën ons leven vergemakkelijken, zodat er MEER mogelijkheden komen onze innerlijke wensen te vervullen,
En met die wensen bedoel ik natuurlijk: spirituele mogelijkheden, naastendienst, inkeer, rijping.
Een mens die zich zorgen maakt over zijn dagelijkse behoeften kan hierdoor zo worden geabsorbeerd, dat hem geen ruimte overblijft voor iets anders
Hieruit komt het welbekende feit voort dat geestelijke zoekers voortkomen uit de middenstand en daarboven, vrijwel nooit uit de levensbehoeftigen.
De werkelijk spirituele mens zal nooit levensbehoeftig worden, maar dit is een inzicht voor de innerlijk sterken. Indien we betere, materiële omstandigheden krijgen, wat gaan we dan doen?
Wat gaan we vergroten, de materiële of de spirituele zaken.
Op zulk een moment kan dikwijls de beslissing vallen.
Willen we dan materiële tekortkomingen inhalen of zeggen we: NU kan ik eindelijk dingen onderzoeken, die ik heb verwaarloosd?
Op zulk een moment kan de levensinstelling voor onszelf "reddend" worden, in spiritueel opzicht.
Laten we dus deze gegeven mogelijkheid liggen of grijpen we hem met beide handen aan?
Maken we onszelf hier onafhankelijker of duiken we nog dieper de materie in?
Ook dit is individueel en afhankelijk van onze innerlijke bron.
Je kunt jezelf de vraag stellen: Wat is genoeg?
Onze innerlijke kwaliteit is dikwijls mede af te lezen aan onze materiële behoeften.
Hetzelfde zie je in spiritueel opzicht: er zijn mensen die zich blijven vullen met leringen en lezingen, ze hebben nooit genoeg en er zijn mensen die zeggen: dat wat ik heb bouw ik uit.
Maar dan moet je wel iets levends bezitten, iets dat uit te bouwen is. Ook hier is het nooit de kwantiteit, maar altijd de kwaliteit die de doorslag geeft.
Dat wat onbeweeglijk wordt bewaard vermeerdert zich niet, dat doet alleen geld op de bank.
En dat is een tegennatuurlijke en a-spirituele methode.
Vandaar dat het aanleiding wordt tot criminaliteit.
Dat wat beweegt schenkt redding, vreugde, leven, vooruitgang en inzicht. Een innerlijke krachtbron moet worden gebruikt voor het doel waarvoor hij is: leven, onafhankelijk, wijs, onbeangst leven.
Als iedereen deze instelling zou gaan bezitten zouden er heel wat maatschappelijke instellingen en multinationals in elkaar storten.
Nou èn?
Onze angst maakt ons tot slaaf, spiritueel en materieel.
Onze onafhankelijkheid zou de wortels van ons bestaan doen aantasten en dus een ommekeer bewerken.
Is dit niet wat we - met onze mond - zeggen te willen?
Zoek daarom die innerlijke, verborgen bron, en belevendig hem en stoor je niet aan wat anderen zeggen, want ieder spreekt voor zichzelf. Het enige dat echt van onszelf is, is onze ziel, ons lichaam en die innerlijke bron.
Doe er dan wat mee, want al het andere is tijdelijk en laat ons achter op de ruïnen van onze idealen en onze veronderstellingen.
Wees reëel en bouw met hetgeen je bezit en ontdek je onmetelijke rijkdom.