474 - de kretologieën der ledigen

"Als de sterke stem ergens voor zou dienen, zou de ezel paleizen bouwen." 

Libanees 

In een tijd waarin iedereen wordt geleerd zijn stem te verheffen, verzinken de zwijgzamen in oceanen van kreten, die als vloedgolven over hen heen storten.

Het protest wint terrein, de acceptatie verliest grond. 

Dat is begrijpelijk na eeuwen van slikken zonder zich te verheffen, van eeuwen van gebogen knieën - in alle opzicht - schreeuwt men nu het aangedane onrecht ten hemel. 

Dat moet ook spiritueel zijn consequenties en zijn neerslag hebben. 

De Oosterse filosofieën zijn "in", maar er wordt vergeten dat wij de duldzaamheid en de acceptatie die juist in het Oosten zo verheven werden, positief en absoluut verwierpen. 

Het vereren en aanbidden van religieuze autoriteiten is het Westen opgebroken, hoewel een groot deel van de westerse bevolking dezelfde autoriteiten-verering nu zoekt in het Oosten.  

Niettemin gaat het om de innerlijke balans tussen protest en acceptatie; extremer gesteld: tussen slaafsheid en vrijheid.  

Het protest is een impulsieve demonstratie van vrijheid, maar wel van een onbegrepen vrijheid, want protesteren geeft tegengas, en dit verscherpt een bepaalde situatie.  

Alle autorijders weten dat je in een slip moet ontkoppelen, nooit remmen. Remmen is als het tegen de haren instrijken; en dat irriteert de fijne zenuwen.  

Kreten worden dan ook slechts geliefd door degenen die ze uiten, niet door hen die ze aanhoren. 

Door schreeuwen overstem je je eigen basisloosheid; stemverheffing is dan ook altijd een teken van innerlijke onzekerheid, het gevoel te gaan verliezen.  

Niet voor niets is in sommige sekten de stemverheffing verboden, hetgeen gelijk staat aan het zich opleggen van beheersing, de schijn van innerlijke discipline en zekerheid ophouden.  

Hetgeen altijd falikant eindigt, indien de betrokkene innerlijk onzeker is.  

Iedereen weet dat de stem getuigt van de staat van organisme en ziel. Maar het aaneenrijgen van kreten, zoals dat in protestdemonstratie dikwijls gebeurt, is als het bedekken van iets dat men niet geheel begrijpt. 

Hoe vaak bemerk je niet dat achter de kreten ledigheid, onkunde, onbegrip en onjuiste informatie schuil gaan? 

Kreten kun je overnemen, imiteren; kunde moet je je eigen maken. 

En kundigheid is iets waaraan onze tijd, of de moderne mens maar al te dikwijls mank gaat, omdat hij zich de tijd niet gunt zich de kunde eigen te maken. 

Slechts de ongeduldige of oppervlakkige mens neemt genoegen met kreten.  De kreet imponeert echter alleen de onwetende. 

Vandaar dat in de spiritualiteit kreten taboe zijn.  

Niettemin trachten de ongeduldigen hun medemensen ook met spirituele kreten te imponeren. De schijn ophouden is zowel sociaal als spiritueel een geliefde bezigheid. 

Niemand wil ledig lijken; en kreten, terminologieÎn, die men zelf niet begrijpt, geven een schijn van kennis.  

De letter en het woord zijn wapens die als verdediging kunnen worden gebruikt, maar de goede en kundige tegenpartij zal deze  direct ontmantelen. 

Kenmerkend is heden de overvloed aan esoterische literatuur, geschriften die oppervlakkige, vaak halve waarheden doorgeven, waarmede de onwetenden zichzelf een aureool aanmeten. 

Men zegt wel eens dat de huidige interesse voor spiritualiteit enorm is, vergeleken bij een tiental jaren geleden; maar het is een honger naar kennis. 

Kennis is momenteel de sleutel tot het geaccepteerd worden in bepaalde kringen; de interesse-onderwerpen zijn veranderd, esoterie is "in", als een bijverschijnsel van b.v. de alternatieve geneeskunde, die weer bloeit op de kwalijke praktijken in de klassieke geneeskunde. 

De klassieke esoterie werd de bodem voor de hang naar Oosterse en occulte fenomenen.  De klassieke religies stelden teleur, de klassieke esoterie bleef onpraktisch, de klassieke geneeskunde volgde een gevaarlijk spoor; en zo zijn we beland in de algemene vraag naar het onderzoek.  

Het onderzoek is de diepte, de informatie is de breedte. 

Het ene kan niet zonder het andere. 

We hebben God in de breedte leren kennen en nu worden we gedwongen de diepte te peilen, of in het diepe te springen. 

En dat kunnen we niet, zo blijkt het, want we hebben nooit wat aan praktische spiritualiteit gedaan, zoals protesterenden zelden iets afweten van de reële feiten.  

Niettemin dringen de omstandigheden ons naar het diepe, op alle gebied, sociaal, spiritueel, lichamelijk, geneeskundig. 

De tijd houdt slechts rekening met zijn eigen ritme en de tijd, onze momentele leefperiode, de veel genoemde Aquariustijd, is een episode waarin de mens zich ontfermt over de z.g. ontheemden, de ontaarden en de verlorenen, hoewel een groot deel van de huidige mensheid niet weet wat je met die verlorenen moet doen. 

Wat is de praktijk van het verzorgen, het opvangen, het herstellen? 

Wie kan de medemens opvangen of geestelijk herstellen als hijzelf niets anders kent dan kreten? Als hij het woord God kan spellen, maar inhoudelijk daarvoor geen invulling heeft? 

Is dat niet het euvel van talloze sekten, religies en groeperingen? 

De kreten kennen van de leider, de kreten kennen van de leringen, maar inhoudelijk het woord niet bezitten.  

Het is het risico van aanleren: het van buiten leren, hersentraining volgen, maar geen contact bezitten via het hart. Je kunt de kreten aanhoren, je kunt de artikelen lezen, je kunt T.V.-documentaires aanzien, maar het blijft buiten je staan. 

De mantram-meditatie heeft hier een remedie tegen: zij suggereert het je in. 

Dat is magie en dus heeft het met voorprogrammeren te maken.  

Wij zijn allen meer of minder voorgeprogrammeerd door bepaalde culturele gebruiken b.v. en het is vaak moeilijk een grens te trekken tussen het ware zijn en het geprogrammeerd zijn. 

Wie ben je? 

Waar ligt de werkelijke wens? 

Wat komt werkelijk uit jezelf voort, uit je eigen bewuste zijn? 

En wat werd je ingesuggereerd? 

Wie moet zo nodig spiritueel, of een gezondheidsfreak zijn? 

In hoeverre heb je daar behoefte aan? 

Indien de behoefte je onderwijst, zullen leven en leer een eenheid vormen, zo niet, dan zul je een afgrond tussen beide herkennen. 

Hoe kan een voedseldeskundige of een alternatieve genezer b.v. een alcoholicus en een fanatiek roker zijn? 

Hoe kan een spiritueel mens onafgebroken streven naar materieel bezit? Hoe kan een esotericus zich laten deprimeren door uiterlijke omstandigheden? 

Datgene waarover we spreken, datgene waartegen we protesteren is geen deel van ons; we spreken om het spreken en protesteren omwille van het protest.  

Wie aan lijf en ziel niet datgene waarover hij spreekt, of waartegen hij protesteert heeft ervaren, weet niet wat hij beoogt. 

En zolang je het niet ervaren hebt, krijg je innerlijk geen deel aan hetgeen je zegt.  

Als je nog niet weet wat magische manipulaties zijn, laat je je daardoor inpakken; als je de pijn van de innerlijke slavernij niet hebt ervaren, word je graag weer slaaf.  

Heb je de vrijheid geproefd, of de zegenende pijn van de innerlijke groei gesmaakt, dan laat je je nooit meer ketenen. 

Maar ook die vrijheid kan een keten worden: de angst voor de gebondenheid is de zwakte van de bevrijde. 

Het betekent dat hij geen eigen grond heeft, geen innerlijke basis waarop hij bouwt, die hem zekerheid geeft, en hem afdoende beschermt tegen de heersers, die slaven zoeken. 

De felst schreeuwenden zijn dikwijls de sterkst gebondenen. 

En de felst van zich at trappenden zijn de meest angstigen. 

Innerlijke autoriteit heeft noch verheffing van stem, noch uiterlijke kentekenen nodig.  

Een waarachtig mens., onverschillig of hij materieel dan wel  spiritueel is ingesteld, bezit een zekere voornaamheid, een innerlijke waardigheid, zo dicht liggend bij waarachtigheid. 

De voorname mens schreeuwt nooit, hij schept afstand; de innerlijk voorname mens staat sterk, en zal protesteren door het niet-doen. 

Het weigeren idiote denkbeelden op te volgen, het weigeren zichzelf belachelijk te maken.  

Maar ook het weigeren zich te verschuilen achter terminologieën, die hij noch kent noch voorstaat. 

De wijze durft zeggen dat hij het niet weet; de waardige kan schuld erkennen zonder daardoor minder te worden. 

Slechts de domme. onervaren mens veronderstelt dat zijn medemens alles behoort te weten. 

De cypres vormt ringen tot aan zijn dood; de mens leert tot aan zijn laatste ademtocht. Dit beseffen is je eigen ontoereikendheid erkennen, wat je ook doet, waar je ook staat. 

Elke dominee of pastoor zal blozen als hij bekennen moet: "ik ken God niet", maar iedere waarachtige mens bemerkt dat een preek  niets behoeft te zeggen van het Godsbesef van de prediker. 

God of de Oerbron leer je kennen via het leven en niet op de universiteit; noch via oefeningen in een sekte.  

De Oerbron verbergt zich in Zijn schepping en in de wisselwerking tussen schepsels onderling. Die schepsels kunnen esoterisch, gelovig, materialistisch of atheïst zijn, de kwaliteit van de wisselwerking bepaalt de aanwezige godsverbondenheid. 

Het is toch van oudsher de kwaliteit die bepalend is, nooit de kwantiteit, al laten we ons maar al te vaak door kwantiteit imponeren? 

Die menselijke zwakte, geboren uit innerlijke onwetendheid, d.w.z. innerlijke ontoereikendheid is de oorzaak van de minimale kwaliteit binnen alle soorten groeperingen.  

Dit gebrek aan kwaliteit resulteert in een doorlopend falen van goedbedoelende groepen, en mensen.  

De kwaliteit bewijst zich altijd in noodsituaties, waarin het kaf van het koren wordt gescheiden; het overblijvende koren is dan zo weinig dat de doelstellingen niet bereikt kunnen worden. 

De noodsituatie is de test zowel voor een groep als voor de eenling.  

Niets en niemand ontkomen aan het toetsen, maar veel protesterenden weigeren de toets. Dat is het kenmerk van een loos protest: weigeren een realiteit te accepteren. 

De conservatieve esoterici protesteren tegen de profanering van de oude waarden, zo trouwhartig door hen beschermd, maar zij weigeren eveneens de realiteit van een totale omwending te accepteren, waarbij foutieve kristallisaties omver worden geworpen.  

Het is dikwijls pijnlijk iets af te geven waaraan men zich heeft gewend, waaraan we ons vastklampten en dat we niet als fout of waardeloos willen accepteren, uitsluitend omdat dit pijn doet. Maar alles waaraan we ons uiterlijk hebben vastgeklampt, alles wat onszelf moest stofferen, kan wegglijden indien we innerlijk houvast hebben. 

Een innerlijke waarde kan nooit weggenomen worden, indien we daar zelf deel aan hebben. 

Zoals eens gezegd, je met iets vereenzelvigen is totaal iets anders als het iets WORDEN. 

Je vereenzelvigt je met een leer, een groep, een gebruik, maar de leer WORDEN is totaal iets anders. 

Dat betekent zekerheid, veiligheid, onbevreesdheid. 

Je bent bang iets te verliezen als je ergens niet zeker van bent; ik ben bang iets te doen als ik mezelf niet zeker voel. 

Een mens kan een heleboel ervaringen afhouden uit angst, maar ook uit tegenzin. Als je ergens tegen protesteert, al schreeuwend en kabaal makend, ben je meestal bang. 

Geestelijke angsten kunnen natuurlijk uit ervaringen voortkomen; en het nog niet voldoende kracht hebben tegen zulk een ervaring.  

Maar ook weerzin kan uit ervaring ontstaan; tegen een intuïtieve weerzin moet niemand zich verzetten, zoiets moet je accepteren.  

Het ge-weten en de intuïtie kunnen waarschuwen, waardoor weerzin kan ontstaan. 

Een esoterisch mens zal weerzin hebben tegen oppervlakkigheid; maar ook tegen banaliteit; of tegen ontheiliging. 

Ontheiliging van de waardevolle dingen in het leven; ontheiliging van het levende; ontheiliging van medeschepsels. Voor de oppervlakkige protesteerders of de fanatieke aanvallers is niets heilig, het woord: heilig, past hen niet. 

Heilig is heel en heel is alomvattend. 

Een esoterisch mens die de exoterie niet kent is niet heel; zomin als de exoterische mens die de esoterie afwijst niet heel kan zijn. 

Een volwaardig mens wijst het ten dele zijn af, omdat hierdoor de volmaaktheid nooit wordt ontdekt, noch bereikt. Als je ten dele ergens van overtuigd bent kun je nooit je overtuiging verdedigen. 

De hausse in esoterie zoals we die heden zien, is slechts ten dele, het gaat om de termen, de fenomenen, de etiketten. 

Wij zijn, helaas, vrijwel altijd ten dele, dat bewijst ons leven en hierdoor bereiken we nooit hetgene dat we bereiken willen. 

Die verdeeldheid kan geharmoniseerd worden indien het zwakke zich overgeeft aan het sterke, maar ook omgekeerd. 

Want het zwakke heeft zijn eigen kracht.  

Dat vergeten we vrijwel altijd. We denken zeer eenzijdig, dus ten dele, als we menen dat het zwakke moet worden uitgeroeid.  

Wat is zwak? 

De mens die huilt? 

Degene die zegt: ik kan niet of ik weet het niet? 

Deze instelling kan veel kracht overdragen. 

De eenzijdig sterke is bang voor zijn zwakke zijde, omdat hij de kracht van de zwakte niet kent. Vrijwel alle kretologieën zijn eenzijdig, vandaar dat zij weerstand oproepen. 

De sterkte wordt vereerd, de zwakte genegeerd.  

En die negatie is het etiket van onze onwetendheid, onze ledigheid, ons onbegrip met betrekking tot de harmonie of de volheid. 

Het volledige zijn, houdt zowel het ledige als de volheid in, nietwaar? 

Vaak lijkt de spiritualiteit de zwakte en het materialisme de sterkte, terwijl het in werkelijkheid andersom is.  

Maar de onwetende beseft dit niet, omdat hij beide niet in bezit heeft. 

In dit opzicht kan ook de esotericus een onwetende zijn, vol van protest tegen het materialisme, zijn heil zoekend in ontaarding. 

Maar de opgave voor allen is: eerst aarden, dan ten hemel varen.  

Een andere mogelijkheid kregen we niet.  

Moge ons dit ter lering strekken.

1970 - 2024, copyright Henk en Mia Leene