"De boogschutter is een beeltenis van de wijze; wanneer hij de roos van de schietschijf heeft gemist, wijt hij dat aan zichzelf."
Chinees
Verantwoordelijkheid hangt samen met rede; iets kunnen verantwoorden moet kunnen worden gemotiveerd; een ongemotiveerd of een oppervlakkig mens kent geen verantwoordelijkheden.
Wij dragen graag en vanzelfsprekend een verantwoordelijkheid voor dingen of daden die we kunnen motiveren, of die we liefhebben.
Liefde is een motivatie, maar haat ook.
Groeien naar verantwoordelijkheden betekent tevens zichzelf verdiepen, gronden voor het bestaan vinden en/of beter gemotiveerd worden voor bepaalde dingen.
Er zijn maar weinig mensen die verantwoordelijkheid durven dragen, eenvoudig omdat ze geen enkele motivatie voor bepaalde taken zien.
In de spiritualiteit is verantwoordelijkheidsgevoel nog zeldzamer, omdat spiritualiteit te maken heeft met abstractie, hoge normen, wijsheid.
De verantwoordelijke persoon krijgt altijd de rekening gepresenteerd; hij moet zich kunnen verdedigen ofwel rekenschap afleggen. Hij, die verantwoordelijkheid durft te nemen, beschouwt de te verantwoorde taken als zijn bezit, zijn erfgoed, zijn verantwoording.
Verantwoordelijkheid behoort aldus bij serieuze, sterke persoonlijkheden, ofwel bij wijzen. Alle anderen schuiven de verantwoording af.
Het beste wat een mens in het leven kan overkomen is dat hij SAMEN met medemensen een verantwoording draagt, die hij bewust op zich neemt. Hierdoor worden lasten en lusten verdeeld.
Hetgeen een intense binding schept.
Elk volk, zowel de gehele mensheid als collectief, dragen de verantwoording voor de door hen gekozen leiders.
Daarom zegt men: elk volk krijgt de leiding die het verdient.
Zij dragen hun verantwoording over aan hun leiders.
Die daar dan rekenschap van aflegen. Of niet.
Verantwoording uit handen geven betekent wederzijds vertrouwen; een vertrouwen dat nooit te licht mag worden gekoesterd, want verantwoordelijkheden bepalen de geschiedenis van de mensheid.
De verantwoordelijke mens, mits de verhoudingen gezond zijn, kan beslissingen nemen. Verantwoordelijkheid behoort bij spiritualiteit.
Niet bij dogmatisme.
In wezen, zou iedere mens de verantwoording voor zijn reilen en zeilen moeten dragen. Ook zou hij, indien nodig, medeverantwoordelijkheid moeten durven dragen.
Het leven en de natuur houden geen rekening met het wel of niet aandurven van verantwoordingen, zij presenteren de rekening altijd aan de desbetreffende. Of hij betalen wil of niet.
In de maatschappij en de religieuze- dan wel sociale groeperingen ziet dat er - helaas - anders uit.
Dat bewijst dat er iets mis is met een basiswet, een natuur- en een geestelijke wet. Men wil dikwijls de eer van de verantwoording, maar niet het risico van de mogelijke blaren.
Verantwoording en macht gaan namelijk altijd samen.
Stilte en verantwoordelijkheid gaan ook dikwijls samen.
De protserige figuren gaan veelal uit de weg voor verantwoordelijkheid, de zwijgende figuren nemen vanzelfsprekend de verantwoording.
De zwaarste verantwoordelijkheden worden dikwijls in stilte gedragen; zoals de beste daden dikwijls in stilte worden verricht.
De grootste gebeurtenissen kunnen plaatsvinden in onze stilste uren; de beste beslissingen worden genomen na een moment van bezinning.
In spirituele groepen ligt die verantwoordelijkheid bij de leider of de meester; soms bij nog enkele vertrouwden, die dan bereid zijn mede de risico's te nemen. Die dan ook bereid zijn mede de klappen, de modder die elke leidersfiguur ten deel valt, te incasseren.
Is de mens een zelfstandig individu dan krijgt hij hetzelfde te verdragen als de z.g. leidersfiguren.
Hij, die zijn leven in de hand neemt, het werkelijk zelfstandig bestuurt is als een leidersfiguur, een opvallende persoonlijkheid, en dus krijgt hij de risico's van zijn verantwoordelijkheid te dragen.
Daarom zijn de serieuze, sterke, individuele mensen zo zeldzaam.
Door gebrek aan inzicht en diepte falen zovele in machtsposities, ook in de spiritualiteit en ook in het dagelijkse leven.
Wij dragen - met z'n allen als mensheid - de verantwoording voor het grote gebeuren in heel de wereld, wat we daar ook tegenin willen brengen.
Dat de democratie faalt, dat de haat en nijd hoogtij vieren, dat het milieu wordt verpest en de aarde uitgebuit, is ons aller verantwoordelijkheid, indirect bezien.
We kunnen ons niet verschuilen achter onze leiders, want wij belastten hen met de verantwoordelijkheid; we kunnen ons niet verschuilen achter een systeem, want elk systeem groeit aan de hand van de individuen.
Dat iets of iemand kansen krijgt gebeurt doordat er een mogelijkheid geschapen werd. Innerlijke kracht en innerlijke adeldom maken de mens zelfbewust, maar ook verantwoordelijk. Een ernstig mens erkent zijn eventuele schuld; of zijn medeplichtigheid.
Dat komt duidelijk uit in het geciteerde woord: "De boogschutter wijt het missen van de roos aan zichzelf."
Nooit is de schietschijf schuld.
Nooit is een domme massa, die dient als schietschijf, schuld van het falen, dat zijn altijd de individuen die de massa besturen.
Maar een edele massa kiest een edel individu.
Een goede boogschutter kiest een schietschijf van volwaardig materiaal. Een massa kan men manipuleren, schietschijven kan men verplaatsen.
Religieuze leiders die niets meer doen dan richting aangeven, kan men vervangen door een stuk hout of door een boek.
Een boek neemt geen verantwoordelijkheid, noch de richting-aanwijzer; degene die ze plaatste of schreef draagt de verantwoording.
Massa's bezitten een collectief bewustzijn dat wordt bepaald door het recht van de sterkste. Bewustzijn wordt gevormd door een magnetische veld, en de sterkste magnetische velden in natuur en geest, in maatschappij of volk, bepalen de richtlijnen.
Een collectief bewustzijn draagt het stempel van het veld dat heerst.
Dat is in kleine groepen zo, maar ook bij de mensheid als geheel.
Dat is in een gezin bepalend, maar ook in een systeem.
Het sterke magnetische veld slokt het zwakkere op.
De sterke mens overheerst de zwakke.
De sterke mens - indien werkelijk edel - neemt de verantwoordelijkheid op zich.
Hier is de motivatie natuurlijk mede bepalend.
Sterk kan men zijn zonder te spreken; de diepte bepaalt onze kracht en macht. In hoeverre kan men medebewegen en toch individueel blijven.
Kracht is beheersing; macht is de grens weten tussen spreken en zwijgen. Zijn eigen grenzen kennen maakt van de mens een sterke persoonlijkheid.
Die kracht uitbouwen door het nemen van risico's.
Het springen over een afgrond, het doen van een stap in vertrouwen en innerlijke zekerheid. Zonder die zekerheid faalt men altijd.
De innerlijke zekerheid groeit binnen de stilte.
De stilte van het zelfonderzoek, maar ook de stilte van de verbintenis met de Schepper.
Zelfonderzoek zonder Schepper is psycho-analyse, met de Schepper is het inventarisatie, waarna de koers wordt bepaald.
Psycho-analyse kent het risico van een totale ineenstorting van de betrokkene, met de Schepper als mede-aanwezige is dit risico uitgesloten.
Een massa kent geen zelfonderzoek, noch diepte, noch inzicht; de massa richt zich naar degenen die haar leiden; verschuilt zich daarachter.
Doen we dat in ons eigen leven ook?
Onze levenskeuze en levensinstelling bepalen of we verantwoordelijkheid durven nemen. De verantwoordelijkheden die we durven nemen bepalen wie we zijn.
Innerlijke onzekerheid belet ons onze koers te bepalen; belet ons innerlijk te groeien, kortom: ontneemt ons het individuele zijn.
Zo staan we dan nog in het "hebben", maar vergeten te "zijn", of wìllen niet zijn.
Kan een leven bestaan uit louter hebben zonder te zijn?
Weten we niet dat elke vorm van hebben verantwoordelijkheden mede brengt?
Nee, dat weten we niet, anders zouden we minder willen hebben.
De natuurwet kent tijden van stilte en tijden van uitbundigheid.
Maar alles begint met stilte.
Het zaad bereid zich in de aarde in stilte voor.
Die stilte vormt de wortels waaruit alles voortkomt.
Een collectief bewustzijn ligt altijd laag, kent weinig verantwoordelijkheidsbesef, omdat het collectief geen wortels heeft, doordat een massa geen stilten, geen bezinningen kent.
Vergeet nooit dat een stilte of een zwijgen, niet wordt bepaald door afwezigheid van geluid, de stilte van de natuur heeft vele geluiden en toch genieten we daar de rust voor de ziel en de zinnen.
Het wortelen bepaalt de sterkte en de duurzaamheid van de plant.
Onze wortels bepalen wat we worden, en de grond waarin we wortelen bepaalt onze volkomenheid in onze soort.
In welke grond wortelen wij?
Niet in welke landsgrond, maar in welke geestelijke grond?
Niet in welk dogma, in welke organisatie, maar in welke innerlijke, individueel spirituele grond?
De stilte bepaalt de groei, en dus de ontwikkeling.
Onze stilten doen ons uitgroeien tot volwaardige mensen, volwaardige mensen wijzen nooit verantwoordelijkheden af.
Men kan nooit een andermans verantwoordelijkheid overnemen, men kan wel een gezamenlijke verantwoordelijkheid dragen.
Onrustige, onzekere mensen zijn als stromend water of een flakkerend vuur of voortgejaagde luchten, niets en niemand kan zich daarin weerkaatsen.
In jouw innerlijke rust vinden anderen een rustplaats.
Rustplaatsen zijn tijdelijke adempauzen, bezinningen zijn tijdelijke oasen, die echter onontbeerlijk zijn op onze levenreis.
Tussen twee adempauzen of oasen liggen de verantwoordelijkheden voor de reis. En welk mens is niet op reis?
Zijn we niet allen gedropt in deze levenswoestijn, en moeten we niet allen zien, dat we thuiskomen?
Wie zich verschuilt in een toevallig voorbijkomende karavaan deelt daarmede vreugde en leed van die karavaan.
Wie een rustplaats biedt aan anderen is als de leider van een karavaan, hij krijgt verantwoording, hij behoort bepaalde gaven en kennis te bezitten.
Hij, die dus innerlijke rust bezit waarin anderen een rustplaats vinden, zal wel beseffen dat hij verantwoordingen neemt, en deze behoort hij in adeldom te dragen.
Leggen allen, die zulk een rustplaats bieden verantwoording af voor hun ge-weten, of hun Schepper?
Niet de medemens kan hen rekenschap vragen, zeker niet degenen die zelf een rustplaats zoeken, of degenen die totaal geen oase bezitten, maar de Schepper - of zijn ge-weten - is zijn biechtvader en zijn kastijder.
Ware wijsheid gaat op kousevoeten, innerlijke adeldom gaat op kousevoeten, schijn-adeldom en schijn-wijsheid komen op klompen, begeleid door fanfare.
Een bloem, die zich openvouwt maakt geen gerucht.
Innerlijk geluk kent geen lawaai, nietwaar?
De lotus ontwikkelt zich uit de modder van de Nijl en laat zich door zijn stroom niet van haar bloei afhouden.
Zij kent de verantwoording van haar taak, die uit niets anders bestaat dan bloeien.
Zo laat geen wijze en geen boodschapper zich afhouden van hun taak door het geschetter en het gelach van de massa's, door hun collectief, middelmatig bewustzijn.
De wijsheid, die de edele mens siert, bestaat uit het uitschakelen van onbelangrijke dingen. Onbelangrijk is alles wat iemand van zijn hoogste taak afhoudt.
De rivier laat zich niet ophouden door de lotus, op weg naar haar doel; de lotus, op haar beurt, laat zich niet afhouden van haar bloei door de stromen en het ruisen van de rivier.
Het doel in een mensenleven is mens-worden.
Alle andere doelen zijn bijkomstig.
Mens-zijn houdt verantwoordelijkheden in, risico's.
Risico's, die de volwaardige mens noch onderschat noch afwijst.
Een spiritueel mens, mits volwaardig, kent zijn verantwoordelijkheden tegenover de zwakken en de onwetenden, tegenover de natuur en de Schepper.
En ook tegenover zichzelf.
Moed vindt deze mens in zijn blik op de hemel, rust vindt hij door een waardig verleden, beloning vindt hij in een vervullend, actief heden.
Hij mag slechts wenen als een kolkende, modderige levensstroom hem de blik op de hemel ontneemt, als een onwaardig en beschamend verleden hem doorlopend pijnigt en als een ledig heden zijn leven zinloos maakt.
In zulke ogenblikken vreest de mens de eenzaamheid.
Het is de confrontatie met dingen die hem doen wenen.
Maar is er iets dat zonder eenzaamheid ontstaat?
Is het zaad niet in de donkere aarde; is de wijze niet eenzaam tussen de dommen; is de edele niet eenzaam tussen de onwaardigen?
Hoe hoger men stijgt des te eenzamer men wordt; hoe meer gaven we ontplooien des te groter wordt de afstand tussen ons en de massa.
Maar ook hoe dieper men wegkruipt, des te eenzamer men wordt, maar zulk een eenzaamheid ontbeert Licht en Lucht, ontbeert de Schepper - de zon - de vreugde.
De stille vreugde, die vanuit de ziel opstijgt, ons gehele organisme, ons hart en ons hoofd doortrilt en troost, zodat eenzaamheid de volheid wordt van het herkennen en het groeien.
Waarlijk, niets kan worden voltooid zonder eenzaamheid.
Ook de mens niet.
Worden we niet in eenzaamheid geboren en sterven we niet in eenzaamheid?
Voor deze beide grote opgaven kregen we de verantwoordelijkheid opgelegd, of we wilden of niet. En we namen die omdat we moeten.
Dikwijls is het beter iets te accepteren met een gebed, dan iets af te wijzen uit angst.
De eerste daad verrijkt ons, de tweede vernedert ons. De eerste draagt toe tot ons mens-zijn, de tweede ontluistert ons mens-zijn.
Verantwoording wordt in stilte genomen, spreken daarover verzwakt die; grote daden worden in stilte geboren, spreken daarover verkleinen hen.
Spiritualiteit groeit in stilte, spreken daarover ontgeestelijkt haar.
De geest - of God - of de Bron nadert in stilte, beweegt zich door het Al - in stilte - en toch is hij onweerlegbaar aanwezig.
Vele dingen getuigen daarvan, als een herinnering voor de mens om hem op te wekken te zijn, te zijn als de stilte, te zijn als zijn Schepper, te zijn als het schone en edele dat troost en bemoedigt en heelt.
De eeuwigheid bewijst zich slechts in stilte, het is die onzichtbare, maar duidelijk aanwezige verbintenis tussen het onzichtbare en het zichtbare, tussen het verleden, het heden en de toekomst, tussen het zaad en de toekomstige vrucht, tussen de ziel en de toekomstige mens.
Het is het stille gebed tussen het schepsel en de Schepper, een gebed waarin de verantwoordelijkheid ligt opgetast voor de vrucht, die de ziel gaat ontwikkelen.
In onze verbintenis met de Schepper ligt onze verantwoording voor ons mens-zijn.
En in ons mens-zijn ligt tevens ons god-zijn verborgen, want elke tijdelijke vorm wordt geschraagd door de eeuwigheid.
Zo zal ieder die de eeuwigheid in zich omdraagt volkomen mens kunnen zijn en zijn waardigheid, bewijzen in zijn goddelijkheid.
Eén ding ligt besloten in die goddelijkheid: verantwoordelijkheid.
De Schepper is verantwoordelijk voor zijn schepping, daarin ligt Zijn zorg, Zijn bescherming en Zijn correctie.
Wij zijn verantwoordelijk voor onze scheppingen, dus ook voor onze eigen ontplooiing, hierin moeten wij verzorgen, beschermen, corrigeren totdat de volle volmaakte wsdom is bereikt.
Want zijn wij niet meer dan de lotus en meer dan het dier die zich altijd om hun voltooiing bekommeren?
Tijd speelt hierin geen rol; de edelsteen doet eeuwen over zijn voltootooiing, slechts zijn doel telt.
Het geduld - dat ligt in ons gebeente - helpt ons staan; en als wij staan verheffen wij ons tussen hemel en aarde,
de regen troost ons,
de wind doorwaait ons,
de aarde voedt ons,
de hemel schenkt ons onze gedachten,
en de ether, die alles doortrekt, vertelt ons van de eeuwigheid, waaruit wij geboren werden; en beproeft ons op de goddelijkheid, die ons verantwoording geeft.
Want wie waarlijk mens wil zijn, moet bedenken dat hij daarmede gode tot zich roept, die hem Zijn taak dan op de schouders legt.
De wijze draagt deze met vreugde en wijsheid.