"De wet staat dikwijls toe hetgeen de eer verbiedt."
Saurin
Mensen maken wetten omdat het menselijke gedrag vraagt om autoritaire verboden.
Menselijke wetten spruiten voort uit menselijke opvattingen; aldus zijn ze altijd onvolmaakt en vooral onrechtvaardig.
Er wordt nooit rekening gehouden met het individu, zijn omstandigheden, zijn wanhoop, dan wel ziekte.
Er is één wet gelijk voor allen: de verhouding tussen geest-ziel-lichaam. Het lichaam is als een onderworpen dienaar die zich moet houden aan onontkoombare wetten; die wetten worden door geest en ziel vervaardigd, waarbij deze beide weer afhankelijk zijn van de universele kosmische regels.
Wij hebben dus ingeschapen wetgevers die ontsnappen aan menselijke regels., maar die zich houden aan oorspronkelijke verhoudingen.
Het is niet voor niets dat spirituele of/en wijze mensen geen menselijke wetten nodig hebben, zij reageren op een ingeschapen wet die o.a. wordt vertolkt door ons vegetatieve zenuwstelsel.
In esoterische terminologie zouden we spreken over de zenuw-ether, in populairder terminologie spreek je over het vegetatieve zenuwstelsel met zijn centrale: de hypothalamus, en zijn dienaren, het sympathische en para-sympathische stelsel.
De hypothalamus - gelegen in het middenhersengedeelte, geeft prikkels door aan o.a. de hypophyse en de epiphyse.
Hij is erop ingesteld geestelijke zowel als stoffelijke boodschappen door te seinen.
Geestelijke boodschappen worden direct opgenomen door het vegetatieve zenuwstelsel waarvan de ouden zeiden dat het een middelaar was tussen kosmos en mens, geest en stof.
Angsten, koude, warmte, licht, donker, alles wordt geregistreerd, elke gedachte wordt opgetekend, niets gaat verloren.
Hebben we er wel eens bij stilgestaan dat elke emotie en elke gedachte automatisch door deze centrale (hypothalamus) wordt geregistreerd en dat daarom - ook automatisch - reactie komt?
Dit is een onderdeel van de onontkoombare wet: niets gaat verloren.
Omdat niets verloren gaat, zouden we dus moeten oppassen dat we goede, opbouwende gevoelens en gedachten hebben.
Het merkwaardige is dat een impulsieve, spontane, intuïtieve gedachte of emotie veel meer effect heeft dan een achteloos woord.
Woorden kunnen "losse flodders" zijn, zonder emotie, dan wel een gedachte erachter.
De drieëenheid: geest-ziel-lichaam wordt bestuurd, in stand gehouden, gerectificeerd of bevoordeeld door de denk- en gevoelswereld.
Esoterie, religie, occultisme sluiten aan bij onze denk- dan wel gevoelswereld. In onze denk- en/of gevoelswereld kan een wet worden ingeschreven, die ons organisme pijnigt, daar dit ingesteld is op een harmonische natuurlijk-geestelijke verhouding.
Het organisme blijft heel lang zijn eigen weg volgen ONDANKS een anti-natuurlijke, ingesuggereerde, wet die denken en emoties ketent.
Op een gegeven moment komt natuurlijk de botsing.
Alles wat ons neerdrukt vreet aan ons organisme, maar maakt ons tevens tot een afhankelijk schepsel, gemakkelijk beïnvloedbaar voor andermans wetten.
Als we wèl anders weten maar niet anders doen, betekent dat, dat dit weten niet bij machte is een oude, ingesuggereerde wet omver te werpen.
In de maatschappij kan de tijd de wetten veranderen.
Is dat bij de mens net zo?
De leeftijd zou dus aansprakelijk kunnen worden gesteld voor het naleven of verbreken van ingeschapen of/en ingesuggereerde wetten.
Tijd is echter ook van toepassing op incarnaties, een mens kan er incarnaties over doen om aangeleerde fouten te herstellen.
De onontkoombare wet is een kosmische regel.
Die regel kwelt ons zodra er disharmonische gewoonten op na worden gehouden. Disharmonie is: wanhoop zonder aanwijsbare grond; haat zonder zijn tegenpool de liefde.
We breken af en we bouwen op, met gedachten en/of emoties, en in dit ritme moet een harmonisch evenwicht zijn willen we - geestelijk en lichamelijk - in "good standing" blijven.
Een te lange afbraak ondermijnt ons, maakt ons zwak, ongeïnteresseerd, een te lange opbouw maakt ons gejaagd, overspannen, hypernerveus.
Opbouw en afbraak behoren tezamen; opbouw en afbraak zorgen samen voor een nieuwe geboorte: de voortgang, of: inzicht, het licht, begrip.
Positief en negatief brengen samen een vrucht voort, nietwaar?
Elke esotericus zou dit moeten beseffen.
Zelfs als hij het weet brengt hij het waarschijnlijk nog niet van toepassing op zijn spirituele gevoeligheid.
Begrip, in de zin van geestelijk inzicht, is MEDE afhankelijk van een directe samenwerking tussen opbouw en afbraak.
Als we niet WILLEN afbreken kunnen we NOOIT iets nieuws produceren, d.w.z. geïnspireerd worden door een spontane impuls.
Als we niet willen opbouwen sudderen we, gezapig, spiritueel gezien, voor ons heen, we parasiteren dan, geestelijk en lichamelijk.
In het eerste geval leven we intellectueel, staande gehouden door de wil; in het tweede geval worden we geleefd door emoties, willoosheid en invloeden van buitenaf.
In beide gevallen zijn we slachtoffers van een onontkoombare ingeschapen wet die we overtraden.
We zijn dan eigenlijk een gevangene in een zelfontworpen gevangenis. En we weten het niet, dat is de tragedie.
Deze zelfgeschapen gevangenis maakt geen onderscheid tussen materialisten en esoterici, hij is werkelijk rechtvaardig.
Als ons vegetatieve zenuwstelsel - doordat de centrale of hypothalamus doorlopend ondermijnende gedachten of emoties registreert - het laat afweten, worden we immuun voor geestelijke impulsen, staan we afwijzend tegen alternatieve oplossingen, hebben we totaal geen begrip voor abstracte, spirituele dan wel nieuwe zienswijzen.
Helaas negeren we de werking van dit vegetatieve, meest spirituele organisme; alles - ook deze lezing - verwerken we MEDE via dit zenuwstelsel en het wordt als "opbouwend dan wel afbrekend" geregistreerd.
Voor de ene betekent opbouw: een energische impuls;
voor de andere betekent afbraak: een weldadige rust.
Indien beide elementen in een lezing zijn vertegenwoordigd en dikwijls ligt dat aan de interpretatie van de toehoorder, heeft hij aan zijn doel beantwoord.
In de religiositeit, in de filosofie, in het menselijke contact behoren deze elementen eveneens aanwezig te zijn.
Er is een tijd voor rust en er is een tijd voor actie, het sympathische zenuwstelsel is voor actie, tijdens de dag; het para-sympathische is voor de rust tijdens de nacht. Stoornissen hierin werken uit op ons organisme. Een overbelast dan wel ondervoed vegetatief zenuwstelsel brengt hierin een storing.
Ook ons handelingsleven is natuurlijk daarmee annex: doorlopend kunstlicht, dag- en nachtwerkzaamheden, haast, roofbouw op onszelf. Denk hier ook aan te ingespannen, intellectuele werkzaamheden, dan wel emotionele betrokkenheid.
Onze heel- dan wel heiligmakers en onze ziekmakers, dan wel hellevegen, wonen in onszelf, worden door onszelf in standgehouden en leven bij de gratie van onze gedachten en emoties.
Onze verbintenis met de Oerbron, of de innerlijke Helper is bepalend voor de verhouding tussen heelmakers en hellevegen.
De strijd tussen dat z.g. goed en kwaad is aldus eenvoudig te vertalen als een machtsstrijd binnen ons organisme onder leiding van de twee dienaars: denken en gevoelen, lichtende gedachten en emoties, òf grijze gedachten en emoties.
En beide zijn onderworpen aan geest en ziel, een kwade geest of een lichtende geest, een kwade ziel of een lichtende ziel.
De kosmische Centrale waar beiden onder resorteren is twee-in-één: Vader-Moeder; zoals de centrale: de hypothalamus, zowel positieve als negatieve impulsen registreert.
Elke centrale is altijd neutraal, wij ontnemen eraan naar keuze.
Zoals we hier, aan deze lezing, naar keuze ontnemen.
En die keuze wordt bepalend voor onszelf.
Hoe lichtender je zelf bent des te meer licht je zoekt; hoe duisterder je bent des te meer duister je zoekt, d.w.z. automatisch zoekt.
Het gelijke schakelt direct in op het gelijke.
Het sterke schakelt soms slechts over op het tegenovergestelde, omdat het weet de tegenkracht te kunnen verdragen of schragen.
Om antipathie te kunnen verdragen moet je sterk zijn, om tegenwind te kunnen trotseren moet je kracht hebben.
Als je tegenkracht provoceert hoewel je zwak bent, ga je eraan te gronde.
Het vegetatieve zenuwstelsel, buiten wil en plicht om, schakelt altijd in op zijn gelijke: licht dan wel duister. Een intuïtieve, automatische, spontane handeling voltooit altijd een wet, en een wet is een vaststaande regel. Behalve menselijke wetten die tegen eer en geweten kunnen indruisen.
Een wet is een regel waaraan niemand ontkomt, de groeiwet is een vaststaande regel, dat kun je zien aan de natuur: bij zacht weer gaan de rozen in de herfst bloeien, werpen de schapen lammeren.
Alles is afgesteld op: warmte en koude, vocht en droogte en de ether die gebruik maakt van deze elementen.
Een bepaalde warmte en vochtgraad is gelijk aan, vruchtbaarheid, een bepaalde koude- en droogtegraad is gelijk aan weerstand.
Vanuit spiritueel gezichtspunt kun je dit eenvoudig vertalen als: warmte en vocht, als liefde en troost, ontvankelijkheid en verlangen brengen de aanzet tot openheid, begrip, bereidheid.
Koude en droogte zijn de stabilisators, de rede, de bewijsvoering, de logica.
Maar het ene kan niet zonder het andere.
En nu is het funeste voor ons dat beide: warmte en vocht, koude en droogte inwerken op ons zenuwstelsel, maar dat dit slechts goed functionneert, indien deze vier elementen harmonisch samenwerken onder de inspiratie van de ether.
Een milde herfst is als een begrijpende, laat ontwakende, maar o, zo ervaringsrijp mens, bereidt open te staan voor de fluisteringen van een late lente.
Een milde herfst hebben veel oudere mensen, bitter, droog, koud geworden, hard nodig.
Lichamelijk èn geestelijk.
Nooit opgemerkt hoe vele groeperingen dit soort mensen herbergen?
Verdroogd, koud, hard, knapperig als bevroren boomtakken.
Of waterig, innerlijk smoezelig, als een eeuwige dooi, met vage herinneringen aan een eens witte, alles verzachtende sneeuw.
Wij kunnen spiritueel nooit goed functioneren indien we ingeschapen wetten breken; en verbroken wetten eisen herstel.
Indien we zolang het licht hebben verkozen en ons daardoor hebben opgeladen, zouden we dus weerstand moeten hebben tegen het duistere, ofwel "een nacht der tijden" rustig moeten kunnen verwerken.
De ingeschapen wet kent nog een voorwaarde: het proces.
Niets gebeurt onverwachts, niets gaat met schokken, alles heeft zijn tijd nodig. Ook een innerlijk proces, het overschakelen van duister naar licht of omgekeerd heeft tijd nodig, een procesmatige verandering.
Shocktherapie wordt slechts in extreme gevallen toegepast.
En dan zeer kort.
Elke schok grijpt lichamelijk en geestelijk diep in het menselijke organisme in.
Een koud en droog mens ervaart de schok als een aanval en wordt agressief, weert zich; een warm en vochtig mens ervaart een schok als een ondermijning, verliest zijn laatste energie.
Elk onderdeel van deze ingeschapen wet zet zich voort tot in ons diepste zelf, en grijpt eveneens in ons geestelijke zelf in, beïnvloedt aldus ons geestelijke gedragspatroon en onze spirituele keuze.
Daarom kan men mensen nooit indelen naar geestelijke keuzen, maar veeleer aan de werking van hun inwonende wet, geïnspireerd door de 5 elementen, gedragen door de kosmische Centrale: de Schepper.
Vandaar dat sektarisch gedrag lachwekkend en ontoelaatbaar is, daar alle mensen horig zijn aan één Wet: de ingeschapen kosmische Wet geschapen door de Universele Creator.
En iedereen, welk, etiket hij of zij ook draagt, reageert daarop, ontduikt, dan wel volgt die wet.
Alle andere overwegingen, beredeneringen, leringen, menselijke interpretaties worden dan bijzaak.
Hoofdzaak is: HOE volg ik, DE universele wet op?
Is mijn vegetatieve zenuwstelsel nog gezond. alert genoeg om de kosmische impulsen te ontvangen?
Ondermijn ik mijzelf niet? Hoe ga ik dat tegen?
Hoe blijf ik ontvankelijk, sensibel genoeg om het ritme van die Oerwet te kunnen vernemen?
Dit is het knelpunt waar alles om draait. En pas NA de harmonische acceptatie van die wet kunnen we het punt bereiken waarop we zonder wet kunnen leven.
Dan bezitten we pas DE vrijheid, die ons op een andere manier bindt. Nl. vrijWILLIG.
Dan weten we ook wat het wil zeggen creator te zijn, twee-in-één; vader-moeder.
Het TAO, waaruit alles voortkomt.