Er is met u gesproken over de discipelen en de toehoorders. Over hen, die waarlijk het Pad van Verwerkelijking bewandelen willen en zij, die innerlijk eigenlijk niet willen, maar slechts geïnteresseerd zijn.
U weet dat de opgave voor de mens op deze aarde is: een terugkeer tot het Zoonschap Gods.
Wij zouden u willen vragen: wat stelt u zich eigenlijk voor van zulk een Zoon Gods?
Denkt u dat hij een goede volgeling van één of andere Meester moet zijn?
Denkt u dat hij een goede leerling van één of andere Leraar moet zijn?
Waar houdt nu voor u (in uw denken) het discipelschap op om over te gaan in het zoonschap?
Ziet u enig verschil tussen discipel of leerling en de Zoon des Vaders?
Het gaat hier waarlijk om een principiële vraag.
Indien u er genoegen mee neemt een gehoorzame, toegewijde leerling of discipel van een voorganger te zijn, dan bent u nog niet gekomen tot de ommekeer van het Zoonschap.
Zolang u slechts voortgaat op aanwijzingen van de meester of leraar, kan er wellicht met betrekking tot die leraar over een Zoonschap gesproken worden, maar niet met betrekking tot u! De wereId is vol met mensen die slaafs, of gelovig een leraar volgen. Dat kan voor een beginstadium uiterst nuttig, leerzaam en heilzaam zijn, maar er komt een moment waarop de toehoorder discipel, en de discipel Zoon moet worden.
Er zijn drie stadia te onderkennen in het leven van de zoekende mens:
Ten eerste: een geïnteresseerd toehoren.
Ten tweede: een gelovig, strevend discipelschap van één of andere meester of leraar.
Ten derde : het zelf worden tot Zoon des Vaders.
De overgrote groep van de wereldreligies bestaat uit toehoorders, en dan zijn er nog enkele groeperingen die kunnen bogen op een trouwe discipelenkring, maar zij, die kunnen zeggen: "Wij verzamelen Zonen des Vaders onder onze mensen" zijn met weinigen, als zij bestaan!
De toehoorder filosofeert, studeert.
De discipel volgt trouw, gelovig, de weg die de Leraar of Meester hem wijst, de Zoon des Vaders heeft deze Weg IN zichzelf ontdekt, geëxploreerd en volgt hem dus van binnenuit, innerlijk alleen, uiterlijk soms met zijns gelijken.
Wij zouden graag willen dat u dit duidelijk onderkent, omdat wij geen misverstand willen zaaien. Wij willen niet dat u ondoordacht, louter op autoritair gezag onze aanwijzingen of voorwaarden opvolgt. Wij willen graag dat u trouwe, eerlijke, bewuste discipelen zijt, maar wij willen niet dat uw discipelschap leidt tot instinctief fanatisme, zonder dat u de diepe grond van uw streven kent.
Een bezield leider kan van zijn volgelingen trouwe aanhangers maken, zelfs discipelen, die zijn aangegeven weg nauwgezet opvolgen. Hij is daartoe in staat door zijn persoonlijk gezag, door zijn overtuigingskracht en soms door zijn leefmethode. Maar dat wil nog niet zeggen dat de discipel tot het Zoonschap gekomen is!
Het bewijs van het innerlijke Zoonschap ontvangt hij pas wanneer hij door meester of leraar wordt losgelaten en hij zelf verder moet gaan op de ingeslagen weg, louter op het eigen innerlijke gezag!
In zulk een mens is de uiterlijkheid overgegaan tot innerlijkheid. Hij is aan het laatste stadium van zijn zoekersweg toe en exploreert nu van binnenuit. Dit is nu wat wij bedoelen met het Pad van Verwerkelijking. Alle uiterlijke declaraties zijn een automatisch, logisch gevolg van zijn innerlijke verwerkelijking. Op dat moment zijn er geen problemen meer, geen overwegingen, geen zoeken naar een uiterlijke leraar.
Er kan nog slechts het sympathiseren zijn met hen, die hetzelfde beogen en verwerkelijken. Daarom zeiden wij: er zijn weinig bewegingen in de wereId, die deze Zonen bijeenvoegen, als die bewegingen er zijn!
Een mens die het Zoonschap bewerkt, daarmede bezig is, zoekt niet zijns gelijken, maar zoekt de zoekende zielen!
Een Zoon des Vaders durft innerlijk alleen te staan. Misschien klinkt dat sommigen van u vreemd en hard in de oren, maar u kunt het aan de lijve nagaan.
Zodra u innerlijk een Kracht in uzelf bespeurt, voelt u zich niet meer alleen, maar dan verlangt u slechts naar geestverwanten omdat u hun zelfde instelling prettig vindt!
U zoekt dan een Krachtveld, een reine atmosfeer, omdat u die innerlijke Kracht wilt aanwakkeren. Dat is het allereerste begin van het Zoonschap: de eigen innerlijke Kracht ontdekken.
Deze innerlijke Kracht kunt u niet opdragen aan een uiterlijke meester of leraar, want dan wordt zij ingekapseld in het denken van deze leraar. Die innerlijke Kracht moet u zelf ontplooien en hem aanwenden tot uw eigen omwending in het Zoonschap. Het gebeurt zo dikwijls dat mensen, die een innerlijke hunkering bezitten, deze gevangen geven aan een dogmatisch leider, aan een eerzuchtig of bezeten mens.
Wanneer onder invloed van een groep, of leider, of school uw eigen innerlijke hunkering en uw innerlijke Kracht, die u wellicht voorheen kende, afzwakt, niet meer bezielend is, is er iets mis met uw levensinstelling en uw levensgewoonten!
Dan laat u zich mogelijk misleiden.
Voor alles willen wij dat uw innerlijke hunkering vrij blijft, zich vrijelijk beweegt en zich wendt tot datgene dat haar aantrekt. Dat is vrijheid!
Zodra wij deze hunkering gevangen nemen door ons denken, bent u onze gevangene! Hoezeer u ook tevreden zoudt zijn met dat gevangenschap.
Gevangenschap betekent stilstand. U komt dan niet verder dan het denkstramien van de groep of de voorganger.
Daarom is het nodig dat u over het hier besprokene nadenkt, het overweegt en het desnoods ontkent, omdat u zich er innerlijk niet mee in overeenstemming gevoelt.
Zo willen wij er ook naar streven dat er onderling een gedachtenwisseling komt. Er moet een wisselwerking zijn en niet slechts het aanhoren en opstapelen van leringen.
Die leringen moet u innerlijk verwerken en dat kan mede door gedachtenwisseling. U in deze vrijheid te plaatsen is een risico voor een uiterlijke organisatie, daarom vermijden de religieuze groeperingen dit.
Men noemt het: het ondermijnen van het gezag of van de autoriteit. Er is altijd een uiterlijke wet waaraan de leden van een religieuze beweging zich moeten houden. Er zijn regels, die door het gezag zijn ingesteld.
Wij zeggen u: wij erkennen slechts de regels die u innerlijk onderschrijft, die u innerlijk aanvaardt als zijnde logisch en vanzelfsprekend op een spirituele weg.
Alle regels moet uzelf kunnen verdedigen, funderen en verantwoorden. Het moet zijn alsof uzelf de regels maakt, en niet de autoriteit of leraar. Een autonome levenshouding betekent zelf-autoriteit. En een zelf-autoriteit moet zelf kunnen beslissen. Wij spreken dus niet meer over zelf-autoriteit, maar wij plaatsen u er middenin, wij stellen u voor het feit van deze zelf-autoriteit. Wat u hiervan dan realiseert tekent u als mens, als zoeker.
Bewustzijnsstaat is levensstaat was een gezegde van de Heer J. van Rijckenborgh. Om die levensstaat te demonstreren moet uw bewustzijn vrij zijn om zich te kunnen ontplooien. Een levensstaat binnen een gevangenis bewijst niets. Integendeel: lange gevangenschap maakt de mens tot een levensschuw individu.
Iemand die een groot deel van zijn leven in een klooster heeft doorgebracht staat vreemd tegenover het leven, heeft zelfs grote moeite om het magisch stempel van het klooster kwijt te raken. Zo is het precies met hen, die jarenlang gebonden zijn of waren aan een magisch, religieuze beweging. Eenmaal uiterlijk los, moet men nog innerlijk loskomen. Men moet opnieuw beginnen met zijn ware zelf te ontdekken.
Want dit ware zelf is gevangen genomen, geketend, en tot levensangst gekomen. Zij, die waarlijk het Zoonschap willen beërven, moeten hun ware innerlijke zelf opdelven.
Hun denken moet zich vrij gaan ontwikkelen, hun gevoelsleven moet zich vrij kunnen hechten aan hetgeen voor hem aantrekkelijk is. De kluisters van de gevangenschap moeten uiterlijk, maar vooral innerlijk worden geslecht.
Toehoorder zijn kan iedereen, ook de gevangene; discipel worden kan de mens, die wederom in staat is tot het herkennen van de Waarheid. Maar Zoon Gods worden kan slechts hij die het discipelschap van de innerlijke God durft aanvaarden op gezag van de zelf-autoriteit.
De woorden: "lk kan niet" worden altijd gesproken door de mens, die zijn eigen innerlijke God, of innerlijke Kracht niet kent. Of door hen, die zwak van hunkering, zwak van wil en gemakzuchtig zijn.
Wanneer Christus zegt: "Niemand komt tot den Vader dan door Mij", wil dat slechts zeggen: Niemand komt tot den Vader dan door Mij, de Logos, het Levende Woord.
lemand die de historische Christus aanbidt kan deze woorden slechts verwarren met het gezag van een uiterlijke autoriteit. Deze logos, dit Levende Woord, is de Oer-trilling uit het goddelijke Al. Niemand komt tot den Vader dan door dit Levende Woord, dan door deze trilling des Almachtigen.
Die trilling is om u en in u, want Hij zegt: "Ziet, lk ben bij u ten allen tijde!"
De enige opdracht van de berouwvolle mens is: zich wederom te verenigen met deze Oertrilling, om hierdoor tot den Vader terug te keren, terug te trillen.
Alles is trilling, ook de terugkeer tot den Vader, ook de omwending in het Zoonschap Gods.
De innerlijke Kracht die zich in u manifesteert is een trilling en u kunt zich daarmee verheffen, u daarmee om-wenden.
Zodra u hiermee bezig bent, omdat u niet anders kunt, bent u doende over te gaan van een discipelschap naar een Zoonschap.
Wij kunnen van u slechte discipelen maken, in de beste zin van het woord, d.w.z. in vrijheid en zelf-autoriteit. Zonder uw denken en gevoelen gevangen te nemen. En dan hopen wij dat zulk een vrij discipelschap u aanmoedigt om te doen hetgeen Christus' discipelen deden: uit te gaan en het Woord te verkondigen!
Uit te gaan en de Oertrilling door uzelf uit te dragen als een bewijs dat de Vader bestaat. U moet zelf Logoï, Woord-dragers worden.
ledere discipel die niet zelfstandig denken en gevoelen kan, maar zich bepaalt tot reacties binnen een bepaald dogma, is geen discipel, maar een slaaf. De slaaf ziet wat de meester doet, maar hij weet niet waarom! Slechts de Zoon kent de werken zijns Vaders, omdat hij er deel aan heeft.
Wij zullen niet rusten, voordat wij bemerken dat onder u discipelen zijn, die het Zoonschap beërven. Want dan pas bereikt u het Doel: de Thuiskomst bij den Vader.
Zo u hier onophoudelijk naar hunkert zal de verwerkelijking u niet onthouden worden.
Houdt u steeds verborgen in de Diepe Vrede van Bethlehem, opdat de Zoon Gods in uw grot des harten geboren worde!