De vorige maal mochten wij met u spreken over de drie Gemeenten: Ephese, Thyatira en Laodicea, die nauw samenwerken om de kandidaat tot de grensverbreking te voeren.
Ephese, de eerste Gemeente, zetelende aan de voet van het ruggemerg, staat onder invloed van Saturnus. Er kan niets werkelijk vernieuwends in de kandidaat gebeuren voordat dit Ephese, deze Saturnus veranderd, en teruggekeerd is tot zijn eerste Liefde, d.w.z.. wederom terugkeert tot God, het Oervuur, waaruit hij als Saturnus, Satanaël of Lucifer gevallen is. Uit de kracht van deze Satanaël leven wij, daar het centrum van onze ademhaling daarin verborgen is. Wij halen adem, scheppen levenskracht via Lucifer. En door zijn val uit het Oervuur halen wij deze levenskracht nu uit de materie, uit de verbrokenheid, en willen met behulp daarmee een god, een zoon des vuurs worden, gelijk Lucifer's oorsprong aanduidt.
Deze Lucifer veranderen is een ingrijpende bezigheid en wij kunnen dat slechts doen op één wijze: hem terugvoeren in het Goddelijke Paradijs. Dit betekent Ephese of Saturnus plaatsen in het midden van het Goddelijke Vuur, opdat hij zich zal overgeven en veranderen. Deze Goddelijke Vuurkracht of dit Paradijs komt vanuit de hemel nedergedaald, al het goddelijke komt van boven en daalt neder om het onderste te benaderen en door de ontmoeting te herscheppen.
Wanneer wij u zeggen: "Keer in de Stilte in," dan menen wij tevens: trek door overgave, puurheid, en een intens verlangen, geholpen door een klaar inzicht, het goddelijke etherveld tot u, roep het zo op.
En zet u daarin neder als een Boeddha, opdat uw Levensboom zich oprichte temidden van dat Paradijs, waardoor de woorden uit de Heilige Taal bevestigd worden.
Dan plant u uw Levensboom temidden van het Paradijs, .. dààr waar de Heer binnenkomt en uitgaat. Aan de voet van de levensboom treedt God uw Paradijs binnen en hij treedt daar ook wederom naar buiten.
Wanneer in Ephese de reine, waarlijk Leven schenkende ademhaling geboren wordt, keert door deze in- en uitademing God het Paradijs binnen. Hij wandelt dan met de kandidaat, die in dit Paradijs woont, gelijk Adam met God wandelde voordat hij ten val kwam!
"Met God wandelen" wil niets anders zeggen dan dat door het in- en uitademen binnen het Paradijs, de mens tot Goddelijke Gaven komt. Deze mensen zijn Gods uitverkorenen en Zijn Geheimen maakt hij aan hen bekend!
Wat wij met u trachten is dus: het begin van het Pad bewerken, een Pad, dat slechts gegaan kan worden wanneer de kandidaat beschermd wordt door de Vleugelen Gods!
Dit paradijs tot zich trekken kan slechts die kandidaat, die hart en hoofd rein houdt. Een hart en een hoofd, die niet afgeleid worden door de Luciferische werken, zoeken àndere voeding.
Zij zijn degenen, die hun "kleine kracht" van de gemeente te Philadelphia inzien, en volstaan met de volkomen overgave, zij zijn niet als de anderen te Philadelphia: die zich Joden noemen en het niet zijn, maar uit de synagoge des Satans voortkomen.
Wanneer de kandidaat niet naar de Paradijselijke toestand terug wil keren, kan hij niets in zichzelf bewerkstelligen.
Allereerst moet daar het reine etherveld van het Paradijs zijn, wil hij de Levensboom in het midden oprichten en de Plaats voor zijn God gereed maken.
Zo komen wij dan wederom tot de belangrijke werkzaamheid van de Overgave. Zich overgeven is geen lijdzaamheid, maar een positieve activiteit, die door een zeer sterke persoonlijkheid niet verstaan wordt, aangezien hij geen afscheid nemen kan van de " synagoge des Satans", die in het voorhoofd tussen de wenkbrauwbogen opgericht is. Zich overgeven is een werking, die geschiedt wanneer de kandidaten van Philadelphia acht slaan op de woorden van hun engel: "Die overwint, door vertrouwen te hebben in zijn kleine kracht, die zal ik maken tot een pilaar in de Tempel Gods. En Ik zal op hem schrijven de naam van de stad mijns Gods, namelijk het Nieuwe Jeruzalem, dat uit de hemel van mijnen God afdaalt."
Het is niet voor niets dat de zeven engelen aan de zeven Gemeenten allen verschillende beloften doen, en allen een verschillende aanhef voor hun brieven bezitten!
Hun woorden hebben aansluiting op de werkingen van de Gemeenten! En hun beloften hebben de betekenis van de veranderde werkzaamheid, wanneer de zegelen of de gemeenten geopend zijn.
Zolang de levensboom der Zeven Chakra's of Gemeenten ademhaalt uit de oude grond, werpt hij giftige vruchten af.
De eerste Engel, sprekende tot Ephese zegt dan ook: "Die overwint, Ik zal hem geven te eten van de boom des levens die in het midden van het Paradijs staat.
Deze belofte is tot een vloek geworden, omdat Adamas en Hevah, het Denken en het Hart, zich onderwierpen aan de grillen van Satanaël, daar zij misbruik maakten van "hun kleine kracht", het wilscentrum achter het voorhoofd.
De gehele Paradijslegende ligt in de zeven brieven besloten, doch ook de Terugweg ligt daarin verborgen.
Maar alleen zij kunnen die Terugweg vinden, die het berouw van Adamas en Hevah kennen.
De rokkenvellen, die Adamas en Hevah bedekken, wanneer God binnenkomt na hun fout, is gelijk aan de onreinheid in denken en gevoelen, die zich niet meer openstellen voor de Goddelijke instroming.
Wanneer Adam, het denken, en Hevah, het hart, niet meer met God kunnen verkeren vanwege het forceren van hun kleine kracht en het worden tot dienaren van de synagoge van Satan of Satanaël, schamen zij zich, d.w.z. bedekken zij zich, omdat zij God niet meer kennen.
Wij hebben de allereerste opdracht om deze "schaamte" af te werpen door het berouw. Berouw betekent overgave, zich plaatsen in het Licht Gods, zoals men IS en slechts biddend verlangen via Adamas en Hevah, door het denken en het hart.
De grote belemmering ligt in het "afwerpen van de rokken van vellen", omdat tussen deze bedekking en de naaktheid de volkomen erkenning staat van de "kleine kracht".
Hier moet de kandidaat ontdekt hebben, dat al zijn omzwervingen als dienaar van de synagoge des satans, en al zijn werken in dienst van Satanaël hem slechts schijn-grootheid gebracht hebben. Daarom spreekt de engel bemoedigend tot hen "die de kleine kracht" bewaren en troost hen, zeggende: "Ik zal hen, die zeggen Joden te zijn en het niet zijn, doch dienaren in de synagoge van Satan, aan uw voeten neerwerpen, opdat zij erkennen dat Ik het ben, die U liefheb!"
Deze woorden mogen tevens een troost zijn voor hen, die menen minderwaardig te zijn en onmachtig.
Waarlijk, zo Adamas en Hevah, Denken en Hart tot berouw gekomen zijn, is het uw grote geluk dat gij "kleine kracht" bezit. Zo gij slechts met die "kleine kracht" uw kroon behoudt en wacht totdat Hij komt!
Overal, in alle brieven kunt u lezen: hoe de heiliging, de verandering, begint van buiten naar binnen. Deze heiliging daalt vànuit de Hemelen neder en zoekt een aanrakingspunt, dat beslist gevonden wordt, wanneer de kandidaat "open" is, d.w.z. in de overgave staat.
Wanneer u door een scherpe zelfkennis herkent dat u eigenlijk het Pad niet gaan "wilt", oordeelt u zichzelf als een "dienaar uit de Synagoge des Satans." U leeft, ademt, uit de levenskracht van Satanaël, Lucifer, Saturnus.
Wederom komt hier de overeenstemming uit tussen Satanaël, Lucifer en Jezus.
Men zegt dat Lucifer en Jezus één zijn, men zegt ook dat zij broeders zijn, de Katharen meenden,dat de slang in het Paradijs dezelfde was als Jezus.
Al deze symbolische aanduidingen zijn van toepassing op de omzetting van Saturnus, het lood, in het goud van Christus.
In een Alchemische beeldspraak zegt Saturnus tot de kandidaat: "Ik ben de laagste en toch de hoogste, ik ben het eenvoudigste metaal en toch hebt gij mij nodig."
De kandidaat verstaat de uitleg niet, hoewel hij zeer diep nadenkt.
Neen. De uitleg ligt niet in diep nadenken, maar in de "overgave".
Saturnus is gelegen in Ephese, in het grensland, dààr waar de harde materie van Saturnus veranderd moet worden in de Hemelse Materie van het Nieuwe Land.
De grensoverschrijding geschiedt dan ook dààr, in het ademhalingscentrum.
Vol van berouw, in de deemoedige Overgave staande werpen Adamas en Hevah, hoofd en hart hun rokken van vellen af, en wachten tot de Paradijstoestand zich wederom in hen herstelt, waarop God, via de wortel van de Levensboom, zijn intrede doet.
Niemand kan tot u zeggen: "Kandidaat, toon berouw!"
Berouw tonen, en zichzelf overgeven, is een kwestie van Inzicht, wanneer wij inzien door harde ervaringen, hoe de valse leeuwenkracht, vanuit het voorhoofd werkende, ons misleidt en steeds sterker nagelt aan de synagoge van Satanaël.
Doch dit Inzicht behoort niet slechts een intellectuele werking te zijn, een reactie van Adamas.
Neen, Hevah, de overspelige vrouw, moet eveneens tot inzicht komen. Dan pas werpen beiden de rokkenvellen af en kan het verlangen naar de Paradijs-staat als een heldere vlam uit hen tevoorschijn springen.
Die vlam van hunkering, in reinheid, oprechtheid en overgave, komt dan uit het voorhoofd, zij wordt als een Licht en vormt zich tot het teken van de Zoon des Mensen, onder de voortgang op het Pad van de kandidaat.
Deze vurige trilling is als een "roepen" geleid door Adamas en Hevah.
Wanneer u enigszins gevoelig bent, zult u kunnen bemerken dat in de Paradijselijke Stilte, een hunkerende, door een sterk trilling belevendigde Vlam uit uw voorhoofd trekt, gevormd door hart en hoofd hunkering.
Een onaards vuur trekt langs deze punten zijn baan en dat vuur wordt aangewakkerd, levend gehouden door Ephese, dààr waar de tempel van Satanaël veranderd wordt in de Tempel Gods.
De heerlijkste werking in de kandidaat is het terugkeren in het Paradijs, is het weder-herkennen van dat Paradijs, dat als een bekend en toch nieuw kleed om hem heen wordt gelegd.
In het moment waarop de kandidaat dit Paradijs, dit Nirwana na vele omzwervingen wederom binnengaat, gevoelt hij een Vrede over zich komen, na een lange strijd.
De strijd is beslecht: hij heeft de eerste stap gezet tot het afwerpen van zijn rokkenvellen en dàn volgen sneller en gemakkelijker de volgende. Indien de kandidaat dit Paradijs nog niet kent, betekent dat dat Adamas en Hevah niet tot inzicht en niet tot berouw en overgave gekomen zijn.
Alles wat zij doen is dan slechts tijdverdrijf, omwegen, verontschuldigingen, en zich beijveren om de werken binnen de synagoge van Satanaël te volbrengen.
Zoals wij al eens meer zeiden: wij zijn onmachtig om Adamas en Hevah tot inzicht en tot berouw en overgave te dwingen. Zij moeten beiden ervaren hebben, dat de werken in dienst van Satanaël hen geen vreugde brengen.
Na deze ervaring beginnen zij pas te luisteren en stellen zij pas hun zintuigen open. Voordien kan niemand hen bereiken, want zij hebben geen enkel teken gegeven dat zij prijs stellen op "het Nieuwe Jeruzalem" dat uit de Hemelen Gods neerdaalt!
Deze lauwen ten opzichte van "de Terugkeer" worden uit de mond van den Allerhoogsten gespuwd.
Daarom bidden wij u toe dat uw inzicht ontwake, dat uw berouw volkomen worde en dat uw overgave oprecht worde.
Op deze wijze kunt u uit de synagoge van Satanaël gaan, opdat de Heer deze bij zijn binnenkomst verandere in een Tempel Gods.
De verhevenheid van deze Tempel met daarin de Heilige weerspiegele zich in de kroon van uw Levensboom, die daar zijn schoonste vruchten gaat dragen.
Daarvan zal dan De Heilige u te eten geven en hij zegt daarop tegen u: "Nu zult gij de tweede dood niet smaken," Die oren heeft, die hore!