Ieder mens is, zoals vrijwel alle leringen zeggen, een nauwgezette kopie van het universum met zijn hemel en zijn aarde, zijn bergen en dalen, zijn bossen en velden.
In de Chinese medische wetenschap wordt het lichaam gezien als het zichtbare universum.
De opbouw van het skelet met zijn 360 botten en de twaalf ver-schillende ritmen van de polsslag komen overeen met het natuurlijke ritme binnen het zichtbare kosmische universum.
De grote architect van dit universum schiep de mens als een kleine copie, vandaar dat een geneeswijze in overeenstemming moet zijn met de natuurwetenschappelijke wetten.
In het kosmische universum zijn nog enige geheimen op te lossen, zoals b.v. de aard van de electriciteit; in het kleine universum, de mens, bestaan er eveneens nog enige onopgeloste geheimen die te maken hebben met de electriciteit, de vuurkracht in het menselijke lichaam.
De planeten van het kosmische universum vinden hun evenbeeld in de chakra's van het menselijke universum; de sterren en de melkwegstelsels vinden hun gelijken in de meridianen en de vele insertiepunten die bekend zijn in de acupunctuur.
Sterren zijn gevoelige, ontvankelijke plekken in het uitspansel; insertiepunten zijn gevoelige, ontvankelijke plekken in het menselijke wezen.
De gravitatiekracht heeft een sterke invloed op de sterrenlichamen, zoals de electromagnetische kracht van het universum intensief inwerkt op het menselijke stelsel via de insertiepunten, die de acupunctuur kent. Door middel van het inbrengen van een naald legt men een insertiepunt lam, dan wel men activeert het.
Voor de astronomen is het fenomeen van de stervende sterren een interessant thema, voor de medische onderzoeker zou de werkzaamheid van de insertiepunten een belangwekkend thema zijn om de innerlijke levenswerking van de mens te leren kennen.
Dit onderwerp is echter nog maar nauwelijks in de belangstelling van de medici gebracht en bovendien is het een spiritueel onderwerp, dat de wetenschap niet bijster interesseert.
Niettemin stuit men hier op de kernkracht van het kleine universum, zoals de gravitatiekracht en de sterren en planeten samen het spirituele ontvang- en uitstralingscentrum van het kosmische universum vormen.
Doordat de mens een evenbeeld is van het kosmische universum is hij daarmede nauw verbonden en zal een
verbreking van deze verbintenis hem ziek maken, hem afsluiten van de levenskracht.
De naalden van de acupunctuur vormen de middelaars tussen het grote en het kleine universum.
Het denken is een ontvangcentrum voor de electrische golven uit het heelal, maar het werkt uitsluitend structureel wanneer de insertiepunten in het hoofd gezond zijn.
De mens bevindt zich op de terugweg naar de vergeten wijsheid en de belangstelling voor de oosterse leringen met hun occulte en verborgen kennis is daar een bewijs voor; de opmars van de acupunctuur, de kruidengeneeswijze en de interesse voor de magie zijn eveneens een bewijs voor de terugkomst van een vergeten wereld.
Al deze kennis staat nauw in verband met de spirituele wijsheid.
De alchemische opvatting: de mens is de concretie van het heelal en "onderzoek de natuur en gij zult uzelf kennen" wordt realiteit.
De wetenschap komt schoorvoetend tot dezelfde overtuiging.
Wij zien in dit tijdperk de felle strijd tussen wetenschap en natuur, de pharmaceutische industrie vecht met de kruidengeneeswijze, de preventieve chemische methoden staan tegenover de preventieve acupunctuur.
Vrijwel alle natuurlijke medicijnen kunnen chemisch worden vervaardigd, deze missen echter de elektromagnetische activiteit die in het gehele universum aanwezig is en die de kern der genezing vormt.
Chemische medicijnen zijn een dode materie, toegevoegd, voorgeschreven aan een zieke materie, de patiënt.
Het ontbreken van de bezielende kracht brengt ziekte voort, chemische middelen vervangen dit gebrek niet.
De natuur lijdt, doordat de mensheid haar misbruikt, aan dezelfde euvels als het individu; de ontvankelijkheid voor de elektromagnetische levenstrillingen wordt toegesloten; het rooien van teveel bossen bv. is hetzelfde als wanneer de mens zijn gehele haar groei afscheert.
Vergeet u niet dat bebossing en beharing een antennesysteem vormen.
In de occulte leringen praat men zoveel over de werking van de chakra, maar deze reageren op de ontvankelijkheid van het menselijke wezen, die daarvoor wederom afhankelijk is van zijn organische apparaat en zijn lichamelijke opbouw.
Het achtvoudige chakrum onderaan het twaalfvoudige hart-chakrum is het symbolische "heilige woud" waarin het altaar der goden staat, zo leert de oosterse overleveringen.
Wanneer de mens echter alle natuurlijke kennis met betrekking tot zijn organische opbouw negeert kan men nooit veronderstellen dat een leer der chakra succes zal hebben.
Daarom is het zulk een onzin om een spirituele leer te volgen terwijl men een onverschillige en vooral onwetende uiterlijke levenswijze in stand houdt
Er moet een wisselwerking zijn tussen het uiterlijke en het innerlijke; de stervende sterren en de "zwarte gaten" bewijzen dat bezielende lichtkracht onontbeerlijk is.
Spiritueel dode mensen en ook zieke mensen bewijzen dat de bezielende spirituele Kracht noodzakelijk is om gezondheid en innerlijke levensenergie actief te houden.
Maar niemand, wetenschappelijk gesproken, weet waar om het eigenlijk gaat bij de bezieling, bij de acupunctuur-genezing, bij de bliksem die het water activeert; er is sprake van een ondefinieerbare kracht die ontelbare keren sterker moet zijn dan onze electriciteit en toch leeft zij in ieder wezen en activeert zij hen.
Men kan met behulp van die Kracht genezen, maar ook vernietigen, zij is te meten maar zij is niet te ontleden.
Schepping en schepsel leven bij de gratie van die kracht.
Adam, de man, zendt haar veelal uit, Eva, de vrouw, neemt haar meestal op.
Dit is het geval bij een normale verhouding tussen schepping en schepsel.
Overal waar dit niet zo is kan er gesproken worden over een afwijking.
Vandaar dat het een onuitgesproken wet was dat de vrouw lang en de man kort hoofdhaar droeg, daarentegen is het lichaam van de man behaarder; het hoofd van de vrouw heeft echter een geheel andere functie dan dat van de man.
Deze specifieke taak van de sexen is in het heden verwaarloosd en wordt voorbijgezien, terwijl men de mond vol heeft van magie, meditatie en spiritueel bewustzijn.
Zij die zich aangetrokken gevoelen tot een meditatieve levenshouding dragen meestal lang hoofdhaar, let u daar maar eens op.
Dit is geen modeverschijnsel maar een innerlijke levensinstelling, een aangeboren gevoeligheid voor een negatieve, ontvankelijke levensgerichtheid.
Momenteel is men vrij om zich uit te leven, dus komen de zo lang verborgen innerlijke geheimen naar buiten.
Men toont zich zoals men innerlijk gericht is.
Zou binnen het individuele "heilige woud" in dat achtvoudige levenscentrum het altaar der goden zijn licht verspreiden dan zou men andere dingen gaan zien van s'mensen levensgedrag.
Hoe kan men fulmineren tegen een maatschappij, wanneer zij die deze maatschappij vormen onwetend zijn?
Is protest niet nutteloos en wordt zij veelal niet in het tegendeel omgezet?
Hoe kan men verwachten dat revolutionairen hun leven geven voor de heilige zaak als zij die heilige zaak niet volkomen kennen?
Indien men zou eisen dat zij zich onwetend offeren zou dit slechts kadaverdiscipline en kanonne- of vuurpeletonvlees voortbrengen.
Slechts hij die weet en uit overtuiging spreekt kan succes verwachten.
Daar waar het kleine universum des mensen onklaar geraakt, zijn insertiepunten toegesloten zijn, kan hij, niet verwachten dat hij spiritueel wijzer wordt, want de innerlijke kracht, de toevoer van lichtkracht wordt stopgezet.
Daarom protesteren wij zo fel tegen een onnatuurlijke levenswijze en tegen de onderworpenheid aan de chemische industrie, want daardoor wordt de mens zijn ontvankelijkheid ontnomen.
De spiritualiteit wordt in de mens onderdrukt, zijn universele levenskracht wordt hem onthouden en zo wordt hij niets meer of minder dan een stervende ster, een "zwart gat", een stervende lichtkern die in zijn stervensuur zijn laatste lichtstoot afgeeft.
Zoals de stervende sterren dit doen voordat zij een "zwart gat" worden.
U bemerkt hoe de mensheid, althans vele van de gecultiveerde volkeren, bezig zijn hun laatste licht kracht "af te geven" voordat de overheersing van de chemie, van de maatschappij en de gewenning van de wetten hen veranderen in een "zwart gat".
Veelal is bemerkbaar dat zij die menen levend te zijn, in werkelijkheid reeds bezig zijn "zwarte gaten" te worden, want zij zijn zo vermoeid, zo verveeld, zo zatgegeten en zo cynisch.
Juist dan, waar men zich zatgegeten meent, waar men de muur van de uitzichtloosheid voor zich ziet, staat de mens voor de beslissende keuze: de maatschappij en zijn dwingende normen òf de levenskracht en de geest.
Hoevelen hebben momenteel het gevoel dat zij tegen de bierkaai vechten, dat hun verzet nutteloos is? Hetgeen te gebeuren staat komt toch, zegt men.
Inderdaad, niets is tegen te houden.
Maar wel kan men zich aan de dwang onttrekken en trachten een vrij mens te blijven.
Iedere verplichting die tegen uw wil wordt aangegaan kan voor u een obsessie en een gevangenis worden.
Wij leven in deze maatschappij, in onze levenssituatie die kunstmatig geschapen is, op basis van de plicht.
"Het is plicht dat iedere jongen .....", zegt een bekend liedje.
Door de plicht blijft deze maatschappelijke situatie in stand; plicht schept wet, plicht schept kunstmatige verantwoording.
Het woord plicht zou moeten worden vervangen door liefde, liefde heeft maling aan plicht, maar kent verantwoording.
Men kan mensenliefde praktiseren uit plicht.
"Het is je christelijke plicht", zegt men dan zo mooi, en religieuze plicht en menselijke plicht.
Liefde schept andere wetten dan plicht, en zij is soepel, barmhartig, begrijpend en medelevend.
Hoevele uit hout en steen gevormde godenaltaren branden uit plicht?
Doch dat verborgen godenaltaar in het individuele "heilige woud" wordt niet aangestoken door het koude vuur van de plicht.
Het brandt slechts uit liefdevuur dat geëxtraheerd wordt uit die onkenbare electromagnetische kracht in het grote en het kleine universum.
De liefde tussen Schepper en schepping doet deze levenskracht heen en weer bewegen tussen de Schepper en zijn schepsel.
De plicht die in het schepsel woont wijst deze levenskracht af.
Het ego kent plichten als imitatie van de trouw en de liefde.
Iedereen weet dat de plicht de levensvatbaarheid van een ideaal of een doel kan doden.
God wordt vermoord door die vervloekte plichtsbetrachting van de dogmatici.
U kunt ook zeggen: "Ik vind het mijn innerlijke plicht", maar dan wordt altijd gemeend: "Ik vind dat ik dat tegenover mijn geweten en mijn intuïtie verschuldigd ben."
Het is 's'mensen plicht om de instructies te volgen die zijn maatschappelijke leiders hem voorhouden, zo zegt men.
Weet u wat dit voor risico's voor uw innerlijke leven kan medebrengen?
Op deze manier kan een wetend mens geknecht worden door een onwetend mens.
Zij die weten dat natuur en mens één schepping vormen en beseffen dat zonder de bezielende kracht die het gehele universum en ook de mens het Leven schenkt, mensheid en natuur verloren gaan, moeten zich aaneensluiten, omdat zij gemeenschappelijk een doel bezitten.
Zouden zij waarlijk één doel hebben dan gaven zij gehoor aan de oproep der eenlingen.
Helaas!
Het grote doel valt uiteen zodra men de individuen aanspreekt, het valt uiteen in duizend en één egobelangetjes.
Er kan maar één doel zijn dat voor allen geldt, omdat het een levensbelang is: terug naar de verborgen wijsheid, terug naar die hechte verbintenis tussen Schepper en schepsel, uit liefde.
Terug naar de eenheid die door het gezamenlijke weten wordt voortgebracht en terug naar een levenshouding die slechts rekening houdt met de geest en de natuur waarin wij moeten leven.
Deze terugweg is niet geplaveid met geld en goed, noch met comfort en vermaak, maar zij wordt geschapen door de hunkering des mensen, zij zoekt een tehuis in het hart en zij breekt zich in alle oprechtheid en overtuiging baan wanneer de lichtende levenskracht de mens bezielt.
Dit doel, deze realisatie geldt voor allen die weten, en ook gij behoort tot hen.