Het zal u allen bekend zijn dat wij in een harde, maar toch zeer interessante tijd leven, allen, die qua instelling en bewustzijn niet met deze tijd mee kunnen vibreren worden aan de kant gezet of verstarren in een kristallisatie, die hen volkomen buiten de werkelijkheid plaatst.
Als een bruisende stroom razen de gebeurtenissen aan de mensheid voorbij en slechts de enkeling kan daaruit een lering trekken, die enkeling moet zeer actief zijn, zijn bewustzijn zeer waakzaam en zijn denken volkomen afgesteld op de Aquarius-tijd, die de mensheid opheft in een individualiteit, waar geen plaats is voor massa-suggestie.
Het is volkomen begrijpelijk, dat religie, kunst en wetenschap in deze wieling meegezogen worden en - zoals hun taak is - een weergave zijn van de tendens der tijden. Aan de gedragslijn van kunst, wetenschap en religie herkent men altijd het patroon der era.
In het heden bezit de kunst de inspirerende ziel niet meer, de religie zoekt wanhopig naar het oude Godsbeeld dat de kunstenaars der middeleeuwen inspireerde en de wetenschap vergaloppeert zich in haar drang naar expansie en weten, waardoor de aloude Kennis der alchemisten, der Gnostici en der waarachtige priesters vertrapt wordt.
Er is alom een verlangen om het oude te vergeten - als nutteloos terzijde te werpen, terwijl helaas het ideale beeld, dat Aquarius instraalt, nog niet door de mensheid gegrepen is.
Men kan spreken van een tussenfase, een overgangsperiode tussen de Pisces-era en de Aquarius-era; een periode waarin de mens heen en weer geslingerd wordt tussen oud en nieuw.
Doch zijn onwetendheid, zijn onkunde met betrekking tot de ziele-wetenschap, is voor hem een obstakel om het nieuwe van Aquarius aan te nemen! Reeds lang had deze Aquarius-mensheid de ziele-wijsheid moeten bezitten, zo lang reeds luidden de waarschuwende klokken, doch steeds opnieuw had de mensheid het te druk met àndere bezigheden!
Daarom kunnen wij spreken van een "harde tijd"; er is geen medelijden meer met allen, die in onkunde en onwetendheid zich vastklampen aan valse waarden; er is totaal geen medeleven meer met hen, die vermoeid ter aarde zinken en zich afvragen: waar snellen wij op toe?
Dit is een tijd van de harde realiteit, van de keiharde materie en van fanatieke dogma's, die in leven gehouden worden door hen, die bezeten zijn van een onbeschrijflijke angst!
Men krijgt geen tijd om zich voor te bereiden, want men wordt gedwongen tot de keuze tussen het oude, waarin de verstening dreigt, en het nieuwe, waarin het onbekende de mensheid tegengrijnst.
Indien deze mensheid haar mogelijkheden benut had en zich verdiept had in de Verborgen Wijsheid, indien de enkeling zich gereed gemaakt had om deze bittere tijden moedig tegemoet te kunnen treden, dan zou er minder geleden worden; dan zou er geen innerlijke nood zijn en geen verkramping omwille van het oude, dat meedogenloos wegzinkt in een toegesloten verleden.
Daarom is hetgeen wij gedaan hebben: "breken met de oude vorm" een oplossing die wij nemen moesten, omdat wij, evenals miljoenen anderen geplaatst werden voor de keuze tussen het oude, gevaarlijk verstikkende beeld, en het nieuwe, dat dwingend aan ons opgedrongen wordt.
Dat wij deze keuze doen konden bevestigd dat wij een innerlijk Weten bezitten, dat het oude juist kan definiëren en het nieuwe onderkent.
De angst om het onbekende hebben wij genegeerd, terwijl wij bouwden op een intuïtief Weten dat wij bijeengegaard hebben gedurende een bewuste levensgang.
Dit intuïtieve weten, dat opwelt uit de ziel, hebben wij voor op die miljoenen die uit angst de verstening prefereren boven het onbekende nieuwe.
In werkelijkheid is er geen nieuws, is er geen onbekende toekomst, die religieus of materieel de mensheid de afgrond in kan jagen. Alles wat geweest is en alles wat komende is heeft de mensheid zelf gebouwd, en in waarheid, zo zij bewust zou leven, zou zij alles in zichzelf kunnen terugvinden.
Dat wat geweest is ligt als een ervarings-som in haar besloten, en dat wat komen moet staat als een abstracte, astrale beeltenis in de sferen rondom haar.
Iemand die uit een ziele-bewustzijn leven gaat, kan het abstracte, astrale weten herkennen en uit het boek der natuur lezen, er behoeft geen onbekendheid te zijn, noch een onwetendheid.
De angst die de mensheid bezielt, en die wij sterk geconcentreerd in allerlei groeperingen herkennen, spruit voort uit onwetendheid, die het resultaat is van luiheid, laksheid en onwilligheid van de mens.
Allen, die eeuwenlang aan de leiband van een leider gelopen hebben, hetzij op kunstzinnig, hetzij op religieus, hetzij op sociaal-wetenschappelijk terrein, ontdekken nu dat zij zelf geen ziel bezitten om hun werken en hun leven te bezielen.
Nu de tijd de mens - in snel tempo confronteert met zichzelf - stelt voor de eigen innerlijke zekerheid, is het ontdekken van een ziele-gemis, van een gebrek aan eigen innerlijk bezit, een wrede aangelegenheid. Op zulk een moment zal de angst als een demon de mens bespringen en zal hij automatisch handelen onder invloed daarvan.
Men kan waarlijk zeggen: miljoenen mensen worden heden overschaduwd door de angst-demon, die hen aanzet tot zeer aarde-bindende en vooral spiegelsfeer-bindende handelingen.
Onder spiegelsfeer-bindende handelingen verstaan wij dat de mens gedwongen wordt een compromis aan te gaan met spiegelsfeer-bewegingen, die weten dat hun heerschappij bedreigd wordt.
Al die natuur-religieuze, occulte en mystieke bewegingen, . die zich een prachtige woning in de spiegelsfeer opgebouwd hebben, wenden al hun macht aan om de mens te binden aan het zijnde, aan het bestaande bezit, zij trachten de mens te nagelen aan hun bouwwerk, dat weldra door de storm van Aquarius aangetast zal worden.
U moet goed begrijpen: hoe meer zielen zich vastklampen aan de oude bouwwerken, aan de oude dogma's, des te sterker zullen al deze hiërarchieën staan in de naderbij komende orkanen.
Daarom zijn zij, die in deze tijd een nieuwe Arbeid durven beginnen, met weinigen, want het lukt slechts de sterken om zich aan deze machten te onttrekken, en slechts de innerlijk Wetenden, die een eigen Bron hebben opgericht, wagen het om op die basis het schijnbaar onbekende in te springen.
Alles wat wij nu meemaken, die opbraak in kunst en religie en die onbeheerste doordrijverij in de wetenschap, vinden hun oorsprong in de stralingen van de mysterieplaneten, in samenhang met de invloed van Aquarius.
U weet dat de Heer van Rijckenborgh ons hiervoor heeft gewaarschuwd, u weet dat hij jarenlang heeft heengewezen naar deze doorbraak van de mysterieplaneten, die het ziele-element in de mensheid wakker maken, en nu - wanneer de kentekenen daarvan duidelijk zichtbaar zijn, is het resultaat van die waarschuwingen dat de angst de toehoorders tot starre automaten maakt, en zij niets anders weten te doen dan zich vastklampen aan de letter, die voor hen onbegrepen woorden inhoudt.
Niets is er doorgedrongen tot in het bloed, en noch minder tot in het ziele-bewustzijn, dat door de angst volkomen toegeslagen is. Zo worden ook zij, die weten konden, meedogenloos toegevoegd aan de enorme scharen die de dogmatische hiërarchieën aanbidden. Zij worden allen opgesloten in die grote gevangenis, die door het arrogante zelfbewustzijn is opgebouwd.
Dikke muren van religieuze arrogantie, van zelfgenoegzaamheid en schijn-gearriveerdheid omsluiten hen, en vanuit die gevangenis strooien zij hel en verdoemenis over al diegenen die in onbevreesdheid en moed het nieuwe, het toekomende en doorbrekende tegemoet treden.
Vanuit die beslotenheid sprak een religieus leider deze woorden: " Het is wreed de mensheid de harde stenen der Waarheid aan te bieden. Beter is het haar te laten voortsluimeren in onwetendheid en onwaarheid!"
Deze woorden kwamen van een rooms geestelijke, die vol argwaan en bitterheid de rebellie binnen zijn kerk aanzag.
Doch zijn woorden zijn van toepassing op vele religieuze bewegingen, op al die starre dogmatische leringen, die beschermd worden door zelfgenoegzame prelaten!
Op dat moment, u moet dat verstaan, ging de realiteit van onze eigen toestand door ons heen en konden wij niet anders dan bevestigen: Ja, wij hebben de harde stenen der Waarheid midden tussen een groep mensen geworpen wellicht, schijnbaar meedogenloos, maar in werkelijkheid om die sluier, waar anderen zo mee sympathiseren, te verbreken, opdat die sluier niet tot een verstening worde, een zachte dood misschien, maar niettemin een dood!
En wij wisten bij voorbaat, dat uit deze koesterende sluimering slechts zij zouden kunnen ontwaken, die voldoende innerlijke zekerheid gevonden hadden!
Daarom durfden wij ook met stelligheid te zeggen: gij, die hier bijeen zijt en die stap gewaagd hebt, zijt een Prometheus! Omdat u hebt durven ontwaken uit de gevaarlijke sluimering, verdient u de naam: Prometheus, hij, die van binnenuit aangezet wordt tot het halen van het Vuur, niettegenstaande de toekomst voor hem de zekerheid van het lijden inhoudt!
U bemerkt toch hoe u dèze Prometheus-instelling kunt vergelijken met de dag van vandaag?
Hoe miljoenen belet worden, louter door het eigen belang der hiërarchieën, het Vuur te gaan halen, en hoe in die miljoenen de angst aangewakkerd wordt om het "onbekende", waarin het lijden omwille van het Vuur besloten ligt!
Men dreigt deze mensen doorlopend met dat "onbekende", dat zij zelf nog niet weten te onderscheiden en zinspeelt op de vreselijke terreur en de verdoemenis die hen wacht, maar deze voorgangers, deze religieuze leiders vergeten, of willen niet weten, dat zij, die Prometheus genoemd kunnen worden, "vooruit kunnen zien", zoals hun naam aanduidt.
Dat zij zelf heel goed in die toekomst kunnen schouwen, en het gevaar zien, maar dat zij niettegenstaande dat gevaar toch doorgaan met hun Arbeid.
Dat zij niettemin toch de zoete sluimering der dogmatische veiligheid verbreken, en hun gelijken durven plaatsen voor zulk een toekomst. Uit zulk een handeling, vloeit de bitterheid en de haat der tegenstanders voort, omdat zij wéten, dat allen, die op deze manier ontwaken, ongrijpbaar voor hen worden! Ongrijpbaar, omdat zij staan op de basis van een verborgen Wijsheid, die voor hen ontsluierd wordt, en omdat zij - wanneer zij al deze bronnen van Wijsheid tesamenvoegen, onzegbaar sterk zullen worden, een bolwerk in deze era van vertwijfeling, een onneembare vesting en een tegenstand voor hen, die de mensheid vast willen nagelen aan het oude; voort willen laten dommelen in onwetendheid en schijn-rust.
Al deze leiders zeggen tot de mens: "Slaap maar voort, zie niet om, wat je gehad hebt krijg je weer, tot in het oneindige zullen wij je voeden met dezelfde voeding waaraan je gewend bent. Er is niets om je ongerust over te maken, want wij waken over je!"
Voelt u dat het hier een enigszins gewijzigde versie is van het primitief kerkelijke: "gooi al uw zonden op Jezus en u zult zalig worden"?
Dat is het bedrog van de religieuze hiërarchieën!
En waarschijnlijk lopen daarin vele voorgangers mee, die zelf niet beseffen wat zij doen, maar zo ingekapseld werden door het slaaplied, dat zij niet anders meer handelen kunnen.
En dan komt er een rebel en die gooit een steen in de slaapkamer, waardoor velen ontwaken en waardoor de leiders handen vol werk hebben om het zo veel geprezen zand van Klaas Vaak rijkelijk uit te strooien.
U ziet dat immers overal gebeuren!
De rebellen, niet zij die rebelleren omwille van het genot der rebellie, maar zij die bewust waarschuwen, omdat zij weten wat komende is, staan klaar met de harde stenen der Waarheid en zij hebben tot hun verontschuldiging niets anders dan het: "ik veracht de leugen en de lafhartigheid, ik zoek de Waarheid en de Rechtvaardigheid".
Als er op religieus gebied zulk een rebel opstaat, dan mag hij dat alleen doen wanneer hij er zeker van is dat zijn "harde stenen der Waarheid", gereikt worden uit Liefde voor zijn medemensen, en voortkomen uit een Innerlijk Ziele-weten.
Want zo zij, die deze "stenen der Waarheid" met moed en vastberadenheid aanvaarden, niet gestut kunnen worden door de Universele Kracht der Goddelijke Waarheid, zou er honger geleden worden, daar stenen geen hongerenden voeden kunnen!
Begrijpt u?
De Stenen der Waarheid moeten vergezeld gaan van het Brood des Levens. Alleen zij, die het Brood des Levens eten èn reiken, kunnen zich de weelde en het risico veroorloven om de stenen der Waarheid aan te bieden.
Men mag hunkerenden en wanhopigen niet met lege handen laten staan en de kille "stenen der Waarheid" vullen slechts de handen der emotionelen voor een ogenblik!
Daarom zijt gij allen een Prometheus, omdat gij geweten hebt dat er achter deze stenen der Waarheid het waarachtige Brood des Levens schuilging, dat slechts groeien kan op Reinheid, Waarheid en Liefde.
Daarom ook zijt gij rijker dan al die prelaten die verbitterd spreken over "de harde stenen der Waarheid", en in medelijden of eigenbelang voortgaan met de onwetenden zand in de ogen te strooien.
Zij weten wellicht dat het Brood des Levens in de harde Waarheid te vinden is, maar zij wagen het niet hun donzen bed te verlaten, noch wagen zij het risico van hun daden onder de ogen te zien!
Doch de tijd gaat snel, tè snel voor velen, en zo zij die harde Waarheid nog niet onderkend hebben, of niet wilden onderkennen: de sluiers zullen door de gebeurtenissen weggetrokken worden en dan zullen zij waarlijk met de stenen van die Waarheid in hun handen staan, en er zal voor hen geen Levensbrood zijn om hen te voeden.
Dat is wreed en liefdeloos! Maar deze dialectiek, deze gevallen natuur IS wreed! Van deze natuur hebben wij geen Liefde te verwachten en datgene wat men voor liefde aanziet, zoals de zoete sluimering, is bedrog en vals en draagt geen ziel!
Het is echter onze bedoeling, wanneer dat ontnuchterende moment aankomt, en dat zal sneller zijn dan u denkt, dat wij, als groep zoveel Levensbrood verzameld hebben, dat wij de ontgoochelden kunnen opvangen. Dat wij dan kunnen zeggen: Ziehier: de Waarheid - en daarachter de Liefde, die deze Universele Waarheid altijd vergezelt.
Wij weten dat uzelf de stap gewaagd hebt dat uzelf de stenen der Waarheid aanvaard hebt, uitsluitend op uw innerlijk Weten, wij hebben u daarom lief, omdat een band van onverbrekelijke innerlijke Eenheid ons verbindt, maar wij kunnen niet van iedereen verwachten dat hij zulk een grote stap waagt!
Er zijn zoveel zwakken, hoewel goedwillenden.
Wel, degene die Prometheus genoemd wordt: de sterken zijn er om de zwakken te helpen! En zo u zich dagelijks versterkt, geen minuut voorbij laat gaan door zwakte of misleiding, dan is het zeker dat wij binnenkort vele gelijken kunnen helpen, die slechts opgehouden werden door hun eigen zwakheid.
Oordeelt de zwakken niet, maar helpt hen; oordeelt hun leiders niet, maar laat alles aan de Universele Macht over, die op Zijn eigen wijze goed en kwaad van elkander scheidt.
Wij hebben een Gemeenschap gevormd omdat wij anderen helpen willen, en niet omdat wij ons willen storten in een schone filosofie.
Prometheus, geketend aan de rots der dialectische mensheid, heeft het Vuur gehaald en lààt zijn lever uitpikken door de adelaar die boven de bergen zweeft.
Maar die lever, het Ene Leven, raakt nimmer uitgeput, denkt u daar goed aan!
Zolang dit Leven in Prometheus brandt, zolang dit Vuur schijnt, moet hij aan de rots geketend blijven en de mensheid dienen, want dit Ene Leven, dit Vuur, is niet van hem persoonlijk, maar van de God der Goden en Het is er om de mensheid te verlichten!
Wanneer dit Vuur in ons brandt zijn wij - de persoonlijkheid - onrechtmatige bezitters van dat Vuur, en wij kunnen dat slechts verantwoorden door het direct door te geven aan allen, die het nodig hebben.
Gij hebt moed getoond - gij hebt de Waarheid aanvaard - en gij hebt vertrouwd op de Liefde, die achter de Waarheid brandt, ga ook nu moedig verder op uw Pad en vrees het komende niet, want uw vreugde zal groot zijn wanneer gij de zwakken bij kunt staan door het Levensbrood der Liefde.
Daarom zeggen wij tot u, sterk verbonden met u allen dóór de diepgaande ervaring van Reinheid - Waarheid en Liefde: Prometheus: gij zijt bevoorrecht boven allen!