Het is een merkwaardig ogenblik om als Gemeenschap Roseae Crucis ons eerste Pinksterfeest te vieren.
In de Heilige Schrift staat Pinksteren gelijk met het uitstorten van de Heilige Geest.
Het uitstorten van de Geest des Vuurs in de discipelengemeenschap van Christus.
Na die uitstorting werden de eerste christengemeenschappen gesticht. Zo vertelt de historie. Oorspronkelijk betekent de naam Pinksteren: de vijftigste dag d.w.z. pentekoste. En het getal vijftig verzinnebeeldt het Vuur. Het is een getal des vuurs.
Wanneer dus het Pinkstervuur zich uitstort in de Gemeenschap dan betekent dat, dat zij die daarbij aanwezig zijn, worden opgenomen in het Geestvuur, zij gaan dan tezamen in de wereld dat Geestvuur vertegenwoordigen. Ieder van hen gaat een aanzicht worden van het Pinkstervuur. Dààrna kunnen zij hun Boodschap des Heils brengen gaan.
Voordat het Pinkstervuur zich aan de discipelen had medegedeeld waren zij allen leerlingen, mensen die onderricht moesten worden, mensen die behoefte hadden aan voedsel en niet uit zichzelf de voeding des Levens putten konden.
Na het ontvangen van de vurige tongen bezaten zij allen echter de mogelijkheid om de taal des Geestes te spreken.
En daarom, is het voor ons, uitermate belangrijk om stil te staan bij deze Pinkstergebeurtenis!
Wij zullen eenmaal allen, gelijk onze discipelen het Geestvuur moeten ontvangen; wij zullen tezamen de Beker moeten vormen waarin zich dat Geestvuur uitstort.
Er staat geschreven dat dit Vuur zich meedeelt via 12 vurige tongen; 12-maal tekent zich een vlam af boven de hoofden der discipelen.
En zo zal het ook eenmaal - bij ons - moeten geschieden: het Vuur des Heiligen Geestes, zal zich in al zijn 12 aanzichten in de Gemeenschap moeten openbaren, opdat de volheid van het Geestelijke Vuur gekend worde.
U moet zich voorstellen dat dit Geestvuur zich openbaart als een machtige magnetische trilling, een soort van elektromagnetische wind doet zich gevoelen, en de trillingen van het dialectische universum worden aangegrepen door een concentratie van hogere, onstoffelijke trillingen, er ontstaat een botsing.
Het Geestvuur breekt zich baan door de etherische lagen van deze dialectiek en zo wordt het Geestvuur geboren in de wereld.
"De Trooster zal ik u zenden," zo sprak de Christus.
En dat betekent dat vanaf dat moment de Trooster, het Licht, de Heilige Geest, in de wereld gekend kan worden door mensen.
Zulk een Lichtindaling heeft meerdere malen plaatsgevonden, altijd nà het heengaan van een Grote Boodschapper. Uit zijn krachtsinspanningen komt een immense Vuurconcentratie vrij, die als een komeet door de beschermende wereldvelden schiet, en zo op de aarde mensen benadert die daarvoor rijp zijn, die daarvoor openstaan.
Het Pinkstergebeuren uit de Heilige Schrift kunnen wij nog grootser zien: als een overweldigende Vuurkracht schiet de Geest neder en toont zich in haar volkomenheid der 12 aanzichten.
Op het moment dat het Christuslicht zich teruggetrokken had in de kosmische velden van het Goddelijk Universum, werden de 12 aanzichten van het Geestvuur vrijgemaakt in 12 mensen, in 12 discipelen.
U moet dit voorval symbolisch zien: Het getal 12 is een getal van opoffering en lijden. Het Geestvuur lijdt door haar 12 aanzichten, en door dat lijden brengt zij de vernieuwing in de mens teweeg.
In een Gemeenschap waarbinnen de 12 aanzichten des Vuurs worden verwerkelijkt, zal dit aan den lijve ondervonden worden! Want door het getal 12 wordt verzinnebeeld dat het moment van verwerkelijking geklonken heeft!
Prometheus b.v. staat onder het getal 12. Hij stal, omwille van de mensheid, het Hemelvuur en daarvoor moest hij boeten. Iedereen die het Geestvuur wil gaan bezitten, als een Trooster, als een waarlijk aanwezige Krachtbron zal daarvoor moeten lijden.
En het overdragen van het Pinkstervuur aan een Gemeenschap van 12 betekent dat deze Gemeenschap de verwerkelijking ingaat, en daarvoor zal moeten lijden! U kunt de apostelgeschiedenis aan deze uitleg testen: zij zijn nà het ontvangen van de Trooster àllen de wereld ingegaan en hebben hun lijdensweg betreden.
En daarom zouden wij deze gebeurtenis zo graag willen vergelijken met onze Gemeenschap: ook bij ons zijn mensen tezamen gekomen die onderricht zijn, die onderwezen zijn in de leer van Christus, die - gelijk de discipelen - tot aan een hoogtepunt van de leringen gekomen zijn.
In de Heilige Taal sprak men van het heengaan van Christus, wij willen in het heden spreken van een terugtrekken van het Licht uit de oude groepering, en nu volgt de nieuwe fase: de Trooster komt en gaat zich manifesteren in de Gemeenschap, en wel op 12-voudige wijze.
En het is daarom zo bijzonder, dat de oprichting en de symboliek van de Gemeenschap Roseae Crucis steeds met het getal 12, het getal van verwerkelijking te maken heeft.
De vurige vlammen van het Geestvuur zullen zich boven de hoofden van de discipelen moeten gaan aftekenen, en zij zullen àllen - hoort u, àllen, de taal des Geestes moeten gaan spreken, opdat de mensheid hen verstaan kan.
Het is nu niet meer zo, dat slechts enkelen hen herkennen, maar nu zal iedereen hen moeten gaan herkennen, want de discipelen, het lid van deze Gemeenschap zal zichzelf bekend maken door de Geest!
Die Geest zal door hem heen gaan lichten, en wel in zijn meest volmaakte verwerkelijking: 12-voudig.
Alle aanzichten van het Vuur, alle aanzichten waarin de Geest zich uitdrukken kan, zullen in de discipel, in het lid van de Gemeenschap, in de gezel die zich tot Bouwmeester bekwaamt, tot uitdrukking komen.
Wanneer dit Pinkstervuur zich aan de gezel mededeelt dan gevoelt hij zich als opgenomen in een immense Lichtkracht die hem verwarmt, verlicht en reinigt, tot in de twaalf mogelijkheden van zijn wezen.
In den beginne zal het in een Gemeenschap zo zijn, dat deze 12 aanzichten des Vuurs door de samenstelling van de Gemeenschapsleden vertegenwoordigd kan worden.
Daarom is het een Gemeenschap: zij vormen, als één Lichaam, als één Bouwwerk de 12 pijlers waarop het Geestvuur rust.
In het laatste stadium echter, wanneer de gezel van Bouwmeester tot Graalridder Roseae Crucis opgeklommen is dan nemen de 12 aanzichten van het Pinkstervuur in hem zelf gestaltenis.
Dan vormt hij op zichzelf, als een Broeder van de Universele Keten, een Gemeenschap der Vuren.
Voorlopig echter zou het grootste ideaal verwezenlijkt worden wanneer wij tezamen de volheid van dat Geestvuur konden uitdragen.
Wanneer binnen de Gemeenschap de 12 aanzichten van de kosmos, de 12 aanzichten van de zodiak vertegenwoordigd zijn dan zullen deze alle twaalf gepredisponeerd, gevoelig zijn voor een bepaald aanzicht des Vuurs. Zij trekken, door hun bewustzijn, ieder een facet van dat Vuur omlaag. En hoe verder zij gevorderd zijn op het Pad der Reiniging en der waarheid, des te sterker zullen zij dat Vuur aanroepen en verspreiden.
Doch dat zal dan altijd nog geschieden via hun individuele wezensaard: zij verspreiden dat Geestvuur naar de interpretatie die hun persoonlijke instelling daaraan geeft.
En dat is niet foutief! Mits allen maar tezamen werken in Gemeenschap, zodat de één de ander aanvult, en zo de gehele schakering des Vuurs uitgedragen kan worden.
Pas bij het stadium van de Graalridder Roseae Crucis wordt deze individuele doorgave volkomen uitgedaan!
Dan gaat de Bouwmeester onder in het Liefdevuur en wordt hij de Volmaking zelve.
Om u een duidelijk beeld te geven van de twaalf aanzichten des Vuurs willen wij u deze in het kort voorleggen.
Ten eerste is daar het Vuur dat zich via de Wil openbaart. U verstaat dat het Geestvuur zich slechts mededeelt aan hen, die door de Goddelijke Wil gedreven worden!
Dan is er het mystieke vuur dat zich vooral via het hart bekend maakt, vervolgens het bewegende vuur dat het zenuwstelsel binnentreedt en zich daardoor wederom openbaart.
Het vierde aanzicht is het behoudende Vuur dat de verbeelding aanraakt; het vijfde aanzicht is het lichtende vuur dat zich mededeelt aan het hoofdheiligdom en de mens waarlijk een kroon des hoofd kan schenken.
Het zesde aanzicht des Vuurs is het reinigende principe dat in het bloed opgenomen wordt.
Het zevende aanzicht is het harmoniserende Licht dat via de kleine bloedsomloop hart en hoofd met elkaar in verbinding brengt.
Het achtste aanzicht des Vuurs is het brandende vuur dat zich in het bekken manifesteert.
Daarna komt het oordelende aanzicht des Vuurs dat via het ruggemerg zich aan het gehele lichaam mededeelt.
Hierna komt het tiende aanzicht des Vuurs dat het zich voegende Vuur heet en dat zich via het stoflichaam declareert.
Dan wordt het elfde aanzicht des vuurs het denkbeeldige Vuur, dat via het middelpunt tussen de ogen binnenkomt en zich daaruit wederom kenbaar maakt.
En tenslotte kent men het zich splitsende Vuur; dan verdeelt het Vuur zich boven de kruin van het hoofd in de 12 vonken. Dit nu zijn de 12 aanzichten van het Geestvuur, zoals deze in een Gemeenschap en als hoogste ideaal in een mens vorm moeten aannemen.
Het ontvangen van het 12-voudige Pinkstervuur is dus de bekroning van een Gemeenschap. En als wij in staat zouden zijn om al deze facetten des vuurs, rein en zuiver spiritueel uit te dragen, dan is ons Pinksfeest aangebroken!
Maar dan moet het ook zo zijn, dat ieder van ons medearbeidt aan de verwerkelijking van het Vuur, ieder op de eigen wijze.
Allen reinigende, bouwende, allen trachtende via het eigen bewustzijn het Vuur te herkennen en vooral, uit te dragen.
Proberende een Trooster te zijn voor allen, die hongeren, hunkeren en smart lijden!
En gaan wij dat doen, wel dan is de eerste stap op het Pad der Gemeenschap, het Pad van het getal 12, het Pad der Verwerkelijking en Volmaking, gezet!
Dan wordt de Gemeenschap, omdat zij het Hemelvuur voor de mensheid (gelijk Prometheus) uit de Hemel haalt, aan de rots gekluisterd, en haar Lever, haar Leven wordt haar genomen, doch het keert steeds weer terug, het groeit steeds weer aan!
Wij zijn dan waarlijk een Gemeenschap ten dienste van de mensheid geworden.
En wij zien voor de toekomst, onze taak dan ook liggen op het gebied van het bijstaan en helpen der mensen!
Wij zullen geen besloten, in zichzelf opgesloten en uitsluitend op zichzelf gerichte gemeenschap worden!
Voor hen, die weten waar zij het Licht zoeken moeten, voor hen, die geen moeilijkheden duchten en die zich niet laten misleiden of afleiden!
Een Opdracht dus, voor discipelen, die het Pinkstervuur waardig zijn! En tevens een opdracht voor hen, die op de Olijfberg de instructies van Christus Jezus omtrent het Bergrede-leven aangehoord hebben!
Hij, die deze Gemeenschap binnengaat moet dus reeds een ingewijde zijn, hetzij door zijn zoeken, hetzij door zijn ervaringen, hetzij door zijn leven, want hij gaat geen school meer binnen waar hij over alles onderricht worden.
Neen, hij gaat zich tot het Pinksterfeest bekwamen, opdat het Geestvuur, de Trooster, zich ook via hem, in de Gemeenschap kan uitstorten.
Daarom arbeidt elke gezel, elk lid van de Gemeenschap in zelfvrijmetselarij, op eigen verantwoording, en juist omdat hij een wetende is zal hij beseffen hoe waardevol en onmisbaar, maar ook hoe verantwoordelijk zijn Arbeid is. In een Gemeenschap vormen wij allen de leden, wanneer één lid zijn taak niet kent, worden alle leden, en juist de Gemeenschap daardoor benadeeld.
Met een opdracht als de onze, een Prometheus-opdracht, kunnen wij zulk een risico niet lopen!
Vandaar dat de vreugde groot is wanneer een ontwaakt mens, een puur, waarheidlievend en liefdevol mens zich tot onze Gemeenschap wendt. Want dààr waar bewust en serieus gearbeid wordt in spirituele zin, daar wordt de opdracht volvoerd en gaat de Gemeenschap Roseae Crucis een stralend Aurora binnen!
Moge gij daarom allen dit Pinksterfeest zien als een nieuwe, vreugdevolle gebeurtenis, die door ons wederom in de tijd kan plaatsvinden.
En moge het Pinkstervuur zich spoedig aan u mededelen, èn van u uitgaan, opdat men in u, volwaardig lid van onze Gemeenschap Roseae Crucis, de Trooster herkenne!