De ontbrekende schakel

"Wanneer men achter de geest aanholt, vangt men slechts de dwaasheid."

Montesquie


"De echte rijkdom is die van de geest."

Anarcharsis (4de eeuw v. Chr.)


Er wordt in de maatschappij en in alle religieuze en esoterische bewegingen veel gesproken over "de geest". 

Maar daarover zijn talloze misvattingen. 

De ene beschouwt de geest als de rede of het intellect; de andere ziet hem als een inspiratie, en weer anderen zien hem als God of een mystieke vervoering. 

Niets wordt méér misverstaan dan het begrip "geest". 

Dit komt voort uit het feit dat de geest de ontbrekende schakel vormt in vrijwel ieder mens. 

De geest is, naast het geld, het meest begeerde op aarde. 

Niettemin kan niemand de geest vangen of hem bezitten zonder dat die geest daartoe bereid is. 

Geest is onbegrensd, geest is vrij, geest gaat en komt op zijn tijd.

Hoewel menigeen weet dat de natuur of de schepping uit energie bestaat, en ook velen weten dat zonder energie er niets zou kunnen bestaan, komt men niet op het idee dat geest niets anders is dan een vorm van energie. 

Een energie die onbereikbaar, onbezitbaar is voor vrijwel alle mensen. Er zijn uitzonderingen. 

De vele vormen van energie zorgen voor een verwarring betreffende het begrip "geest". 

Iedereen werkt met energie; wanneer men de diverse alternatieve en religieuze opvattingen mag geloven, dan is er negatieve en positieve, slechte en goede, lage en hoge, kleurloze en gekleurde energie. 

Theoretisch hebben zij allen gelijk. 

Alleen is het de vraag of iemand weet waar hij het over heeft. 

De geest is nl. positieve energie, maar de ziel bestaat uit negatieve energie. 

Deze negatieve energie kan de positieve energie aantrekken.

Slechte energie is geestloos; goede energie heeft min of meer een geestelijke trilling. 

De geest, als energie, doortrilt nl. alle dingen, behalve datgene dat deze geest afwijst of niet aantrekt, hetgeen hetzelfde is. 

Ieder mens is verantwoordelijk voor zijn eigen hoeveelheid geestelijke trilling. Geestloze mensen bezitten energie, maar deze is lichtloos, parasiterend, of kwaadaardig. 

Het bezitten van energie bestempelt ons beslist niet tot een geestelijk mens, d.w.z. iemand die de trilling van de geest bezit. Geen enkele groepering, religieus of niet, esoterisch, occult of niet, kan als vanzelfsprekend bogen op het bezit van de geest. 

De geest kan overal zijn, als hij wil en kan overal afwezig zijn, als hij wil. 

De geest is de hoogste trilling of de hoogste energie, die voor mensen bereikbaar is. 

Een mens roept dus, vanuit zijn ziel, de geest naderbij. 

Er is geen andere mogelijkheid. 

Het is geen vaststaande wet dat een mens wordt geboren met inbegrip van een geestelijke energie. 

Zomin als het een vaststaand feit is dat een mens wordt geboren met een zieletrilling. 

Een ziel dus die in staat is de geest te benaderen. 

Hoe meer iemand van die hoogste energie bezit des te sterker hij of zij geestelijk zal zijn. 

De geest bepaalt of hij antwoord geeft op de roep. 

Daarvoor zijn de voorwaarden: het karakter; de wilskracht; de levensinstelling.  Omstandigheden zijn totaal onbelangrijk. 

Het karakter moet individualistisch zijn, niettemin genegen respect te tonen voor iets dat hoger dan wel heilig is. 

Er moet dus een religieus aspect aanwezig zijn, in de goede betekenis van het woord. 

Er moet rijpheid zijn tegenover de natuur, de schepping, een godsbegrip, een filosofisch inzicht, d.w.z. de grote lijnen zien van de verbintenis Schepper - schepping. 

Andere voorwaarden zijn er niet.

De geest of de hoogste energie kan niet veel doen met mensen die totaal gespeend zijn van enig begrip betreffende de aspecten en de verbintenissen tussen hemel, geest, aarde, lichaam, ether en ziel. De geest, of die hoogste energie, dringt nl. tot daden, daden die weldadig zijn voor de schepping, voor de mensheid, voor de ontwikkeling van het begrip: Schepper - mens. 

Natuurvriendelijke mensen behoeven deze hoogste energie niet te bezitten, het kàn wel zo zijn, maar het is geen voorwaarde. 

Geest vraagt nl. méér dan natuurvriendelijkheid alleen. 

Geest vraagt diepte; een levensinstelling die vrij is van doden, geweld, kwaadaardigheid in al zijn facetten. Maar hij vraagt geen onderdanigheid, noch wetmatigheid in sociale opzichten. 

De wet is in de verbinding geest - ziel ingeschapen. 

Energie volgt immers zijn eigen wetten. 

Er zijn sterk roepende en zwak roepende zielen; er is een sterk aanwezige geest en een zwak aanwezige geest. 

Bij de sterk aanwezige geest is deze hoogste energie dominant. Bij de zwak aanwezige is hij wisselend, en dan spreken we van onze "goede" en onze slechte momenten. Slechts daar waar de geest, als energie, doorlopend aanwezig is en domineert, kan men spreken van een geestelijk mens. 

Begrijpelijkerwijze zijn deze dus zeldzaam. 

Een goed voorbeeld hiervan is Pythagoras. 

In deze moderne tijd ken ik er niet één. De meesten getuigen vanuit hun goede momenten, maar daarna vallen zij terug in hun oude stramien. 

Het zijn de geïnspireerden, momentopnamen van hoogste energie, momenten die anderen kunnen meeslepen en die noodzakelijk zijn, maar zij zijn slechts "geïnspireerden", mensen die gebruikt worden door de geest, maar die niet voortdurend door hem kunnen worden bewoond. Deze geïnspireerden zijn de op één na besten op aarde.

Inspiratie is een vorm van openheid, een openheid voor de ene of andere energie. 

Zij kunnen openstaan zowel voor de lichtloze, als voor de geestelijke energie. Vandaar de talloze voorbeelden uit de geschiedenis over z.g. geïnspireerden, die van hun voetstuk vielen. 

Een geïnspireerde weet zelf dikwijls niet wat hem overkomt, kan het niet verklaren. 

Denk hier aan Edgar Cayce, een geïnspireerde die niet wist wat hem overkwam. 

Als je zelf niet kunt verklaren wat er gebeurt, als je niet weet door wie of wat je geïnspireerd wordt, ben je een werktuig, niet meer en niet minder. 

Alle Uranusmensen bv. zijn werktuigen, dus geïnspireerden van de geest, maar onder hen zijn enkele individueel, bewust met de hoogste energie werkende mensen. Zoals een Pythagoras. 

De geschiedenis telt heel wat geïnspireerden; mensen, die wijsheid bezaten en doorgaven; mensen, die hun medemensen begrip bijbrachten en mensen, die redders in nood werden; mensen, die filosofisch geïnspireerd werden en mensen, die tot daden werden aangezet. 

De inspiratie voegt zich naar de bekwaamheden van de geïnspireerde. 

De hoogste energie, de geest, heeft nl. diverse aspecten, geen hoge of lage aspecten, maar verschillende uitgangspunten. 

In de filosofie kan die hoogste energiegeest aanwezig zijn, maar evenzo in natuurreddende kwaliteiten, of in geneeskunde, of in goedheid. 

Het verschil met normaal aardse filosofie is dan: de geestelijke filosofie brengt oplossingen, is innerlijk verrijkend, geestelijk verrijkend, zegt men dan, dus voert die hoogste energie aan. 

Natuurreddende kwaliteiten, inbegrepen die geest, ontstijgt het zinloze reddingsaspect, het z.g. met de ene hand redden en met de andere hand vernietigen. Of meehelpen aan deze vernietiging.

De goedheid vanuit deze hoogste energie is het goed doen met inbegrip van een geestelijke stimulans. 

Het iemand attent maken op de afwezigheid van geest en de zinloze aspecten die dit veroorzaakt. 

De geest werkt nooit zinloos. De mens kan met zinloze dingen bezig zijn. 

Zinloos is b.v. je vullen met goede filosofie en de dag daarop je uiten in geesteloosheid. 

De mens zou doorlopend bezig moeten zijn om deze hoogste energie in hemzelf te vermeerderen. 

Hoe? Door met die hoogste energie te werken: ermede te denken, te voelen, daden te verrichten. 

We laten onze goede momenten veel te dikwijls voorbij gaan, we laten die hoogste energie weer afzwakken, zelfs zo snel dat we soms denken lichtloos, geesteloos, te zijn. 

Zelfs een geïnspireerde kan vandaag volkomen openstaan en binnen een week zich afsluiten. Hij heeft echter het voordeel dat er in hem een contactpunt aanwezig is en zo kan hij die geest weer terugroepen, als hij wil, als hij wenst, als hij inzicht krijgt. Iemand, die dit niet kan, gaat ten onder aan allerlei geesteloze werken, geestloze gesprekken, geestloze gedachten, geestloze bezigheden en geesteloos amusement. 

Hij is degene die nutteloze injecties krijgt via de geïnspireerden. Men ziet dat ook: het licht slaat niet aan. Hij wordt niet bezield. Zijn ziel is te zwak of wel afwezig. 

Inspiratie die anderen medevoert heeft als opdracht, op de eerste plaats zolang mogelijk aanwezig te blijven, maar op de tweede plaats is er de mogelijkheid dat de betrokkenen er zelf wat mede gaan doen. 

Zij gaan er dus zelf mee werken, mee denken, mee voelen en zo scheppen zij voorwaarden om zelf geïnspireerden te worden. 

En hoe meer geïnspireerden de wereld bezit, des te beter worden haar mogelijkheden tot verandering. 

Ik praat dan over de "geïnspireerden door de geest", niet over de bezetenen in de slechte betekenis van het woord. 

Let wel: de geest, deze hoogste energie, werkt ten goede, nooit ten kwade. 

Een geïnspireerd mens te worden is eigenlijk de laatste stap voordat iemand een geestelijk mens is. 

Een geestelijk mens zijn, is noch een beroep, noch een vak, noch een bekwaamheid: het is letterlijk een "roeping". 

Een roeping hebben is een innerlijke drijfveer bezitten: de roepende ziel die vol is van de hoogste energie. 

In oude tijden was het priesterschap zo'n roeping, of het geneesheer zijn.  Aspecten van de hoogste energie. 

Tegenwoordig kun je aan de universiteit leren een "geestelijke" te zijn. 

Dit bewijst de ontbrekende schakel: "de geest". 

Vanuit zulk een ontbrekende schakel wordt onze instelling anders, wij trekken alles in het horizontale vlak. 

Zelfs het geestelijk zijn, b.v. als we denken dat geest en intellect gelijk zijn. 

En daar waar we horizontaal bezig zijn, ontbreekt de verticale balk van het gelijkbenige kruis, en als deze ontbreekt, is er geen harmonie tussen de vier elementen en beslist geen aanwezigheid van het vijfde element, de ether, die de roos in het kruis vormt. Sjouwen met de horizontale balk, hoe ijverig we dit ook doen, is zinloos. 

Misschien spekt het onze portemonnaie, maar ook dat is zinloos. Voor geld is de geest ongevoelig. 

Iemand, die zo graag "geestelijk" wil zijn, en dit hoor je nogal eens zeggen in allerlei kringen die zich met filosofie bezig houden, moet beginnen bij de inspiratie. 

En die inspiratie is niets anders dan het zich openen en je opent je altijd voor datgene wat bij je behoort. 

Maar je kunt erdoor leren, ontdekken dat je lagere inspiraties je niet bevredigen. 

Iemand, die van binnenuit roept en zoekt, blijft nooit met lege handen staan. Alleen iemand die zelfvoldaan, totaal bevredigd is, wordt verder niet aangespoord of geroepen. 

De zelfvoldaanheid is de grens van een kunnen. 

Er is geen toegang meer voor iets nieuws, er is geen behoefte meer aan iets nieuws. Men is vol van zichzelf en de eigen prestaties. 

Intellectuelen kunnen vaak zelfvoldaan zijn, of de z.g. geestelijkheid.

Zelf kun je zelfvoldaan zijn als een werk gereed is, maar die voldaanheid ebt weg.  De drang begint opnieuw. 

En het is een verschil of je zelfvoldaan bent of uitsluitend voldaan. 

De geïnspireerde weet dat hij tijdelijk vervuld is van een onbegrijpelijke, dan wel heilige kracht; de geestelijke mens, de uitzondering dus, weet dat hij doorlopend gevuld wordt met een zeer hoge energie. 

Beiden voelen zich dankbaar - als het goed is - maar nooit zelf-voldaan, omdat ze weten dat ze het niet zelf zijn, het niet alleen doen, die energie soms zelfs niet kunnen hanteren. 

Eerbied voor het heilige, of eerbied voor het hoogste is dus één van de voorwaarden. 

Dit is een religieus aspect, het aspect van de "re-ligio", de wederverbintenis met dat wat we verloren. 

Deze re-ligio heeft geen kerk of groep nodig, maar wel inspirators, of inspiraties, in ieder geval aanwijzingen en tips. 

De ene mens heeft een enkele tip nodig, de andere moet doorlopend door medemensen worden geïnspireerd. 

Het ligt aan de kwaliteit van de ziel. 

Sterke zielen bewegen zich zelfstandig naar de geest, hun hoogste, vervullende energie. En elke ziel wordt sterker door het zich meer en meer vullen met deze energie. 

Deze hoogste energie is op aarde te vinden.  

Waar? 

Soms bij medemensen, soms in een schepping, een uitbeelding, een kunstwerk. Het gaat om een getuigenis van deze energie. Iemand kan deze hoogste energie ergens in vastleggen, tijdelijk, totdat deze ontsnapt. 

Maar het toevoeren van deze hoogste energie laadt die schepping weer bij. 

En hier is dus van belang dat het materiaal, zoals een ziel, ontvankelijk is. Zielloos, levenloos materiaal, kan nooit energie, laat staan de hoogste, bevatten. 

Iets van ijzer bv. straalt ijzerenergie uit, maar heeft geen plaats voor een ander soort energie. Plastic kan geen enkele energie ontvangen, het bezit de laagste energie, plastic energie, en is niet bij machte iets anders bij te laden. 

Ontladen is een eigenschap, maar bijladen ook.

Inspirators laden hun medemensen bij, indien er een inductor is. Beelden laden uit zichzelf iemand niet bij, maar doen dit wel als ze vol zijn van hoge energie, die er eens werd ingelegd en nog niet verdwenen is. 

Elke schepping heeft zijn eigen voorwaarden om deze energie te kunnen bevatten, tijdelijk. Elke bloem heeft zijn eigen soort energie, passend bij zijn karakter, en kan bijgeladen worden, indien karakter en gezondheid daarvoor geschikt zijn. 

De mens kan alle objecten bijladen, indien het voorwerp aan de voorwaarden voldoet. 

Het materiaal moet geschikt zijn; de voorstelling moet ondergeschikt of spiritueel zijn; de kleur moet geleidend zijn, zoals het materiaal. 

Iets dat vuurrood is, kan niet bijgeladen worden, het is vol. 

Het straalt uit, weert af. 

Het is een wet die geldt voor alle natuurrijken. 

Wat een mens is of wat hij doet geeft een kleur af en deze kleur bepaalt mede of hij ontvankelijk is. 

Het ontladen komt in onze maatschappij méér voor dan het bijladen en daarom is er méér vraag naar het bijladen. 

Inspirators en geïnspireerden zijn bijladers en daarom is het voorwaarde dat zij de hoogste energie geleiden en daartoe moet je aan de genoemde voorwaarden voldoen. 

Een ziel bezitten die contact maakt met de geest, dat is openheid.

Respect hebben voor het hoogste of heilige en in geen enkel opzicht vernietigen. 

En de drang of de intense wens bezitten om nuttig te zijn, in dienst van die hoogste energie of geest. 

Dit is een innerlijke "re-ligio". 

Iemand die zo ingesteld is, wordt meer en meer vervuld van de hoogste energie of de geest, en hij groeit toe op het geestelijke mens-zijn. 

Moge de geïnspireerden, die op de goede weg zijn, hun inspiratie behoeden en respecteren, opdat zij deuren zullen blijven voor hen die binnengelaten wensen te worden.

1970 - 2024, copyright Henk en Mia Leene