het lakse aardse licham

"De ziel is de enige vogel die zijn kooi onderhoudt." 

Victor Hugo.


Het is de gewoonte in diverse religies om het lichaam de schuld te geven van het falen van zijn bewoners. 

Het is ook een feit dat degenen, die een zwak of ziek lichaam hebben, daarvan hun geliefde gevangenis kunnen maken. 

Een lichaam is pas gewillig voor de geest, indien het normaal of gezond is. 

Hoe meer men bezig moet zijn met de kwalen van het lichaam, des te beperkter de geest wordt. 

Een lichaamskwaal behoort nl. een tijdelijke zaak te zijn, die door de geest wordt overwonnen en waaruit de ziel iets leert. 

Niet voor niets zegt Paracelsus, dat er "geen ongeneeslijke ziekten bestaan, maar wel ongeneeslijke zieken". 

Een chronisch ziek lichaam is doof voor de ziel, ook een op de allopathie gefixeerd mens is doof voor de ziel. 

Het is immers de bedoeling dat het lichaam, als woning voor de ziel, deze dient en niet deze beheerst. 

Het excuus "dat het lichaam onwillig, dan wel laks is", geldt dus nooit. 

De enig aanspreekbare persoon in het leven is de ziel, die door middel van haar kracht alles kan bewerken wat nodig en mogelijk is. 

Er zijn talloze gezegden die verwijzen naar de taak van het lichaam en de belachelijkheid van de mens die prat gaat op zijn lichaam en zijn, mogelijke, aardse vermogens. 

Zoals: "Het is gemakkelijker een leeg hoofd hoog te dragen dan een vol." 

Het is een teken van onze tijd dat er zoveel z.g. therapeuten opstaan, die de ziel willen onderwijzen en via het lichaam die ziel willen bereiken. 

Dit bewijst dat die ziel lange tijd behoorlijk werd genegeerd, en dat hierdoor de mens, zijn werkelijke wezen, in de knoei is geraakt. 

Om die ziel te bereiken moet men zelf echter een inzicht in die ziel hebben, dan wel een heersende ziel bezitten. 

Hoe kan men over iets spreken dat men niet kent, immers boekenkennis faalt hier volkomen. 

Als we ons wenden tot de kringen van de esoterici en de filosofen, bemerken we dat daar vooral het lichaam, of het ego, de schuld krijgt van het falen. 

Wel, het ego kàn geestelijk niet falen, omdat het niet geestelijk is. 

Het kan falen in zijn natuurlijke opdracht, zoals: door egocentriciteit, en door al die oerzonden, die het ego treffen. 

De ziel kan "zondigen", hetgeen uitsluitend wil zeggen, "zij kan zich buiten het licht plaatsen". 

Het ego kan falen. 

Zich buiten het licht plaatsen heeft op haar een verziekende uitwerking, maar wordt geen "zonde", iets waarover de christenen zo graag praten. 

Het verwijt dat je "zondigt", bestempelt zijn verwijter tot een onwetende.

Een ego dat faalt, een onwillig ego, een gefrustreerd ego, haalt slechts ziekte en onmacht in huis. 

Een "zondige" ziel, vergeef me deze uitdrukking, doet veel meer: zij tast een oerbasis aan, waardoor zij een zieleleven belemmert. 

Wie zal echter beoordelen wie een "zondige" ziel heeft, daar er nauwelijks "niet zondige" zielen bestaan? 

De zielenzonde is dat zij "op aarde neerdaalde uit arrogantie en nieuwsgierigheid" en dat is haar grootste zonde geweest, en hiervan plukken we tot op de dag van vandaag de vruchten. 

Er is een driehoekskracht waartussen we wanhopig verward zijn geraakt: de ziel; de wil; en de geestelijke of zielenopdracht. 

Alle andere machten en krachten zijn aan hen ondergeschikt.

De wens stamt uit de ziel. 

De wil stamt uit de natuur of de aarde. 

En tussen wil en ziel bevindt zich de angst, in al zijn nuances. 

De angst is een vermenging van wil en ziel .

De angst heeft een locatie in de hersenen, maar deze locatie is gevoelig voor de ziel; de angst heeft tevens een locatie in de nieren en ook deze locatie is gevoelig voor de ziel. 

Ook de wil heeft een locatie in de nieren, niet in de hersenen en daardoor vechten in de nieren angst en wil, ziel en wil, hun vrijwel voortdurende strijd. 

De angst kan het gehele lichaam doortrekken, maar deze komt van bovenaf en van onderen op; de wil komt uitsluitend van onderen op. 

De wens kan zowel de angst als de wil vernietigen dan wel herscheppen; de wens komt nl. nooit vanuit de hersenen of het lichaam, de wens komt vanuit de ziel en de ziel is een bovenaardse energie, die rond of rechts onder het hart zetelt, in het achtste chakra. 

Een wens, die het lichaam niet beheerst, dan wel de wil niet naar haar hand zet, is geen zielenwens of geen diepe wens. 

Als je zegt: Ik wens het wel, maar ik kan niet, is dit een farce. 

Je bent eerlijker als je zegt: Ik wil eigenlijk niet. 

De natuur, en alles wat daarmee samenhangt, wil eigenlijk niet en daarvan wordt het lichaam het slachtoffer, zoals het lichaam altijd de laatste partij is die geslachtofferd kan worden. 

Het lichaam beslist niets. 

Het zijn de wil, dan wel de ziel, die beslissen. 

En de ziel is het machtigste wanneer zij haar opdracht heeft aanvaard en kent, want dan kan niets haar tegenhouden, en zeker niet een z.g. laks lichaam. 

Het is de wil die haar tegenstander is en om die wil te beheersen moet de ziel een sterke wens hebben. 

Zielen, die hun opdracht kennen en wensen te volvoeren, hebben de wil in de hand. 

Het lichaam is dus nooit de tegenstander van de ziel, maar deze tegenstander is altijd de in hem wonende wil. 

De wil kan de weg naar de hel plaveien, doch ook de weg naar de hemel vergulden. 

Maar als er een diepe wens leeft, dan wordt de wil een gewillige dienaar. 

Niemand moet dus de wil verheerlijken, hetzij dan dat de wil gezegd heeft: "Uw wil geschiede". 

Dit woord krijgt zo een geheel andere betekenis.

Het is nooit de wil Gods die hier uitsluitsel geeft, maar de wens van de bovenaardse ziel. "haar wil geschiede", anders gezegd, haar wens vervulle zich. 

Het is totaal onbelangrijk of het lichaam een aangeboren gebrek heeft, het is slechts van belang of de wil dit lichaam onmachtig, ziek of heerszuchtig wil houden. 

En ziekte kan machtig en heerszuchtig zijn in zijn zwakte, in zijn raffinement. Als de wil zich verbergt in een ziekte, is die mens niet, of nauwelijks, te bereiken. 

Wij praten dan wel eens van onwil, hoewel het eigenlijk niets anders is dan een tegenwil. Een wil tegen onze bemoeienissen, een wil tegen de zielenwens, tegen de normale en dus verantwoordelijke positie van de betrokkene. 

Als we zeggen "het geloof kan ik hem of haar niet geven", is in diepste wezen bedoeld: ik kan de wens niet wekken. 

De zielenwens, die spontaan opwelt als de ziel zelf wordt geraakt. En de ziel beweegt zich onafhankelijk van elke natuurlijke dwang. Zij kan worden onderdrukt door natuurlijke dwang, maar daartegen heeft zij een middel: zij trekt zich terug. 

En hoe zwakker die ziel in een mens wordt, des te ongelukkiger zal de betrokkene zich voelen, en deze ongelukkigheid wordt vanuit die ziel een macht . 

Hoe meer iemand zich afsnijdt van de geestelijke energie, des te nuttelozer of des te eenzamer hij zich zal voelen. 

De wil herstelt hier niets, uitsluitend de wens kan een oplossing brengen. 

Een ziek mens heeft de ziekte voor vrijwel 90% aan zichzelf te danken, hoewel er nu veel milieu-invloed is. Maar eigenlijk is de toestand van het milieu ook iets wat we aan onszelf, - allen tezamen -, te wijten hebben. 

Alles wat ons wordt aangedaan, vindt mede zijn oorzaak in de eigen wilszwakte en wenszwakte. 

We kunnen dus moeilijk anderen de schuld geven van onze situatie. Hoewel dit wel "up to date" is. Men wil zich verschuilen achter anderen om de eigen verantwoordelijkheid te ontlopen. 

Evenwel meer en meer blijkt dat deze opvatting geen oplossing brengt, zodat langzaam maar zeker de inzichten gaan veranderen. Maar  toch vooral niet te snel om gezichtsverlies te voorkomen. 

We leven in een tijd waarin het paranormale opgang maakt. 

Dit paranormale kan ruimere inzichten brengen, vooral op psychotherapeutisch gebied, een randgebied van waaruit men de ziel kan bereiken. 

Diverse parapsychologen en paranormale therapeuten weten, dat de situatie waarin de mens momenteel verkeert, teruggevoerd kan worden op een keten van incarnaties. 

Zij weten ook dat de huidige situatie in milieu en schepping niet veel langer kan voortduren, omdat er een grens is en deze wordt overschreden zodra de leefmogelijkheden en daarmede de zielenvoorwaarden wegvallen. 

Op zulk een moment komt de z.g. catastrofe, een totale omwending, een ingrijpende verandering. 

En of de mensen dit prettig of angstaanjagend zullen vinden, is totaal onbelangrijk. 

Er staan veel belangrijker dingen op het spel, dingen, levensvoorwaarden en basisopdrachten, die totaal geen rekening houden met de sociale, door mensen geschapen omstandigheden. 

Onze maatschappij is volkomen onbeduidend, bezien in het geheel van het herstel van de archaïsche situatie, waarin wezens terug moeten keren naar hun basis en andere wezens zichzelf moeten hervinden. 

Een natuur die opnieuw gezond moet worden, een kosmos die een eenheid moet zijn. 

Het lichaam, als slachtoffer van het milieu, verliest de mogelijkheid om de wens van de ziel in te willigen, omdat, zoals we allen weten, disharmonie een obstakel kan worden. 

Een disharmonie in de energie stroom, die we allen zozeer nodig hebben om zowel lichaam, wil, als ziel in orde te houden. 

De wil is een energiestroom. Een natuurlijke, aardse energiestroom.

Willoze mensen hebben geen aardse energie, die onontbeerlijk is om het lichaam gezond te houden. 

Willoze mensen kunnen teren op andermans energie, wat niet zeggen wil dat die energie gezond voor hen is. 

Indien hun eigen wil niet ontvlamt, zijn zij reddeloos verloren, natuurlijker wijze gesproken, maar dikwijls ook geestelijk gesproken, omdat de ziel een lichaam nodig heeft dat op haar wensen kan reageren. 

Het gaat niet om het lopen, staan, horen of zien van dat lichaam, maar om de harmonie in dat lichaam. 

Een gebrek belemmert ons niet de wens van de ziel te voltrekken. Slechts de wil kan dat, de wil die het gebrek eventueel verheerlijkt, omdat een gebrek soms macht geeft over anderen bv.. 

Zo kunnen we een zwak lichaam tot macht verheffen.

Logischerwijze heeft dit dus niets te maken met zielenwijsheid of zielekracht. 

De angst heeft vele gezichten: natuurlijke facetten en geestelijke facetten. 

De angst heeft oorzaken: vroegere of huidige levenservaringen. Alle soorten van angst zijn hierop terug te voeren.

Angst kun je alleen overwinnen door een nieuwe ervaring.

Hetgeen sommige psychotherapeuten, of serieuze regressietherapeuten juist zien. 

De angst staat dan buiten het lichaam, benut echter de organen, en is in overeenstemming met de levenservaringen, met de emotioneel ingekerfde littekens. 

Emoties begeleiden de angst en de emotionele ervaringen kunnen die angst oproepen, maar ook vasthouden. 

De wil kan tegen de natuurlijke angst optreden, maar nooit tegen de zielenangst.  Zielenangst wordt uitgedaan door inzicht. 

Iemand, die bij zijn geboorte een litteken heeft bv. en dat kunnen allerlei tekenen zijn, draagt een diep ingeslagen emotie mede, waar ervaringen mede annex zijn, soms angst, soms wijsheid. 

Het ligt eraan wat uit het moment waarop het litteken insloeg, is voortgekomen. 

Sommigen moeten zulk een ingrijpende ervaring in dit leven afmaken, anderen hebben er hun voordeel van. 

Rijpe zielen vinden er altijd, vroeg of laat, hun voordeel in. 

Ook hierin is de taak van het lichaam ondergeschikt. 

Maar de wil en de wens vechten er hun strijd. 

Het lichaam doet wat wij willen of wensen. 

De vraag blijft: "Wie ben jij?  Wie ben ik?"

Als we weten wie we zijn, is een groot deel van alle vragen opgelost, de problemen zullen verminderen, maar levenskwesties treden op de voorgrond. 

Het "waarom" krijgt dan een betekenis. 

En elk redelijk mens accepteert een situatie als hij het "waarom" beantwoord krijgt. 

Laten we nooit vergeten dat, wat we ook doen, waar we ook leven, welke omstandigheden we ook treffen, er altijd een "link" ligt naar onszelf. 

Iemand, die verantwoordelijkheid kan dragen, aanvaardt dit ook.

En het risico van de vrijheid is, dat elk individu daarin verantwoordelijkheid heeft. 

Let wel, een individu, niet een massaproduct. 

Een dogmatische groep ontneemt ons onze individualiteit en daardoor onze verantwoordelijkheid. En dit is wat de kuddedieren zoeken. 

Maar het is absoluut tegen het bovenaardse gegeven: wij daalden in uit vrije wens en we gaan terug op onze vrije wens. 

Als je zegt: ik wil graag en je geeft er gehoor aan, is het de wens die je wil dirigeert.  Omgekeerd is het onmogelijk. 

Als je zegt: hij wil zo graag, maar het lukt niet, ontbreekt aan die wil de innerlijke, drijvende wens. 

Niemand kan bij een ander zien of hij iets werkelijk wenst, omdat we zoveel afschermen met onze z.g. wil. 

Als iets mislukt kun je zeggen: Kijk, de wens was niet groot genoeg, en dat is niet laakbaar, maar wel aantoonbaar. 

Niemand kan een ander zijn wensen verwijten. omdat de wens behoort bij het innerlijke individu. 

Kuddedieren hebben geen wensen, zij hebben slechts angsten, en zij willen die angsten minimaliseren. 

Er zijn z.g. wensen die uit angst voortkomen, maar dat zijn slechts emoties.  Ongezonde emoties. 

Kuddedieren hebben gezonde emoties, naast hun instincten.

Kuddemensen hebben ongezonde emoties, naast verdwijnende instincten. 

En wat dit voor vruchten afwerpt kunnen we om ons heen zien.

Wij hebben daar o.a. het bedorven milieu aan te danken. 

Als angst een wapen wordt in handen van de machtigen der kudden, wordt deze angst totaal vernietigend. 

Want angst is een antimaterie die de opbouwende energie opslokt. Iedereen heeft dit wel eens aan den lijve gevoeld. 

Als we spreken over materie en antimaterie, is antimaterie het energie vernietigende en materie het energie-opbouwende. 

Dit in termen van de natuurkunde.

Teveel van één van beiden is nooit goed. 

Ook hier is het evenwicht helend. 

Dit evenwicht wordt beheerst door de drie voornoemde machten: geestelijke opdracht, ziel en wil. 

En deze drie hebben alle hun dienaren.

Moge elk onderdeel van de voornoemde drie-eenheid op zijn eigen wijze lichten.

1970 - 2024, copyright Henk en Mia Leene