De natuur: een levensboek

De natuur heeft een afschuw van de leegte.

De natuur maakt geen sprongen.


Dat men van de natuur kan leren is geen nieuwe gedachte, hoewel men deze in de esoterisch-filosofische kringen graag negeert. 

Ook de mystieke kringen, vooral de meditatieve groepen negeren deze dikwijls.

Niettemin is de natuur een voorbeeld voor de filosofie, omdat de natuur 'geen sprongen maakt' en een 'afschuw heeft van de leegte'.

"Er is geen ledige ruimte", stond op het grafschrift van Christiaan Rosencreutz en dit moet de theoretische filosoof iets zeggen. 

Over het algemeen wil de mens, indien hij spiritueel iets wil bereiken, sprongen maken en de meditatieve mens wil 'ledige ruimte' realiseren. In beide gevallen is er sprake van een forceren van de natuur, zowel van de menselijke als de geestelijke natuur.

Ledige ruimte bestaat niet, want er blijft altijd een trillingsveld, maar de mens ondergaat deze ruimte als 'ledig', indien men de trilling niet ervaart. Het iets 'niet ervaren' is echter een bewustzijnstoestand, nl. de genoemde trillingen niet kunnen bereiken. Het is toch bekend dat het niet onderkennen van iets nooit betekent dat dit 'iets' er niet is!

Het is een opvatting van de materialist, dat zolang hij iets niet constateert, het niet bestaat.

Het bewustzijn is een gevulde ruimte, waardoor de betrokkene zich van andere ruimten afscheidt. Het heelal is vol van zulke gevulde ruimten, die al dan niet met elkander kunnen corresponderen. Deze correspondentie is afhankelijk van de leider van die betrokken ruimte, dus, menselijk bezien, van u of van mij.  

Men is zelf beheerder van die ruimte. Men beslist zelf wat men met die ruimte doet.

Het is een universele gedragslijn in het heelal: elke ruimte, op aarde, boven de aarde, op andere planeten, in de kosmos, is gevuld met trilling en de daartoe behorende  beheerders.

Men kan er de oude literatuur op naslaan: er zijn namen bekend van engelen, aartsengelen, feeën, goden. Een andere ruimte kan binnengegaan worden indien men de beheerder daarvan erom vraagt: door gebed, door een magische formule, door een meditatie, door een vloek of een aanroep.

Ik laat even in het midden of deze formules werkelijk geschikt zijn tot het vermurwen van de betreffende beheerders, maar door alle tijden heen was men erop gericht het gebied van de ander binnen te dringen. Het is een oergegeven voor hetgeen zich op de planeet Aarde en onder de mensen afspeelt: het veroveren van een territorium dat van een ander is. Kijk naar de vogels, naar de zoogdieren, zij verdedigen alle hun territorium.

Alle ruimten raken elkander en het doordringen van elkanders ruimten kan, indien dit geforceerd gebeurt, zeer nadelige gevolgen hebben. Denk aan de gedachten: deze kunnen doordringen in de aura van de mens, de ruimten waarin hij leeft, het bewustzijn, een nog beschermder ruimte en zodra dit kan gebeuren, bewijst dit dat de mens zijn ruimten niet goed beheert.

Een goed beheerder van zijn ruimten is een sterke persoonlijkheid, maar mogelijk ook een verheven mens. Vergeet nooit dat lagere trillingen nooit de hogere kunnen verstoren, indien de hogere dat niet willen.

Ziehier de grondwet van het heelal: dat wat verheven is is onbereikbaar, tenzij er om een gunst wordt gebeden, er is geen andere mogelijkheid. En n.a.v. dat gebed moet een toestemming komen. 

Dit is de basis van de religie: het bidden voor de goden. 

Een principe dat enigszins uit de hand loopt indien men bidt om aardse goederen.

Het was oorspronkelijk een bidden om 'te worden zoals een god' of om opgenomen te worden in de 'heiligheid der goden', dus binnengelaten te worden in hun ruimten. Hierop zijn ook de hiërarchieke graden gericht: het binnengaan in een ruimte die niet van de mens is. 

Het binnengaan in ruimten, die boven de trilling van het eigen bewustzijn van de mens liggen, heeft voorbereidingen nodig, een procesmatige voorbereiding die 'geen sprongen' kent. 

De trillingen moeten op elkander worden afgestemd. 

Gebeurt dit slechts van één kant, van de hogere trilling dus, dan is het binnentreden een tijdelijke gunst.

Een gunst die voor de betrokkene niet altijd gunstig behoeft uit te vallen.

Elke ruimte heeft het kenmerk van zijn beheerder. 

Dit kenmerk zorgt ervoor dat er een afscherming is tegen andere kenmerken.

Men dringt nooit werkelijk in iemand door, indien zijn kenmerk totaal verschillend is van het eigen kenmerk of indien de betrokkene vastbesloten zijn deur gesloten houdt. 

Dat is tussen mensen zo, maar ook tussen de mensen en de hogere wezens of God of de goden.

Niet voor niets trachtte men door allerlei offeranden de goden gunstig te stemmen. Het is een slinkse manier om binnen te dringen in verondersteld heiligende trillingsvelden. 

De mensen doen onder elkander hetzelfde.

Wat doet iemand om bij de ander in de gunst te geraken?

Men is er altijd op uit andermans territorium te betreden, bewust en soms onbewust. Aan de andere kant staan vooral degenen die hun eigen territorium niet bewaken of beheren hiervoor open.

Zij hebben geen weerstand tegen onverschillig welke trillingen en schaden hiermede een oerwet, die het heelal, de schepping en de mens zelf in stand houdt, d.w.z. harmonisch en heel houdt.

Trillingsvelden kunnen door elkander heenlopen, maar dit zijn alleen de lagere, de aardse velden. 

Zij, die bovenaards zijn, trekken hun trillingen terug, indien zij dit willen en beschermen zichzelf, indien nodig.

Bij menigten kunnen de trillingsvelden met elkander verweven worden, maar de individuen weigeren deze vermenging.

Het is een degeneratie verschijnsel, indien de velden veelvuldig door elkander lopen. Men verliest hierdoor zijn individualiteit.

Soms zijn groeperingen hierop uit, want indien de trillingen van de zoeker zich vermengen met de hunne, zijn ze beïnvloedbaar, dus bereikbaar! 

Indien men zich afgeschermd houdt is dit onmogelijk.

Er zijn allerlei mogelijkheden om trillingsvelden, dus ook het bewustzijn open te breken. Het is een kwestie van zich ergens op afstemmen, hetzij door magie, hetzij door meditatie, hetzij door gebed of door een commando.

Ook de dieren proberen het op deze wijze.

Het mislukken is afhankelijk van de trillingssleutel van de zoeker.

Men is onbereikbaar indien de trilling van de mens hoger ligt dan het gebed, het commando, de meditatie. Van boven naar beneden is beïnvloeding altijd mogelijk, maar van beneden naar boven kan deze onmogelijk. En hierbij helpt noch een oefening, noch een forceren, noch wilsinspanning.

Het gaat dus om een proces, nooit om een sprong.

Van zulk een afsluiting is wel de spirituele groei afhankelijk.

Het afsluiten is voorwaarde voor de concentratie. Denk maar aan de natuur: het helen, het genezen of herstellen, de groei van een kind zijn afhankelijk b.v. van een ongestoorde slaap.

Herstel is mogelijk tijdens rust, stilte, duisternis, totale ongestoordheid. Daar moeten degenen die zo dringend vragen om contact of zo dringend behoefte hebben aan drukte, eens aan denken.

Deze ongestoordheid is evenmin een ledige ruimte, maar een volle, geconcentreerde trilling, die op zulk een moment zijn werk kan doen. Elk mens is door trilling verbonden met de kosmos die de natuurlijke levenskracht in stand houdt. 

Voor het bijladen van die levenskracht is ongestoordheid nodig. Het doorstromen van kosmische kracht in het menselijke trillingsveld geschiedt tijdens een intense rust. Geen enkel mens, aards dan wel onaards, kan buiten deze instroming.

Het is zelfs voorwaarde om spiritueel wijzer te worden.

Een verbroken contact tussen mens en kosmos verstoort elke spirituele progressie. Vandaar dat vrijwel alle bewegingen falen in het verder brengen van hun leden, d.w.z. op spiritueel gebied.

Zij verstoren vrijwel altijd het kosmische contact van het individu. Zij zijn erop uit dat de individuele trillingsvelden zich verenigen met het organisatorische trillingsveld en dit is een zekere vernietiging voor het individuele kosmische contact, dat voorwaarde is voor spirituele groei.

Bij elke massale samensmelting worden bewustzijnsdeuren opengetrapt, doch dit gaat altijd met instemming van de betrokkene. Bij zwakke figuren kan dit ook ongewild gebeuren, maar zoiets is reeds een abnormale situatie.

Een situatie die elk welslagen bij voorbaat uitsluit.

Onaardse mensen kunnen zich terugtrekken in hun onaardse ruimte en daar ongestoord verblijven. Voor iedereen geldt: de mens kan meditatief oefenen om een ander trillingsveld te bereiken, dat hem mogelijk, tijdelijk, afsluit tegen andere trillingsvelden, maar omdat de betreffende oefening niet deugt, kan men op deze wijze nooit een hoger trillingsveld binnentreden, Hogere trillingsvelden worden procesmatig bereikt. Iemand moet zichzelf dat veld waardig maken, maar geen enkele meditatieve oefening maakt de mens waardig, het maakt hem alleen anders.

Kijk maar naar alle meditatieve beoefenaars, zij zijn nooit wijzer, nooit beter, maar alleen anders. Het 'beter' zijn dan de naaste is louter een kwestie van een bewustzijn, een procesmatige innerlijke groei, die vanzelfsprekende, bijkomende consequenties inhoudt.

Daardoor kan men zeggen: "Het zijn niet de anderen die veranderen, maar ik ben veranderd", indien oude situaties bevreemden. Men ontgroeit een bepaald trillingsveld.

De ander, of de oude situatie, blijft staan, maar men gaat een ander trillingsveld binnen, omdat men gegroeid is, procesmatig en vanzelfsprekend, zonder forceren. In ieder ander trillingsveld zijn er mensen die je begrijpen, de oude relaties vallen weg, de nieuwe komen. Iedereen kent deze situaties.

En dit is iets wat boven de natuur uitgaat, want wanneer elkander vreemdsoortige dieren vriendschap sluiten is dit een unicum.

Het is wel een normaal iets bij mensen: laten we niet vergeten dat 'mensen' innerlijk groeien kunnen en dus het 'aardse' kunnen ontstijgen, hoewel zij een aards mens blijven.

Het mensenras is onderverdeeld in soorten, geen enkel dierenras is zo veelvuldig. Omdat een mens tegelijkertijd bovenaards en aards kan zijn, is het mogelijk dat hij een trillingsveld verlaat om een ander trillingsveld 'binnen te groeien'. 

Hier is er dus een tegenstelling met de natuur: de natuur blijft de natuur; want elk dier heeft zijn eigen territorium en daar komt een andere soort, zelfs eenzelfde soort niet in.

De mens kan groeien naar een hoger trillingsveld en ontmoet daarbinnen een 'ander' soort mens, waartoe hijzelf is gaan behoren en dit is volkomen onaards. Het verwisselen van aardse trillingsvelden, zoals men via meditatie-oefeningen kan doen, is niet onaards, maar een geforceerd doordringen in een ander territorium, zoals elk dier kan doen.

Het gedrag van de koekoek b.v. is puur aards en bij mensen gebeurt dit ook. Het is hier en daar, binnen groepen, zelfs een cultus geworden: iets pretenderen wat men niet is. 

Maar het procesmatige groeien naar hoger, is een signaal vanuit een onaardse afkomst. Niet het intellectuele, dat is normaal aards, neen, het bewustzijnsmatige groeien: het zelfstandig verlaten van de individuele trillingsruimte en het wegwerpen van de oude sleutel om een nieuwe te vinden.

Geef nooit zulk een sleutel zomaar in andere handen! 

Houdt bepaalde ruimten dicht. Ter zelfbescherming, maar ook opdat men van daaruit het proces verder kan voeren: het binnengaan in nog hogere trillingsruimten.

Binnen de natuur is elk dier tevreden met zijn eigen territorium, maar de onaardse mensen zijn daar nooit tevreden mee. Het is de zoekende mens eigen om een andere leefruimte te verkennen, maar het is hem zelden gegeven om een bevredigende, zo hoge leefruimte te vinden, dat hij zijn aardse pension volkomen kan ontstijgen. Omdat er nooit gesprongen kan worden, is dus de ervaringsweg, de innerlijke vooral, noodzakelijk.

Het leren is hier het ontwikkelen en dat kost tijd, hoewel dit voor iedereen anders is. Zelfs degenen die binnen een jaar innerlijk groeien, springen niet, zij ontwikkelen zich alleen heel snel. 

Zij bezitten reeds het noodzakelijke weten, het is een kwestie van blootleggen.

Sommige dieren bezitten dit ook: dieren die 'van buiten' komen. Die hun 'oude natuur' blootleggen doordat er bewust en wetend met hen wordt omgegaan. Bij een dier kan dit door invloed van buitenaf, bij een mens moet dit van binnenuit gebeuren.

De mens 'groeit via ontwikkeling', maar het dier wordt ontwikkeld. Dit is het resultaat wanneer bepaalde dieren met bepaalde mensen omgaan. Het dier gaat op de mens gelijken, de mens niet op het dier, hoewel dit soms zo schijnt. 

Maar het lagere voegt zich naar het hogere en niet andersom.

Indien een mens zich verlaagt gebeurt dit bewust, maar onbewust kan dit niet, hoe vervelend dit ook klinkt, want men schermt zo graag met de idee dat iemand zoiets 'onbewust' doet. 

Dit ligt niet in de natuurwet besloten. Als iemand iets onbewust doet, houdt hij een innerlijke bescherming, d.w.z. dat wat niet aangetast mag worden, wordt niet aangetast.

Met dit principe 'spelen' gaat niet, dan spreek men van 'bewust' en opzettelijk iets provoceren en dat gaat nooit ongestraft.

Het 'zoeken' van mensen gebeurt b.v. altijd bewust. 

Onbewust zoeken brengt de mens nooit verder. 

Niets gebeurt voor niets.

Men moet zich daarvan bewust worden, dan werkt het. 

Het zich ervan bewust worden, is echter niet genoeg: daarna moet men er iets mede doen, want slechts het doen verandert iets. 

Bij zulke ingrijpende veranderingen, wordt de diepste kern in een mens aangesproken en hij moet zelf uit die kern te voorschijn komen om de verandering te voltrekken. Het gaat nooit zonder hem, maar altijd met hem, bewust, ingrijpend, direct.

De natuur treedt nooit buiten zijn grenzen en gebeurt dit in zeldzame gevallen dan noemt men het een fenomeen of een catastrofe. Voor de onaardse mens is dit normaal, daarom is hij onaards, bovennatuurlijk. Het is zelfs abnormaal indien hij niet buiten zijn grenzen treedt, dan is hij dus hardleers, materialistisch, oppervlakkig, kortom, aards inplaats van onaards.

Het is de bedoeling van het spirituele zoeken, dat een mens dermate verandert, dat hij hogere trillingsvelden tot de zijne maakt. Hierdoor bewijst hij onaards te zijn. 

Voor die tijd was hij nooit wijzer dan zijn naaste, hoogstens anders, maar er zijn talloze z.g. andere mensen.

De natuur leert de mens vooral: het onontbeerlijke van het contact met de kosmos, het onontbeerlijke van de inkeer, het onontbeerlijke van de innerlijke rust, noodzakelijk voor de groei. Alle andere wetten zijn een grove afspiegeling van de hogere wetten en zij kunnen voor de onaardsen slechts een herinnering, een aanmaning zijn om te zoeken hetgeen verloren ging.

Want slechts dat wat verloren ging maakt deze onaardse mens gelukkig en schenkt hem vrede.

Moge deze innerlijke vrede aller deel worden, als begin voor een onaantastbaar Geluk.

1970 - 2024, copyright Henk en Mia Leene