We leven in een veel geroemde democratie, zeker in Europa of het Westen.
Democratie komt van het Griekse woord dêmos = volk.
Er wordt voortdurend gestreefd naar democratie om te voorkomen dat een onwaardige dictator het volk manipuleert of misleidt.
De spiritualiteit is NIET democratisch, het is geen begeerd bezit voor het volk.
Spiritualiteit is voor de eenling.
Spiritualiteit ontspringt uit één bron, hoewel met vele facetten.
Democratie wil een eenheid vormen van vele aspecten, dus: veelheid die in-zich een eenheid is.
Zo hadden de Grieken het ook bedoeld, want de oude Grieken stoelden hun samenleving op een spiritueel idee.
Heden valt die democratie uitéén in de tegenstrijdigheden van de veelheid, omdat de zo noodzakelijk samenbinding ontbreekt.
Hier stuiten we op het filosofische begrip van Lao Tse over een eenheid en de veelheid.
De eenheid stort zich uit in de veelheid en de veelheid moet terugkeren tot de eenheid.
Het is het fundament van de heilige gaven.
ALLE heiligende Kennis komt uit eenheid, verdeelt zich in mensen en keert tot de eenheid terug.
Het struikelblok is die veelheid, zoals die tevens het struikelblok is bij de democratie: het eindeloze wauwelen over onbelangrijke onderwerpen en vrijwel niet tot een besluit komen.
De vergissing van de democratische opvattingen met al haar aanzichten is, dat men DENKT een eenheid te vinden, maar de volksvertegenwoordigers bewijzen het tegendeel.
Eenheid maakt macht, het is de roep van velen.
Maar niemand slaagt erin die eenheid te realiseren, BEHALVE als die veelheid gedomineerd en vooral beïnvloed wordt door een eenheid, een leider.
Het is de leider die beslist.
Het is het INDIVIDUUM, de ondeelbaarheid die wint.
In de spiritualiteit - vanuit de wereldliteratuur - daalt de Lichtzoon af in de veelheid en wordt daardoor verdeeld, maar heeft als opdracht zich uit die veelheid los te maken en terug te keren tot zijn eenheid.
Allereerst de individuele eenheid, want het moderne individu is innerlijk verdeeld, gespleten, onzeker.
Onzekerheid komt door een niet bedwongen veelheid.
De veelheid is de vijand van de spiritualiteit.
De veelheid is een aanzicht van "gevallenheid".
In aanvang, in de hoogste gebieden, heerst eenheid.
Het individu is oorspronkelijk een onoverwinnelijke eenheid.
Eenheid in het goede, zowel als in het kwade, is onoverwinnelijk.
Alle leiders kennen deze wet.
Zelfs de natuur kent haar, de sterkste overwint.
Dominantie is onontbeerlijk, maar ook gevaarlijk.
Gevaarlijk voor degenen, die zich los willen maken uit de ge-domineerde veelheid, want veelheid is pas gevaarlijk als zij bezield wordt door Het of de Ene.
Alle oorlogen, maar ook revoluties, baanbrekende omwentelingen, komen daaruit voort.
Iemand die denkt dat de tweeheid domineert, heeft het vertrouwen in DE levensbron verloren.
Men vindt wel eens optekeningen in de wereldliteratuur dat de Katharen bijv. geloofden in een god van goed en kwaad.
Men kan ook zeggen er is een goede eenheid en er is een kwade eenheid, dit zijn de machten waarmede men rekening houden moet. Maar het tot DE eenheid terugkerende individu moet zelfs deze machten voorbijgaan en komen tot de VOLHEID.
De VOLHEID die in-zich ook ledigheid is, d.w.z. alle oerkrach-ten liggen er onbestuurd, ongebundeld, voorhanden.
Het is eenvoudig een bron waaruit de eenling kan putten.
Ledigheid wil dus zeggen: ongeconcentreerde kracht.
Een prettige ledigheid is altijd vol van beweging, van komende en gaande impulsen.
De stilte is er pas wanneer die vrije krachten gebundeld worden door iets of iemand.
Plekken in de natuur die aangenaam zijn, inspirerend, worden altijd gedomineerd door iets of iemand.
Door een macht die sterker is dan de bewegende krachten, dus ook hier: de veelheid die wordt gedomineerd door de eenheid.
Een sterke eenheid heeft nooit angst voor de veelheid, hij kan hoogstens op zijn hoede zijn voor de leidende eenheid achter die veelheid.
De strijd op aarde, spiritueel of anderszins, speelt zich af tussen individuele machten.
De veelheid is op zichzelf geen macht, zoals onbezielde, blinde natuurkrachten geen gevaar inhouden.
Het is de bezieling, de drang, of de geconcentreerde dwang die haar tot kwaad of goed maakt.
Hieruit kan men dus concluderen dat het individu de gebundelde, ondeelbare eenheid, het machtigste instrument is.
Vandaar dat onderwerping, afhankelijkheid, gehoorzaamheid, het individuele principe verzwakken.
En daar waar dit individuele principe verzwakt wordt, is groei, innerlijke ontwikkeling, het zich bevrijden uit de veelheid onmogelijk.
Niets is moeilijker te manipuleren, te bespelen, te bereiken dan een werkelijk individu, iemand of iets dat sterk geconcentreerd is in zichzelf, of op zichzelf, of op een bepaald doel.
Het is het doel van alle religieuze leiders, en ik meen hier "sterke" leiders, hun ondergeschikte veelheid te bundelen, door middel van een idee of ideaal, tot eenheid.
Niets is begeerlijker op aarde dan "eenheid".
Zij, die de veelheid wensen, getuigen altijd van hun onspirituele instelling.
Individuen bundelen tot een eenheid is vrijwel onmogelijk, als elk van hen in zichzelf onverdeeld is, gericht, geconcentreerd, bezield van het eigen doel.
De kwaliteit van het individu wordt bepaald door zijn bezieling.
Vraag uzelf af bijv. waardoor, of door wie, word ik bezield?
Dat: door wie, is altijd twijfelachtig, omdat bezieling van binnenuit behoort te komen.
Bezieling, in spirituele zin, komt nooit van buitenaf, van buitenaf kan die innerlijke bezieling tijdelijk worden wakker geschud, maar blijvende, groeiende bezieling komt van binnenuit.
Uit de oorspronkelijke innerlijke eenheid, uit die Ene, die de Lichtzoon was.
De eenheid zou dus inwonend moeten zijn en de mens lijdt omdat hij die eenheid niet terug kan vinden.
Sommigen zijn gelukkig met een vervangende eenheid, een gelijkgezinde groep, een leider die hen de eenheid oplegt.
Maar het licht-individuum neemt daarmede geen genoegen, die eenheid moet uit hemzelf omhoogkomen, groeien, zich uitbreiden over organisme en ziel, zijn denken bezielen en daarbij is de veelheid zijn vijand.
Een losgeslagen, d.w.z. aan zijn leider ontsnapte massa is vernietigend.
En dat kan - in onze samenleving - van tijd tot tijd goed zijn, omdat hier individuen de macht grijpen die eigenlijk bezeten zijn door egocentrische begeerten.
Egocentriciteit, een woord dat veel wordt misbruikt, veel wordt misverstaan en veel wordt benut als wapen.
Egocentriciteit is een imitatie van zielencentriciteit.
Alles draait om een kern.
Het ego, als gemanipuleerde kracht, verheft zich tot centrum van alles, en weer is het hier het intellect dat hem zover bracht.
Uit zichzelf is het ego als wil een natuurlijke centrale kracht, dat in één van de nieren ligt.
Tegenover dat wils-ego ligt in de andere nier de angst.
Dus: ego en angst moeten samenwerken.
Die angst belet het ego zichzelf te verheffen, dat is de taak van deze biologische angst.
Beheerst iemand of iets onze angsten dan beheerst hij tevens ons ego.
Voelt u de diepe psychologie en ziet u de wortels van de complexen van onze samenleving?
Iemand zonder angsten is iemand met een gesublimeerd ego.
Maar dat ego moet worden vervangen, omdat niets en niemand kan bestaan zonder centrum.
Het is het centrum dat bepalend is voor elk individuum.
Zelfs het heelal draait om een centrum.
Het individu is op zoek naar zijn ineigen centrum.
Er worden ontelbare cursussen, religies, sekten aan gewijd.
Zoeken naar het ondeelbare, inwonende centrum doe je slechts met de ziel.
En deze ziel is immuun voor cursussen of training.
Dat wat beleerd, getraind, gedomineerd kan worden is niet vrij, niet oorspronkelijk, maar is altijd een onderdeel van het biologische wezen.
Hier ligt natuurlijk de "bottleneck".
Dat wat vrij is onderwerpt zich niet, maar zoekt zijn eigen weg op instigatie van herinneringen, of innerlijk weten.
De wanhoop van de Lichtzoon bracht hem op vele foutieve wegen en de veelheid overspoelt hem.
Niets is onherstelbaar indien deze Lichtzoon steeds weer naar zichzelf terugkeert.
Dat wat hij innerlijk ontwikkeld heeft, blijft aanwezig en zal steeds weer zijn uitgangspunt zijn.
Zodoende is het begrijpelijk dat groepsleden - als de leider weg-valt - terugvallen op hun werkelijke zijn en dat kan teleurstellend zijn voor hemzelf en voor buitenstaanders, geen enkel bedekkend sausje telt.
Nogmaals: de weegschaal weegt de ziel, d.w.z. dat wat het individu werkelijk heeft ontplooid: zijn kennis, zijn inzicht.
Literatuur is, evenals leiders, een stimulans, een wenk.
Elk, zich uit de groep losmakend, individu zal allereerst worden geconfronteerd met een schok.
De schok van het alleen-zijn.
De schok van mogelijke eenzaamheid en mogelijke innerlijke naaktheid, d.w.z. de ontmoeting met zijn werkelijke zelf, dat hij tot dat ogenblik niet kende.
Hij had zich getooid met het zelf van de leider en diens fantasieën, dan wel ideeën of idealen.
Wie ben ik? Dat blijft de essentiële vraag.
Een goede Lichtzoon, d.w.z. een ontwaakte Lichtzoon, wéét wie hij is, want daarom zoekt hij.
Het "ik ben niets" wat vele sekten propageren, heeft betrekking op het biologisch ik, dat niets anders is dan een biologische kern, in bedwang gehouden door biologische angsten.
Men kan en mag een individuum nooit decentraliseren.
Decentralisatie kenmerkt een mislukte democratie.
Vele - op deze wijze - gedecentraliseerde Lichtzonen of biologische mensen bevolken sekten, die niets anders doen dan hun leider napraten, zich over geven aan......
Als wils-ego en angst elkander in evenwicht houden, groeit, bij decentralisatie, de angst.
Indien men een individuum kan decentraliseren verliest het zijn geconcentreerde zoekersdrang naar het "wie ben ik".
Dan krijg je de prettige gezapigheid van: ik heb alles, ik weet alles, en ik heb de goede weg gevonden.
In tegenstelling tot de arrogantie van het Individuum, die zegt: IK BEN.
De spiritualiteit uit onze 20ste eeuw loopt langs de rand van de psychologie.
De behoefte aan psychologische begeleiding komt voort uit de algemene decentralisatie die wordt uitgeoefend door religieuze en sociale praktijken.
Waarschijnlijk is nimmer tevoren zulk een wereldwijde drang geweest om aan de veelheid te ontsnappen en de eenheid te bereiken.
Deze wereldwijde behoefte wordt begeleid door natuurlijke, sociale, en spirituele veranderingen.
Het zich losmaken uit de groepen, uit de veelheid, is het kenmerk van de Aquarius-era.
Het terugkeren tot een innerlijke bron is een aspect van de veel voorspelde Gouden Tijd, waarin een edel individuum de wereld zal regeren.
Individuen kunnen samengaan, zich wederzijds aansluiten, maar nooit samensmelten.
Een individu is zo uniek dat het altijd zijn eigen opdracht heeft.
Individuen hebben taken, groepen niet.
Elk individu heeft zijn eigen kwaliteiten, maar ook zijn eigen tekortkomingen.
Dit wordt getolereerd en niet onderdrukt of verdoezeld.
Men behoeft daartoe geen psychologische begeleiding.
Acceptatie is voor het individuum een moeilijk begrip zolang de invloed van de veelheid hem kwelt.
Het is de tegenstand van de veelheid, van de samenleving, die het individu in een benauwdheid drukt.
De angst om een individu te zijn - zoals groepsleden die kennen - is een onevenwichtigheid tussen angst en wils-ego, dus: tussen de linker- en de rechternier.
De kracht van ego en wil die in de rechternier ligt, is verzwakt of ziek.
Ego en wil zijn beide sterke biologische krachten.
Het ego is verdwenen zonder wil en omgekeerd.
Het is een ziekelijke toestand, maar beide zijn onbeheerst zolang het intellect zich er niet mede bemoeit.
Een dier heeft geen wil, maar een natuurlijk instinct dat voor zijn ego staat.
Wat is het ego anders dan een centrale kracht die door iets of iemand geleid moet worden?
Wat een individu niet wil, gebeurt ook niet.
Een gedecentraliseerd ego praat heel anders: het kan, onverschillig door wie of wat, gedomineerd worden.
Elke hypnotiseur weet dat iemand die NIET gehypnotiseerd WIL worden een sterke tegenstand beduidt.
De wil breken, het ego breken, zijn uitgangspunten van hen die macht willen hebben.
Dit is toch niets nieuws?
We onderscheiden echter moeilijk indien we geïndoctrineerd werden door bepaalde opvattingen.
Daarom is het ontwikkelen zo noodzakelijk.
Dat wat werkelijk ingeschapen, aangeboren is, vergeten we niet.
Daarom is het feit dat oude mensen werkelijk, onbewust gaan tonen wie ze zijn, een bekend en herkenbaar feit.
Het aangeleerde valt weg.
Het zij dan dat we dit door uiterste inspanning bijhouden.
Daartoe zijn oefeningen.
Het wil echter niet zeggen dat het de juiste manier is om zichzelf te worden, om te ontdekken: WIE je bent.
Komen we aan gene zijde dan vallen 'so wie so' al het aangeleerde, de schijn, de filosofie, weg.
Filosofie bestaat uit opvattingen van allerlei intellectuele dan wel waarlijke zoekers, het is een bundeling van ervaringen.
Goede filosofie bestaat uit eeuwigheidswaarden die opgetekend werden door zoekende Lichtzonen.
Alle andere aspecten zijn intellectuele spitsvondigheden, dan wel mediale berichten.
DE filosofie bestaat niet.
Er is altijd EEN filosofie en - zoals u bekend - een verlossende filosofie begint bij de natuur, nooit BUITEN de natuur.
Via het biologische wezen komt een Lichtzoon tot zijn oorspronkelijke wezen.
Hij kan nooit de één dan wel de ander negeren.
Een individu herkent zichzelf zowel als de ene of/en de andere.
Daarbij behoeven er totaal geen complexen te komen, hij moet dit slechts accepteren.
Het NIET accepteren schept de complexen.
Accepteren is geen fatalisme, maar een herkennen.
Herkennen en dan maatregelen nemen.
Hoevelen herkennen HET en doen niets?
Niets wordt bevestigd zonder het DOEN.
Alle schone theorieën hebben geen enkele zin zonder het doen.
Ook dit behoef niets nieuws te zijn, maar het wordt steeds weer vergeten, omdat de idee was opgelegd.
Let wel: AL het opgelegde, onverschillig wat, wordt vergeten, sterft weg, alleen datgene waar de ziel mede annex is blijft behouden.
Elke onvergetelijke theorie stoelt op ineigen werkelijkheid.
Lezen en herlezen, herhalen, zijn methoden om te trachten iets onvergetelijks op te wekken.
De werkelijke Lichtzoon weet wie hij is en hij zal dit NOOIT vergeten, wat er ook gebeurt.
Wanneer we, met dit gegeven als uitgangspunt, om ons heen kijken en de mensen observeren, kunnen we bemerken dat de Heilige Taal gelijk heeft:
"Er zijn vele zoekers, maar weinig uitverkorenen."
En uitverkoren zijn, is geen verdienste noch iets dat ons biologische zelf aangaat, maar het betekent: werken, zoeken, pijnlijke confrontaties, kortom: niets gaat van een leien dakje!
Maar dat wat inwonend is blijft DRINGEN en daarom blijft de weg altijd voor ons open liggen en prikkelt ons tot GAAN!