Het geloof is een irrationele gave en behoort bij de hartmagie, mits we spreken van een innerlijk geloof.
Alle organisaties staan hier buiten.
Dat wat wordt georganiseerd staat buiten elke vorm van magie.
Irrationele kwaliteiten kan men niet organiseren.
Een georganiseerd en dogmatische geloof kan geen paranormale eigenschappen bezitten.
Alle gelovigen die hiervan getuigden beschikten over een innerlijke overtuiging d.w.z. zij hadden, zeer individueel, een binding met een magische kracht.
Binnen deze geloofsovertuiging manifesteert zich de natuurmagie, dan wel de hartmagie.
Zolang echter de betrokkene zich gebonden gevoelt aan enige organisatie, hetzij kerk, hetzij groep, kan er geen sprake zijn van een spirituele magie, een magie dus die zowel de natuur, het hart als het denken betreft.
Men beperkt zich tot datgene wat bij het eigen bewustzijn aansluit.
Alle beperkingen snijden de betrokkene van de grote geestelijke bron af.
Geloof is geen eigenschap van de menigten, maar van het individu.
Als men spreekt over "de gelovigen" bedoelt men degenen die men een dogmatisch geloof heeft aangepraat en die men injecteerde met een idee.
Het geloof op zichzelf is geen injectie, maar een innerlijk bezit.
Esoterici zijn b.v. vrijwel nooit gelovigen, daarvoor zijn ze te intellectueel.
De esoterie in het algemeen weert zich tegen irrationalisme en zoekt bewijzen binnen het occultisme.
Een esoterische leer is een intellectuele theorie, gebaseerd op de gedachtengang van een bepaalde persoonlijkheid.
Een esotericus is een zoeker naar de achtergronden van het geloof en probeert dit geloof te staven met allerlei historische, occulte en ook organische bewijzen.
Hetgeen nooit lukt, waardoor esoterici en gelovigen een afgrond tussen zich graven.
De esoterie - in de zin van: het verborgene en onzichtbare - en het geloof - in de zin van innerlijke inspiratie - behoren bij elkander.
De wereldlijke organisatie van beide zijn echter zo gekristalliseerd, dat zij elkander nooit meer zullen vinden.
Een goed esotericus is tezelfdertijd een oprecht en diep gelovige en helaas ontmoeten we dezulken maar zelden.
De esoterici - en groupe - kunnen doen aan magie, evenals de gelovigen.
Zij beoefenen dan dikwijls dezelfde magie: de natuurmagie.
Het paranormale trekt beiden aan, hoewel beide er een verschillende uitleg aan geven.
Voor de gelovige is het irrationeel, voor de esotericus een occulte gave.
De gelovigen noemen de verschijnselen goddelijk, de esoterici spreken van metafysisch.
Beide maken echter gebruik van ingeschapen natuurlijke gaven en het zijn slechts de terminologieën die hen scheidt.
Esoterici maken zelden gebruik van magische kwaliteiten, hetzij dan dat zij occultisten zijn.
Occultisten spelen met alle natuurmagische aspecten, waardoor zij veelal door gelovigen en esoterici worden gemeden.
Hetgeen bewijst dat zowel deze gelovigen als deze esoterici zich laten leiden door aangeprate, opgelegde theorieën, die zijzelf niet doorgronden, want occultisme is niets anders dan een overal aanwezige natuurmagie, die echter wordt geleid, soms uitgebuit, door sterke, op macht beluste persoonlijkheden.
De gelovigen en esoterici aanpraten dat zij daarvoor beangst moeten zijn, is spelen met de zwakheid van het individu en betekent tevens een klantenbinding voor de betreffende organisaties.
De magie van het gebed die alleen werkzaam is indien de betrokkene zijn hart daarbij inschakelt, berust op een emotie, de emotie van medeleven, of medelijden, de emotie van helpen, maar ook de overtuiging dat sterke trillingen zwakkere trillingen kunnen stimuleren, dan wel versterken.
Dus: het werkende gebed vraagt een alles omvattende, overheersende innerlijke instelling en deze instelling zal altijd worden begrensd door de mogelijkheden van de persoonlijkheid.
Het gebedsgebeuren staat en valt dus met de kracht en de kwaliteit van de biddende mens.
Als Jezus zegt: "Uw geloof zal u genezen", is dit volkomen waar.
Gebedsgenezers proberen het geloof van de betrokkenen te animeren, hen zo van hun rationele beperkingen te ontdoen dat het irrationele, de rechterhersenhelft, hen gaat domineren.
Onze irrationele zijde kan worden gewekt door b.v. zang, muziek, herhaalde, ietwat gezongen, dwingende mantrams, kortom een sfeer van vervoering.
Mantrams behoren bij de magie, herhalingen behoren bij magie, de magie schakelt onze rationele weerstand uit en zo komen we op het gebied van de emotie, de vervoering, de extase.
Het is een beproefde gewoonte door alle eeuwen heen om mensen in een bepaalde greep te krijgen.
Indien de rechterhersenhelft ons domineert, zijn we aanspreekbaar en gevoelig voor alle aspecten van geloof en het paranormale.
Wat is het paranormale?
Alles wat irrationeel wordt kan eveneens paranormaal worden.
Het paranormale behoort bij het normale, het intellectuele en rationele.
Vandaar dat bijv. de Japanse taal, die zo enorm veel klinkers omvat, het irrationele, de rechterhersenhelft activeert.
Alles wat de rechterhersenhelft activeert kan onze beperkende begrenzingen doorbreken. Wij krijgen behoefte aan deze stimulans indien we bijv. lang met rationele dingen zijn bezig geweest.
Daarom groeien de meditatieve oefeningen, de yoga en allerlei paranormale bezigheden zo enorm in het westen.
Een overdaad aan rationalisme maakt ons ziek, evenals een overdaad aan irrationalisme.
Gebedsgenezers hebben enorme aanhangen, omdat zij de mensen uit hun beperkende, frustrerende omstandigheden trekken.
Het is een natuurinstinct: dat een overdaad van het ene ons dringt naar een versterking van het tegenovergestelde.
Dit is een normale natuurlijke zelfbehoudsinstelling.
Onze onwetendheid inspireert ons tot allerlei, volkomen foutieve verklaringen van deze uitwassen, terwijl zij niets anders zijn dan een getuigenis van de onevenwichtigheid der mensheid.
Het geloof - buitenkerkelijk - dat zo enorm toeneemt, is daarvan eveneens een bewijs.
De mens zoekt zijn organisme, zijn leven te harmoniseren.
Het westen loopt kapot in rationalisme, vele oosterse landen lopen kapot in het irrationalisme.
Irrationalisme kweekt slaven, rationalisme kweekt ongevoeligen.
Laten we niet vergeten dat "geloven" een zaak is van innerlijke overtuiging en dat het doelwit van dit geloof kan variëren van een godsbeeld tot een meetkundig gegeven.
Het is het geloof dat ons manipuleert, niet het doelwit.
Vandaar dat gelovigen nooit alleen worden gevonden binnen religieuze kringen, maar ook binnen materialistische kringen.
De religie - op zichzelf - is voor beangsten en onzekeren, maar re-ligio, de wederverbintenis, is voor het individu.
Velen zoeken de re-ligio, maar weinigen vinden haar.
De re-ligio maakt haar aanhangers niet tot slaven, maar tot zoekers en vooral tot onverzadigbare praktiserenden.
Re-ligio groeit namelijk met de realisatie.
Als ik mijn re-ligio uitdraag door middel van de ingeschapen magische kwaliteiten, groeit mijn innerlijke overtuiging, het besef van waarheid, en mijn kracht intensiveert zich. Een gebedsgenezer kan zelden of nooit zichzelf genezen, evenmin als goeroes en z.g. meesters.
Vindt u dit niet merkwaardig?
Zij "genezen" z.g. door hun aanhangers binnen het irrationele vlak te brengen, zodat deze zichzelf genezen.
Waarom kunnen zij dit niet voor zichzelf?
Met een mens, die de re-ligio wedergevonden heeft, is dit anders: hij geneest zichzelf, omdat hij de verbintenis versterkt, vergroot, en zelfs wel duurzaam in stand houdt.
Dit is het verschil tussen natuurmagie en denkmagie en hartmagie:
natuurmagie kun je bij een ander opwekken;
hart- en denkmagie, als eenheid, kun je slechts verkrijgen door een individueel proces.
Iemand, die - van buitenaf - wordt gedrongen zijn grenzen te verbreken, valt altijd, vroeg of laat, in zijn werkelijke bewustzijnsstaat, zijn eigen zijnstoestand, terug.
Dat wat je op eigen kracht verkrijgt is reëel, dat wat je op kracht van anderen verkrijgt is schijn.
Daarom bezitten vele goeroe-aanhangers en de opgelegde mantramciteerders zulk een onwerkelijke uitstraling.
Zij bestaan uit schijn, zijn niet degene die ze werkelijk zijn, zij zijn imitaties van hun goeroe, min of meer geslaagd.
Ook zij kunnen zichzelf niet helpen, maar wachten op een magie van hun goeroe.
Gebedsmagie is alleen duurzaam wanneer het vanuit uw hart opstijgt, dat wat niet in iemand aanwezig is, kan men nooit opwekken, wel tijdelijk opLEGGEN.
Laten we nooit vergeten dat magie, zoals Hodur, een blinde kracht is, die kan worden gebruikt en worden misbruikt.
Zoals men de hond niet kan verwijten dat zijn baas hem vals maakt.
Het is nooit de massa of de groep die iets kan worden verweten, maar men moet altijd zoeken naar het individu dat verantwoordelijk is voor de gewraakte uitwerking. Als u een groepsmens bent, bent u nog niet toe aan de individualisatie. Als u een individueel mens bent, draagt u de consequenties van de verantwoordelijkheid.
De gelovigen - als groep -, de esoterici en de occultisten - als groep -, kan niets worden verweten; het is de leider en zijn (of haar) ideeën die de verantwoordelijkheid dragen.
Vandaar dat velen geen leider willen zijn; of geen individu, of geen spiritueel mens.
De spirituele mens, dat wil zeggen de WETENDE mens, draagt automatisch de verantwoordelijkheid.
"Vergeef het hen, want zij weten niet wat zij doen", dat is een uitspraak waarachter velen zich verschuilen, maar werkelijk "niet weten" en de schijn ophouden van "niet weten", maakt een groot verschil.
Iemand, die zich op allerlei religieus, spiritueel en esoterisch gebied oriënteert, is NOOIT een onwetende.
Hij gedraagt zich zo, omdat hij de verantwoordelijkheid ontloopt.
Gebedsgenezers genezen de onwetenden, iemand die werkelijk bidt, werkt bewust met een magisch vermogen.
De dieren werken daarom onbewust mede, een instinct dat niet valt te negeren, een bewust biddend mens leidt of activeert zijn sterkste vermogens.
Bidden kan negatief, schadelijk, ofwel positief, regenererend worden uitgevoerd.
Nogmaals: men bedient zich van een blinde kracht.
Mijn geloof, mijn innerlijke overtuiging, maakt mij tot dienaar van het vooropgestelde doel.
Dat is op elk niveau en in elke richting mogelijk.
Mijn overtuiging kan mij tot een gepassioneerde activist maken, tot een fanaticus, tot een beperkte intolerante bezetene.
Dan ben ik een magiër, een magiër in de slechte betekenis van het woord.
In mijn ijver overzie ik de inspiratie vanuit de geest.
Ik laat die geest niet toe, omdat ik te "ijverig" ben.
IJveren heeft met wedijver en naijver te maken, ik zie dan mijzelf als hoogste uitvoerder en sluit - in mijn ijver - de grote geest buiten.
Mijn magie is dan een misbruikte natuurmagie, instinctief verdedig ik mijn doel, mijn handelingen uit zelfbehoud, naijver en wedijver.
De grote geest vraagt geen ijveren, maar overgave, niet slaafs, maar bewust, wetend.
Hier gaan talloze individuen en bewegingen verkeerd.
Men aanbidt het ijveren, zelfs het ijveren naar de overgave en dan belanden we weer, zoals zo vaak, bij het "niet-doen" en het "niet-zijn".
Het stadium voordat het "zijn" en het "doen" ontwaken.
Wij, westerlingen, ijveren ook voor het "niet-doen".
Zen - in zijn organisatorische, menselijke weergave - is een prototype van het ijverige "niet-doen", omdat de onwetende de wijze niet begrijpt.
Omdat de onwetende WIL weten en WIL wijs worden.
Hebben wij, met onze westerse opvattingen, niet geleerd dat je hard moet werken om iets te bereiken?
Van niets komt niets, nietwaar?
Maar dat is een materialistische begrip.
Het gaat volkomen voorbij aan het NIETS dat vol en toch ledig is.
Vandaar dat genezing, of de flits van inzicht ontstaat, zodra we buiten onze begrenzingen worden gebracht, in de overgave, in de zielenextase.
Extase is, bij onwetenden, gevaarlijk.
Het is net zo gevaarlijk als een verblindende, meeslepende emotie.
De extase van de wijze is de culminatie van een re-ligio, een verbintenis die gegroeid is na een innerlijk proces.
Dit innerlijke proces schuwen velen.
Het is inspannend, juist omdat het irrationeel is, het is vermoeiend, omdat we het niet kunnen vatten en begrijpen, en het kost maar al te dikwijls veel tijd. Bovendien hebben we er, rationeel, geen zeggenschap over.
En met de magie is het vrijwel net zo.
De enige magie, de natuurmagie, waarover we allen beschikken, ligt binnen ons bereik, niet door ijveren, maar door ontwikkeling.
Het besef van zijn aanwezigheid ontdekken we vaak bij toeval en, indien we ons bescheiden, VERwonderd, opstellen, kunnen we deze magie ontplooien.
Zoals de gebedsgenezer dan zijn afhankelijken magisch medetrekt, zo kunnen wij dan uitsluitend op basis van ons trillingsveld onze afhankelijke medenemen en zo "genezen".
Maar is het dit wat de spirituele zoeker zoekt?
Wil hij zijn als een edel dier?
De hond die de hem aaiende mens geneest?
Het hert dat de hem aanschouwende mens intrigeert?
De leeuw die de hem ontmoetende mens imponeert?
Het is alles een kwestie van uitwisseling van chemische stoffen - heel natuurlijk, heel nuchter, heel logisch.
Dat wat ik tekort heb, zoek ik, onbewust, aan te vullen en omgekeerd.
De magnetiseur of magnetiseuse ontdoet mij van overtollige stimulerende trillingen bijv., zodat een harmonie ontstaat, die geneest. De wond die heelt onder haar of zijn strijkende handen.
De harmonie, de natuurlijke geneeskracht van het organisme keert terug.
Een gebedsgenezer doet hetzelfde, al geeft hij er een andere uitleg aan.
De hernieuwde kracht van de rechterhersenhelft beperkt de overtollige positieve trillingen van de linkerhelft en de harmonie keert terug.
Daarom kan muziek, zang, een omgeving, een dier, een beeltenis, genezend werken, en dit is voor iedereen anders, alles is afhankelijk van de persoonlijke trillingstoestand.
Daarom kan niemand ons het geloof schenken, het geloof is een trillingstoestand, een bewust hervonden re-ligio, een weder-verbintenis die ons innerlijk vult met harmoniserende trillingen, die ons weldadig aandoen.
Wat de meeste spirituele zoekers zoeken is harmonie EN weten, maar ook deze weldadige innerlijke zijnstoestand die we soms bij flitsen bezitten, we noemen dit "geluk", innerlijk geluk.
Het is totaal onbelangrijk hoe we onszelf noemen: esotericus, christen, heiden, boeddhist, agnosticus of gnosticus, ALS we spiritueel zoeken, zoeken we hetzelfde dat onder velerlei namen in onszelf en om onszelf aanwezig is.
De verwarring van de taal en de benamingen scheidt ons, maar dit beoogde doel zal ons verenigen.
Als we eindelijk maar eens volkomen beseften WAT we zoeken, en daar schort het nog wel eens aan.
Wij worden geleid langs vele wegen om dat Ene, dat verbindt, te vinden en dit is nu onze tragedie dat wij de veelheid zo intens moeten doorlijden en doorstrijden om dat eenvoudige HET te vinden.
Bij het zoeken kan niemand ons helpen, want wij, die innerlijke drang-in-ons, zoekt en deze is zeer privé, een som van vele zoekersinspanningen, van vele levens, van vele misstappen.
Deze innerlijke drang verschilt daarom van intentie, van kleur en van kwaliteit bij ieder van ons onderling en wij moeten daaraan zelf werken, NIET IJVEREN, maar schaven, totdat die innerlijke drang en wijzelf, ons irrationalisme EN ons rationalisme ineengesmolten zijn en dus de wijze opstaat die alles begrijpt en alles vergeeft, maar NIET vergeet.
Want juist die teug vergetelheid die ons werd gegeven als hulp bij onze zoekersweg, moet worden uitgewist, omdat de bewuste wijze alles kan weten en MAG weten, omdat het hem niet meer belast.
Wij moesten vergeten, omdat wij te zwak waren om te weten, maar worden wij een bewuste en edele magiër dan gaat het "Boek des Levens" open en kunnen wij erin lezen. Het voormalige Niets is dan Vol geworden.