Uit het voorgaande is wel gebleken dat de aarde een conglomeraat is van zeer uiteenlopende schepsels.
Het zal daarom moeilijk zijn deze mensen tot een eenheid te brengen, temeer daar velen onder hen uitsluitend bedacht zijn om de eigen existentie en het behoud van hun territorium.
Zolang deze overheersende drang niet in goede banen wordt geleid, blijft er die oeroude angst voor het verlies of de vrees om aangevallen te worden.
Die beide angsten zijn zo groot, omdat zij uit een oerverleden stammen en een vervolg kregen in het heden, omdat de nazaten van de buitenaardsen dezelfde tactiek blijven volgen.
Dus eigenlijk hun verre verleden overplanten in het heden.
Het "veroveren van land" is een instelling van hen die gedwongen werden nieuwe vestigingen te funderen.
De nazaten van de Saturnus-mensen zullen altijd wakende blijven; de nazaten van de Maan-mensen zullen uitsluitend op groepsbelangen gericht zijn;
de nazaten van de Mercuriusmensen zullen altijd eigen belangen nastreven en het profijt;
de nazaten van de Mars-mensen zullen altijd bij het minste geringste menen dat zij aangevallen worden en zich direct weren;
de nazaten van de Venus-mensen zullen altijd denken aan een samenvoeging, een compromis, een mogelijke aansluiting;
de nazaten van de Jupiter-mensen zullen altijd denken aan heil voor de omgeving, het milieu, het woongebied.
Eigenlijk is het woord "nazaat" niet helemaal juist, want het gaat altijd om dezelfde inwonende buitenaardsen.
Het aantal buitenaardsen vermeerdert niet, slechts het aantal aardsen kan vermeerderen.
De buitenaardsen incarneren net zolang tot hun oude wezen zich heeft hersteld, de aardsen incarneren slechts een enkele keer, omdat zij geen belang hebben bij herstel van het inwonende wezen.
Zij zijn en blijven altijd dezelfde die zij waren, alleen hun uiterlijke persoonlijkheid verandert.
Indien men dus in deze gemengde groep een eenheid wil verkrijgen moet men een algemeen belang of een algemene interesse aanroeren.
Er zijn twee zulke interessen:
ten eerste: het aardse verblijf MOET in orde blijven;
ten tweede: een terugweg naar het oorspronkelijke land. ofwel een herstel van de oude verhoudingen, en dit is uitsluitend een buitenaards belang.
Hieruit volgt dus duidelijk dat de opvattingen van vele esoterische leringen: er zijn twee wezens, één met een goddelijk atoom en één met een aards atoom, juist blijken.
Alleen is het wat anders dan zij menen en ligt het niet zo mysterieus of symboliserend.
Bovendien is het godsidee volkomen anders dan dogma's overbrengen. Een dogma is een verstarde idee, veelal geënt op foutieve opvattingen.
Dogma's zijn er om organisaties te versterken en te behouden.
Hetgeen dus hoort bij de Maan-mensen, maar ook wel bij de Saturnus-mensen.
Saturnus leidt hierin, de Maan volgt graag.
Het gaat om de idee van het "behouden", de veiligheid en de zekerheid.
Het begrip "god" is hierin zeer aanvechtbaar, want de aardsen zien de buitenaardsen voor goden aan en de buitenaardse interpreteren het godsbeeld uitsluitend als energie in diverse vormgevingen.
Dit is zeer oud en een overblijfsel uit de herinneringen.
Het Hindoeïsme met zijn drie godheden verbeeldden b.v. altijd een energievorm, hun z.g. goden drukken iets uit, een energiestroom, een energiebehoud, een energiegeleiding.
Het Christendom kent het beeltenis van een figuur aan het kruis, waarvan geen energie uitgaat, slechts energie ontnomen wordt bij beschouwing.
Het Katholicisme - als het westerse aardse geloof - staat dichter, in zijn uitbeelding, bij de oudste opvattingen, omdat zij beelden schiepen die allerlei negatieve dan wel positieve krachten uitbeeldden.
Ook bij de Grieken was dit zo.
Het Katholicisme staat het dichtste bij de oude godsdienstige vormen, van de vele goden en hun krachtuitbeelding, hoewel in het Katholicisme daar hun heiligen voor in de plaats kwamen.
Maar het blijft daardoor een veelgodenvorm.
Het Protestantisme schafte dit alles af, maar gaf niets anders in de plaats dan een gesneden godheidsvorm en eventueel een kruisbeeltenis of het lege kruis, zo de verbeelding vrij spel latende.
Veelgodenvormen zijn niet heidens, maar menselijke verbeeldingen van krachten waarmede zij te maken kregen.
Elke energievorm kan onder een beeltenis worden samengevat; zoals de mens een energievorm is en het dier; elk dier anders, elk mens anders.
Het zijn geen beeltenissen die je behoeft te aanbidden, maar krachten die je kunt waarnemen.
Als je zegt: Ik aanbid uitsluitend het Licht, aanbid je een energievorm.
Het is mogelijk vele mensen te verenigen onder het dak van de aanbidding van bepaalde energievormen, zo krijg je een godsdienst, of een overtuiging geleid door die bepaalde energiebeeltenis.
Als degenen die de aarde blijvend bewoonbaar willen houden, en dit is een zeer actueel probleem in onze tijd, dan is de uitbeelding van Moeder Aarde zeer krachtig, dus de aloude versie van het Moederbeeld zoals die momenteel weer in opkomt.
Het is de oudste godsdienst van de aardse mensen.
Hun moeder IS de aarde, hun existentie is afhankelijk van die aarde, niemand, ook de buitenaardsen niet, kunnen hier wat tegenin brengen.
Alleen zullen de eerste deze beeltenis willen vereren, terwijl de laatsten dat te laagstaand zullen vinden, zij aanbidden niets dan de hoogste energievorm.
En die hoogste energievorm is een drie-eenheid:
schepping - de voortbrengende energie;
behoud - de bekrachtigende energie;
vernietiging en HER-schepping - de veranderende energie.
Op zichzelf zijn deze ten dele.
Vandaar dat de drie-eenheid in een godenleer altijd de oudst bestaande leer van een buitenaardse groepering is.
Die drie-eenheid vind je overal terug, in elke oerreligie.
Hij kan worden vervlakt, verkeerd geïnterpreteerd, vermenselijkt, maar de oervorm blijft bestaan.
Dan kom je aan het tweede punt: indien zulk een drie-eenheid moet worden uitgebeeld kan de uitbeelder deze verlagen, dan wel vrij juist interpreteren en dit hangt altijd af van het begrip, het bewustzijn van de vervaardiger.
Niet voor niets waren er van oudsher zulke strenge wetten met de kunst, of het vervaardigen van kunst, verbonden; vooral met tempels, beelden, geestelijke uitdrukkingen.
Men waakte tegen vervlakking.
De oudste beelden worden dan ook nog heden zeer schoon en krachtig gevonden, kijk maar naar de Egyptische, de Griekse, de Indiase of de Chinese kunst b.v..
Dat wat de vervaardiger erin legde verjaart niet en verdwijnt niet.
Wat allen verbindt is de energie, dat wat men nodig heeft om te existeren, maar ook om een terugweg te exploreren.
Energie blijft energie, hoe we de vorm ook noemen, energie is uit te drukken in chemicaliën, in handelingen, in voeding en basisstoffen.
Wat de mens met energie uithaalt kan sterk negatief, dus vernietigend, of sterk positief, dus opbouwend zijn.
Experimenteren met energie is riskant, maar ook het manipuleren met energie is niet zonder gevaar.
Daarom kunnen uitbeeldingsvormen gevaarlijk, opbouwend, dan wel behoudend zijn; onderzoek hier maar de mineralen en de stenen; of de moderne kunst, of de reclame, of de chemische manipulaties, waardoor je een samenvoeging kunt krijgen van bepaalde energievormen, die beslist funest kunnen zijn.
Iedereen is dag in dag uit met energie bezig.
De aardse mens wil alles aanwenden tot behoud van de aarde, de buitenaardse mens zoekt een tweeledige energie: behoud van de aarde, hetgeen ondergeschikt staat in zijn belangen, maar vooral zoekt hij de overkoepelende energie, die het leven inwerking houdt en daarvoor moet je de drievoudige energie hebben.
Daarom zei ik de vorige keer: elk buitenaards wezen is religieus in de diepste betekenis van het woord, hij begrijpt de drie-eenheid.
Hij begrijpt het scheppen, het behouden en het veranderen.
Hij zoekt dus in zijn mogelijke beeltenissen naar één, maar het liefst alle van deze drie vormen.
Hij komt dan automatisch terecht op de oervormen daarvan.
En vooral de zuiverste, dus de best uitgebeelde vormen.
Hij zal ze niet aanbidden, maar wel waarnemen, d.w.z. ondergaan.
En, en dat is het belangrijkste, zich ermede vereenzelvigen, zodat hij, afhankelijk van de beeltenis, zich kan inspireren, bevestigen dan wel veranderen.
Men vereert of adoreert nooit een vorm, maar men voelt zich één met een kracht.
Vormen kunnen die kracht ondermijnen.
Deze drie-eenheid vind je ook in de metalen en mineralen:
Goud, zilver en kwikzilver is de metalenvorm, zoals de alchemie leert.
Magnesium, kalium en fosfor is de chemicaliënvorm.
Goud en magnesium geven inspiratie tot scheppen;
kalium en zilver geven de kracht tot behouden;
kwikzilver en fosfor geven de impuls tot veranderen.
Dit is dus een afspiegeling van de voornoemde drie-eenheid, maar nu binnen de natuur.
De Druïden hadden ook niet voor niets hun triaden.
De drie-eenheid kan men in alle gradaties terugvinden.
Zelfs in planten, dieren en mensen.
Het is de oervorm die zorgt voor de voortzetting van het leven, het is de beweging die het wiel in werking houdt.
Het is de oplossing tegen een overmatige existentie-drift; d.w.z. de angst voor verandering, de angst voor dood, hetgeen niets anders dan een verandering is.
Hieruit volgt dus dat dergelijke angsten een ontsporing betekenen.
Zeker voor de onaardsen.
De mislukte uitbeeldingen, de verstarde vormen zonder energie brachten de wezens onderling uit elkander.
Men vecht en doodt om uiterlijke ontkrachte vormen, zover zijn we afgedwaald van de oeridee en de oerinspiratie.
Als je kijkt naar de Brahma-figuur dan zie je dat hij drie gezichten heeft; hij is drie in één: scheppend, behoudend, veranderend.
Van hem gingen dus de andere energievormen uit: Vishnoe en Shiva.
Hetzelfde behoort in de christelijke opvattingen duidelijk te worden:
een God - de Vader
een Behoudster - de Moeder
een Veranderaar - de Zoon.
In de Egyptische leer zie je hetzelfde:
Osiris - Isis - Horus.
Deze drie-eenheid, als energiekrachten, verdeelde zich toen de aarde werd opgenomen in de existentie van een viervoudigheid:
de kinderen van Horus;
de vier hemelsteken;
de vier figuren uit het Openbaringenboek;
de vier ondersteunende mineralen: het noorden - als kalk; het zuiden - als zwavel; het oosten - als kobalt; en het westen - als zink.
Deze waren noodzakelijk om de onaardsen op aarde te doen leven.
Uit deze vier kwamen weer andere vormen, de lagere acht vormen, en uit deze acht komen dan de twaalf energievormen.
En met die twaalf energievormen sloot zich de cirkel, de zodiak, was het bestaan verzekerd.
Dat is - anders gezegd - de bekende uitdrukking "de ring tot hiertoe en niet verder", nog verder naar beneden, nog verder naar buiten.
Het is de gevangenis voor de onaardsen en de uiterste mogelijkheid voor de aardsen.
Om die gevangenis, die ring te doorbreken, moeten dus de onaardsen stappen ondernemen met behulp van de voornoemde drie-eenheid, dat kan niet anders.
De Veranderende, Shiva, jaagt veelal angst aan, ook de Zoon, het Christusprincipe, omdat het betekent: opgeven van zekerheid.
Het zijn de behoudenden die dit angstwekkend vinden, degenen die dus nog niet de drie-eenheid goed begrijpen, wellicht intellectueel, maar zich er niet mede kunnen vereenzelvigen.
Ook met fosfor, als het vernieuwende mineraal, is moeilijk om te gaan, maar het is niet voor niets dat juist dit mineraal in AL onze voedingsstoffen zit.
Het veranderingsprincipe betekent leven, voortgaan, overwinning.
En het is niet voor niets dat de immunologie ontdekte dat intelligente mensen altijd meer fosfor in hun organisme hebben, zij kunnen de verandering aan, indien niet dan wordt dit fosfor tot een vloek, een ernstige ziekmaker. Fosfor ontkalkt b.v. en als je geen zekerheid vindt, wordt je hierdoor dus ernstig ziek.
Zo is het "zo boven zo beneden" een grondwet waaraan iedereen moet beantwoorden.
De vele wezens op aarde zijn zo gemakkelijk te scheiden. Inzichtloosheid bewerkt zulk een scheiding, reeds door dode beelden, dode materialen, tijdelijke gebeurtenissen en sterfelijke vormen.
Maar wat bindt is de honger naar energie; iemand die deze innerlijke honger verliest, verliest tevens zijn mens-zijn en zijn recht op existentie.
Je hebt drie soorten honger:
de scheppende,
de behoudende,
de veranderende.
Maar het zijn drie verlangens naar energie en als je naar die energie verlangt, verlang je, hoe je het ook noemen wilt, naar een godheid.
Een godheid die je op dat moment kan voeden.
Vandaar dat dogma's spiritueel dodend zijn, zij scheppen niet, noch veranderen ze.
En om te behouden heb je tevens zowel het ene als het andere nodig, dus dogma's behouden niet, maar verstarren, en dat is een zielendood, of liever, een ziele-diefstal.
Daar waar kracht, of energie, inzit, verenigt ons, verenigt allen.
Dat wat alleen vernietigt scheidt, het betekent een einde zonder de herschepping.
Mensen onderscheiden in hun primitieve opvattingen slechts twee soorten energie, zoals ze zeggen: een opbouwende en een afbrekende.
En dan voelen ze niets voor de afbrekende, omdat zij geen herschepping kennen en zij voelen alles voor een opbouwende, maar weten dan niets van het behouden, zodat ze steeds willen aanvullen en dit is nooit "het leven in werking houden."
Wat ik vertel tijdens deze Filosofie-week is dan ook GEEN leer, maar een basisgegeven, een oerkennis, waar de onaardsen mede geconfronteerd moeten worden en het is natuurlijk een universeel gegeven.
Het is de oergrond van ons aardse en ons onaardse bestaan.
Het is de bodem van ons religieus verlangen of ons spirituele zoeken, het is de sleutel van de alchemie en de sleutel voor àlle leringen die eens op aarde indaalden.
Het is de sleutel tot een Godsbeeltenis, zonder vorm nauwelijks in woord en beeld te benaderen.
Alleen te benaderen indien de schepping de kracht van het verbeelde uitdrukt.
Alles is energie, die energie bundelen is de gave van de wijze, van de magiër, van de boodschapper.
Sommigen kregen als taak deze energie, één van de drie vormen, te bundelen ofwel in één van zijn lagere vormen, de vier, de acht, de twaalf.
Maar de onaardsen hebben nooit veel aandacht voor die lagere vormen, het is voor hen van voorbijgaande aard, zij zoeken naar één van de hoogste drie, of het liefst alle drie, en om die alle drie te verenigen moet je in staat zijn hen te begrijpen, anders kunnen ze je nadelig beïnvloeden.
Maar hij die innerlijk groeit, en zij die weten waarom het gaat, kennen angst noch vrees, want daar waar zij hun uitgangspunt herkennen daar ligt voor hen de Oplossing.
En deze oplossing brengt die zo noodzakelijke innerlijke verandering, of omzetting, een gebeurtenis die velen zoeken, en velen vrezen, maar die onafwendbaar is.
Ik meen dat zulk een sterke verandering voor velen aanstaande is.