De Zeven Vrije Kunsten hebben vanuit de legenden en de overleveringen hun Vaders - hun brengers - en merkwaardigerwijze zijn deze brengers altijd verwant met de Lichtzonen.
Hun leven is legendarisch, hun geboorte onvindbaar, ofwel vermengt met die indaling van de Lichtzonen op aarde.
Zoals b.v. Henoch, die hun Vader wordt genoemd.
Zijn vader was Jared, een afstammeling Kaïn, en zijn familieleden waren o.a. Methusaël, Lamech, Jubal en Jabal.
Allen spelen een rol in de Zeven Heilige Kunsten.
Dan is Hermes Tresmegistos - de legendarische Koning van Atlantis - ofwel Zoon van Saturnus - hij, die de Tarot verder gaf, de getallenleer en de plantengeneeskunde onderwees, alsmede de astrosophie.
Verder is er Osiris, die Egyptische Godheid, wiens vrouw en zoon tezamen de Egyptische drie-eenheid vormden - een tegenhanger van onze westerse Maria - Josef en Jezus.
Hun aanwezigheid op aarde is aantoonbaar door hun papyri, en toch spreekt men over hen als "goden" en verwijst men hen naar de legende.
Laten we ook eens denken aan Imhotep, die zei dat hij zijn geneeskunst ontvangen had van zijn overgrootvader Hermes, die hem weer ontvangen had van de Boeken des Hemels.
En dan Isis - die de geschiedenis is ingegaan als de eerste genezeres, en vertelde dat zij haar Kunst doorgaf aan haar zoon Horus, maar dat zij voorheen deze Kunst kreeg van een afgezant des Hemels.
Ook in het apocriefe Boek Henoch wordt gewag gemaakt van die Zonen des Hemels of "engelen" die de vrouwen van de aarde verleidden en hen hun gaven of Kunsten vertelden.
Dat was hun fout.
Je mag geen paarlen voor de zwijnen gooien - je kunt niet iets dat hemels is gevangen geven aan de aarde zonder dat dit hemelse iets van zichzelf moet inleveren.
Hier ligt dus de oorzaak van alle z.g. kwaad, of liever van alle zoeken, strijden, twijfel en verwarring.
Om iets te kunnen begrijpen of grijpen moet je een instrument daarvoor bezitten.
Onze hersens grijpen het aardse, maar onze ziel, of onze rechterhersenhelft, of een hart dat de ziel toelaat, grijpen het onaardse, het hemelse.
Zelfs de natuur wordt anders be- of gegrepen, als je het inwonende aardse daarvoor openstelt.
Dan zie je de natuur met andere ogen, dan zie je achter haar z.g. wreedheid of sterfte het ongrijpbaar geestelijke, de eeuwigdurende beweging, het wonderlijke samenspel van yin en yang, of de onzichtbare wet, die de zichtbaarheid tot vorm brengt.
In de alleroudste historische gegevens kun je nalezen hoe die Vrije Kunsten des Hemels doorgegeven werden door z.g. Boodschappers, tenminste, de aardse mensen noemden hen boodschappers, omdat zij een Hemelse Boodschap verder konden geven.
Deze Boodschappers kenden één denkrichting.
Door hun woorden en getuigenissen loopt de rode lijn, zij hebben elkander nooit bestreden.
Neem als voorbeeld de zogenaamde Gouden Regels:
Confucius: "Wat gij niet wilt dat men ú aandoet, doet het de anderen niet." (6de eeuw.v.Chr.)
"Voeg anderen geen leed toe door daden die uzelf leed toevoegden." (Boeddha - 5de eeuw v.Chr.)
"In geluk en lijden, in vreugde en pijn moeten we alle schepsels medevoelend ontmoeten en ons hoeden hen leed aan te doen dat wij zelf zouden willen vermijden." (Djinn 5de eeuw v.Chr.)
"Voeg anderen niets toe wat voor uzelf niet goed is." (Zoroaster 5de eeuw v.Chr.)
"Zal ik mij tegenover anderen niet gedragen zoals ik wilde dat zij zich tegenover mij zouden gedragen?" (Plato 4de eeuw v.Chr.)
"Voeg anderen niet toe dat, indien het u zou gebeuren, u leed zou doen." (Mahabharata 3de eeuw v.Chr.)
"Voeg uw naasten niet toe wat u zelf verafschuwt." (Rabbi Hillel 1ste eeuw v.Chr.)
"Wat u van de anderen verwacht dat zult ook u eveneens doen, hebt uw vijanden lief, doet goed degenen die u haten." (Jezus Bergprediking)
Er loopt een rode draad door de religio, door de Wetenschap en door de Kunst.
Deze drie zijn in zichzelf en onderling verbonden.
En het is slechts een bewijs van onze huidige geestelijke armoede dat wij hen scheidden - en dat we dag en nacht moeten oproepen om hen weer tezamen te voegen, om niet te spreken over hun strijd in hun eigen gelederen.
Zoals men in de geneeskunst kan zien, zijn alle facetten onderling met elkander verbonden: planten, kleuren, overdrachtstherapie, astrologie(-sophie), getallen, yoga, gebedsgenezing.
Er loopt door hen ook een rode draad.
Zodra één van deze therapieën de rode draad verliest wordt hij nutteloos.
De belangrijkheid hiervan herkennen we in de navolgers van de Vaders der Vrije Kunsten: Zoroaster, Pythagoras, Plato, Aristoteles, Boeddha, Jezus en nog vele anderen.
Met het voortschrijden van de tijden werden de Boodschappers minder fameus, omdat de oorsprong van de Kunsten in het grijze verleden verdween.
Het leek of hun nakomers steeds minder hemelsheid, innerlijkheid, abstractie, intuïtie of inspiratie bezaten en de deur werd vrijwel geheel toegesloten toen we "universiteiten" kregen, hogescholen waarop men een eenzijdige wetenschap of religie of kunst onderwees.
We doken het aardse in, het uiterlijke en het gevormde.
Feitenmateriaal moest er zijn.
Bewijzen moesten er komen.
Wat is een bewijs?
Datgene dat we driemaal kunnen herhalen en het blijft altijd hetzelfde.
En nu zeggen de astronomen: dat zelfs in het universum dit bewijs lijkt te gaan ontbreken.
Het universum is ongehoorzaam, het wenst zich niet aan de uiterlijke, éénzijdige wet te houden.
Het universum houdt zich niet aan menselijk universitaire wetten.
Een boeiend, maar lastig gegeven.
Dat ten enenmale de menselijke hersenen ontgaat.
Het rationele denken kan de irrationele gegevens niet begrijpen of grijpen en dus schiep men de kwantummechanica, een onlogische, totaal onwetenschappelijke meetkundige formule die uitgaat van -1, dus uitgaat van niets en hierdoor kan men veel verder denken dan wanneer men uitgaat van 1.
Als u de laatste ontdekkingen in de natuurkunde of de geofysica volgt, dan zie je hoe de wetenschappers balanceren op die grens tussen bewijs en niet-bewijs; wettigheid en onwettigheid; het grijpbare en het ongrijpbare.
Dan zie je hoe die wetenschappers noodgedwongen - juist door hun onderzoek, lopende langs de lijn van het rationele of het concrete - nu terechtkomen in het middelpunt, daar waar horizontaal en verticaal, concretie en abstractie elkander ontmoeten en daardoor àlles levend houden, ook het universum.
Enkele astronomen en geofysici kwamen toen aarzelend met filosofie aandragen die, in wezen, niet kan bestaan zonder de natuur, en verwezen naar oude heilige geschriften en wijzen, zoals het hindoeïsme en de dans van Shiva b.v., omdat zij bemerkten dat uiterlijk en innerlijk onafscheidelijk met elkander verbonden zijn en hun atomen zich in alles bevinden.
En omdat zij bemerkten dat hun intuïtie en/of inspiratie hen juist de waarheid bracht.
Is de beste wetenschapper niet die die allereerst zijn intuïtie gebruikt?
Er zijn over deze ontmoeting tussen wetenschap en filosofie, tussen natuurkunde, astronomie en universeel geloof of weten boeiende boeken verschenen, zoals:
De dans der Derwisjen
De Tao der Fysica.
Daaraan bemerken we dat we aangekomen zijn bij een bemerkenswaardige tijd, de tijd waarin de twee tegengestelden elkander ontmoeten. En wat krijg je dan?
Asimow, een bekend astronoom, stelt zich de vraag of dan de tijd van de stilstand komt, want als beide tegengestelden elkander niet in beweging houden komt er stilstand, het niet-zijn door middel van een lange tijd van zijn.
Zou dat de voorspelde harmonische vredige tijd worden?
Maar ook hij zegt dat dan alles zal ophouden, dat er dan een eind aan de schepping komt, dat er weer de oude, in zichzelf bewegende toestand van vóór de schepping zal zijn.
Ziet u hier niet een overeenkomst met al die esoterische uitleggingen en verwijzingen naar de Inwijding, het niet-zijn, het opgaan in God, het terugnemen van de schepping enz.?
Deze Zeven Vrije Kunsten kunnen - zolang zij tweevoudig zijn - onze geleiders, onze gidsen zijn, die ons voeren tot een overgang van het aardse in het hemelse.
De oosterse leer noemt dat de extase: een stukje hemel ervaren, zien of binnengaan.
Het mèt God zijn, zeggen de Christenen, het ìn God zijn, zeggen anderen, het God WORDEN, zegt de esotericus.
Maar allen bedoelen zij hetzelfde en waarom zouden zij elkander onderling dan bestrijden?
Dat doen de Zeven Heilige Kunsten ook niet, zomin als dit de zeven Kleuren van de Regenboog doen.
Zij worden verbonden door de rode draad die hen verenigt - tot één maakt.
De Zeven Kunsten zijn:
1. DE GEOMETRIE
2. DE GRAMMATICA
3. DE RETORICA
4. DE DIALECTICA
5. DE ARITMETICA
6. DE MUZIEK
7. DE ASTRONOMIE
Juist in deze Kunsten kennen we de z.g. wonderkinderen.
Maar juist ook deze Kunsten werden ontzield, ontkracht, éénzijdig gemaakt.
Daarom werd de wereld beroofd van een gids, een wegwijzer, en daarom werden we geestelijk arm en onwetend niettegenstaande onze hoge materiële ontwikkeling.
Overal waar uitlopers van deze Kunsten hun oorsprong behielden zijn de mensen rijk, verwonderen we ons over hen.
Merkwaardigerwijze zijn dat veelal ook volkeren of volksgroepen die hun tradities, overleveringen en legenden bewaarden.
Die nog geloven, wéten eigenlijk, dat de legenden ééns realiteit was.
Een nu verloren gewaande realiteit waarnaar we, juist in deze nostalgische tijd, hartstochtelijk zoeken.
Gelukkig maar!
Omdat we hierdoor bewijzen te BESEFFEN, dat we iets goeds hebben verloren.
Dat pleit voor ons.
Dit zegt dat we de Liefde tot de oergrond van alle dingen èn van onszelf niet hebben vergeten.
En de Liefde is de meeste van allen, nietwaar.
Déze Liefde althans.
Moge zulk een Liefde ons blijvend bezielen.