Het is waarschijnlijk welbekend dat de oud-christelijke kathedralen gebouwd zijn volgens een Egyptische Tau-vorm, een ankh of levenskruis, met de bedoeling de bezoekers op te nemen in een trillingsveld dat door dit kruis zou worden opgebouwd.
Elk symbool, elke tekening, elke weldoordachte vorm vormt een krachtlijnenspel, dat zijn invloed op mensen niet mist.
De cirkel, waaruit later het wiel ontstond, is altijd het symbool geweest van eeuwigheid, maar zodra het voorzien werd van spaken en een as, verbeelde het de eeuwigheid die de tijd beheerst.
Het aantal spaken is in de symboliek aan de oosterse dan wel westerse symbolische opvattingen aangepast.
De stof, of de wereld, ziet eruit zoals de filosoof hem beschrijft, of zoals de mens hem interpreteert.
Symbolen zijn oervormen, kristallisaties van een oerweten; hun interpretaties zijn afhankelijk van het bewustzijn van de interpretator.
Maar een tot symbool geworden oerwijsheid aangebracht in steen of hout geeft een gebouw of een ruimte een zekere wijding.
Symbolen zijn onvergankelijk, slechts de mens kan hen devalueren.
Een symbool verliest zijn kracht niet uit zichzelf, de mens, de omgeving kan het zijn trilling ontstelen.
Gelijk mensen in een minderwaardige omgeving hun waardigheid zouden kunnen verliezen - uitgezonderd de echte wijze -, zo kan een symbool eveneens leeggeroofd worden, als het niet wordt bijgeladen.
Als we zoeken naar kracht, heling, rust of dergelijke, betekent dit dat we wensen te worden bijgeladen, we teren dan noch slechts op een reserve aan geestelijke energie. We voelen als 't ware dat er niet veel behoeft te gebeuren om totaal leeg te worden, in de slechte betekenis van het woord.
Ontledigen is sneller gebeurd dan bijladen; we vermorsen heel wat energie aan nutteloze zaken, aan medemensen die onze energie door hun vingers laten glijden en doorlopend vragen om méér.
Hebt u ooit bemerkt dat gesprekken, het eindeloze heen en weer praten - een signatuur van onze tijd - ons uitholt?
Als we dan niets zouden hebben dat ons bijlaadt, zouden we al snel op een ziekbed komen te liggen.
Wel, elk symbool dat geëerbiedigd wordt, dat b.v. geplaatst wordt in rustige ruimten, kan ons bijladen.
Hetzelfde kunnen we zeggen van onze geestelijke wielen, onze chakra's.
Zij zijn er om ons bij te laden, en aan de andere kant om gifstoffen weg te werken.
De chakra's worden beschouwd als etherische wielen, zich bevindende in ons etherische lichaam.
Wielen kunnen linksom en rechtsom draaien, net als vroeger onze kringspelletjes naar links dan wel naar rechts draaiden.
Het wiel dat afrolt, ontspant, het wiel dat oprolt, laadt bij; hetzelfde geldt voor de spelletjes.
In ons lichaam bevinden zich wielen die ofwel stilstaan - een treurige zaak - dan wel af- of oprollen, bijeengehouden door de AS.
Wij zeggen in onze populaire taal: iets moet goed DRAAIEN; door draaiing verkrijgt men een wieling, een beweging, soms een eeuwige beweging.
Het wiel is het symbool van een eeuwige beweging, in gang gehouden door de kosmische trilling, bijeengehouden door een as, die de spaken van de stoffelijke wereld draagt.
Aldus zien onze chakra's er uit als wielen met spaken, die zich verbinden met ons organisme, met ons denken, ons gevoel, en de kosmische trilling. De as van ons chakra-wiel is de kracht die het wiel bijeenhoudt, de as concentreert de kosmische trilling en verdeelt die over de spaken.
Rechts draaiende chakra-wielen nemen kosmische energie op, links draaiende wielen voeren af - een teveel - het vuil.
Het merkwaardige van ons navelwiel is dat het links zowel als rechts kan draaien, dat het ons rust kan geven, zowel als kan opladen.
Symbolen, ruimten, woorden, schone kunst, muziek, zij stimuleren dan wel verlangzamen de beweging van onze chakra-wielen.
De snelheid van de beweging wordt bepaald door de kwaliteit van de as: te snel draaien jaagt ons op, te langzaam draaien maakt ons zwak.
Alles wat ronddraait heeft een as, ook de aarde, maar ook de schepping.
Alles is onderhevig aan een op- en neergang (opdraaien - afdraaien), een ronddraaiende beweging die, zoals sommige filosofen zeggen, op zich weer een spiraalbeweging maakt.
De cirkel is een oervorm die we zelfs tegenkomen in het menselijke hoofd: ronde hoofden symboliseren een soepel karakter; zijn zij vierkant, een andere oervorm, dan symboliseren zij wederstrevendheid; zijn zij driehoekig, een andere oervorm, dan zijn zij sensibel, heen en weer gaande tussen méé- en tegenbewegen.
Alles is afhankelijk van de kwaliteit van de as, die zich in een mens als HARA - het gulden midden - bevindt, om de essentie, vooral het goede, uit zijn eigen lichamelijke en geestelijke symboliek te putten.
Om ons heen ziende kun je opmerken dat het symbolische wiel, in het klein en in het groot, uit elkander dreigt te vallen, omdat de as onwerkzaam wordt.
Er zijn vele losgevallen spaken, onbezielde mensen, groepen en vormen, zij weten eigenlijk niet waarbij ze behoren, noch vinden ze een houvast.
Wij worden overspoeld met spaken van allerlei verongelukte wielen, en we zijn druk bezig om die spaken in te passen, maar we vergeten een AS aan te brengen.
Het wiel met zijn as is eigenlijk een autoritair gegeven, een symbool waar het op het centrum, de eenheid, de EEN, aankomt.
Het is het symbool uit oeroude tijden, en het is een veelvuldig gegeven in allerlei bouwwerken, gebaseerd op de eenheid tussen geest en wereld, god en mens, en op de beweging van de kosmische energie die dat wiel draaiende houdt, maar bovendien op een ziel, een centrum of een punt die deze verbintenis bevestigt.
Dit punt draagt dus de verantwoording.
Er is een getal dat men het "getal der engelen" noemt, een getal dat de verborgen naam van de Schepper Elohim (Alhim) draagt, en dat neergelaten werd in de Schepping.
Het is het getal 1 dat in de cirkel afdaalt en zich daarbinnen verdeelt in spaken.
Maar die 1 wordt in het midden gedeeld door een as, een centrum, een punt dat zich op de grens bevindt tussen beneden en boven en dat het wiel - op bevel van de kosmos - dan weer in de onderwereld en dan weer in de bovenwereld beweegt.
Het is het getal van de indalende Lichtzoon, of van de gevallene, of van de mens, die het boven en beneden in zich omdraagt, verdeelt via zijn navelchakrum, zijn as.
En in de strofen van Dzyan, dat oudste Indische geschrift lezen we:
"De Oi-Ha-Hou, die de donkerheid is, het grenzeloze, of het niet-getal, Adi-nidana, Svabhavat, de cirkel: ten eerste was daar Adi-Sanat, het getal, en hij is EEN. Dan de stemmen van het woord, Svabhavat, de getallen, want hij is EEN en NEGEN."
Frappant is hier de overeenkomst met de uitspraak in het Heksen-éénmal-één van Goethe's Faust: "Und neun ist eins und zehn ist keins."
De negen die gelijk is aan de één wordt samengevoegd met de Hebreeuwse letter Yod, die op zijn beurt weer aangebracht wordt op de negende kaart van de Tarot, de Heremiet, hij, die de drie-eenheid (la boue) in zichzelf verenigd.
Om deze één, die negen werd en die de kracht van de Yod benut heeft, te bereiken, moet het wiel met de spaken eerst vele omwentelingen hebben gemaakt.
Ons wiel moet omwentelingen maken, onze as moet standvastig dit wiel door de onder- en bovenwereld dragen, zodat we, aan den lijve en in de ziel, verstaan wat het wil zeggen een "heremiet", een Wijze te zijn, die zijn 1 verandert heeft in 9, waarin hij toch weer 1 is en zo gereed is om 10 te worden, het alomvattende, de 1 die teruggekeerd is en de 0 die opnieuw "ongevormd", maar wijs is geworden.
In deze 0 bevindt zich geen dragende as meer, het is Alles in Allen.
De dragende as betekent dat we levende zijn, bezig zijn ìn de wereld, die zonder as twee betekenissen voor ons kan krijgen: chaos - dan wel ledigheid.
Want het bewegende wiel, die zichzelf kan stilhouden en bewegen zo hij wil, brengt ons inzicht, kennis, ervaring.
Hebt u ooit bemerkt wat chaos of losgeslagenheid betekent?
Hebt u ooit uw innerlijke houvast - tijdelijk - verloren?
Hebt u daarentegen ooit bemerkt dat uiterlijke houvasten wegvallen en dat het er dan op aankomt of we innerlijk iets bezitten?
Of ons het wiel ervaringen, kennis heeft gebracht?
Kennis die uit ons onder- dan wel bovenbewustzijn wordt opgediept door de rotering van het wiel.
Kennis die opgewekt wordt, kennis die vrijgelegt wordt, omdat het wiel ons reinigt, en tevens de hemelse intuïtie bijlaadt.
Aan de ene kant wordt ons geweten ontbloot, aan de andere kant wordt intuïtie bijgeladen.
Laten we onszelf bepalen bij de as; wat of wie is de as van dat wiel?
Wat houdt ons innerlijk bijeen?
Wat draagt ons?
Iedereen weet dat een ideaal, een gezamenlijk motief een groep bijeenhoudt.
Als we dat motief, dat ideaal gaan ondermijnen, valt de groep uiteen in enkele spaken.
In de maatschappij zien we hetzelfde, in massa's die altijd door een leider worden geleid, is het eveneens te herkennen.
In vroegere oorlogen mikte men op de aanvoerder, omdat daarna de groep - dus de aanval - uiteenviel.
Daarom maskeerde men de leider.
Het is een oerwet dat alles gedragen wordt door de één, die zichzelf verliest in de twee.
Het getal twee wordt nooit genoemd, het is onderworpen aan de één: de één, die zich neerlaat in de cirkel wordt verdeeld in tweeën door de as.
Dat is de eerste beweging - het risico.
Zijn we niet allen in tweeën verdeeld?
Wij zijn een bovenkant en een onderkant en de uitwisseling tussen beide bepaalt ons evenwicht.
Daarna komen er andere spaken: links en rechts - de hemelstreken. Maar éérst die verdeling tussen geest en stof.
Aan die verdeling zijn alle andere spaken gebonden, ervan afhankelijk.
De twee-eenheid baart de drieheid enz.
Tot al die spaken na verloop van levens weer teruggenomen worden in de 9 - de cirkel aan de top van de 1 -, en zo een nieuwe 1 gevormd wordt, zwaar van ervaringsweten, wijs door hervonden inzicht.
Onze as - onze concentratie in twee werelden - maakt dat we innerlijk groeien, en het is frappant hoeveel mensen onbewust een as zoeken en zich vergissen, en de as BUITEN zich menen.
Instinctief weten we dat we een punt in ons midden nodig hebben die uitgegroeid moet zijn tot een begin-yod, een scheppende kracht, één die hoofd, midden èn bekken verbindt.
Op deze overtuiging zijn alle oude leringen plus de bouwwerken gevestigd: boven - midden - beneden.
Geestelijke organen - bemiddelende organen - stoffelijke organen.
Geestelijke chakra's - bemiddelende chakra's - stoffelijke energiekernen.
Een vorm of een symbool die ons bepalen bij deze drie-eenheid doet ons goed, heelt of harmoniseert ons.
Wij willen, onbewust, steeds bepaald worden bij deze drieëen-heid, omdat we hierdoor houvast ondervinden.
Vooral de legendarische godenmensen worden erdoor geroerd, zij, die volgens de strofen van Dzyan:
"Atlantiërs waren en schone vrouwen tot zich namen, vrouwen van de gemoedslozen......"
Gemoedslozen en godenmensen, een strijdpunt waarover vele geleerden zich buigen en die vele groepen tot verbitterde concurrenten maakte.
Godenmensen - die, als Enen - gevallen zijn en zich via 8 spaken tot een 9, een herboren 1 moet maken.
Degenen die door symbolen kunnen worden ontroerd, die achter de astrologie de esoterie zoeken, of de astrosofia, die onbewust luisteren naar het ingeboren "weten" en die dwalen kunnen zonder werkelijk hun as te benutten.
Zoekende zielen, hunkerend naar wat ze hebben verloren, maar nog niet in staat een 9 te zijn, een heremiet, hij die ál zijn kennis in de "bovenwereld" terugvindt.
En na de vermenging van deze godenmensen met de vrouwen van de "gemoedslozen" werden er misvormden voortgebracht, demonen, de enghoofdigen.
Toen werkte het Derde Oog - de pinealis of pijnappelklier - niet meer, en "de terugweg naar het Boven" werd toegesloten.
Ook dit staat in de strofen van Dzyan en in andere oeroude geschriften. Als ons navelwiel, en de anderen, goed draaien - ieder naar zijn aard - krijgen we geestelijk inzicht via dat duizendbladige chakrum - het kruinchakrum.
Het zijn de andere wielen die deze hemelse lotus tot bloei brengt.
Maar alles begint bij dat 10-voudige wiel, dat 5 spaken boven, als middelaar, en 5 spaken onder heeft, dat zich in verbinding zet met àl onze organen en dat vooral de bemiddelende organen op hun taak wijst.
Dan verkrijgen de geestelijke organen kosmisch of hemels licht en de stoffelijke organen verkrijgen de natuurlijke, fysische energie.
En de ene helft vervloekt de andere niet, maar zij werken samen als twee machten die het wezen moet helen en herstellen in wat het éénmaal was: een geestelijk wezen.
Één die woonde in het Lichtende Al, die de vrijheid nam om de Grote Geest te eren en zich niet verbeeldde, omdat hij een Yod, een goddelijk vuur bezat, dat hij gode gelijk was.
De Yod, de Samische letter, is zijn symbool, een symbool van het begin, de indaling in het roterende rad, èn die van het einde, zijn opgang in het Al.
Er is eigelijk geen begin en geen einde.
Er is slechts verandering, transmutatie, sublimerend in transfiguratie: de 1 wordt 9 en weer 1.
Tenslotte een 10 - de één die waakt náást de Alomvattende.
De as is ons houvast, hij is de ontvanger èn de afgever.
Hou die as intact, bescherm hem, laat hem zich bijladen en bemerk hoe rijk het leven kan zijn, zodra intuïtie én weten zich verenigen in het besef van het onuitwisbare ZIJN.