De allereerste praktijk die elke waarachtige geestelijke weg medebrengt is de meditatie of de overpeinzing, de bespiegeling.
Doordat we in een tijd leven waarin de meditatie centraal komt te staan in het religieuze en sociale beleven, komen er heel wat valse begrippen boven, die aanleiding kunnen worden voor een onjuist oordeel.
De onoverkomelijke drempel voor een geestelijke weg is ONWETENDHEID.
Onwetende mensen kan men alles wijsmaken; arrogante onwetende mensen blijven geestelijk arm.
Onwetendheid opheffen is zichzelf de kans geven tot ontplooiing.
Een eerste vereiste om de waarheid omtrent de meditatie te ontdekken is: haar beoefenen.
Daartoe zijn er twee mogelijkheden: indalen in zijn innerlijk of zich verenigen met de verbeelding, of iets geestelijks.
Men kan nooit zeggen de eerste methode is fout en de tweede methode is goed of omgekeerd.
Bovendien kan men zijn naaste nooit één der beide meditatie-wegen voorschrijven, want de ware meditatie geschiedt spontaan, en is dus in harmonie met de beoefenaar.
Meditatie heeft niets te maken met wilsinspanning, maar alles met WENSEN.
Ook kan men niet de verontschuldiging handhaven dat men, voordat men met mediteren kan beginnen, allereerst zijn ego moet hebben verloren of bestreden.
De sleutel tot mediteren of het overwegen van geestelijke zaken ligt in de zelfverlorenheid.
Waarachtige zelfverlorenheid is eveneens een gevolg van WENSEN.
Intensief wensen is als een elektromagnetische impuls opwekken, waarop het organisme dan automatisch reageert.
Biofeedback, de technische ontspanningsmethode, die tot meditatie kan leiden, bewijst dit.
Waar yogi's jaren over hebben gedaan, bereikt men met biofeedback methode in enkele weken. (Biofeedback - Marvin Karlins & Lewis M. Andrews - Uitg. Gottmer, Haarlem.)
Goed kunnen mediteren wil daarom - en dat is dan duidelijk - niet zeggen dat men een geestelijk wijs of nobel mens zou zijn.
Meditatie is een voorbereidende en begeleidende therapie.
Zonder deze zou geestelijke ontplooiing echter onmogelijk zijn.
Het gaat er niet om HOE men mediteert, maar "WAT is het resultaat daarvan?"
De staat van de boom bepaalt de vrucht.
De toestand of het handelingsleven van de mediterende mens bewijst de kwaliteit van zijn meditatie.
Meditatie kan inkeer zijn of uitstraling en in het begin kiest de mens intuïtief hetgeen het beste bij hem past.
Uiteindelijk arriveert hij bij een verenigen van beide.
Het begin van alle meditatieve vormen is het leren, hetgeen nog niets te maken heeft met spiritualiteit.
Léren wie mens is, wàt men wil en hoe men zich lichamelijk kan ontspannen.
Dit is slechts een kwestie van het zelf of zijn ego onderkennen, het ontmoeten als een ingeschapen fenomeen, NIET ALS EEN VIJAND.
Vijandelijke of angstige gevoelens tegenover het ego scheppen reeds een slechte basis om tot zelfvergetelheid te komen.
Alles wat ons hindert is moeilijker te vergeten, dan hetgeen wij als "normaal" beschouwen.