De Hermetische wijze vergelijkt de mens met de aarde, de mens en zijn ziel zijn gelijk de aarde en haar water, slechts de aarde die bevochtigd wordt door het water brengt vrucht voort; slechts de mens die door de reinheid de ziel doorstraald wordt zal resultaat zien op het Pad.
Door de weerstand van het ego wordt deze aarde droog, hard, saturnaal, een onvruchtbare rots.
Zodra het ego meewerkt wordt de mens vruchtbaar, en het zaad ontkiemt.
Het water der ziel voert met zich het geestvuur mede, dat dus tegelijkertijd de aarde der persoonlijkheid doortrekt.
De dauw der ziel valt op een aarde die dorst, zo moet het met de spirituele mens zijn.
In de tranen, de dauwdroppels des harten, hervindt men de zoute waterdroppels der ziel; de elementen: water en vuur, zout, aarde, zwavel en lucht zijn ìn ons en vergiftigen dan wel belevendigen onze organen.
Driftige mensen spuiten vuur met hun blik hels vuur; bedroefde mensen, berouw hebbende mensen, verliezen het water van hun ziel; verharde, saturnale, materialistische mensen begaan leugen op leugen, misdaad op misdaad, met drogen ogen, zoals men zegt; hun ogen hebben verleerd het water der ziel te vergieten, het is verhard, bevroren.
Deze mensen worden door de maatschappij vereerd, zij zijn flink, doorzettend, ware strebers.
Maar zij zijn ledig naar den geest, het zoute water van de ziel doordrenkt hun persoonlijke aarde niet meer en zo kunnen zij geen spirituele vrucht meer voortbrengen.
In de spirituele mens moeten alle elementen aanwezig zijn en men behoeft zich niet te schamen over zijn dynamiek en initiatief: het vuur; over zijn pure water, vermengd met het zout: de ziele-beroering; over zijn gezonde, ontvankelijke aarde: de persoonlijkheid; of over zijn weetgierige, onderzoekende intelligentie: de lucht.
De neofiet moet leren de feiten der normale toestand onder ogen te zien en afstand te nemen van de frustrerende denkbeelden van een maatschappij die al eeuwen lang gebukt gaat onder een misleidende wet van gevallen, hoogmoedige en egocentrische Lichtzonen.
In zijn gedachten moet een plaats ingeruimd worden voor de scheppingselementen, zoals die in de oorsprong bedoeld waren: de mens als instrument; de ziel als beginsel en middelaar op de Terugweg tot God; en de Geest als de bezieler, de bevruchter.
Wij maken alles gecompliceerder dan het in werkelijkheid is: het kind leeft aan de hand van feiten en een simpele waarheid; wij leven aan de hand van ontkende feiten en een verborgen waarheid, onze waarheid is niet meer één met ons denken.
Met onze intellectuele spitsvondigheden bewegen wij ons van de waarheid af; wij verdraaien haar.
De Intuïtie van de mens en zijn Geweten kent de waarheid, als kind stond hij dikwijls dichter bij de bron dan heden.
Een hart en een ziel die niet meer door de Geest worden bezield verkommeren, drogen uit, worden verbitterd en meedogenloos; verdroogde aarde splijt, wonden die ontstaan uit verharding; mensen kunnen gespleten harten, gespleten tongen en verscheurde zielen krijgen, doordat het geestwater, zoute water des geestes ontbreken gaat.
De ziel verlangt naar het zout en de persoonlijkheid verlangt naar het water.
Het zout des Hemels is als het geestvuur, geest van zout. Geest van zout is het vitriool dat het diepste der aarde bereiken moet, zegt de Tabulah Smaragdina van Hermes.
Zout, water en brood, neemt Christiaan Roosencruys op zijn reis mee.
Het Zout des Hemels, dat het water der ziel bezield en tot vuurwater maakt, tezamen met het brood der aarde; de toebereide mens, zijn de drie benodigdheden voor de zevendaagse reis.
Spiritueel brood gaat samen met zout en water.
De geïnspireerde en spirituele mens is drie in één: brood, water en zout.
Gij zijt het zout der aarde, de mens bezit het zout dat zijn aarde èn de gehele aarde levend houden en maken kan, indien het samen-gevoegd wordt met het water der ziel en zo doordringen zij beiden de aarde: en zij zal vrucht dragen.
Indien de mens water en zout, zout water, ignis-water zou zijn, zou hij de gehele kosmos kunnen doordringen en bevruchten met de Geest.
De armoede, de verkommering van deze planeet aarde is ontstaan door gebrek aan water en zout. Gebrek aan Licht dat in zielen weerkaatst.
Water alléén is niet voldoende, het moet vuurwater, dauw, bliksemwater, regenwater zijn.
Zie naar de wijze natuur: regenwater en bliksemwater, twee heilzame elementen die de aarde bezielen.
Louter vuur verbrandt, verschroeit en verdroogt de aarde; langdurige hitte brengt onvruchtbaarheid, langdurige regen evenzo, maar zon en regen, vuur en water, dauw die regelrecht uit de zonnehemelen komt, dat brengt vrucht en voorspoed.
Uit onze lucht, uit ons denken, zou eveneens Ignis, geheiligd vuur moeten voortkomen; helaas dat vuur is maar al te vaak schroeiend, het mist ziele-water.
Wij zijn een verscheurde aarde, een ontwrichte kosmos, in een microheelal.
Onze lucht, ons denken verwaait en vergeet de belangrijke spirituele dingen; onze aarde is droog en hard, doet het zaad niet ontspruiten; ons water mist het zout, is ongeïnspireerd; en ons vuur is ongeremd, het is slechts schroeiend.
Zij bestaan alle op zichzelf, maar zij passen zich niet bij elkander aan.
Men herkent dit toch in een langdurig samenzijn met een groep mensen? Veelal botsen de typen: de luchttypen en de vuurtypen sporen elkaar aan in het verkeerde of snellen aan het goede voorbij; de water en de aarde-typen groeien samen in het ver-keerde of graven zich daarin in, terwijl het goede hen ontsnapt.
De water en de vuur-typen irriteren elkaar, omdat zij lijnrecht het tegenovergestelde bedoelen en zien; òf men staat tegen elkaar op, òf men sterkt elkaar;
Beide situaties kunnen zowel in het goede als in het kwade voorkomen.
Maar slechts de dauw, Ignis, het Vuurwater herschept de situatie en trekt de elementen uit hun verstarring, omdat zij het vijfde element vormt waardoor allen vernieuwen.
Daar moet een spiritueel mens iedere situatie kunnen hanteren, overwinnen.
En een groep spirituele mensen behoort steeds boven het gewone spanningsniveau van een groep massamensen te leven. Want indien dit vijfde element, via de spirituele mens, NIET aanwezig zou zijn bij een groep spiritueel gerichte mensen, waar blijft dan de geestelijke vernieuwing, de verlossing, de transfiguratie?
Waarover spreken de mens dan en wat streeft hij dan na?
Een fata morgana?
Ieder spiritueel individu behoort zich op ieder moment BOVEN de disharmonie en de tegenstellingen der vier natuurlijke elementen te kunnen uitheffen en daardoor de Geest binnen te voeren, waar dan ook, wanneer dan ook, hoe dan ook.
Zou hij dit niet kunnen, dan is hij gelijk een droge aarde, onbekwaam om vrucht voort te brengen.
Zijn Zeven Werkelijkheden zijn doof en stom geworden, want deze bevinden zich IN deze droge aarde, vergeet dat niet.
De door het Ignis-water doordrenkte aarde is in staat te luisteren en te onderscheiden, te arbeiden en te bidden, deze aarde kan alles wat de Schepper van haar vraagt.
Vergiftigde aardse elementen, zoals men dit momenteel in onze tijd tegenkomt, zijn NIET meer in staat de wet van de Schepper te volvoeren.
De werkelijkheden van de planeet-aarde verkommeren, zij zijn ingeschapen, maar zij zijn verpest geworden door de mens: die "het zout der aarde" genoemd werd.
Maar als deze zijn "kracht" verliest, waarvan moet dan het Zout des Hemels komen?
De mens is nauw verbonden met de kosmos, zo nauw dat zijn misdadige handelingsleven de wetten der kosmos vernietigen kunnen.
Hij ondergraaft, vanaf zijn indaling in deze kosmos, de schepping, omdat hij zijn schuld en zijn fout niet erkennen WIL.
En erkent hij deze eindelijk, wat is dan zijn reactie daarop?
Bidden? Mediteren? Boete door kloosterleven en afzondering? Herstelt zich daardoor de schepping en het schepsel?
Het is weer de oude probleemstelling: Boete en berouw is de eerste stap, maar dan moeten er meerdere stappen volgen, totdat de mens beseft dat hij niet alleen lopen kan, maar vooral vleugels bezit.
Boete èn berouw zijn de bewegingen in het water, maar de juiste reactie, de DAAD der omzetting of herstelling, HER-binding, RE-LIGIO, is het zout dat het water bezielt.
Er is op aarde geen massale RE-LIGIO er zijn slechts religieuze uiterlijke vormen, men organiseert deze RE-LIGIO niet, men hervindt haar slechts IN zichzelf.
Nogmaals: deze Her-binding heeft geen naam, zij IS in de neofiet of zij is er niet.
Een Gemeenschap stichten in een gezonde, harmonieuze natuurlijke omgeving kan twee dingen tot resultaat hebben: ten eerste: een verstoring der harmonie van deze natuur, wanneer een groep disharmonische mensen hun trillingen daar binnenvoeren, of ten tweede: een verinniging en heiliging van deze natuur, wanneer een groep spirituele mensen er hun Ignis-water aan toevoegen!
Daar waar de natuur harmonisch is, bezit zij nog de eenheid en de reinheid van haar vier elementen en deze elementen wachten, zij wachten op de inspiratie en de bezieling van het vijfde element via de geestelijkheid van een mens, want hij vormt het "zout dezer aarde".
Dan ontstaat er die bovenaardse sfeer, die ondefinieerbare trilling, zoals die op sommige plaatsen in deze wereld te herkennen is.
Eens werd er bezieling gebracht binnen een stuk natuur en deze bezieling houdt eeuwenlang stand.
De natuur, haar vier elementen nemen die bezieling op, zoals wij, onze natuur, de inspiratie der ziel kan indrinken.
De ons omringende natuur drinkt de geest in, en behoudt deze binnen haar elementen.
Waardoor wederom de wisselwerking plaatsvindt tussen natuur en mens: de natuur straalt deze geest terug en de spirituele mens versterkt op zijn beurt deze geest ìn de natuur.
De Geest doordringt alles: het mineralenrijk, het dierenrijk, het plantenrijk.
Hier op Sivas, misschien heeft u het bemerkt, is het alsof de natuur wacht, zij is als een schoot.
Zij is bereid te ontvangen en haar elementen werden nog niet te veel verknoeid of misbruikt.
Daarom is het onze dure en spirituele plicht deze natuur, en speciaal hier waar wij het binnen onze macht hebben, rein te houden.
Op alle manieren. Door ons denken en handelen, door ons spreken en onze eerbied voor het leven.
Een Kathaar zondigde nooit tegen de wet des levens, niet één waarlijk spiritueel mens zal de schepping benadelen, ontluisteren of verstoren.
Ieder vergrijp daartegen is een bewijs van eigenbelang, ik-centrale drift, begeerte dan wel machtswellust.
Wij moeten terug naar het medebewegen met de ingeschapen wet der kosmos.
Ook deze kosmos bezit haar zeven werkelijkheden, zoals wij deze - in spirituele zin - bezitten.
De mens kan deze verzieken, de natuur doet dit niet uit zichzelf.
Wij roepen u niet toe, zoals een extreme natuuraanbidder: Terug naar de natuur en raden u dan aan met knots en berenvel hier rond te rennen.
Maar wij zeggen: kom in harmonie met de natuur, zowel in u zelf als om uzelf.
Versta de ingeschapen wet der natuur.
Laten we het niet altijd béter weten dan de Schepper.
Zitten we daarom heden niet in de grootste ellende.
Onze grootste tekortkoming is die onwerkzaamheid van de Zeven ingeschapen Werkelijkheden.
De verkommering van onze vier elementen en de dikwijls absolute afwezigheid van het vijfde element.
Léér luisteren naar de natuur.
Léér zien naar de natuur.
Léér de natuur proeven, ontdek haar smaakt.
Léér van het geduld der natuur die wijsheid uitstraalt. Léér en onderken de gevoeligheid van de natuur, zelfs al meent u dat zij hard is.
Léér de heerlijkheid der stilte kennen binnen de natuur, waardoor uw denken genezen kan worden.
En bemerk hoe deze natuur haar Schepper voortdurend een offerande brengt, en onderken mèt uw ziel, de geur die van deze offerande opstijgt.
Alle disharmonie, wreedheid, valsheid en ongoddelijkheid binnen deze natuur zijn het gevolg van de handelingen der mensen, zij onthouden deze natuur de Geest, Ignis, het Hemelse Zout.
Zoals de plant luistert naar de harmonie der klanken en schone bloemen voortbrengt, en zoals zij verschrompelt en kwijnt onder disharmonische klanken, zo luistert heel de natuur op Sivas wat U, spirituele mens, HIER voort gaat brengen.
Hij, die de Re-Ligio levend in hem hervindt, verstaat deze eenheid tussen natuur, mens en God en eerbiedigt deze en vooral: kent zijn verantwoording, want hij is waarlijk de koninklijke Mens op deze aarde.
En God, zijn Vader, vertrouwde hem deze Hof der Arbeid toe!
Moge u van dit koningschap getuigen, mijn broeder!