IX - de vierde sleutel

De koninklijke Lichtzoon die zijn opdracht verzaakt en zijn afkomst negeert is als een onvruchtbare aarde, verhard, beroofd van zijn mineralen en zijn natuurlijke elementen.

De ziel, het water en de geest, het zwavel kunnen samen een nieuwe aarde vormen, zegt de Hermetische Wijze, want dit zielenwater bezit het vuurelement dat het coaguleren kan tot aarde.

Uit de door de geest aangeraakte ziel komt een nieuw lichaam voort dat zich openstelt voor de dauw des hemels.

Wij zijn momenteel als stugge grond waarin de hemelse dauw niet meer kan doordringen.

Van dag tot dag en van uur tot uur verhardt de mens zichzelf, hoofd- en hartheiligdom verdichten zichzelf, intellectualiteit en emotionaliteit, onwetendheid en halsstarrigheid vernietigen het waardevolle instrument dat de mens tot zijn beschikking had.

En hij gaat daarmede rustig door, hoewel hij over spiritualiteit praat en zich verdiept in spirituele wegen.

Door de geopende poort des harten bereikt de gefluisterde zielenklank zijn wezen en van tijd tot tijd doet het hem goed zich daaraan over te geven.

Er blijft in de mens een interesse voor de spiritualiteit, omdat er momenten zijn dat hij met zijn neus op de realiteit wordt gedrukt.

In ons aller levens zijn er harde ervaringen die een keiharde materialist aanspoort tot een verbitterd gevecht, maar die de spirituele mens tot bezinning kan brengen.

Wanneer men deze momenten van bezinning kent, is dit een bewijs dat de mens van koninklijke afkomst is.

Niemand kan dit koningschap ontkennen, wanneer de stemmen van Intuïtie en Geweten van tijd tot tijd levend in hem zijn.

In deze mens heerst geen strijdlust die een vernietiging tot gevolg kan hebben, maar in hem is dikwijls een bezorgdheid omwille van zijn vleugels.

Deze bezorgdheid leidt tenslotte tot heimwee, het dromen over de hemelen, terwijl de vleugels geknakt neerhangen.

Hebt u nimmer deze kommernis om de zwakheid van uw vleugels gevoeld, vriend, vriendin?

Gevoelt u uw maatschappelijke omstandigheden, uw werk, uw situatie in de wereld nimmer als een rem?

Of behoort u tot degenen die menen dat u in een situatie gedwongen werd om tot een gevecht te worden verleid?

Juist de spirituele mens maakt van zijn leven een dienstbetoon aan de geest.

Indien dit niet het geval is, is er een ander, een andere Heer aan wie hij diensten betoont.

Tot aan onze volwassenheid groeiden wij een bepaalde situatie binnen, die uiteindelijk in overeenstemming zou worden met onze innerlijke zijnstoestand.

Iedere baby staat aan het begin van een individuele levensweg die hij, volwassen zijnde, zelf moet exploreren.

Er is géén mens die, buiten zijn schuld, in extra beroerde omstandigheden wordt geplaatst, dat zou een vorm van goddelijk sadisme zijn.

Met de microcosmische erfenis als pit in de mens besloten, ontvangt hij de omstandigheid die deze pit tot boom en tot vrucht zou kunnen doen ontkiemen.

Benut de mens zijn omstandigheden niet, dan ligt dit aan de innerlijke strijd van zijn symbolische dieren: de gevleugelde leeuw, de raaf, de phoenix, de pelikaan en de zwaan.

De rechtvaardige kosmische wet schonk ieder mensenkind de vrije individuele wil met als risico dat een verlossingsplan ontelbare eeuwen kan duren, maar komt de Lichtzoon vrijwillig terug dan is hij waarlijk voor altijd genezen.

Dit is de koninklijke goddelijke vrijheid, waaraan geen enkele religieuze beweging zich waagt en waaraan ook de gevallen Lichtzoon niet denkt.

Hij wéét, uit ervaring, dat juist deze vrijheid de revolte kan inhouden en daarom vecht hij tegen die vrijheid, speciaal in anderen.

Hij wil zijn naaste domineren of hij wil zich laten domineren, maar deze koninklijke vrijheid durft hij niet aan,

Ook de spirituele mens zoekt immers naar Religie, omdat hij de vrijheid vreest?

Koninklijke vrijheid is eenzaamheid, ongebondenheid, het risico van onvoorziene gevaren.

Slechts de koninklijke mens aanvaardt zulk een vrijheid, omdat hij in zijn "kleine kracht" gelooft en dus niet bevreesd wordt.

Men roept om vrijheid, maar men wil, in zijn hart, gebonden blijven.

Men bezingt die heerlijke vrijheid binnen de materie, maar men zoekt op de achtergrond een meester die de verantwoording van mogelijke misstappen moet dragen.

De mens, en vooral de gevallen Lichtzoon, moet altijd kunnen zeggen: "Het is zijn schuld, Heer, niet de mijne."

Gebrek aan verantwoordelijkheidsgevoel, vrees voor straf, verlies van een innerlijk koningschap, dat zijn de oorzaken voor deze houding.

Men ziet het in het gedrag van het kind en van de volwassene, er is altijd iets dat de schuld kan krijgen, de psychiaters worden heden rijk door dit zoeken naar de schuldige.

Niemand schijnt eraan te denken dat het menselijke instrumentarium zo volmaakt geschapen is dat het zijn omstandigheden kan scheppen.

Intuïtief behoort de mens te gevoelen wààr hij thuishoort en zijn Oerweten behoort hem te zeggen wat hij wel en niet kan doen, bovendien kunnen een harmonisch samenspel van beide de omstandigheden bij zulk een mens aanpassen.

Het dier leeft waar het thuishoort, de mens evacueert het en ontwent het zijn natuurlijke omstandigheden, zo doet hij ook met zichzelf.

Hij bouwt een kunstmatige wereld om zichzelf heen, opdat zijn ego tevreden kan leven, maar hij houdt nooit rekening met dat Oerwezen in hem.

Van jongs af aan wordt het kind erop getraind dat hij zijn ego moet bevredigen, ook in maatschappelijke omstandigheden,

zijn denken wordt in bepaalde banen geleid en zijn hart is van geen enkele belang.

Intuïtie en Geweten zijn instincten die bij een extreem mens behoren en daarmede kom je niet ver in het leven, die kun je beter vergeten.

Reeds bij het zeer jonge kind worden de vleugels gekortwiekt en het gaat zelfs de aanwezigheid van deze vleugels vergeten.

Hebt u ooit een moeder tegen een kind horen zeggen: "Je hoort niet op deze wereld en daarom moet je je op een andere wereld concentreren, ook in je levensdoel?

Neen, het kind moet allereerst leren zichzelf maatschappelijk te kunnen handhaven.

Want deze maatschappij is hard, zegt men.

Jawel, keihard. 

En als de mens daar tegen gaat vechten moet hij een prima harnas bezitten om niet onder te gaan in het gevecht.

Vecht hij er eenmaal tegen dan kan hij zijn Oerwezen, dat gevleugelde creatuur wel vergeten, want dit trekt zich uit hem terug in het gevecht.

De duif in het "Scheikundig Huwelijk" van C.R.C. vecht niet tegen de raaf, maar hij vliegt weg.

Een koninklijke, spirituele Lichtzoon kan zich nimmer verlagen tot de vechtmethoden van de diefachtige raven, want hij kent deze niet en zou hij ze kennen dan gebruikt hij ze niet, omdat zij tegen zijn adeldom indruisen.

Adeldom is ingeboren.

Hoewel de koninklijke Lichtzoon twee wezens in één is, overheerst altijd één van beide: òf ingeboren adeldom òf keiharde materie.

Slechts de onedele, zijn ras verradende Lichtzoon benut onedele methoden en wordt varken met de varken, hoewel hij eigenlijk de hoeder zou kunnen zijn.

In tijd van nood bewijst de Lichtzoon wie hij is; hij bewijst waarvoor hij vecht, waar zijn belangen liggen.

Dan komt de lang verborgen adeldom naar buiten of zij is totaal afwezig.

Zodra de mens de dwang van de maatschappij, de wet van zijn baas, het keurslijf van zijn opgelegde civilisatie vergeten kan en mag, bewijst hij wie hij is, zoals hij dat dan tijdens zijn vakanties ook doet.

Geen mens is eerlijker dan de ontspannen vakantie houdende mens: òf hij is een zich aan zijn instincten overgevend beest, òf hij is de vluchtende, schoonheid en spiritualiteit zoekende mens.

In zulk een tijd heeft hij de zweep van zijn maatschappelijke meester vergeten en wordt wie hij eigenlijk is.

Een keiharde egoïst, een wellustige levensgenieter of een mens met een eigen innerlijke wet.

In de spiritualiteit is dit precies hetzelfde. 

De mens die de hand van een voorganger of meester, of beweging loslaat, gevoelt zich eerst vreemd, alleen, geniet daarna van zijn spirituele vakantie en wordt tenslotte degene die hij eigenlijk innerlijk is.

Waardoor hij veelal wederom in de handen valt vaneen àndere meester. Want hier geldt ook: hij, die zijn vrijheid ontvangt moet rijp zijn om deze vrijheid te kunnen gebruiken ten dienste van een hoger Doel.

Er is géén mens die dier èn engel kan zijn. Hij is in diepste wezen altijd één van beiden.

Wanneer de raaf slechts zijn ego dient, is er geen voedsel voor de duif, dus deze verhongert; wanneer de leeuw het gevecht om de prooi in de jungle liefheeft, vreet hij zijn eigen vleugels op, want die zijn voor hem nutteloos; wanneer de phoenix géén specerijennest weet te bouwen, zal hij ook nooit een vuurvogel worden; wanneer de pelikaan geen zeven jongen bezit, waartoe zou hij dan zijn levenssap weg laten vloeien?

En waarom zou de witte, trotse en koninklijke zwaan zich in zulk een arena van primitief vechtende dieren wagen? Zij is een vogel van de rustige, zonovergoten wateren, nietwaar?

De mens kan niet van twee walletjes eten, ook niet in zichzelf, men kan het niet op een accoordje gooien met dat Oerwezen in zich, al probeert men dat dagelijks.

Het is of de Lichtzoon of het beest.

Het is of Christus of Satan.

De laatste knielt voor Christus, dan wel hij weigert en houdt zijn poort gesloten.

De gevallen Lichtzoon wil terug dan wel hij wil niet.

Een tussenweg is er niet.

Er is slechts die wazige tussenweg die geplaveid wordt met allerlei smoesjes.

Maar die wordt in werkelijkheid nooit bewandeld, men gaat altijd of de brede weg of de smalle weg. De smoesjes-weg is een fantasiebeeld, bedacht door de weigerende Lichtzoon.

Op deze smoesjes-weg, bestaande in zijn denken, heeft de neofiet het veel moeilijker dan op de brede of de smalle weg, want hij wordt van beide kanten aangereden, zowel van links als van rechts.

Dan liggen zij doorlopend met zichzelf overhoop: òf de smalle weg berokkent hen ellende, òf de brede weg irriteert hun geweten, maar goed is het nooit.

De koninklijke mens maakt het zichzelf zo moeilijk, omdat hij weigert te zijn wie hij is. 

Is er iemand onder ons die geen masker draagt? 

Is er verder iemand die consequent Intuïtie en Geweten volgt?

Omdat wij niet zijn DIE WE ZIJN en dit van onszelf weten, daarom kennen we die onvoorstelbare problematiek.

Daarom zou het gezond en vooral oprecht en getuigende van een innerlijk streven zijn, wanneer wij hier op Sivas werden die wij innerlijk zijn.

Teleurstellingen moeten wij accepteren, maar er kunnen ook verrassingen uit voortkomen.

Als u innerlijke adeldom bezit: verberg deze dan niet.

Noch achter een uiterlijke, opgelegde cultivering, noch achter schaamte, maar wéés die u bent.

En zo u bent die u altijd hebt gezegd te zijn, dan zou het hier werkelijk een Hof van edelen kunnen zijn.

Leg af dat moeizame streven, die ego-cultuur, die vergulde adeldom, en toon wie u bent.

De Dans van Shiva  roept de edelen van geest, zij die hun Opdracht kennen, gelijk de symbolische dieren deze kennen.

Wordt dan als het nest van specerijen waarin de Phoenix ver-ast en de ziel de godengeur ten hemelen zendt.

En wie zou u deze Arbeid kunnen beletten?

1970 - 2024, copyright Henk en Mia Leene