Mensen, die van edelstenen houden, hebben zo hun eigen manier om over hen te spreken en zo zeggen zij liefkozend over de Robijn: "Hij is de broeder van de Diamant."
Eigenlijk lijkt hij er helemaal niet op, hoewel de energie en de moed van de Diamant ook wel in de Robijn is aan te treffen, als men op deze wijze tenminste over edelstenen spreken kan. Gekastijd door de vier elementen, lucht, water, vuur en aarde, hebben zij een eigen karakter kunnen vormen, dat aan de meest uiteenlopende teisteringen weerstand biedt.
De Robijn is een aluminium-zuurstof verbinding met hardheid 9 en een soortelijk gewicht van 4. Het getal 9 verwijst al naar zijn eenzame hoogte tussen de andere edelstenen hoewel deze top wordt gedeeld met zijn tweelingzuster de Saffler.
Zoals zo dikwijls met tweelingen het geval is, vormen beide edelstenen een unieke tegenstelling, die juist daardoor voor hun zeldzame harmonie zorgt.
Die harmonie wordt vooral verkregen doordat beide stenen een middelaar bezitten: de Robijn de koele blauwe nuance, de Saffier het verwarmende vuur.
Hun schoonheid wordt vooral door deze, eigenlijk hun wezens-vreemde eigenschap, bepaald.
Robijnen bezitten zeskantige kristallen en zijn eigenlijk niet goed splijtbaar. Hoewel helderrood van kleur behoren zij toch die blauwe nuance te bezitten, die hen de rode kleur geeft van duivenbloed.
Hij wordt beschouwd als de edelsteen van het Ramtype, maar eigenlijk kan hij worden gezien als hun streefsteen, daar de bescheidener Amethist de Rammens allereerst bepaald bij zijn gebrek aan evenwicht en hij dit evenwicht of deze tolerantie zal moeten bezitten, alvorens hij zal gaan lijken op de edele robijn.
In beide stenen kan men de kleuren blauw en rood herkennen, hoewel deze bij de Amethist veelal uit roze en lichtblauw zullen bestaan, een voorzichtig vermengen van tegengestelde karakteristieken. De zeskantige kristalvorm, de ziel van de Robijn, vertelt eveneens van dat samengaan van twee tegengestelden: de hexalpha is immers het symbool van de vereniging van water en vuur?
In de oude symboliek vergelijkt men de hogere Mars, de heerser van de Ram, met Michaël, die de draak versloeg, de edele ridder met het blauwe Robijnen bloed.
Daarom zal de uitstraling van de Robijn de reeds ernstig strevende Rammens stimuleren tot de offerande van het beste-in-zichzelf.
Mooi, blauwrood getinte Robijnen zijn zeer kostbaar.
Evenals in de kruiden- en de kleurentherapie werkt hij op het bloed, geeft energie en maakt het gezond.
Om de werking van deze krachtige Robijn te kunnen verdragen en er aldus profijt van te hebben, zo vertelden de ouden, moet men een sterke persoonlijkheid bezitten, want hij is zeer magnetisch. Ook grote persoonlijkheden zijn magnetisch.
Degenen die hem mooi, sympathiek vinden, zullen van nature een krachtige persoonlijkheid bezitten, want de Robijn concurreert met zijn drager.
Op basis van de wet van het gelijke zoekt hij dus zijn evenknie; deze mag dan tijdelijk verzwakt zijn, maar de kracht van de persoonlijkheid kan dan opnieuw worden gewekt.
Dat is nu juist hetgeen de Robijn doet.
Zwakke, slaafse persoonlijkheden wordt hij te sterk, waardoor veranderingen ontstaan en hij een belasting kan worden, waardoor mogelijke organische stoornissen kunnen optreden.
De macht van de Robijn komt, volgens de overleveringen, van het sterrenbeeld de Ram, maar in het bijzonder van El Botein, de buik, daar waar niet slechts het natuurlijke leven zijn centrum bezit, maar waar ook het 'gulden midden' of Hara zich bevindt, nl. even onder de navel, direct in verbinding met de zonnevlecht.
De buik speelt in de Westerse esoterie nauwelijks een rol, maar in de Zen-leringen is de buik het dragende midden, waar, met als contact de zonnevlecht, hemel en aarde elkander ontmoeten. Aldus een prachtig symbool van de Robijn, waarin het natuurlijke en het geestelijke zich verenigen. Een vereniging die uitermate gezocht wordt door het esoterische Ramtype.
De Robijn is de steen voor de oprechten en dus werd hij gebruikt tegen valsheid en leugen.
Hij zou van tint veranderen zodra er leugens in zijn omgeving werden verteld. Er gaat het verhaal van de man, die tijdens een reis met zijn vrouw, bemerkte hoe een Robijn aan zijn vinger zwart kleurde.
Hij vertelde dit aan zijn vrouw. Enige dagen later werd zij ziek en stierf, waarna de Robijn zijn mooie rode kleur herwon.
Plinius vertelde dat hij, die een Robijn droeg, dus die ermede sympathiseerde het karakter had van een kind, eerlijk en puur, of als een prins, edel en trots of als een wijze.
In de oude geneeskunde werd hij gebruikt om bevallingen te verlichten en om depressies en droefenis te weren.
Hermes Tresmegistos gebruikte de werking van de edelstenen, in samenhang met de astrologie en de kruiden in zijn geneeskundige therapieën.
De hardheid van de Robijn zegt inderdaad dat de wijze, de pure of de innerlijk edele mens met hem overeenstemt. 9 is nl. het getal van de wijze in de Tarot. Bovendien is het een getal van isolement, hetzij door wijsheid, hetzij door eigenwijsheid.
Zijn soortelijk gewicht 4, vertelt van de eenheid van de vier elementen lucht, water, vuur er aarde, zo een vierkant scheppende, waartegen de persoonlijkheid weerstand moet bezitten, voordat het hem dragen zal.
Een dragend vierkant is een dienstbaar gemaakt vierkant, d.w.z. de vier elementen zijn de dienaren van de wijze geworden, ofwel zij tolereren welwillend de onwetendheid van het kind dat in pure onschuld experimenteert. Een Robijn zuivert het organisme en werkt energetisch op het etherisch lichaam van de mens.
Edelstenen kan men, evenals natuurlijke geneespreparaten, zien als hulpmiddelen, die op de trillingen van een mens inwerken.
Zij kunnen daardoor heilzaam dan wel onheilsaam werken.
In principe geldt altijd: de mens is degene die beslist, die zijn keuze maakt en zijn omgeving beïnvloedt. Alle andere natuurlijke scheppingen, zouden zich eigenlijk naar hem moeten richten, niet uit angst, maar eenvoudig omdat de wijze mens de natuur als dienares heeft. Uit zulk een samenwerking kan niets dan goeds komen, voor beide partijen.
De edelsteen, met zijn edele karakteristiek, kan de mens onderwijzen in wijsheid.
Hij, die de taal van de eenvoud leert lezen, zal geen moeite hebben om wijs te worden.