Het eerste type waar we in deze reeks over zullen spreken is Ariës of de Ram (21 maart - 21 april), een uitgesproken lentetype, begiftigd met de energieke geboortedrift van de lente, die plantjes stenen opzij laat drukken, dikke lagen aarde laat doorboren om wonderschone tere sprietjes of broze knopjes te voorschijn te brengen. Zoals bij ieder astrologisch type het geval is, kent de Ram zijn zwakke punten: afwezigheid van geduld, kortstondig doorzettingsvermogen, driftige explosies wanneer hij tegenstand dan wel kritiek krijgt, kortom, datgene wat hem ontbreekt wordt duidelijk getoond in zijn leersteen, de amethist, als een benijdenswaardige gave. Een zodiakale steen is, volgens de oude Egyptische overleveringen, de steen die zijn type een spiegel voorhoudt, waarin hij zich zacht spiegelt, maar waarin hij toch duidelijk de hem ontbrekende kwaliteiten kan herkennen. Daarom worden veel mensen niet erg door hun astrologische steen aangetrokken. De Ram vindt meestal de amethist te liefelijk, te zacht of te teer en grijpt eerder naar de robijn, eigenlijk heel terecht.
De amethist is de meest gewilde en gezochte steen uit de kwartsgroep, waartoe veel halfedelstenen behoren. De mooiste tonen prachtige violette kristallen met zeszijdige prisma's, zijn hardheid is 7 en zijn soortelijk gewicht 2,65. Ten eerste moet de kleur van de amethist de Ram iets vertellen, nl. dat door evenwicht en bescheidenheid het meeste wordt bereikt. Violet is een harmonisch samenspel van de kleuren rood en blauw.
De lichtgetinte amethisten hebben een zwakkere trilling dan de donker getinte, die eigenlijk het meeste worden gewaardeerd. Violet is de kleur van de ontvankelijke ziel, hoe lichter het violet des te jonger de ziel, sterkere kleuren wijzen op een intens samengaan van geest en ziel en op de rijpheid van de laatste. De tere violette tinten behoren eigenlijk bij de net ontluikende ziel, die voorzichtig geconfronteerd wordt met het laaiende geestelijke vuur (dieprood)
en daarom zijn deze amethistvariëteiten eigenlijk voor het Ramtype, dat zich aarzelend op de geestelijke weg begeeft, niettemin een hunkerende ziel bezit.
Wees bescheiden, open en ingetogen, zegt deze roze-violette Amethist. Een raad die zeer op zijn plaats is bij de Ram, maar niet zo graag wordt aangehoord.
De zeer donkere, diep violette kleur spreekt van moed, kracht, de overwinning van de harmonie op de tegenstanden. Daarom, als de Ram de Amethist werkelijk begerenswaardig vindt, zal hij eerder naar de diepe kleur grijpen dan naar de lichte tinten. Bovendien, de Ram zal zich ergeren aan de nog al eens voorkomende vervuilingen in het Amethistkristal en zal net zo lang zoeken tot hij een zuivere, diepe en vooral krachtige kristal vindt. Geheel naar zijn aard. Hij houdt van een harde, principiële levenslijn en kan schijnheiligheid (vervuiling van het heldere vlak) niet uitstaan. De kleur van het evenwicht, violet, is de onderwijzende kleur voor deze lentemens, die alle mogelijke diepten en hoogten kan doorleven en emotioneel nogal eens uit zijn evenwicht kan raken, vooral zijn zenuwgestel daardoor kan provoceren. Provocatie is de sleutel tot het innerlijk van de Ram. En dat is iets wat de Amethist verafschuwt.
Dat zeggen zijn zesvoudige prisma's, die tonen dat er inderdaad sprake is van een harmonisch samengaan van twee tegenstellingen, zes is immers het getal van de vereniging van het samenspel tussen water en vuur. Maar het is ook het getal van de beslissing.
Beslissingen neemt de Ram gemakkelijk, soms te gemakkelijk, nog voordat hij innerlijk tot een overeenstemming met zichzelf is gekomen.
Aldus, weer een les die de Amethist zijn type overdraagt: éérst voorbereiding en harmonie, dàn beslissen. De hardheid van de edelsteen duidt op zijn ontvankelijkheid (7 is een maan getal), maar tevens op zijn dominerende mogelijkheden. Het is het getal van overwinnen door intuïtie. Een aansporing voor de Ram om veel meer intuïtief te werk te gaan, daar zijn intuïtie hem door alle moeilijkheden heen zal helpen. Van veel zodiakale stenen is het soortelijk gewicht 2,65, samengetrokken maakt dat het getal 13, het getal van de dood, maar ook van de verlossing of het geluk. Logischerwijze behoren vele zodiakale stenen bij dit getal, want zij zijn getuigen van de dood of de offerande van het ego, en van de vorming van de schoonheid, de lichtende doorschijnendheid of de kristallijnen overwinning. Zij gingen alle 'door de poort van de dood heen', zij trotseerden alle de vijf
elementen, om uiteindelijk te worden zoals de mens hen ziet.
De Ram moet zich offeren, soms gedraagt hij zich ook als het lam dat ter slachtbank wordt geleid, maar zijn offerande is van voorbijgaande aard en dient een doel: de overwinning op zichzelf, op zijn 'streven naar de eerste plaats', die hem beslist nog niet toekomt als hij niet eerst een diepviolette Amethist is geworden.
Dat hij zich dikwijls tot de Robijn gevoelt aangetrokken is logisch, want de Robijn is de volle edelsteen waarnaar hij kan uitzien, een voorbeeld van edele geestelijke harmonie, een getuigenis van wat er gebeurt wanneer de levende dieprode geest de ziel totaal omvat houdt. Maar eerst moet hij een Amethist worden, te beginnen bij de lichte, bescheiden violette kleur.
Vanuit de oudste overleveringen komen de werkingen van de Amethist tot ons: hij behoedt tegen dronkenschap (dronken zijn van energie, Ram!), hij troost en kalmeert en hij is de kuisheidssteen bij uitstek. De Ram houdt van alle vormen van 'kuisheid', wat hem wel eens star, fanatiek of drammerig kan maken, of hij weigert zich te geven, hoewel hij spontaan lijkt (de onreinheden in de Amethist).
Zich impulsief en ongebreideld verliezen in allerlei opwellingen, is een kwaal die de Amethist tegengaat, bovendien zou hij beschermen tegen achterbaksheid en ondergrondse kwaadwilligheid. Hij wekt vriendschap op (zeer gezocht door de Ram, maar alleen ware verbondenheid) en stoot onedele bedoelingen af. Religieuze hoogwaardigheidsbekleders dragen graag ringen met enorme Amethisten, omdat deze steen een teken is van zielenreinheid. Wanneer men een Amethist in de hand neemt, geeft dat een sensatie van rust, vooral de lichtgekleurde werken zenuwontspannend, daarvoor is de uitstraling van de diepgekleurde wel eens te krachtig. Zodiakale leerstenen worden niet gedragen als sieraad, maar als hulp en daarvoor moeten ze dag en nacht op de blote huid worden gedragen, met af en toe een onderbreking om de steen tijd te geven zich te herstellen van de trillingen, die hij heeft opgenomen. Meen echter niet dat een steen, onverschillig welke, een totaal ander mens van u maakt, dat moet u nog altijd zelf doen en het ongelimiteerd en willekeurig dragen van allerlei therapeutische stenen toont onze eigen karakterzwakte. Dat is dan de eerste kwaal waar we wat tegen zouden moeten doen. Dit kan met behulp van onze leersteen, die ons aanzet tot het ontplooien van de ons ontbrekende, maar zeer noodzakelijke kwaliteiten.
De steen wijst aan, maar de mens voltrekt zijn eigen lot.