(Echium vulgare)
Slangenkruid, Slangekop
Je was de eerste die ons begroette tussen het hoog opgeschoten gras, een trots rechtopstaande stengel, getooid met roze-blauwe lipbloemen, waarin de meeldraden als slangentongetjes naar voren schoten, prachtig donkerrood gekleurd.
Als enige keek je, met je fiere kameraden, over het hoge gras heen en wenkte ons om je geheim in ons oor te fluisteren. Je staat in zeer weinig kruidenboeken en wordt genegeerd door de moderne kruidenleraren, maar je hebt diep verborgen krachten, die je graag ten dienste van de hulpzoekende mens zou willen aanwenden. Als soldaten in het gelid bleven jullie rechtop staan in de zoele voorjaarswind, terwijl de bijen om jullie heen zoemden, begerig naar de schat die in de kleurrijke kelken verborgen lag.
Je behaarde stengel schrikte ons af om je te plukken, hoewel onze verbeelding je reeds in een vaas zag staan, de ouderwetse boerenkeuken sierend. Maar je was het niet met ons eens. Je had je taak te verrichten temidden van het fijne kruid en de vruchtbomen, glimlachende naar de bijen, die zich om het hardst uitsloofden om je honing te bemachtigen.
Zo lieten we je staan, je wens eerbiedigende, en knielden bij je neer met ons loepje in de hand, als weetgierige wezens, die je diepste bronnen wilden naspeuren. Diep in je violetblauwe kelkje woonden de harmonie en de vrede rond een grijswitte stamper, en 't was alsof we via dat kleine loepje een reis naar oneindig blauwe verten maakten, waar we onszelf konden vergeten, gedragen door de trillingen van je geluidloze stem. Je bent harig en grof van steel; grijsgroene bladeren staan als fantasieloze uitbouwsels onder je lieflijke bloemtrossen.
Juist die neutrale, strenge, afwerende stengel maakt je tot een trotse plant, begerige handen afwerend, grove nieuwsgierigheid straffend met een prik, maar terwijl lokken je bloemen, zingend van de wijdse verten diep in hun trechtertjes, een harmonieus gedicht voor degenen die ogen hebben om te zien.
Wie zou zijn zorgen niet kunnen vergeten, alleen met jouw bloemenpracht? Wie zou niet willen knielen voor de fijnheid en de kleurenwijsheid van jouw sieraden, die je verdedigt tegen elke brutaliteit?
"Kijk naar mij," zo lijk je te zeggen, "ik verdedig het schoonste dat ik heb."
We moeten dus eerbied van je leren, mijn fiere Slangenkruid, en ook trots en moed. Alles om je heen beweegt mee op de wind, zich buigende en verwerende, diep bukkende en protesterend heen en weer slingerende, alleen jij blijft staan en laat de windvlagen over je heen gaan, want je wordt gesterkt door de harmonie van de bloembronnen.
Roze beginnen je knoppen het leven te proeven, gelijk een tere zonsopgang, maar dan ontplooi je je blauwe kelken, die de wijsheid en de weerbaarheid van de slang meedragen. Je bent mysterieus als de slang en je verdedigt ons tegen zijn beten als we je harige bladeren kauwen en hen op de beet leggen. Je bent opgebouwd uit tegenstrijdigheid, die echter harmonieus samenvloeit in je bloemen, beschermd door de ruwe goedmoedigheid van je stengel en je bladeren.
Roze en blauw, kleuren van de ochtend en de avondhemel, vermengen zich tot een eenheid die zelden schoner wordt aangetroffen. Is het te verwonderen dat je bloem de symbolische woorden: "Ik heb een ruwe bolster, maar een blanke pit" in haar bloemenzieltje meedraagt?
Wie door de ruwe bolster heen kan zien, de moeite neemt om zich naar je over te buigen zonder grijpgrage handen, maar met een speurende blik, zal je "blanke pit" ontdekken.
Vreugde schenk je dan, bemoediging spreid je om je heen en niemand zal in lichtloosheid en slechtheid kunnen blijven geloven als hij in jouw roze-blauwe ogen blikt.
Wie gaf je die eenheid der tegenstellingen mee, mijn Slangenkruid? Wie leerde je de les, die je ons overdraagt temidden van de zichzelf handhavende planten, die je trachten te omwoelen of zich met moeite staande houden in de lachend stoeiende winden?
Het kleefkruid klampte zich hulpbehoevend aan je vast en iemand die je fierheid en je moed niet zou kennen, zou vrezen dat het je omlaag zou halen op de grond, waar voeten je zouden vertrappen, de insecten je zouden vreten en de mensenmachines je zouden vermalen.
Maar jij geeft niet op! Je blijft staan waar je staat, want je hebt iets te vertellen, en je sluit je kelken pas in een prachtige dieppaarse overgave, als je je boodschap hebt verder gedragen.
Wel, we zullen naar je luisteren, trots Slangenkruid. We zullen je te hulp roepen als de slang ons bijt, maar ook als de kleine ingewandsslang, de lintworm, ons belast.
Dan vermengen we je wortel met hysop en waterkers en maken er een sterk aftreksel van. De lintworm ontstaat slechts door slecht vlees te eten. Je vergezelt reeds lang de mensengeneraties, want ook de oude Grieken van voor Christus'tijd kenden je hulp bij slangenbeten.
Wat hebben je voorouders allemaal gezien, wanneer eeuwen over jullie families zijn heengetrokken, eeuwen vervuld van oorlogen, domheden, wijze woorden en langzaam voortschrijdende kennis. Totdat je vrijwel in het vergeetboek raakte, zoals zoveel oude wijsheden en geneeskruiden, en je stem te zwak werd om de geleerden te kunnen bereiken en slechts de eenvoudige boer en de natuurlievende mens zich om je bekommerde.
Doch ook de vergetelheid deerde je niet, oud Slangenkruid. Je had geduld en moed. En zo is je tijd nu teruggekomen, want de mensen raken vermoeid van hun eigen domheid en onwetendheid en zoeken troost en hernieuwde levensvreugde. Dan zal je dáár zijn om hun zwaarmoedigheid te verjagen en hun depressies uit te bannen.
Je sap vermengd met suiker geeft de meest zwaarmoedige patiënt weer levensvreugde, maar dat heb je gemeen met je zusje van de Borraginacea, de Bernagie, want jullie zijn een blijmoedige familie. Zelfs je blaadjes kunnen als spinazie worden gegeten, en het poeder van je wortel vecht tegen epilepsie, die vreemde ziekte, die zelfs het jongste kind kan teisteren en voortkomt uit een mikrokosmische, dus een uit een vorig bestaan geërfde levensangst.
Zei die grote arts en plantenkenner Paracelsus niet, dat epilepsie kan ontstaan in de moederschoot onder de schok van een hevige angst?
Tegen angst is een kruid gewassen. Jij schuwt de stormen des levens niet en gelijk de mensen, waarvan men zegt "ruwe bolster blanke pit", zul je bewijzen een kameraad te zijn voor de beangsten en de zwakken. Blijf daarom rechtop staan in de voortwoekerende massa van kleine en hulpzoekende planten, fier Slangenkruid, want je bent als een wegwijzer temidden van een chaotische wildernis van dooreenkrioelende en aandacht trekkende groeiseIs.
Daarom kunnen we begrijpen dat je zegt: "Geef niet op, geef niet op... Groei recht naar de hemel en verdedig het schoonste dat je bezit en verheug je in je gaven."
Dank je wel, Slangenkruidkameraadjes, we weten nu dat na elke nacht de zon weer zal opgaan in een teer en voorzichtig roze Aurora, dat beloften inhoudt voor een nieuwe levensdag.
WAT IS HOMEOPATHIE? VRAAGT HET FIERE SLANGENKRUID
In de homeopathie is het Echium Vulgaris reeds lang vergeten, want er zouden betere middelen en betere kruiden zijn.
Het deert het Slangenkruid niet in 't minste, dat de homeopathie nauwelijks aandacht aan hem besteedt, want het had nooit veel op met geleerde namen.
Volgens de oeroude wet van "het gelijke geneest het gelijke", deed het reeds lang zijn best bij slangenbeten, tegen depressies, tegen zwaarmoedigheid en epilepsie en bij al deze aandoeningen vergezelde het Hippokrates op zijn reizen door de landen en zijn bezoek aan talrijke ziekbedden.
Wat wil een eenvoudige plant nog meer? Is er iets heerlijkers dan blijdschap te schenken, iets nuttigers dan slangenbeten te genezen?
Natuurlijk zijn er andere kruiden, die hetzelfde doen, maar elke plant bloeit op zijn eigen tijd en het slangenkruid is er al vanaf juni en tot september, want het heeft een lange levensadem.
Zo zal de mens nooit zonder medicijnen behoeven te zijn, want elke maand heeft zijn eigen medicament, en elke omgeving kent zijn eigen remedies en geen enkele plant zal jaloers zijn op de andere, behalve misschien de Klaproos, die zo vol is van haar eigen belangrijkheid, dat zij zelfs haar Schepper verveelde met haar gepraat over zichzelf en haar neerbuigende geroddel over haar medeschepseltjes.
Het Slangenkruid is één van de oudste metgezellen van de mens, maar het soms eigen vrienden wegwerpen voor nieuwe, dat siert hem niet. Niettemin bleef en blijft het Slangenkruid moedig staan, zijn sterke en toch tere pracht fier hoog houdende, zodat vrijwel niemand het negeren kan.
HET FIERE SLANGENKRUID HOEFT NIET TE REKENEN
Er is er maar één, zegt het Slangenkruid, en dat ben ik, hoogstens kunnen mijn familieleden meetellen, maar al dat lage gespuis aan mijn voeten is het aankijken niet waard. Ik ken de oplossing en ik zie de hemel. Ik begin roze als het morgenrood en het avondrood en vang de wijde blauwe hemel in mijn kelken.
Ja, is het een wonder, dat dit Slangenkruid bij de 3-mens past? De 3-mens is hoogmoedig en eerzuchtig, streeft zijn idealen na, en is zeer plichtsgetrouw, want falen zou zijn eer te na zijn.
Hij kan prachtig praten, maar doen is wat anders!
Hij is duidelijk aanwezig, observerende, luisterende, in zichzelf zijn conclusies trekkende. Zoals het Slangenkruid, beweegt hij zich temidden van een krioelende mensenmenigte, temidden van de zwakken en de op de lagere aardse begeerten gerichte mensen zonder hen op te merken.
Hij is met zijn ideaal of doel bezig. Maar hij kan teleurgesteld raken als het zelden zo gaat als hij hoopt, wenst of wil.
De wereld is niet zo mooi als hij wenst te denken. Dat doet zijn hart pijn. Op zulk een moment kan de 3-mens te rade gaan bij het Slangenkruid dat het lage, het giftige van het mensenhart kent, maar tevens de wijsheid van de hemel en de ingeschapen ziele-adel van de mens niet vergeten wil.
Slangenkruid tegen je afweer, 3-mens, tegen je hoogmoed en tegen je angst voor teleurstellingen.
Slangenkruid om je te leren zelf je theorie en je idealisme in praktijk te brengen. Het kruid waarin je je spiegelen kunt zal je helpen.
En dan de 5-mens, die het Slangenkruid beslist niet zo mooi zal vinden, omdat het prikt en moeilijk te plukken is.
Het werkt op de 5-mens als een shocktherapie, doet hem zijn giftige kritiek, zijn fanatisme en zijn zwaarmoedigheid vergeten.
Drink het sap van het kruid van de slang, opdat je geen giftige slang zult worden, 5-mens! Zoek rust bij het trotse Slangenkruid, zodat je wat moediger, gerichter en beheerster zult zijn. Het leert je vergevensgezind te zijn en je niet te verdiepen in alles wat, laag-bij-de-grond, tracht de edelen te ontwortelen.
Zoek een edel ideaal, mens van het getal-van-het-gulden-midden, zodat je voorwaarts komt en niet doorlopend achterwaarts wordt getrokken.
Kijk naar het Slangenkruid, het vergeet de hemel nooit en vooral, het beschermt hetgeen waardevol aan hem is!
HET FIERE SLANGENKRUID ZIET SLECHTS DE HEMEL
Niet voor niets is het Slangenkruid trots, want Vader Jupiter, in nauwe samenwerking met de Zon, houdt zijn vaderlijke hand boven zijn moedige kopje.
Jupiter is de beschermer van de natuur en de planeet van het zodiakale teken van de Boogschutter en toch ook nog van de Vissen, al erkennen niet vele astrologen dit.
Jupiter, ook wel Vader Ether genoemd, ziet eigenlijk op al zijn medeplaneten neer en gelooft niet erg in hun macht, maar de Zon is zijn meerdere en dat weet hij.
Hij regeert naast de Zon, zo meent hij. Daarom gunt hij deze Zon een plaats bij het beschermen van zijn Slangenkruid. Heeft het Slangenkruid zijn trots en zijn moed van Jupiter? Is de Boogschutter niet optimistisch, onafgebroken zijn pijl op de verten richtend, daar waar de diepblauwe hemel de aarde kust? Is hij niet idealistisch?
Droomt hij niet over zijn wijdse verten? Indien zijn hand te moe wordt om de boog te spannen, indien zijn leven hem tè veel teleurstellingen bereidde, dan zal hij baat vinden bij het Slangenkruid.
Kijk naar het Slangenkruid, ijverige, rusteloze Boogschutter, die het op aarde veelal niet vinden kan, merk hoe hij blijft staan in de stormen. Laat je hart niet wenen, kniel neder bij het Slangenkruid en zoek in zijn tedere bloemenkelken je eigen wijdse hemelen terug.
En jij, overgevoelig Visje, levende in het teken van dienstbaarheid, maar ook in dat van uitputting en misplaatst medelijden, leer van het Slangenkruid trots te zijn en nooit het schoonste wat je bezit te vergooien. Vis niet in troebele wateren, Vis, kijk omhoog, zoek de hemelen af, sterk je mededogende hart door het roze van het voorzichtige optimisme. Tel de zorgen niet, noch de profiteurs, maar blijf staan en sterk je door het sap van het Slangenkruid, dat reeds eeuwenlang bleef staan.
Wees trots als Jupiter, een Vader, die weet te troosten en te straffen, wanneer het ogenblik geschikt is.
HET FIERE SLANGENKRUID HOUDT VAN KLEUREN
Roze en blauw, stervende in violet, waar roze en blauw samensmelten in een laatste levenszucht, toont het Slangenkruid de wijsheid van de kleurentherapie.
Roze is een vermenging van rood en wit, soms met een tikkeltje geel en heel zelden met een tikkeltje blauw.
Roze is de kleur van de geduldige, begrijpende, meestal geestelijke liefde, indien het roze teer is als een perzikbloesem, schuchter als de glimlach van de bescheidene, nooit opdringerig, maar gedragen door de alomvattende neutraliteit van het rijpe wit, waarin alle kleuren hun plaats vonden.
Roze is gelijk het sterven van de sensuele passie, overgaande in de spirituele liefde, jong als de ziel die juist ontdekt dat de liefde tot haar Schepper nooit veranderen kan in haat, noch verbrand wordt door begeerte.
Roze is de vriendelijk stimulerende kleur voor degenen, die het rood niet meer of nog niet verdragen.
Roze geneest een door haat verziekt hart, het is de eerste kleur die een depressief mens kan verdragen, nadat hij uit de zwarte duisternis van zijn verlatenheid of zwaarmoedigheid ontwaakt.
Roze houdt een schuchtere belofte in. Maar wees voorzichtig, er zijn zoveel nuancen van roze, en hier moet de kleur beslist bescheiden zijn, met een tikkeltje geel erin of overhellende naar blauw-violet, zoals bij het Slangenkruid.
De chemie is niet in staat zulk een bezield roze te voorschijn te toveren uit zijn stinkende broedplaatsen, want elke chemische kleur heeft zijn ziel verloren. En vóór alles moet een genezende kleur een ziel bezitten, zoals bij de plant, bij het mineraal en in heel de natuur.
Is er in de natuur één kleur die vloekt met de andere?
Eén kleur die de ogen bezeert of het hart schokt?
Roze en blauw brengen heel voorzichtig, op tedere bloemenvoeten, de levenslust terug in een levensmoe mens.
Beide kleuren genezen hoofdpijnen, die door spanning zijn ontstaan en zij kalmeren degenen, die voor een zware, nerveus makende opgave staan.
Niet voor niets zegt de volksmond: "Hij ziet alles door een roze bril" en zo is het de kleur van het optimisme.
Bij het Slangenkruid wordt dit optimisme gevolgd door het blauw van het geduld, van tijdloosheid en van de hoop.
Want wie gaat langer met de mens mee, op zijn reis door de eeuwen van de tijd, dan het Slangenkruid? En nog heeft het zijn hoop niet verloren.
Daarom kan het ons de gave van het optimisme schenken, een optimisme dat zijn wortels in de hemel heeft.
HET FIERE SLANGENKRUID PAST SLECHTS EEN ECHTE EDELSTEEN
De steen die bij het Slangenkruid en dus bij zijn typen past is net zo trots als het kruid zelf. De steen van het "alles of niets", de steen van het alomvattende en de diepste diepten.
Ten eerste is daar de Smaragd, een steen vol schoonheid van een ongekend groen, een steen die breekbaar is en toch sterk. Soms noemt men hem als zodiakale steen voor de Boogschutter, maar de oude Egyptische wijzen verwezen de Boogschutter eerst naar de Opaal, voordat hij zijn oog zou laten vallen op de Smaragd, die de hoge adeldom van een rijpe ziel in een evenwichtig aards mens symboliseert.
De Smaragd is van nature koud en droog. Hij is werkzaam tegen gif, dus ook tegen giftige gedachten (analogie met Slangenkruid), tegen insectenbeten en -steken. Hij voorkomt haaruitval en wanneer je hem lang observeert krijg je een heldere blik. Hier een analogie met de zwaarmoedige mens, die de kijk op het leven heeft verleerd en alles "donker" ziet.
Als ketting of als ring gedragen werkt hij tegen epilepsie, (zoals het Slangenkruid) en in de oude tijden gaven de koningen hun kinderen de steen vanaf de geboortè te dragen om deze ziekte te voorkomen.
Verder helpt hij tegen bloedverlies (levenssap!). Hij sterkt het geheugen (een geheugen zoals het Slangenkruid) en leert de mens luisteren (3-mens).
Hij is een kind van Jupiter èn de Zon (zoals het Slangenkruid) en is te edel om giftige gedachten te kunnen verdragen en voelt zich slechts thuis naast de Diamant, de edelste onder alle stenen.
(Zie de hoogmoed en de trots, de adeldom en de fierheid van het Slangenkruid en zijn typen)
Hij maakt gevoelig voor de gave van het voorspellen (wijdse verten breken open) en maakt voorzichtig en selectief in zijn woordenkeus (voorzichtig en rustig is een signatuur van het roze van het Slangenkruid), en helpt de mens juist te (be)oordelen.
Hij is de meest breekbare steen onder de volle edelstenen en concentreert in zichzelf de kracht van alle andere stenen, daarom is hij de meest waardevolle en de meest genezende.
Zijn prachtige kleur is ontstaan door de samenwerking van het vuur van de Zon en van Jupiter, zodat hij een lichamelijk vuur èn een etherisch vuur kan stimuleren, beheersen of opnieuw te voorschijn kan brengen.
Hij geneest de lichamelijke ogen van alle ziekten of zwakheden, indien men de Smaragd op de huid draagt, maar men moet aan zijn kracht geloven. Hij is verzachtend voor de ogen zoals de groene natuur, want daarvan vormt hij het schoonste product, inclusief de ziel, die de Schepper gaf aan hen, die hij liefheeft.
De tweede steen die bij het Slangenkruid en zijn typen past is de Jaspis, die, net als de Smaragd, helpt tegen bloedverlies, vooral de rode Jaspis. Het is de zodiakale steen van de Vissen, even ondoorzichtig als de Vissen-mens, maar ook even dienstbaar.
De doden verheugen zich over degenen die een Jaspis in de hand dragen (Vissen zijn het twaalfde zodiakale teken, het sterven en aflopen).
Een Jaspis heeft de kracht om een verdroogde aarde regen toe te voeren, zoals de Vissen-mens mee kan wenen met degenen met wie hij medelijden heeft.
De Jaspis is troostend en op de huid gedragen beschermt hij en voorkomt in slaap vallen (de rode Jaspis). Een zuivere Jaspis, liefst groen, helpt bij het spreken in het publiek en bij het goed zijn woorden kiezen. Ook tegen neusbloedingen is hij werkzaam.
Een groene Jaspis met rode stippen (Heliotroop) verlevendigt het bloed. De Jaspis, volgens de ouden, is een beschermeling van Boötes, hij, die de wijze vader van de Maagd wordt genoemd, de Heremiet of degene die de natuur begrepen en overwonnen heeft (Smaragd en ook Slangenkruid) en daarom helpt bij het verjagen van kommervolle gedachten (optimisme van het Slangenkruid) en tenslotte helpt de Jaspis, vooral de groene, de Vissen-mens zijn sensualiteit te overwinnen.
Een rode Jaspis versterkt zijn individualiteit, maar zoek vooral een zuiver rode, want hoe minder vlekken hij bezit des te sterker zal je afweerkracht zijn.
De rode Ogenjaspis geeft meer inzicht.
Tenslotte is er nog de Opaal, een steen die zozeer door de goden wordt geliefd, dat deze hem al hun kleurschakeringen hebben geschonken. Ook de Opaal sterkt zwakke ogen en stimuleert het individualisme, vooral van degenen die te snel tranen storten om kleinigheden, uit overgevoeligheid en zelfmedelijden.
De Opaal heeft een sterk karakter. Hij versterkt het hart, zowel lichamelijk als geestelijk, beschermt tegen venijnigheid, verjaagt de droefheid en voorkomt hartaandoeningen. Dus een steen die bij de Jupiter-mensen past!
Vooral bij hen die zichzelf uitputten, soms te onpas. Of al deze gaven nog niet genoeg zijn, verjaagt hij melancholie, versterkt het gezicht en maakt de mens subtieler in zijn woorden en gedragingen.
Aldus dezelfde eigenschappen als de Smaragd en de Jaspis, eigenschappen die de Boogschutter- en de Vissen-mensen nodig schijnen te hebben en die ook het Slangenkruid hen voorhoudt.
De Opaal, waarin de natuur zijn kleurenrijkdom als een geschenk neerlegde, is geliefd bij de geesten van liefde en vrede. Daarom verhoedt hij slapeloosheid en verdiept een lichte slaap.
Zij, die de Opaal als een ongelukssteen ervaren, bewijzen dat hun karakter hem provoceert en beledigt en dat het hun voorkeursteen beslist niet is. Kijk naar het rijk genuanceerde Opalenland en het geheim van de Schepper zal voor je ontsloten worden.
Zie voor de Jaspis ook blz. 38, 133, 225, 315
Zie voor de Opaal ook blz. 235, 295, 305