Het Kwijnende Heggeroosje

(Rosa canina

Wilde Roos, Hondsroos 


Eigenlijk past je officiële naam niet bij je: Hondsroos, want je doet in niets aan een hond denken, maar je kreeg hem omdat je, schijnt het, in de vroegste tijden de beet van een dolle hond hebt genezen en zelfs nu nog geldt dat je wortel, direct na een hondebeet genomen op de nuchtere maag, de vreselijke gevolgen van hondsdolheid voorkomt. 

Je bent in ieder geval heel anders dan degene vermoedt, die je tere, lichtblozende bloempjes temidden van de doornige struik ziet verschijnen. Angstvallig bewaken je doornen de prille schoonheid, die, nauwelijks opgebloeid, zich alweer klaarmaakt om te sterven. 

Je doet me altijd denken aan een bloedarm vrouwtje met grote vragende ogen, hulpeloos om zich heen blikkende, met in haar tasje het onafscheidelijke flesje eau de cologne, dat een charmante man haar snel zal overreiken als zij eens plotseling flauw zou vallen. Want onmachtig worden is een geweldige methode om je zin door te drijven, nietwaar mijn kleine Heggeroosje? 

Met je sterke struiken vorm je menige haag, waarbij je breekbare bloemen hun gedistingeerde geur verspreiden, die altijd een sfeer van verlangen naar de komende zomerdagen of naar liefde en geluk opwekken. 

Je wordt zo dikwijls genoemd in verband met liefde en romantiek, dat het niet verwonderlijk is dat je uiterlijk doet denken aan maanlicht, fluisterende confidenties tussen geliefden, een meisje in een ruisend balkleedje, een charmante, maar vooral eerbiedige en tedere minnaar. 

O, o, mijn Heggeroosje, zo schuw en breekbaar als je lijkt, ben je toch niet. 

Je bloemen bewonderende vergeet men maar al te snel je sterke, dicht ineengegroeide struiken en je felle, spitse doornen, die vrijwel elke bloemenpluk beletten. 

Overal waar de natuur een beetje aan het verwilderen is kom jij, een opvallend plaatsje uitzoekende, zodat men al vanuit de verte de lichtroze of witte bloemplekken ziet oplichten, terwijl je geur lokkend wenkt. 

Naast je eigen helende werking bezit je nog de harige gallen, die op je takken kunnen ontstaan door een insect, een wespen, en die, hoe toepasselijk, gebruikt worden tegen galaandoeningen en leverkwalen. 

Waarom geef je aanleiding dat dit wespen galletjes op je bouwt, Roosje? 

Waarom bescherm je je zo angstig tegen grijpgrage handen? Voel je je zo kwetsbaar? 

Hoe ontroerend teder zijn je knopjes, helroze, vast gebed in de groene schutblaadjes, eigenlijk een beetje bang om zo wijd open te gaan, zodat de felle zomerzon hun hartje kan bereiken. 

Inderdaad pas je bij mensen, die hun hart trachten te verbergen, die bang zijn om te veel van zichzelf te tonen, die liever een komedie van schuchterheid en breekbaarheid opvoeren, dan het leven fier en vrij tegemoet te treden, en als je dan opengaat, dan verberg je je achter doornen, zoals mensen zich kunnen verbergen achter stekelige woorden of zich bevreesd verbergen achter een afwerend masker. 

Dr. Bach rangschikt je onder de remedies tegen angst: voor hen die onvoldoende belangstelling hebben voor het heden en die zich laten meedrijven op de stroom van het leven zonder maatregelen te nemen om situaties te veranderen of wat vreugde te vinden, 

Je helpt tegen apathie, overdreven berusting en gebrek aan initiatief. 

Eigenlijk ben je bang om je schattige gezichtje te verliezen, niet Heggeroosje? 

Je houdt van bewondering en vooral van aandacht, vandaar dat je je hulpeloos voordoet. Maar wat ben je een kostbaarheid temidden van ons landschap, hoe heerlijk geuren je rozen, hoe sierlijk zijn je knopjes, die als rozerode, saamgeknepen mondjes zijn van meisjes, die met verschrikte ogen de wijde wereld inblikken, die ze eens als groot meisje lijfelijk moeten aanvaarden. 

Je bent schrikkerig, bij het panische af, snel verwelkend, alsof de ruwe wereld teveel voor je tere zieltje was. 

Zul je ooit werkelijk volwassen worden, mijn kleine Heggeroosje? Zijn er ooit mensen aan je voorbijgegaan zonder een bewonderende of vertederde uitroep? 

Maar toch ben je sterk, overheersend. Zouden we geen perk en paal aan je inhaligheid stellen, dan zou je overal het landschap snel overwoekeren, zodat we je toch tot de orde moeten roepen en ons niet tè snel door je lieflijkheid moeten laten vertederen. 

Je familieleden schieten overal op, glimlachend naar de baanbrekers, die een mooi plaatsje voor hen uitzochten. Ben je een beetje familieziek, kleine Roos? Voel je je sterk als een familielid in de buurt is, één aan wie je je kunt vastklampen, één die je helpt bij je zwakte, of één die je zeer vrouwelijke geheimpje deelt? 

Ooit gehoord van vrouwen-emancipatie, poezelig Heggeroosje? 

O, daar doe je niet aan? Denk je nog steeds vol heimwee aan de tijd van hoepelrokken en crinoline, waarin een ragfijn zakdoekje en een zuchtje uit een rozerood mondje voldoende waren om de heren der schepping te doen toesnellen? 

Maar die tijd is voorbij, maagdeke. Dat was alles schijn, de werkelijkheid is heel anders. 

De werkelijkheid is een tijd van mensen, m'n Heggeroosje, waarin mannen en vrouwen ieder een gelijk deel van de harde levensstrijd op zich nemen. Ja, ik zie het, je draait je nu af, je houdt niet van zulke woorden, je verbergt je nu achter je doornen en staat op het punt te verwelken, in onmacht te vallen, want realiteit is iets heel vervelends. 

Maar blijf toch maar bloeien, overal waar je kunt, Heggeroos, je vertedert het mensenhart, en je kwijnende schoonheid roept een beetje nostalgie op, soms aan de vergleden jeugd, soms aan een verloren liefde of een balsemende romantiek. 

Je bent daarom een uitstekende remedie tegen verzuring, tegen vreugdeloosheid, tegen bitterheid en zelfbeklag. Jouw typen zijn de beangsten en degenen die liever vluchten, dan zichzelf te verdedigen. 

Leer ze daarom, dat naast een kwijnende schoonheid, ook doornen behoren. Met lieflijkheid, breekbaarheid en vooral een laf hartje komt men niet ver in 't leven, niet? 

Schattig Heggeroosje, bliksemse meid, die, als we je één vinger toesteken, een plaatsje toebereiden, spoedig àlles overwoekert. 

Heersen door zwakte, dat is je parool. 

En, gezien je succes, heb je het nog niet zo gek bekeken! Maar ik trap er niet meer in, mooi maagdeke, noch heb ik medelijden met je kwijnende bloemen, noch doe ik een knieval voor je prachtige roze-geelwitte knopjes. 

Want ik ken je nu! 

Maar blijf in mijn tuin, rozemeid, ik zal wel oppassen dat je al mijn andere plantenvrienden niet overwoekert, blijf in mijn tuin als een sieraad van de oude tijd, toen vrouwen nog porseleinen popjes waren en mannen, stoer en sterk, hun verdediging op zich namen. 

Je bent als een damesromannetje, waar vrouwen, die de liefde en de romantiek in hun leven hebben gemist, van snoepen. Voor hen ben je als een vlucht in de schijn, omdat de werkelijkheid te zwaar valt. 

Bloei verder in die stille hoek van mijn tuin, Heggeroos, als een knipoog naar het volle leven. 



HOMEOPATHIE? GUNST, MOET DAT? VRAAGT HET HEGGEROOSJE 


Als Rosa canina ga je de homeopathie in, maar ook de kruidentherapie en zelfs de keuken kom je binnen met je rozenbottels, die barsten van de vitamine C, van de opgewektheid! 

Ook hier komt je ware aard aan het licht, Rozekind. Je bottels helpen zelfs tegen rachitis en verzwakte kinderen hebben veel aan rozebottelsiroop of sap. 

Ook tegen waterzucht en nierlijden ben je prima. Je galletjes zijn uitstekend om er een oogwater van te maken. Ze smaken zuurachtig-bitter (helemaal niet zoet!) en hebben een sterk samentrekkende kracht. 

Je schijnt je vrucht, je bottels, al je innerlijke kracht mee te geven, want zij zijn onontbeerlijk voor iedere mens, vooral voor hen, die flegmatisch van aard zijn, die wat hysterisch zweverig naar een vlucht uit de werkelijkheid zoeken. 

Dagelijks rozebottelsiroop drinken, beter nog, enkele droge vruchten opkauwen op de nuchtere maag, of zelfgemaakte rozebotteljam eten is een geweldige remedie. 

Mensen, die bij de Heggeroos passen, zullen hun leven lang nooit genoeg ervan kunnen eten. 



WIL JIJ VOOR ME TELLEN, SMEEKT HET HEGGEROOSJE KWIJNEND 


Natuurlijk past de Heggeroos bij de wat wispelturige, altijd een beetje verongelijkte mens; maar ook bij degenen die via een omweg of achterdeurtje hun doel trachten te bereiken, en wie men het niet aanziet dat ze überhaupt op een doel uit zijn. 

Jupiter is haar Vader, Vrouw Luna haar bemoeizieke en overbezorgde tante en aldus past ze bij: de 3-mens, die vlucht voor de realiteit en graag anderen de beroerde klusjes laat opknappen. 

Die toch graag wil dat zijn medemensen naar zijn raad luisteren, maar die zijn handen niet graag vuil maakt. 

Heggeroos tegen reuma, vermoeidheid en waterzucht. 

Dan de 5-mens, die haar als shocktherapie kan toepassen, tegen bitterheid, verongelijktheid, levensangst en innerlijke vergiftiging, door het opzouten van vermeende veronachtzaming. 

Tenslotte is er nog de 7-mens, die de Heggeroos kan nemen tegen minderwaardigheidsgevoel en overgevoeligheid. 

En dan de gesloten 2-mens, die van de Heggeroos vreugde en vooral beweeglijkheid moet Ieren. Laat hij haar drinken tegen levensmoeheid, voorjaarsmoeheid en tegen alle ingewandsstoornissen. 

Het kwijnende Heggeroosje is een meiske, dat heel goed weet wat ze beoogt en haar doeltje absoluut bereikt. 



KWIJNEND ZIET HET HEGGEROOSJE OP NAAR DE MAAN EN DE STERREN 


Je bent de moeilijkste, maar ook lieflijkste dochter van Vader Jupiter, hoewel ook Vrouwe Luna welwillend op je neerkijkt. 

Van beide heb je je wat hysterische inborst, je teerheid en je wispelturigheid. Daarom pas je uitstekend bij Vissen- en Kreeftmensen. 

Je vlucht in een onwerkelijkheid, je schijn-manoeuvres, je tegenstrijdigheid zijn dingen die bij beide typen passen. Ze zouden je in hun tuin moeten aanplanten, dagelijks thee van je blaadjes moeten drinken en als het leven hen te zwaar valt, ze gallig en humeurig worden, hun lever gaat protesteren, hun mond scherpe lijnen gaat vertonen, zouden ze een drankje van je galletjes moeten maken, omdat eigenlijk hun organisme aangedaan is door het insect van de verongelijking. 

Ze hebben dan het gevoel nooit aan hun trekken te zijn gekomen, dat men nooit hun goedheid, schoonheid of gaven heeft opgemerkt en dan krijg je het stadium van het verwelken tijdens het leven, een tè vroege verwelking, een onmachtsgevoel en daarom een mokkend dragen van hetgeen ze, volgens zichzelf, niet verdienen. 

Troost hen dan, Heggeroosje, door je geur èn door je galletjes. Help hen loslaten hetgeen niet opgezout mag worden. 

Help hen giftig water af te voeren, giftige gedachten te laten verwelken. Want ook jij hebt je taak gekregen van je Schepper, Heggeroos, onderwijs hen daarin, opdat ook zij hun taak hervinden. 



KLEUREN VERHULLEN DE WERKELIJKHEID, ZEGT HET HEGGEROOSJE 


De bloem is roze, wit, zacht geel en heeft een donkergeel hartje. Alles is teer van kleur, behalve de knop, die soms donkerroze kan zijn, getuigend van levenskracht, nieuwsgierig als de pas opkomende zon. 

De Heggeroos schenkt levenskracht, maar helpt ook om de levensvreugde te herwinnen, zoals de tere tint geel vertelt, bovendien komt hierdoor haar heilzame werking bij gal- en leveraandoeningen tot uiting. 

Haar vuurrode vruchten zijn best voor het bloed, de zurige bitterheid is het medicijn voor zurige, bitter geworden mensen. 

Roze, geel en wit, drie kleuren die levenskracht verraden, al is het wit wat verdoezeld, niet helder, nog niet gerijpt. 

Maar het getuigt toch van genoeg intelligentie om een prima komedie te kunnen opvoeren. 

Sterk geprononceerd is haar hart, een vleugje groen verraadt dat ook de nieren in het geneesprogram van het Roosje zijn opgenomen, evenals de darmen. 

In de volle bloei is deze bloem als een wijd geopend oog, met een vragende, hulpeloze, soms schijn-argeloze blik, en dan strooit ze haar geur uit, inpalmend, tot zich trekkend, en als je haar dan strelen wilt, pets, komt de doorn, pinnig in je hand. 

Bang Roosje, bang mensje houd je aan elkaar vast, dan zal je niets kunnen gebeuren. 



STAAT DEZE STEEN ME? VRAAGT HET HEGGEROOSJE SCHUCHTER 


Vanzelfsprekend past bij de Heggeroos de Maansteen, de steen die zo gevoelig is voor druk, net als de Heggeroos-typen, en die wisselend van kleur is, wispelturig en ongedurig. 

De Maansteen bevordert de innerlijke groei van de mens, maakt hem sterker tegenover tegenstanden en helpt hem het goede van het kwade te onderscheiden. 

Aan de vinger gedragen voert hij overtollig water af en reinigt de nieren. 

Dan is er nog de Heliotroop, een Jaspissoort, groen met rode puntjes, die vrijwel dezelfde gaven heeft als de smaragd en dus helpt tegen oogaandoeningen, bovendien de mens, die hem draagt, beter het goede van het kwade doet onderscheiden en hem helpt de "leugentjes om bestwil" na te laten. 

De Heliotroop is een magische steen, die volgens de oude magiërs, iemand onzichtbaar kan maken, wellicht iemand bescheidenheid kan leren, zodat hij niet meer zo'n prijs stelt op de eerste plaats *). 

Hij maakt degene, die hem doorlopend op de blote huid draagt zelfverzekerd, verlengt het leven en vervult zijn drager met welwillendheid (Iet op, 5-mens en Stiermens). 


Zie voor Heliotroop ook blz. 248, 315 

*) Goede leringen ook voor de Stiermens.

1970 - 2024, copyright Henk en Mia Leene