(Centaurea scabiosa)
Hij stond aan de voet van de berg, omringd door het meiske kaasjeskruid en ijdeltuitje klaproos en hij keek verveeld om zich heen, met één blaadje door zijn warrige kop met paars haar strijkend.
"Burgerlijke trutten," mompelde hij, "willen een bergwandeling maken, terwijl het zo warm is. Ik mediteer liever hier, waar ik sta." En hij schudde misnoegd zijn paarse hoofd, waarbij de bloemslierten om zijn baardige gezicht vlogen.
Ik keek een beetje vermaakt naar zijn verschoten paarse haren, naar z'n hele harige, nonchalante uiterlijk met de getande bladeren als grote, wat smoezelige handen en zijn rechtopstaande magere stengel, als een knokig jongenslijf.
"Te gek, die meiden," mompelde ie, "hebben niks anders aan hun hoofd dan jurken en opschik."
Klaproos haalde nuffig haar vuurrode neusje op en verborg nog nadrukkelijker haar duivelstekens, kaasjeskruid giechelde zenuwachtig en keek met grote violette ogen naar zijn paarse hoofd, waarvan ze de kleur eigenlijk afschuwelijk vond. Maar hij was wel mannelijk, met zijn sterke, altijd rechtop staande stengel, met zijn baard onder die paarse franje en zijn getande bladeren.
" 'k Ben net wakker," zei ie, "en dan zitten die meiden al aan je kop te zeuren over wandelen, 'k zie het nut er niet van in, 'k sta hier best aan de kant van de weg. Tenslotte zal het er boven net zo uitzien als hier, want alles is toch verrot."
Wat ben je pessimistisch, Centaurie, zei ik en streek hem even over z'n warrige, verschoten haarbos. Geïrriteerd trok hij zijn kop terug en riep: "Ja, begin jij nu ook al? Laat me met rust. Ik wil mediteren over hoe het had kunnen zijn als de mensen niet zo materialistisch waren en de kapitalisten ons niet uitbuitten."
"Laat die luie snotneus met rust!" riep de eik van verre, "in mijn tijd....
"Daar heb je die ouwe knar weer," riep Centaurie terug, "altijd heeft ie het over zijn tijd, alsof het er toen zo goed uitzag in de maatschappij....."
De Pimpernel trok nerveus met haar steeltje, ze had het moeilijk tussen die beide kerels, die elkander niet konden uitstaan.
"Rare vogel," zei de Centaurie een beetje vergoelijkend, "weet niet of ie bloeien moet of niet, kan niet besluiten of hij een echte bloem zal zijn, en ziet doorlopend zo rood als een biet, omdat hij barst van de valse schaamte....."
Pimpernelletje keek beschaamd weg. Je komt eigenlijk in niet veel boeken voor, Centaurie, zei ik stekelig, omdat ik hem eigenlijk een beetje vervelend vond.
"Nou en?" zei ie, in 't geheel niet geschokt.
"Boeken? Waardeloos!"
Ik had je willen opnemen in ons boek, zei ik een beetje teleurgesteld.
"Je doet maar wat je niet laten kunt," antwoordde Centaurie en keerde zich af om met zijn gezicht naar de zon aan zijn meditatie te beginnen.
Eigenlijk is hij van zeer goede afkomst, onze Hippie Centaurie, want zijn naam is afgeleid van Centaur, dat Griekse mythische monster, half man half paard.
Je hebt een goede familie, Centaurie, zei ik vriendelijk.
"Praat me er niet van!" riep ie uit, "allemaal kapsones, de korenbloem, die een vriendje van de zon is, het knoopkruid, dat zich verbeeldt méér te kunnen dan ik, en dan de Jacea, die zich verbeeldt precies op me te lijken. Ik word er misselijk van! Bah!"
Enkele leden van de familie, zoals de Centaurie en het knoopkruid hebben grappige bijnamen, zoals gendarmen en hondskoppen of zelfs paterskoppen, alles omdat ze zulke harde, veelal stekelige koppen hebben, die in hun ouderdom glanzend zilver worden, wijd opengaand, alsof ze eindelijk geleerd hebben het leven te aanvaarden zoals het komt.
Dan is die warrige paarse kop zilverwit geworden en hij ritselt droog in je handen, alsof Centaurie een krakerige stem gekregen heeft, net als een grijsaard. Maar dan is hij werkelijk mooi, hel oplichtend tussen vele verwelkte en grauwe kruiden, die ééns zo fit en kleurig waren.
Hij is, geheel naar zijn zin en zijn levensinstelling, de volksgeneeskunde ingegaan als een geneeskruid tegen wisselende koortsen, de zieke kalmerend met een aftreksel van zijn wortel.
Ook dan nog hoor je hem mompelen: "Och kom, de soep wordt niet zo heet gegeten als ie wordt opgediend. Hou je rustig!"
Hippie Centaurie is uit het nest van zijn gegoede familie gevallen, maar bekommert zich er niet om. Hij staat rustig en onaangedaan temidden van spottende, mopperende en soms zelfs wel afgunstige plantenkameraden, die hun best doen er zo mooi mogelijk uit te zien en een aantrekkelijke geur te verspreiden.
"Kwatsch, allemaal aanstellerij," zegt Hippie Centaurie, "kapitalistisch gedoe, bezopen gewoon!"
Eens werd een vriend van Achilles, Patroklos met het sap van dit kruid van de hoge koortsen genezen.
"Mens schei uit, dat is zo lang geleden," roept Hippie Centaurie.
In Zuid-Beveland dragen hij en zijn kleinere broertje het knoopkruid de bijnaam Kaernoffel, dat misschien van het werkwoord "karnoffelen", slaan, stompen, maar ook knuffelen komt.
"Ik hou me met die nonsens niet op," zegt Hippie Centaurie, "maar één ding kun je van me aannemen: Nooit zal het goud de leider van mijn leven worden."
Inderdaad is dit zijn lijfspreuk, waar de moderne Hippie Centaurie aan toevoegt: "Make love, no war!"
Strijd is er altijd om het goud, om de beste plaats, om de eer. Hippie Centaurie houdt zich er niet mee op. Voor hem zijn de zon en de wegkant alles.
Maar zeg vooral niet tegen 'm dat hij een bermtoerist is, want dan wordt hij woedend.
Hij stimuleert de eetlust en zijn warrige haardos geneest huiduitslag, als de harige bloemen in warm water worden afgetrokken.
Neemt men van zijn wortel een aftreksel dan kan men dit op opgezwollen klieren leggen.....
"Bah, klierige figuren mag ik niet," interrumpeert Hippie Centaurie, waardoor hij even zijn meditatie onderbreekt.
Verveel je je niet, zo aan de kant van de weg de hele dag? vraag ik.
"Vervelen? Het leven is mooi, de zon komt elke dag op, de bijen gonzen om m'n kop en waar zou ik me druk om maken? Je moet niet om je heen kijken, maar in je," meent hij, en hij zegt dit zo nadrukkelijk dat de klaproos verbouwereerd een slipje van haar rode bloempje laat vallen en het kaasjeskruid zich teleurgesteld afwendt. Met hem is niets te beginnen, lijken haar grote ogen te zeggen. Alleen de eik kan niet nalaten laatdunkend op te merken:
"Fratsenmaker, nietsnut, z'n moeder deugde ook al niet."
Mensen, die last hebben van hun blaas en waterzuchtig zijn, zullen toch zijn hulp best kunnen gebruiken, want Hippie Centaurie houdt niets vast. "Lass' gehen, lass' gehen," lijkt hij te zeggen, "je kunt toch niets meenemen naar de andere kant. Vandaag schijnt de zon en iedere dag heeft genoeg aan zijn eigen kwaad. En de mensen maak je toch niet wijzer."
Dan schudt hij nog eens zijn warrige kop met de paars verschoten slierten, strijkt met een grote bladhand nadenkend over zijn stoppelbaard en wendt zich af.
Hippie Centaurie heeft reeds teveel gezegd, vindt hijzelf.
HOMEOPATHIE? ZEGT HIPPIE CENTAURIE FRONSEND, BAH! WITTEJASSEN KAPITALISME
In de geneeskunde wordt de Centaurie niet zoveel meer gebruikt, eigenlijk ten onrechte. Het is één van de beste middelen tegen klieraandoeningen, indien men van het aftreksel van de wortel een compres maakt.
Kleine kinderen, die aanleg hebben voor amandelaandoeningen, moet men reeds op jeugdige leeftijd verzorgen met Centaurie, spoelen met een aftreksel, iedere morgen voor het tandenpoetsen. Het zijn hier vooral de wat geremde, niet tot volle ontplooiing komende kinderen, die plezier zullen hebben van Hippie Centaurie, die zich nergens wat van aantrekt.
MATHEMATICA? ZINLOOS!
ZEGT HIPPIE CENTAURIE
Daar Hippie Centaurie een zieltje zonder zorg is, eigenlijk een gespleten persoonlijkheidje, dat toch een goede inborst heeft en begaan met alles wat zwak is, al doet hij zich anders voor, past hij bij de mens, die niet zo snel door zijn medemensen en de buitenwereld wordt doorzien.
Hij is niet oppervlakkig, al zouden zijn woorden dat doen vermoeden. Hij is het onrecht, de overdaad, en het zinloze streven van het materiële bestaan echter zat. Eén ding irriteert hem mateloos. Dat is als het onrecht zegeviert, als alleen de schoonsten, de beschaafdsten en de hardste schreeuwers hun zin krijgen.
Ja, ja, 8-mens, hij past bij jou, jij, die voortdurend wordt onderschat, jij met het gouden hart, maar dikwijls met een "onaantrekkelijk uiterlijk", een verschoten paars overhemd, een warrige haardos, een ruige stengel, allerlei bedrieglijke maskers, die je innerlijke gaven verbergen.
En je kunt zo kankeren op alles, je kunt je zo mateloos ergeren aan snobs, aan kwijnende vlinderkarakters of aan ijdele figuren.
De Centaurie staat er voor jou. Hij reinigt je van je opgekropte misnoegen, hij helpt je je te bevrijden van je zg. plichten, die niets zijn dan onvrijwillig op je genomen verplichtingen, die je verstikken.
Kijk naar Hippie Centaurie, 8-mens en denk eraan: nooit mag het goud je levensleidsman worden! Richt je meer op het grote universum, waar zich schone geheimenissen verbergen, meng wat méér blauw, wat meer mystiek door je energie, zodat het hemelse uitzicht je verlichte. Maar niet tè veel, 8-mens, denk aan het zinloze navelstaren, en let op de aanmerkingen van Vader Eik.
Hij is wijs en oud genoeg om je te kunnen raden. En jij, 1-mens, laat dat streven een beetje na.
Paars is een mooie kleur, die je krijgt door je energie te richten op het geestelijke. Gun jezelf even tijd om het immateriële op te merken.
Hippie Centaurie, hoe belachelijk je hem ook vindt, helpt je op weg.
SATURNUS IS DE WIJSTE, HIJ WEET WAT HIJ ZEGT, MEENT HIPPIE CENTAURIE
De Centaurie staat onder Saturnus, in ieder geval de Grote Centaurie, de andere familieleden komen onder andere planeten.
Hippie Centaurie is de enige die Saturnus doorziet en hem waardeert.
Steenbokmensen passen bij Hippie Centaurie, juist omdat zijzelf in hun hart een hippie of een vrijbuiter of een rebel zouden willen zijn, maar niet durven. Hun plichtsgetrouwe levenshouding is hen eigenlijk een kwelling.
Hun hart is totaal anders gericht dan hun uiterlijk zou doen vermoeden. Niettemin gaan zij in het leven dikwijls gebukt onder verantwoordelijkheden en verbintenissen, die hen door de omstandigheden zijn opgelegd, veelal omdat zij niet durfden weigeren.
Hippie Centaurie is eindelijk losgebroken uit zijn familie, de snobs, de kapitalisten, de hielenlikkers, zegt ie, en nu gaat hij heerlijk doen wat hij zelf wil.
Hoe zou dat de Steenbokmens lijken?
En wat zou de Watermanmens daarvan zeggen, die eigenlijk tot de vrijbuiters behoort?
Weliswaar ziet Hippie Centaurie er niet zo verzorgd uit als de Watermanmens zou wensen, maar hij zal beslist zijn rechtlijnigheid appreciëren.
Tegen blaasaandoeningen, Waterman en tegen je "geklier" over kleinigheden, die totaal onbelangrijk zijn, Steenbokmens.
Hippie Centaurie heeft gebroken met vormelijkheid, een les die zowel de Steenbok- als de Watermanmens kunnen gebruiken.
PAARS STAAT ME HET BESTE,
ZEGT HIPPIE CENTAURIE TEVREDEN
Hij heeft de kleur van de overmoed, overwegend rood met een tikkeltje blauw, een ietsje vals paars, zoals een beschaafd donkerpaars overhemd dat al te veel werd gewassen.
Het is eigenlijk de kleur van een beetje onbeheerste, maar doodgoeie Hippie, die echter nog niet weet wat hij wil: rood worden dan wel blauw; beschaafd violet zoals de malva vindt hij vreselijk, het doet hem denken aan onderdanigheid of overgave.
Hippie Centaurie rebelleert tegen rood en tegen blauw. Het is de kleur voor teruggetrokken mensen, die durf nodig hebben, kinderen die in groei en geestkracht achterblijven, mensen die, hoewel begiftigd met kracht, deze niet durven aanwenden.
Verschoten paars, de kleur van de zich vrijmakende ziel, die nog niet weet wat ze met haar krachten zal beginnen. Ze is niet bescheiden violet begonnen, maar energiek rood, vaag aangeraakt door een vlaagje mystiek blauw, maar noch het ene noch het andere heeft haar volle inzet.
Oudere mensen, die hun levensdoel en hun ideaal niet hebben kunnen verwezenlijken en lijden aan gebrek aan eetlust, een vorm van ongeïnteresseerdheid, worden geholpen door de bloesemthee van Hippie Centaurie.
Zijn hippe zieltje voelt zich te vrij voor zorgen en plichten.
GEEF MIJ MAAR EEN BROK GRANIET,
ZEGT ONZE HIPPIE CENTAURIE
Graniet is een stollingsgesteente, ontstaan uit het taai-vloeibaar magma uit het binnenste van de aardkorst. Als dit magma vast wordt in de diepte van de aardkorst, dan ontstaan grofkorrelige dieptegesteenten, ook plutonieten genoemd.
Graniet is een stuk innerlijke aarde, het is gelijk aan de "wijs geworden" Saturnus, die van afremmer omgewerkt werd tot stimulans. Het is eenvoudig gesteente, maar het bezit een zeer sterke trilling, omdat het een enorme hitte heeft doorstaan. Het is gesteente dat door "ervaringen" is wijs geworden, d.w.z. het heeft krachtige trillingen doorstaan.
Daarom behoort het bij Hippie Centaurie en kunnen de Saturnusmensen er baat bij vinden, wanneer ze een stuk graniet in hun kamer zetten. Niet voor niets gebruikten de Druïden graniet voor hun altaren en stenen tempels; het is zeer magnetisch, zeer zeltbeschermend, licht vasthoudend.
Het laadt iemand magnetisch op, bemoedigt en geneest neurasthenie, die ontstond door wilszwakte.
Mediteren in gezelschap van een brok graniet voorkomt exaltatie of schijnheiligheid. Alle mystieke handelingen zouden eigenlijk plaats moeten vinden in een omgeving waar graniet is.
Graniet, eik en cypres vormen een symbolische drie-eenheid, waarvan de uitwerking op religieuze zielen heilzaam is.