De herfst is in aantocht. Enkele bomen en struiken vertonen reeds de goudbruine kleur; overal wordt gewerkt aan de voorbereiding voor de teruggang van het licht; de dag en de nacht zullen een ogenblik even lang zijn, de zon wordt moe van zijn eigen hitte en de wind weet dat zijn tijd is gekomen.
Moegestreden maakt de natuur zich gereed voor haar bezinningsperiode; uitgeput trekken planten en bomen hun groeikracht terug: de vrucht is gevormd en afgegeven, de proef doorstaan, de vrede van de weldadige vermoeidheid kan in volle overgave ondergaan worden.
Vuur en lucht, zon en wind, hebben een compromis gesloten: de eerste beheerst zijn hitte, de tweede neemt in kracht toe. Een behaaglijke bolle wind verkoelt de zondoorwarmde natuur, de nadagen van de zomer zijn boordevol tevredenheid, sprookjesachtig door ragfijn spinsel en betoverende kleurenpracht.
Uitbundigheid is niet meer te bemerken; er is nu het evenwicht van de tegengestelden, getemperde kleuren, aangename warmte, af en toe frisse regen, terwijl de mensen praten over de komende winterdagen, die zij nu beschouwen als een heerlijke tijd aan het haardvuur, lange gezellige winteravonden en de glinsterende pracht van sneeuwbeladen bomen of zacht onder de voeten knisperende, besneeuwde bospaden. Berusting, acceptatie, verzachting, kenmerken het tijdperk van de Weegschaal; aan alle moeilijkheden komt een einde, maar helaas ook aan vreugde.
Vermengt men beide dan komt er de goede harmonie van de gelijkmatigheid, zonder dat deze kleurloos of grijs wordt.
Warm bruinrood zijn de kleuren, of een diep donkergeel, waaronder de vage rode tinten warmte verraden; niets is kil of koud, noch koel, alles is aangenaam troostend, vriendelijk van uiterlijk. Er is geen sprake meer van felheid, van provocatie, van een aanval.
Het is goed rusten in de nadagen van de hete zomer; het is goed praten in de zoele najaarsavond, waardoor de gedachten niet worden afgeleid, noch de stemming wordt neergedrukt, dan wel geprovoceerd door de aandacht trekkende kleuren of insecten van de zomer. Zelfs de wind, die tracht de eerste herfstbladeren van de bomen te blazen, kan niets anders te voorschijn roepen dan de laconieke opmerking: "Och, dat is de herfstwind."
Men accepteert hem, zoals hij komt, met veel rumoer waaiend, maar bol en goedmoedig. Heerlijk is het met de voeten door die geelbruine en roodachtige bladeren te lopen, ze omhoog te werpen, waarna ze warrelend weer neervallen, een regenboog van herfstkleuren vormend alvorens ze de zachte, vochtige aarde bedekken.
Niets kan zo erg zijn als het leek, maar ook niets zal zo uitbundig zijn als men het zich voorstelde. Alles om je heen is rustig, vol aanvaarding, wachtend, in zichzelf gekeerd.
De Weegschaalmens is één van de meest aangename typen onder de zodiakale tekens: prettig van uiterlijk, innemend, nooit fel van zich afbijtend, rustig en overwogen, gezellig pratend, nooit tekenen van ongeduld of irritatie gevend.
Zo is althans het echte Weegschaaltype. Storingen hierin geven het tegendeel te zien: zich ergerend aan zichzelf is hij gauw geprovoceerd, nerveus, van de hak op de tak springend, onrustig zoekend naar een innerlijk evenwicht en vooral altijd de schuld van zijn disharmonie op anderen schuivend.
Maar het echte Weegschaaltype is als zijn steen, de sardonyx, een onyx uit twee kleuren: bruinrood en wit. Bruinrood als de herfst, wit als de wind. Een blauwachtig, doorschijnend wit, zoals de lucht, de opluchting, de wind, de herfstlucht.
Warm is de bruinrode kleur, die méér bruin is dan de carneool, niet zo vol energie, maar toch onvermoeibaar, rustig, vol geduld zijn eigen ideeën volgend.
Uiterlijk is de sardonyx erg mooi, indien hij een goede bruinwitte tekening vertoont, uiterst geschikt om er cameeën uit te snijden.
Dan krijg je een bruinrode onderlaag waartegen de doorschijnend witte tekening prachtig afsteekt.
Veruiterlijking, waarde hechten aan uiterlijke vormen, afgaande op uiterlijke schoonheid, zijn eigenschappen van de Weegschaal, die hem soms parten spelen. Maar een Weegschaal bestaat uit drie delen: een bruinrode schaal, een witte schaal en de pijl, die naar de hemelen reikt en beide schaaltjes beheerst. Deze pijl wordt echter over 't algemeen door anderen bestuurd.
Zou de pijl er niet zijn, hoe ongelukkig zou het Weegschaaltje zijn, ongecontroleerd, naar de ene dan wel naar de andere zijde overslaande: opvlammend geïrriteerd, dan wel gemakzuchtig, alles voorbijziend, een luchtige wind.
Een Weegschaal weegt, een bezigheid die deze mens voortdurend beoefent, hij kan moeilijk kiezen. Het is voor hem intens zwaar om beide schalen in evenwicht te krijgen, om duidelijk ja of nee te zeggen en daarom houdt hij het meestal bij, de wind laten waaien zoals het hem het beste uitkomt.
De tijd van provocatie is voorbijgegaan, nu de herfst bewijst dat de winterse dood beslist zal komen en zich daarom hult in het stemmige kleed van de overgave. Dat is echter uiterlijk.
In deze herfst leeft de onverzettelijke kern, die uiteindelijk alle beproevingen heeft overleefd.
In het Weegschaaltype zit een verborgen wilskracht, die menigeen versteld doet staan en die hemzelf doorzetting geeft, dat bedrieglijke glimlachende doorzettingsvermogen.
Is er één mens die gemakkelijker zijn medemensen voor zijn karretje kan spannen?
De Leeuw zou er jaloers op kunnen zijn, want hier wordt dezelfde dienstbaarheid gevraagd, maar het gaat niet met een neerbuigende vanzelfsprekendheid, maar met een innemend gebaar, een charmante glimlach, een begrijpende blik. Menigeen denkt dat hij dit Weegschaaltje wel naar zijn hand kan zetten, maar dat is een volkomen foutieve gedachte. Drukt men op het ene schaaltje dan gaat het andere omhoog en omgekeerd. Zo is er altijd een ontsnappingsmogelijkheid.
Maar indien iemand zo intelligent en zo oplettend zou zijn om die pijl tussen beide schalen te grijpen, dan is de Weegschaal overwonnen, hij wordt zo een dienend en nuttig materiaal. Dat geldt ook voor de Weegschaalmens.
Als hij in staat zal zijn, zijn ingeschapen hemelpijl te hanteren, groeit hij uit tot een aangenaam, evenwichtig, moedig en vooral welslagend mens. Hij heeft zoveel vóór. Maar natuurlijk heeft hij ook een tegen. Betrouwbaar is hij niet, noch oprecht.
Al te vaak kan hij vervallen in oppervlakkigheden, die een vlucht moeten zijn voor de moeilijkheden die hem tot een keuze zouden kunnen dwingen. Hij doet of hij zorgeloos is en ontstellend optimistisch, maar in hem knaagt de onzekerheid, in hem is zo dikwijls die wens om evenwichtig en zelfverzekerd te zijn.
Een Weegschaal heeft er heel veel voor over om op zijn medemensen over te komen zoals hij graag wenst te zijn: vriendelijk, bedaard, evenwichtig, gelukkig en vooral blij.
Aan deze wens is hem zoveel gelegen, dat hij zich soms tè veel uitslooft om zo'n uiterlijke schijn in stand te houden. Dit komt zijn innerlijk niet ten goede, daar hij zelf drommels goed weet, dat hij een heerlijke komedie opvoert, die beslist eenmaal zijn laatste akte zal beleven.
Hierdoor kan hij zich innerlijk bij tijd en wijle zo ongelukkig gevoelen, zo onrustig, zo nerveus en zo teleurgesteld in zichzelf.
De nachten kennen zijn zorgen en zijn waarheid. De dag ziet hem weer opgewekt, met zijn glimlach, zijn charme, zijn milde grapjes, te voorschijn komen. Een charmante toneelspeler op het toneel des levens. Een clown, die coûte que coûte zijn medemensen tevreden wil stellen.
Natuurlijk kan hij deze aangeboren sympathische uitstraling ook anders benutten, n.l. om zijn medemensen waarlijk van dienst te zijn.
Hij is uiterst geschikt als toehoorder, raadgever en trooster. Een prima mens, deze Weegschaal, maar een herboren mens, als hij erin zou slagen zichzelf te overwinnen om eens "nee" te zeggen, indien dit eerlijker zou zijn en "ja" te zeggen, ook als er zware tijden voor de boeg staan.
Denk eraan, lieve charmante Weegschaal, je vele kennissen kunnen die ene trouwe vriend nooit vergoeden!
Wees zelf trouw, ondanks tegenstanden, en bewijs vriendschap, dan zul je deze ook ontvangen.
Let wel, een ware vriend is bereid zijn leven te geven voor een vriend!
De sardonyx is zoals jij bent: twee sterk tegengestelde kleuren, hardheid 7, geen splijting, de kristallen ziel trigonaal (3), maar vol met allerlei aggregaten.
De mooiste bestaat echter uit twee zuivere kleuren: bruinrood met een witte streep. De naam onyx komt uit het Grieks en betekent "vingernagel", omdat de lagen doorschijnend en dun zijn als een vingernagel. Hij wordt dikwijls verwisseld met de chalcedoon, de blauwgestreepte soort, en met de agaat, die men kleurt in elke gewenste tint.
Maar de sard-onyx is toch een andere soort, met zijn eigen kleur, met zijn eigen schoonheid. Dan is er nog de sarder, een roodbruine chalcedoonsoort, maar deze is éénkleurig.
Neen, Weegschaal, jouw specifieke steen is de sard-onyx, een prachtige camee-steen, die vroeger gebruikt werd als amulet. Een beschermende steen dus, maar ook een offersteen.
Offeren is je kracht, Weegschaaltje, maar meestal is het een schijnoffer, want je geeft wat je kwijt wilt en kwijt kunt, maar behoudt hetgeen je liefhebt.
Ken je het verhaal van Polycrates, de heerser van Samos?
"Op een dag wilde deze de godin Fortuna een offer brengen, opdat hij daardoor in haar gunst zou komen (!) en besloot vrijwillig afstand te doen van een edelsteen. Hij voer met één van zijn schepen naar het midden van de zee en trok daar een imposante ring met een sardonyx van zijn vinger en wierp deze met een ruim gebaar in zee. In zijn grote rijkdom zou hij die ene steen niet missen, maar de godin zou hem begunstigen, omdat hij zo grootmoedig was een edelsteen te schenken.
Voldaan keerde hij huiswaarts waar hij, na een verkwikkende rust door een opgelucht geweten, aan een copieus maal begon.
Na vele gangen brachten zijn bedienden een grote, prachtig opgemaakte vis binnen, die aller ogen tot zich trok door zijn grootte en zijn kunstige versiering. Opgetogen zette de vorst zich aan het werk om een stuk te bemachtigen en niemand kan zijn ontsteltenis en zijn verrassing zelfs maar bij benadering tekenen, toen er een grote sardonyx uit het vissenlijf kwam rollen die, onder aller ogen, aan de voeten van de vorst bleef liggen."
Godin Fortuna had het schijnoffer van Polycrates niet aanvaard en gaf terug wat haar, als gunst, geschonken was.
Dat is de les die een sardonyx je leert, Weegschaal. Bij jou moet het "alles of niets" worden. Je geeft je helemaal en duidelijk zichtbaar, je bekent kleur, of je doet het tegenovergestelde.
In een spirituele levenswandel bestaat het woordje "en" niet, maar is vervangen door het woordje "of".
Een sardonyx kun je naar twee kanten keren: hij is dan of bruinrood of wit. Pal opzij is hij meestal bruin èn wit. Uitgesneden is hij uitgesproken wit of uitgesproken bruin.
De tweede kleur is dan slechts achtergrond, hem sierend en dragend, maar niet de toonaangevende kleur diens glans ontnemend.
Doordat de sardonyx zo geschikt was om er beeltenissen in uit te snijden (zoals de Weegschaal mens de kleur of het type aanneemt van degene waarmede hij omgaat) gebruikte men hem om de tweeledigheid van goed en kwaad, of van hemel en aarde, of van geest en materie uit te beelden.
Beroemd zijn de sard-onyxen die spiritueel werden aangewend, en waarop b.v. een adelaar werd afgebeeld, aan de ene zijde staande, op de andere zijde vliegende. Boven beide een schitterende bloem, waarnaar de laatste adelaar zijn vleugels verhief.
Bekend zijn tevens de zwart-witte onyx, een alchemisch symbool van het witte dat het zwarte overwint. Het schoonste zijn de sardonyx-cameeën die een transparant witte beeltenis hebben op een rustige, bruinrode achtergrond.
Symbool van het geestelijke principe, dat de drift en de felle energie getemd heeft.
Zijn hardheid 7 spreekt van overwinning, van gevoeligheid, van innerlijke, verborgen groei. Maar ook, zoals we al eens zeiden, nietsontziende doorzetting en offerande van anderen.
Hier is het een waarschuwing: ga niet tè ver met je schijn, bespeel anderen niet tè veel en denk niet dat een blinddoek de gevaren opheft.
De trigonale ziel is die van het zoeken naar licht, de oplossing en de verlossing van dat eeuwige geweeg. Het is de 3 van de totale weegschaal, inclusief de naar de hemel wijzende pijl.
Therapeutisch is de sardonyx ook goed voor de Weegschaal. Hij werkt tegen infectie en zuivert de lever. Maakt vredig en evenwichtig en geeft levensmoed.
Mentaal bevordert hij gedachtenconcentratie en wekt op tot een geestelijke gerichtheid (wit moet overheersen). Verder maakt hij zijn drager bereid tot dienstbaarheid (echte offerande) en voorkomt neerslachtigheid. Bij zenuwpijnen kan de sardonyx verlichting brengen.
Een mooie, warm bruinrode sardonyx met witte strepen, doorlopend op de huid gedragen, geeft troost, sterkt bij moeilijkheden, maakt geestelijk gericht en vooral: geeft evenwichtigheid en bemoedigt de zich eenzaam gevoelende Weegschaal.
Harmonie is de kracht van de sardonyx, een gave die je zo vurig begeert, Weegschaaltje! Draag je sardonyx, desnoods in camee-vorm, maar dan met een spirituele uitbeelding, en leef gelukkig!