De robijn heeft een tweelingbroeder, de saffier, ook behorende tot de korund groep , met dezelfde kristalvorm, maar in een warme blauwe kleur.
De kleurloze, roze, oranje-gele en groene korund noemt men ook saffier en zelfs de violette valt onder die naam, hoewel die zeer zelden voorkomt. De echte saffier is echter hemelsblauw; het blauw van de verrukkelijke zomerhemel, die zich constant verheugt dat zij de gouden vlam van de zon mag dragen.
Zijn naam komt uit het Grieks waar saffier blauw betekent. Ook hij werd pas rond 1800 herkend als de edelsteenvorm van de korundgroep. De oranje-gele saffier wordt padparadscha genoemd, Singalees voor lotusbloem.
Ook de saffier kan een lichtende ster vertonen, een zeer gewaardeerde kostbaarheid. Hij komt meer voor dan de robijn.
Therapeutisch heeft de saffier een andere werking dan de robijn, maar men zou eigenlijk kunnen zeggen, dat hij zijn tegenhanger is en vrijwel tenslotte hetzelfde bereikt als de robijn.
Beide zijn uitverkorenen van de goden, die zich over hun kwaliteiten verheugen. De saffier is volgens de ouden een erotische steen, die zinnelijke emoties oproept en op het gevoel werkt. Daarom wordt er met nadruk gezegd dat de saffier van een warm blauw moet zijn, met een tedere rode glans. Precies zoals de robijn een ijle blauwe glans moet bezitten.
In beide is een fractie van de zonsopgang te vinden en herkent men het belevendigende spel van een vlammenvuur.
Het rood van de robijn en het blauw van de saffier vloeken samen niet, integendeel, zij vloeien in elkander over, elkander omarmende met het blauw uit de robijn en het rood uit de saffier.
Een warme blauwe kleur is een zeldzaamheid. Blauw geldt als een koele kleur. In wezen is het de kleur van distinctie, hetgeen echter niet wil zeggen dat daarachter geen warm hart klopt.
Een koude blauwe saffier die zijn innerlijke adeldom, zijn ziel, verloren heeft, is dus minder kostbaar.
De saffier bevordert de spijsvertering en helpt tegen hartziekten, bovendien is hij goed voor de ogen, vooral bij ontstekingen. De saffier herschept de mens, d.w.z. herstelt zijn innerlijke vrede en beschermt hem tegen melancholie en de beten van schorpioenen en slangen.
Hij draagt zijn kracht niet snel over aan de drager, die hem lange tijd op de blote huid moet dragen, alvorens de rustgevende kracht van de steen te ondergaan. Op een puist gedragen geneest deze snel.
Hij is bijna zo hard als de diamant (hardheid 9), hetgeen zijn weerstandsvermogen bewijst. Zoals bij de robijn speelt hij met de cijfers 6 (kristalvorm) en 9 (hardheid). De getallen van de Keuze (Tarot) en de Heremiet (Tarot).
Het is een steen van principiële vastberadenheid, rustige doorzetting en vooral van de geestelijke Eros. Eros, de oerkracht die de "chaos" ordent.
Bij Plato is Eros het door de goden gegeven streven in de mens naar het hogere en eeuwige. Zowel de robijn als de saffier ordenen de energie in het menselijke organisme, ieder op zijn eigen wijze. Ook hij behoort bij de zon en de Ram. Hij maakt zijn drager sympathiek en devoot.
Eigenlijk is de robijn de steen van de leidinggevende Ram-mens, de beschermer en voorganger van de kudde.
De saffier is de steen van de Ram, die ter slachtbank wordt geleid, de zich offerende ram. Twee kwaliteiten die in één leidinggevende persoon moeten worden verenigd.
Hij is harder dan de robijn, want hij weerstaat het vuur langer.
Maar hij is algemener dan de blauwrode robijn, die men tot de zeldzaamheden rekent. In het verleden werd hij veel gebruikt als beschermende steen, als amulet, die vooral mediamieke personen tot steun zal zijn, omdat hij hen behoedt voor profiteurs, etherische uitzuigers.
Een zeer karakteristieke bijzonderheid van de saffier is, dat men hem kan samensmelten met goud, waardoor hij zijn blauwe kleur verliest en gaat lijken op een diamant, helder als water, een prachtige edelsteen. Slechts zijn kristalvorm wijst uit dat hij geen diamant is.
Een prachtige analogie met de devote, ijverende gelovige, die méént dat het zich overgeven aan de autoriteit (goud is het zonne-metaal dat de leidende lichamen symboliseert) van hem een "diamant" , een Adamas maakt. Maar de scherpe waarnemer herkent in hem altijd de imitatie, de schijnbare diamant, die de edele kenmerken daarvan mist. Als de saffier zijn edele kleur verliest, verraadt hij daardoor de immorele gedachten van zijn drager.
De aanblik van een saffier wekt bij veel mensen een vertedering op, een soort emotionele beroering, alsof zij aangeraakt werden door de hand van een vredesengel. Men zou hem willen beschermen, hoewel zijn fragiele uiterlijk bedriegt, want hij is harder dan de robijn en bezit dus minstens dezelfde kracht en hetzelfde uithoudingsvermogen.
Daarom is de saffier ook een steen van de schijn. Men vergist zich in hem.