Hoofdstuk XVIII

Nadat Toulouse zulk een enorme tegenstand heeft geboden aan Montfort en er gebleken is dat deze briesende leeuw toch een zwakke plek kent, slaat er een golf van moed over de kastelen van de Midi en haar steden. De graven grijpen hun wapens steviger vast; de Katharen  prediken wat geruster; de Midi herademt. 

Raymon van Toulouse herwint zijn zekerheid en werpt een blik  op Carcassonne, het bolwerk van Montfort. 

Tijdens diens afwezigheid ziet Raymon kans Carcassonne te herwinnen. Immers, de stad is hem goedgezind gebleven. 

Slechts het kasteel van Carcassonne, tehuis van Montfort, waar zijn vrouw eenzaam de gebeurtenissen afwacht, blijft in het bezit van de kruisvaarders. 

Verder trekt Raymon het land in, herovert kastelen en steden; tot Montfort komt aangestormd. bruisend van haat en vechtlust en er opnieuw een strijd ontbrandt die zo hevig is dat aanvaller en aangevallene zich na maanden van bloedige gevechten strijdens-moe terugtrekken. 

Nu heerst er openlijk oorlog tussen de graaf van Toulouse en Montfort. Alle edelen van de Midi hebben zich achter de banier van Toulouse geschaard en het kost Montfort de grootste moeite om nog edelen te vinden die zich met hem opnieuw in de strijd  om de Midi willen werpen. 

Het hart van Frankrijk wordt verscheurd. Niets dan puin blijft er over in de zo schone Provence, in de Pyreneeën, in het land van Foix. 

Ook het buitenland wordt langzamerhand gealarmeerd door de gebeurtenissen in Frankrijk. 

De koning van Aragon wordt door onlusten met de Moren belemmerd om Toulouse te hulp te komen. 

De koning van Frankrijk, aarzelend, durft niet op te treden. De koning van Engeland, enkele rechten in Frankrijk bezittend, wil maatregelen nemen, doch verbeuzelt zijn tijd met beraadslagingen. En terwijl trekt Montfort verder, tegenaanval na tegenaanval van Raymon afslaande, kastelen heroverend, kastelen plunderend. Het Katharisme, de roep van het Katharisme, wordt gesmoord in deze bloedige strijd. 

Het buitenland kent nauwelijks de ware reden van dit gevecht op leven en dood. Zij kennen slechts de landsbelangen en ieder die zijn eigen belang bedreigd ziet, wil zich in de strijd werpen. Doch allen wachten zij tot het laatste moment. 

Zo strijdt men in Frankrijk nog alleen, tot tenslotte de koning van Aragon, jong en vurig edelman aan komt stormen en zich met alle daadkracht die in hem is naast de graaf van Toulouse stelt. 

De oude graaf van Foix, verdedigt zich eveneens uit alle macht, bijgestaan door zijn zonen. 

Doch waar is nu de geest gebleven? 

Waar de pointe waarom deze strijd ontketend is?  Zij is immers ondergegaan en dreigt in het vergeetboek te  geraken. 

De koning van Aragon is een trouw katholiek, het is helemaal   zijn bedoeling niet om de verdediging van de Katharen op zich te nemen. Hij ziet zijn eigenbelang bedreigd. Als hij straks zal sterven in de strijd van Muret, heeft hij zijn leven niet gegeven voor een geestelijk doel. Zijn pogingen zijn echter prijzenswaardig. Hij probeert vrede te bewerkstelligen tussen Raymon    en Simon, doch de laatste verwerpt alle voorstellen. 

"Wendt u tot de legaten," zo zegt hij, "zij hebben te beslissen!" 

Deze geestelijken echter, weten slechts één middel: zij verwerpen alle voorstellen van Pierre II van Aragon en roepen hem tevens tot "ketter" uit, daar hij zich in de belangen van de ketters mengt. 

"Ik zal alle geëxcommuniceerden verdedigen", roept de jonge koning driftig uit. 

Hij bereikt niets anders dan dat men hem ook in de ban doet. Zo ontketent zich wederom de strijd. Nu vecht Pierre zij aan zij met Raymon, doch het doet aan de loop der historie niets af. 

Gui de Montfort is zijn broeder Simon te hulp gesneld en beide partijen zijn weer even sterk.  Steeds meer bloed vloeit er.  

Het is niet aan ons de historische gevechten stuk voor stuk op te tekenen. Het zal niet onze interesse hebben. 

Wij zullen slechts kunnen constateren dat Rome in deze historische gebeurtenissen een zeer kwalijk riekende rol gespeeld heeft. 

Rome heeft gedomineerd.

Het was de bedoeling het katharisme in de kiem te smoren. Welnu, het is gesmoord, alleen niet in de kiem. 

Het werd met man en macht terneer gedrukt terwijl het in de bloei van zijn bestaan stond. Daarom werd de Roep verspreid.    Daarom spreekt deze roep door alle vergeelde papieren der historici. Daarom ligt deze Roep bijeengebundeld te verpulveren in de bibliotheek van het Vaticaan. 

Men heeft niet meer gekund dan de echo van de Roep na te   jagen, totdat men deze echo, ver van huis, opspoorde en opnam   om gevangen te zetten binnen vier stenen muren. 

Doch een echo weerkaatst voordat men deze grijpen kan en deze weerkaatsing heeft plaats gevonden tegen de rotswanden van alle bergketenen ter wereld. 

Deze echo is niet meer te smoren.  

Montségur is het bolwerk dat standhoudt tot na de bloedige gevechten. Totdat de edelen, strijdensmoe, zich teruggetrokken hebben binnen hun vestingmuren en elkander de tragische gebeurtenissen bij het haardvuur verhalen. 

De inquisitie is dan gekomen. 

Rome heeft ontdekt dat na het beëindigen van de zo moeizaam in leven geroepen "heilige strijd" de prooi waarop men jaagde nog grotendeels ontglipt is. 

Nu zal het anders gaan. Inquisiteurs nemen zitting in alle grote steden en sporen ascetisch uitziende personen op. 

Een ieder met een bleke gelaatskleur is zijn leven niet zeker. Elk mens die een inquisiteur weigert voor hem een kip te doden wordt naar de kerkers gesleept. 

Een Kathaar mag immers geen levend wezen doden. Daarom zoekt men hen zo te vangen. Men weet dat er gepredikt wordt; men weet dat er geluisterd wordt; men weet dat immer nog door de fijne mazen van het net heengeglipt wordt. 

Steeds wreder maatregelen worden er genomen. 

Honderden worden in de kerkers gesmeten, op de brandstapel geleid. Zo wreed wordt deze inquisitie dat, er zelfs onder de katholieke burgerij protesten weerklinken. 

Wij hebben gezien hoe tijdens de kruistochten Toulouse   belegerd werd en men deze belegering afsloeg. Wij hebben onze lezers de strijd die hierna ontbrandde niet in haar geheel willen voorleggen. Toulouse, tenslotte toch genomen, op een vreselijke manier geplunderd, geteisterd en vernield betekende tevens de laatste zet in dit ontheiligende toernooi. 

10.000 burgers werden koelbloedig vermoord. Burgers, die zich met leeuwenmoed achter hun geliefde graaf geschaard hadden, burgers in een open stad, gewapend met alle mogelijke materialen om de razende Montfort tegen te treden. Barricaden werden opgeworpen in de stad. Maar een ieder zal begrijpen dat in de middeleeuwen een stad, die niet, door een burcht meer verdedigd kon worden, geen schijn van kans had tegen een overmacht van soldaten met alle soorten van oorlogstuig. 

Montfort vond de dood voor de poorten van Toulouse. 

Deze overwinning hebben de Toulousianen mogen smaken. Het was een povere troost. De paus en zijn legaten vierden feest, nu "de meest ketterse stad" gevallen was. 

Er komt een ogenblik rust.

De graven van Foix, de graaf van Toulouse, zij hebben zich teruggetrokken binnen andere vestingen. 

Raymon van Toulouse is beroofd van zijn land, slechts enkele kastelen resten hem nog. 

Beide graven zijn oud geworden in de strijd. Zij hebben nu volwassen zoons; ook door hun aderen stroomt het bloed der edellieden, in hun harten spreekt ook de geest der Katharen, opgevoed als zij zijn aan de heilige scholen. En deze jongeren trekken, vanuit Avignon, opnieuw het land in. Overal worden zij met eerbetoon begroet. Zij binden wederom de strijd aan. Er heerst nog een eensgezindheid onder de edelen. 

Deze strijd echter, een tweede kruistocht zijnde, eindigt met het   zo ontzettend geteisterde Toulouse, met de dood van Simon, met de dood van Raymon van Toulouse en diens vriend de graaf van Foix. 

Dan treedt de Paus op, gebiedt de jonge graven van Foix en Toulouse de wapens neer te leggen, doch beide heethoofden weigeren en na de dood van Simon gelukt het hen de bevrijding voor de Midi en al de overwonnen edelen te bewerkstelligen. 

Zelfs Carcassonne, geen tegenstand meer kunnende bieden aan  de overmacht die nu met de beide graven komt opzetten, valt   terug in de handen van de rechtmatige eigenaar. De jonge Trencabel, in triomf teruggevoerd in de stad en op het kasteel waarin zijn vader zulk een treurige dood stierf, is de laatste graaf wiens eigendommen werden teruggegeven. 

In deze laatste strijd kenden de jonge graven Louis VIII als hun tegenstander, de jonge koning van Frankrijk, alsmede de zoon van Montfort, Amauri. 

Zo eindigde de tweede kruistocht. Pas hierna kan men aandacht schenken aan Montségur, het kasteel waarop alle Katharen tezamen gekomen zijn en van waaruit het Katharisme met hernieuwde ijver geleid wordt. 

Totdat de inquisitie ingrijpt.  

De inquisitie, geen soldatengevecht, geen strijd van man tegen man, doch een rechtbank, ingesteld door god (lees Rome) om te oordelen over de kwaden en goeden. 


Rest ons nog in deze reeks Montségur met elkander te   bespreken en enige woorden te wijden aan de inquisiteurs, opdat men daaruit lere!

1970 - 2024, copyright Henk en Mia Leene