Zo was ook Minerve in handen gevallen van de ontembare leeuw van Montfort en de enkele ontsnapte inwoners trokken de bergen van Cap-Aret in en vonden toevlucht op de overgebleven machtige kastelen in dit woeste landschap.
Achter de dikke muren, op hun hoge statige torens, wachtten nog vele, tot de tanden gewapende ridders met de moed van onverschrokken krijgsheren op de komst van Simon de Montfort.
Nu eenmaal Minerve in zijn handen gevallen was, scheen het onontkoombaar dat ook de andere kastelen in de omgeving een prooi zouden worden van zijn inhalige klauwen.
Wilde Simon heersen in het land van Cap-Aret dan moest hij de voornaamste steunpunten in deze bergen tot zijn bezit maken.
Naast Minerve was Termes een zeer begerenswaardige burcht. Hij de evenknie van Minerve. Hij bedreigde de abdij van Grasse en de stad Narbonne, liet zich niet intimideren door de overwinningen van Simon en nam elke gelegenheid te baat om deze vijand de voet dwars te zetten.
Termenois is een keten van de Corbières, die toentertijd de eigendommen van de koning van Aragon scheidden van de bezittingen van Roger Trencabel.
Op een steenworp afstand van de burcht Termes, die omgeven werd door steile afgronden, stond een toren, genaamd Termet of Tumet.
In het algemeen gold in de omgeving Termes als onneembaar. Het huis Termes vormde een tak van het huis van Barcelona.
Zijn eerste heer was Oliba Cabreta of Olivier I; Raymon III, de vijfde afstammeling was even onwrikbaar als zijn bergen.
Doortastend, eerzuchtig, moedig en energiek was hij een waar vertegenwoordiger van dit zo edele huis, was hij een verpersoonlijking van de streek waarin zijn zo trotse burcht gelegen was.
Gelijk zijn onrustige geest heerste hij. Rust kende men in zijn domeinen niet. Altijd waren er wel onenigheden, die bestreden moesten worden. Vooral de abdij van Grasse, oord van vele heerszuchtige monniken was een doorn in zijn oog en lieten de diverse schermutselingen met omwonende graven hem even tijd dan richtte bij direct zijn agressie tegen de geestelijkheid van Grasse.
Hij haatte hun macht, hun arrogante heerschappij over de omliggende dorpen en hun air van bezitters op diverse terreinen.
Als religie nam hij het Katharisme aan. Hoewel hij, als zeer sterke, dominerende persoonlijkheid, zich niet vermocht over te geven aan het ascetisme en de strijdloosheid van de Katharen, was zijn hart toch geheel overgegeven aan de leer van dit liefde predikende geloof.
Hij vormde een sterke tegenstelling met zijn broeder Benoit; deze was een asceet, een mysticus, een filosoof die zich uiterlijk en innerlijk aan het Katharisme gegeven had. Hem deerden de diverse perikelen rondom het familiebezit niet; hij was Kathaar, bisschop van de Termenois.
Hij verbreidde de leerstellingen van het Katharisme door zijn ingetogen houding; door zijn liefdevolle aandacht voor iedereen, alsmede door zijn onbaatzuchtig, in dienst van het geloof gestelde leven.
Zo leefden op deze burcht de twee broeders naast elkander, ieder op eigen wijze het Katharisme dienende: ieder werkende naar de hoedanigheid van eigen bewustzijn.
Raimon van Termes begreep dat na Minerve zijn kasteel aan de beurt was om belegerd te worden.
Tenslotte verscheen Simon voor de muren, doch hij had maar weinig mensen over en zag zich genoodzaakt slechts een gedeelte van het kasteel te belegeren.
Doch het duurde niet lang of de Duitse, Franse en Bretonse pelgrims kwamen aan en deden de moed van de kruisvaarders stijgen. Pierre-Roger van Cap-Aret sloop met een handjevol mannen dag en nacht om het kamp der kruisvaarders; deed verwoede uitvallen en probeerde zo angst te zaaien onder de vele haveloze strijders. Hoewel Simon verheugd was over de aan-komst van zovele pelgrims kon het de strijd toch niet helpen verlichten.
Termes was een kasteel dat zeer moeilijk bestormd kon worden, dus bepaalde het gevecht zich tot machines.
Een zeer kundig ingenieur, die deze machinale strijd leidde met technische kennis, was de aartsdiaken van Parijs: Guillaume.
Tezamen met zijn collega meester Thédise, eveneens een vooraanstaande geestelijke, leidden zij de kruistocht op dit gebied.
Termes werd omringd door de meest ingenieuze oorlogswerktuigen. Onophoudelijk werd het bestookt door deze machines en werd getracht de rots waarop het lag te ondermijnen.
Tenslotte bezweek een gedeelte van het kasteel, waar de kruis-vaarders nu binnen konden trekken, terwijl de verdedigers hoger klommen en zich terugtrokken achter de muren.
Van daaruit beschoten zij de binnentrekkenden.
De toren Termet viel eveneens door het werpgeschut, zodat hier de banier van de kruisvaarders op geplant kon worden.
Onder bewaking van 5 ridders en 300 soldaten plaatsten de kruisvaarders nu een blijde op een naburige rots.
Ramon de Termes zond 80 soldaten om dit geschut buiten werking te stellen, doch allen werden door Simons mannen verjaagd.
Zo werd de belegering van Termes een langdurige geschiedenis. De jaargetijden kwamen en gingen en met hen de ontberingen die zij medebrachten. Eerst kwam de droogte, die dorst en hitte met zich voerde.
Zowel buiten als in het kasteel werden de mannen zwaar beproefd en dit leidde tot een bemiddelingspoging vanuit bet kamp der kruisvaarders.
Temidden van Simons leger bevond zich een uitermate geschikte figuur voor deze poging.
Het was de bisschop van Carcassonne: Rochefort.
Zijn moeder en broeder behoorden tot de belegerden binnen de muren van het kasteel; tot hen die eveneens ten prooi waren aan een onlesbare dorst, waarvoor geen water meer te vinden was.
Rochefort beklom de berg van Termes en meldde zich aan de poort met het verzoek zijn moeder te mogen zien. Deze echter, hoewel Rooms, keerde zich fel tegen haar zoon en zond hem heen, hem een verrader noemende en de Kathaarse broeder deed hetzelfde.
Doch Raymon de Termes, verontrust door de ontberingen die mannen aangrepen met ziekten, besloot tot een onderhandeling. Hij volgde de bisschop tot in het kamp der kruisvaarders. Daar kwam hij tegenover Simon te staan, welke hij beloofde zijn donjon uit te leveren, doch zijn bezitting terug verzocht rond Pasen: gedurende de tussenliggende tijd zou hem dan een ander land ter beschikking moeten worden gesteld. Montfort weigerde kortaf. Er ontstond tussen hen een listig spel van heen en weer bieden en onderhandelen.
Raymon de Termes, in wezen niet van zins zijn donjon uit te leveren, wierp belangstellende blikken op het kamp. Wat hij zag was een hongerig stel mannen, die niets liever wilden dan terugkeren naar hun burchten.
Een ijverende bisschop ging rond met Gods naam op zijn lippen om de edelen zo te bewegen tot standvastigheid.
De vrouw van Montfort, eveneens in het kamp, viel aan de voeten van velen om hen te smeken de zijde van haar man niet te verlaten. En hoewel zij een schone en zeer geliefde vrouw was weigerden velen.
Zo vertrokken na elkander vele edelen uit het kamp der belegeraars en namen hun voetvolk evenals hun ondergeschikte heren mede.
Daarom nam Simon tenslotte het voorstel van Raymon aan.
"Wel, lever uw kasteel uit," zo zeide hij.
Morgenochtend beloofde Raymon.
De nacht hieropvolgend brak een hevig onweder los, de wolken braken open en deden stromen water neerdalen.
De tenten van de kruisvaarders hadden vreselijk te lijden; wanorde ontstond in het kamp.
Doch Raymon de Termes, gesterkt door dit water uit de hemel, besloot zijn kasteel opnieuw te beschermen tegen de aanvallen van de kruisvaarders.
Hij attaqueerde niet nieuwe moed de helse machines, zodat Simon al zijn overgebleven ridders te hulp moest roepen om deze aanval te pareren.
Na de hevige regenval, die langdurig aanhield was de winter komende en met haar de sneeuw, die een verdere strijd onmogelijk zou maken. Zowel vriend als vijand zagen deze witte spelbreker met verlangen tegemoet.
Het water, dat wederom bruisend en hoopgevend door de rivier stroomde werd aanleiding tot de tragedie. Allen hadden nieuwe krachten opgedaan door dit heldere water, dat dorst en hitte verjoeg.
Doch hierdoor ook vond Simon wederom sterke mannen tegenover zich. Hij nam een onfeilbaar, doch onedel middel te baat om de kansen wederom te keren. Hij liet een dood lichaam in de stroom werpen en het eens zo heilzame water werd vergiftigd.
De gevreesde dysenterie begon om zich heen te grijpen en maakte vele slachtoffers onder de verdedigers. De handen die de bogen bedienden werden onvast; de benen die de hoge muren moesten beklimmen wankel.
De reddende sneeuw liet nog steeds op zich wachten.
Op een nacht. bekommerd om het leed dat zijn mensen aangedaan zou worden door Simon en zijn mannen, hielp Raymon zijn mensen ontvluchten. Reeds waren velen heengegaan, doch deze laatste strijders, de laatst overgebleven mannen, met hun vrouwen en kinderen zouden ook nog trachten een goed heenkomen te vinden. Zij vluchtten naar liet zuiden, naar Rousillon en naar Queribus.
Zo viel ook Termes, niet door mensenhanden doch door de dwingende macht der elementen.
Een golf van smart trok door de Montange Noire na het bericht van de val van Termes.
Hevig geschokt door dit bericht, trokken de overgebleven burchtheren zich terug op hun muren en zagen de toekomst somber tegemoet.
In de 20ste eeuw ligt Termes daar nog als een majestueuze ruïne op de hoge berg, die uitziet over de glooiende bergen en ravijnen die het omringen.
Beneden in het dal slaapt het dorpje, waar doorheen de smalle rivier loopt, die eenmaal zulk een tragisch lot bewerkstelligde.
Over het smalle bruggetje, waarop de kippen kakelend terzijde rennen, komt men op de oude kasteelweg die opgaat tot aan de verweerde zuilen, die eens deel uitmaakten van de trotse burcht.
In een van hen ziet men nog het wapenkruis van Olivier van Termes gebeiteld; het is als een herinnering uit een ver, doch bewogen verleden.
Overgroeid door bomen en struiken fluisteren de aloude muren steeds weer opnieuw hun geschiedenis tegen elkander en hij, die met weemoed in het hart tussen de wankele stenen rondloopt wordt nimmer moe hun fluisteringen te beluisteren.