Wellust - Venus


"Wij begeren niets zozeer als wat we niet behoren te hebben." 


Venus wordt eigenlijk in alle literatuur bezongen als een weldoenster, hoewel dit feitelijk aardig bezijden de waarheid ligt, daar zij met haar verschijnen in ons zonnestelsel een behoorlijke opschudding veroorzaakte, waarover de literatuur nu nog spreekt. 

Wellust heeft een twijfelachtige klank gekregen, vooral doordat de kerk alles wat met sexualiteit te maken had in het verdomboekje schreef en haar volgelingen onderrichtte in het pijnigen van het lichaam tegen de "vleselijke lusten". Hieruit zijn de hemeltergende frustraties en de sadistische genoegens van die volgelingen ontstaan, die weer aanleiding werden tot een zich uitleven op onschuldige slachtoffers. 

De wellust, noch Venus, laten zich op de éne dan wel andere manier wegzenden, omdat het met haar precies zoals met de andere oeremoties gaat, zij laat zich slechts omzetten. 

Een oeremotie is er noch op uit iemand te pijnigen, noch erop uit iemand te verdrijven door menselijke methoden, hoogstens kan men haar misvormen tot iets veel ergers, hetzij dan dat men zichzelf zo ziek maakt, dat er voor enige emotie geen energie meer over is. 

Het woord wellust heeft twee betekenissen: zielsgenot en zingenot. Dit zegt al iets van haar tweevoudige uitdrukking, psychisch en lichamelijk, die echter door elkander of elkander afwisselend in iemand aanwezig kunnen zijn. Ziel en lichaam zijn moeilijk van elkander te scheiden, en zodra de ziel pijnen lijdt, lijdt het lichaam mee. Niettegenstaande de wellust door de diverse religieuze leringen dus werd verboden, zocht zij natuurlijk toch een mogelijkheid om zich uit te leven en kon dit gelukkigerwijze ook doen via de godsdienst die haar eigenlijk verbood. 

In alle godsdiensten kent men vormen van extase, waarin de volgeling zichzelf volledig kan laten gaan, onverschillig op welke manier, als het maar niet sexueel is, zo wordt er meestal bijgevoegd. 

Slechts occulte praktijken voeren de sex in als een middel om via zinsgenot tot zielsgenot te komen. Zinsgenot is typisch een eigenschap van Venus, die in het organisme het gevoel, in al zijn aspecten, beheerst en de emotionele vervoering behoort dus duidelijk in haar gebied thuis, een totaal zich laten gaan in emotionele extase, waarbij het zinsgenot zijn hoogtepunt kan bereiken en dus zo het lichaam van allerlei spanningen verlost. 

Ook de roomse kerk, tegen haar eigen verbod in, kent vele voorbeelden van heiligen die in vervoering geraakten en in dit zinsgenot visioenen zagen, dan wel overgleden in een zielsgenot, zoals dat duidelijk herkenbaar is bij de mystici. 

In beide begrippen blijft het woord "genot" bewaard, een aanduiding die door het rooms-katholicisme en het calvinisme in de ban werd gedaan, waardoor de betreffende godsdienstigen hun leer beleden met een vreugdeloos fanatisme, of een zingenietend sadisme. 

Venus speelt een zeer belangrijke rol in ons dagelijkse leven, daar zij onze avond- en onze morgenster is en wij dus zo dikwijls met haar stralenglans worden geconfronteerd, dat wij haar nauwelijks kunnen vergeten. 

Wellust is in wezen zelfbevrediging en zelfbevrediging is een uitlaatklep voor het organisme om weer in evenwicht te geraken, maar ook de ziel heeft behoefte aan bevrediging en vindt haar genoegdoening dikwijls in zeer mystieke, het hart aangrijpende, handelingen of gebruiken, waardoor het is alsof zij één wordt met de kosmos of haar Schepper. 

In de wellust wordt duidelijk gehoor gegeven aan die onuitgesproken, maar aanwezige oerherinnering, of het oerverlangen van degenen, die zich "op aarde niet thuis" voelen en de ziel haar hemelse voedsel niet willen onthouden. 

Dat lichamelijke emotie en ziele-emotie hier dikwijls worden verwisseld of in elkander overgaan, is niet van belang. Het uitgangspunt is dat een onbevredigdheid, een disharmonie wordt rechtgetrokken door instinctieve dan wel intuïtieve handelingen. 

In de emotionele godsdiensten, zoals gebedsgenezing, meditatieve en pseudo-mystieke sekten kunnen de volgelingen zich laten gaan in een onbeheerste extase, waarin alle remmen losgeslagen worden en lichaam en ziel zich kunnen baden in bevrediging. 

Het is vanzelfsprekend dat de soort extase in verhouding blijft met de kwaliteit van de ziel van de betrokkene, maar in werkelijkheid zijn alle vormen van extase een zich overgeven aan genot, hoe vreemd dit ook moge klinken voor puriteinse oren. 

Ook de voorgangers die de extase van hun volgelingen bespelen doen zich te goed aan zingenot en zwepen zichzelf en hun aanhangers daarin op. Wellust is een oeremotie die ons volkomen van onze rede berooft, en eigenlijk een uitwas is van frustraties, het lichamelijk en/of geestelijk honger lijden, waardoor men stenen voor brood gaat aannemen. 

We laten de vormen van abnormale wellust buiten beschouwing, daar deze een ziekte zijn. Normale wellust is honger, begeerte naar voedsel voor het gevoelszintuig dat zo nauw in contact is met de ziel. Zich over-eten aan de wellust is net zo verziekend als doorlopend te veel, en vooral ongeselecteerd eten. 

Daar de wellust, net als diverse andere oeremoties, volkomen blind is, is zij niet selectief, en is er slechts op gericht de honger te stillen, hoe dan ook. Zoals slechte voeding het lichaam vervuilen en verzieken kan, zo is de wellust een vervuiler van de gevoelens, van de ziel en tevens daardoor ook van het lichaam. 

Wellustige mensen zijn lijders aan vraatzucht. Wellust kun je op allerlei manieren bevredigen, als er maar die intense verzadiging op volgt, zoals sommigen willen hebben na een copieuze maaltijd. 

Ook hier gaat echter de regel van de natuurgeneeswijze op: eet zoveel tot je nog een gevoel van trek overhoudt, wees nooit volkomen verzadigd, dat maakt mat, slaperig, benevelt de zinnen. 

In tegenstelling tot de jaloezie, die de verdoemde "verdeel en heers-methode" volgt, werpt de wellust zich in de eenheid van wil, hart en rede, die tezamen eensgezind wegzwemmen op een golf van emotionele vervoering. 

Vandaar dat de wellust voor de bezitter ingrijpend is, hem totaal verslindend, maar voor de medemensen is zij ongevaarlijk, hetzij dan dat er door haar slachtoffers vallen, maar deze moeten altijd daarvoor een aangrijpingspunt bezitten, anders staan zij niet voor haar open. 

Wellust is als een storm waarbij alle realiteit in het niet verzinkt, die echter snel weer kan gaan liggen, waarna de meegevoerde uitgeput, maar ontspannen, of leeg, enige tijd nodig heeft om weer zichzelf te worden, d.w.z. weer contact te krijgen met de rede. 

Jaloezie vergiftigt de rede, drift en wellust schakelen haar volkomen uit. Oeremoties zijn altijd zulke sterke bewogenheden, dat alle zintuigen eronder lijden: het gehoor beluistert andere klanken, het gezicht ziet andere beelden, de smaak vertroebelt en ook het gevoel kan zodanig worden bedrogen dat het steeds sterkere prikkels nodig heeft. 

Vooral de wellust, die zich ook kan botvieren in de sensatie, drijft voort naar steeds sterkere prikkels, zodat men wel kan zeggen dat wellust verslavend werkt. In deze verslaving ligt het demonische van de wellust, want een slaaf luistert naar elke autoritaire stem, die hem beveelt en krimpt in elkaar voor elke bedreiging en kan zich niet losmaken van zijn kwelgeest. De wellust dwingt tot zelfbevrediging. 

Ook kunstenaars, religieuzen, politici, machtsbelusten worden de prooi van de wellust, want elke vorm die met zelfbevrediging heeft te doen is min of meer een uiting van wellust. Slechts de uitwassen nemen we waar. En daar we weten dat er iets niet in orde is met de wellust steken we haar in allerlei schone gewaden en noemen haar: kunst, religie, bezieling, liefde, ontspanning, of mystieke extase die het summum van spiritualiteit heet. 

Als we het maar niet hebben over zelfbevrediging of wellust. 

Het jezelf bevredigen is egocentrisch of zondig. Waarom eigenlijk? Als we onszelf bevredigen terwijl we tegelijkertijd anderen bevredigen hebben we het excuus dat "we het voor de anderen" doen. 

Wat is er fout met de zelfbevrediging? Heeft deze niet iets te maken met "vrede met jezelf" hebben? 

Als we onszelf doorlopend deze vrede onthouden of onszelf verbieden te genieten van een vrede met onszelf, dan is het toch logisch dat lichaam en ziel andere uitwegen zoeken? 

In feite ligt het knelpunt in onze schaamte voor de kwaliteit van de bevrediging die we zoeken, we willen onze medemensen niet tonen dat we eigenlijk vrede vinden in heel burgerlijke of laag bij de grondse uitingen of interessen. 

We willen altijd een soort status ophouden en zo komen we in de achterbaksheid terecht, die vooral in calvinistisch en streng kerkelijke kringen zulke uitwassen heeft bereikt. 

Zoals gezegd, we kunnen allerlei foefjes bedenken om een zekere status, die we liefhebben, hoog te houden, het organisme, noch de ziel doen aan die komedie mee, want zij volgen hun eigen wetten die altijd gericht zijn op een nuttig doel, nooit op een schijnsituatie. 

Het krioelt in de maatschappij van wellustigen, maar slechts degenen die hun wellust op een zg. verachtelijke wijze bevredigen worden met de vinger nagewezen. Alle anderen, die zich tegoed doen aan wulpse muziek, aan zinbevredigende religieuze gewoonten, of zich uitleven in poëzie waar zijzelf de hoofdrol in spelen, zij kunnen dikwijls nog rekenen op het medeleven of de bewondering van hun medemensen. 

Maar wordt de wereld of de mensheid wijzer van hen? 

Nu, in deze van therapeuten wemelende tijd, ons wordt geleerd alle remmen los te gooien en ons over te geven aan zelfbevrediging, omdat deze een medicijn voor lichaam en ziel is, wordt de wellust in betere banen geleid en gaan we spreken over harmonisering. 

Maar wellust is in wezen onbevredigde honger, die nooit door een harmonisering van het lichaam kan worden weggenomen want, nogmaals, wellust is een veelvraat en een drug en kan lichaam en ziel in zalige verdoving brengen, totaal uitputten en volkomen ontledigen, zodat de bezitter als een vod achterblijft. 

Wellust kan haar demonisme in een mooi pakje hullen, hetgeen helemaal in overeenstemming is met haar heerseres Venus. Het nadeel van haar bedrieglijke vervoering is, dat een onbevredigd mens door haar beroofd wordt van het motief van zijn zoeken, en van het ideaal waarnaar hij zoekt. 

Wellust speelt met het bedrog. Wellustige mensen bezitten tenslotte geen ander ideaal dan hun wellust bevredigen en daarna komt de leegte, totdat de honger weer opkomt. Hierin lijkt zij een beetje op de drift, met dit verschil dat de drift eerlijk is en de wellust schijnheilig. Zij speelt graag met de schijn van heiligheid, zoals in sommige godsdiensten of sekten. 

Dat komt doordat zij gespleten is in ziels- en zingenot. 

Venus zet haar onderdanen altijd op een tweesprong: kiezen tussen geest en materie, zoals dat in de zesde kaart van de Tarot, de Beslissing, wordt uitgebeeld. Zij maakt haar wellustigen tot twijfelaars totdat zij zich met huid en haar in haar armen storten, daarin vergeten zij alles. 

Het "willen vergeten" is maar al te vaak het motief voor verslaving, omdat de confrontatie met hetgeen je wilt vergeten te pijnlijk wordt. Ook de wellust is hierop geen uitzondering. De wellustige zoekt iets: een partner of een gelijkgestemde ziel, iets dat hem in evenwicht brengt, iets dat hem vrede schenkt, iets dat zijn onrust wegneemt, iets dat een einde maakt aan zijn wanhopige zoeken. 

Wellustige mensen zijn tragische figuren en verdienen mede-lijden en mede-leven, maar vooral een halt, een stevig houvast waaruit een waardig voedsel vloeit voor hun zielehonger. Hun lichamelijke honger is therapeutisch te verhelpen of in natuurlijk normale banen te leiden. 

Maar voor vele wellustigen houdt daar hun wellust niet op. 

Is het niet begrijpelijk dat in de middeleeuwen vele monniken tot de extase kwamen; of in het Oosten waar strenge disciplines de monniken tot allerlei onthoudingen en lichaamskwellingen dwingen? 

Dat wat het lichaam natuurlijk niet aankan, vraagt om een compensatie, dat wat de ziel geestelijk niet aankan, vraagt eveneens om een compensatie. 

Denk hier aan de zg. yogi's in het Westen, die verslaafd zijn aan het roken; denk aan al die mediums die verslaafd zijn aan copieuze maaltijden en het verslinden van kadavers. 

Zowel de natuur als de geest corrigeren zichzelf. Elke vorm van wellust is een harmonisering en de kwaliteit van deze lust zegt iets van de betrokkene. Ook het zich wentelen in geld en goed is een wellust, evenals het zich totaal overgeven aan kunst of hobby's. 

Alles wat een verslaving dreigt te worden is een wellust. En nu keuren we in de maatschappij bepaalde vormen goed en we keuren andere vormen af. Het ligt er maar aan in welk tijdperk we leven, welke godsdienst we aanhangen, welke normen we aanvaard hebben. Maar in wezen is geen enkele vorm van verslaving normaal. 

Venus maakt haar wellustigen tot slaven, vandaar dat men haar altijd uitbeeldt als een schone vrouw, alsof de wellust altijd van het vrouwelijke principe uit zou gaan! 

In werkelijkheid is zij een ver-leidster of een bege-Ieidster in ons leven, van 's morgens tot 's avonds, en daarom is de Hebreeuwse letter die bij haar behoort, de Gimel, zo schoon, want deze betekent kameel, het schip van de woestijn. 

Degenen die weten hoe een kameel zich gedragen kan en hoezeer hij onontbeerlijk is voor de woestijnganger, zullen hierdoor op een idee worden gebracht. Voor allen die haar nog zien als een ver-leidster is zij een mysterie, een gevaarlijk mysterie waarvan de slachtoffers een speelbal zijn, maar voor hen, die haar herkend hebben als bege-Ieidster wordt zij een openbaring, een veilige "kameel" die zijn baas of bazin zeker en veilig door een woestijn leidt naar de zozeer begeerde thuishaven. 

De verhouding tussen kameel en meester wordt dan veredeld door de Liefde, de gave die wellust omzet. Een Liefde van ziel tot Schepper, een emotie die ver uitstijgt boven alle facetten van liefde op aarde, die altijd kunnen veranderen in haat. 

Aardse liefde heeft vele facetten, maar alle zijn zij tijdelijk, de hemelse Liefde of dit hemelse genot van de ziel is onsterfelijk en het verlies van die Liefde werd de oorzaak tot dat wanhopige zoeken naar compensatie van de wellustige. 

De ziel is door Liefde verbonden met haar Schepper tot in eeuwigheid, de breuk in die verbintenis drukt zich nu uit in ge-weten, intuïtie, oerverlangen of oerherinnering, een gevoel van zwerverschap op aarde, een gevoel van eenzaamheid of onbegrepenheid, een hang naar bovenaardse interessen, een verlangen naar innerlijke vrede of een blijvend geluk, en een ondefinieerbaar verlangen naar een ondefinieerbaar iets. 

Kortom, de ziel hongert en zoekt zich te verzadigen aan voedsel dat zij eens heeft gekend en nu niet meer kan vinden. Deze zielebegeerte drijft de zoekende mens voort langs onverwachte wegen en ook langs ongebaande paden, totdat zijn ziel kan opgaan in een hernieuwde Liefde voor de Schepper, waaruit zij eenmaal is voortgekomen. 

De wellust in al haar vormen is hiervan een karikaturale uiting. 


"In de woestijn van het leven is de liefde oase of fata-morgana."  Peter Sirius

1970 - 2024, copyright Henk en Mia Leene