En allen zijn zij eigenwijs

Wijsheid is een gave die alle verstand te boven gaat en die pas kan opborrelen in ons binnenste wanneer we de eigenwijsheid laten varen en bereid zijn alles te geven wat we hebben en wat we zijn. 

Wie doet dat? 

Slechts de luie kan hierop bevestigend knikken, alleen heeft hij geen ziel te geven, geen be"ziel"ing en juist om die bezieling, om dat centrum van alles en allen gaat het. 

De kaart "Alles in allen" van de Egyptische Tarot wordt gesymboliseerd door de Poolster, de leidster voor de zeelieden, de stralendste ster onder alle sterren en een hemellicht dat iedereen snel weet te vinden. 

De ziel is alles in ons allen en als middelpunt van die ziel vinden we de "poolster", de leidster tijdens onze zwalkende tocht over de levenszee. We zullen onszelf heel goed kunnen herkennen in de genoemde oeremoties en sommigen zullen zeggen: Ach, ik geloof dat ik ze alle heb! Neen, we hebben ze niet alle, maar van tijd tot tijd komen er demonische kameraden bij onze eigen demon op visite en dan wordt het een chaotisch, maar wel overweldigend samenzijn, dat ons zou kunnen deprimeren. Als de eigen demon er niet meer is, komen de anderen ook niet meer op bezoek, dat heeft geen zin. 

De eigenwijsheid van onze eigen demon, dat verpauperde godje, herkennen we in het ogenblik dat we weer eens aan ons "godendom" herinnerd worden door ons ge-weten of onze intuïtie, waarbij zij ons bemoedigen om door te gaan met zoeken naar "Het" of het "Verlorene" . Dan kan de hoogmoed zeggen: "Ik wil slechts contact met mijn gelijken." 

En de luiheid zegt: "Ik zoek niet meer, want "Het" is in mij." 

En de jaloezie zegt: "Hij of zij staat tussen mij en het Doel." 

En de drift zegt: "Daar waar geen inzet is, daar is "Het" niet te bereiken." 

En de wellust zegt: "Het gaat om de liefde, er is geen warmte." 

De gulzigheid haalt de schouders op en brengt in: "Ik ken alles al." 

Maar de gierigheid zegt afwerend: "Ik laat mij niet misleiden door anderen. 

Elke demon heeft zijn reden om niet onder te gaan in deus, want niemand wil zichzelf verliezen. Zelfs de luiheid niet, anders zou zij geen houvast zoeken. Alle hebben een uitvlucht als ge-weten en intuïtie gaan corrigeren, opbreken, appelleren, of raden. 

Er zal geen mens zijn, die zichzelf niet één van de bovenstaande zinnen, in een meer of minder afwijkende versie, heeft horen uiten. Om van mens tot gode te worden is er medewerking nodig van beide. Om twee kleuren te mengen moeten beide iets afgeven. Wij hebben twee kleuren, alleen mengen we ze niet, we zijn dan weer de ene en dan weer de andere kleur. 

Mengen is echter het voorland van eenheid. 

Iemand die zowel een goed mens als een spirituele ziel is, is als een smaragd, een edelsteen die, volgens de oude alchemisten, het toppunt van het aardse bereiken uitbeeldt, in spirituele zin wel te verstaan. Daarna komt de diamant, de edelsteen die de kostbaarste, de schoonste, de meest begeerde van alle is, de steen wiens Griekse naam Adamas is, hetgeen de onoverwinnelijke betekent. 

De smaragd is niet "onoverwinnelijk", hij is fragiel, zal direct barstjes vertonen onder spanning, zoals de "smaragden"mens pijnlijk wordt getroffen door onreinheid, vijandelijkheid, wantrouwen en al de onaangename uitingen van de zeven demonen. 

De wijsheid heeft zulk een mens nog niet totaal onder zijn vleugels genomen, want deze staat nog met zijn voeten op de aarde en wordt dus blootgesteld aan alles wat "aards" is. 

De wijsheid wordt verzinnebeeld door het getal 9, en de negende kaart van de Tarot, de Heremiet, waarin het hemelse zichtbaar is in het cijfer als de 0 met een staart naar beneden, een komeet die voor een ogenblik op aarde "staat". Maar die wijsheid kwam niet zomaar, zij kwam voort uit harde ervaringen, ziele-omwandelingen, diepe dalen en eenzame hoogten, en werd tenslotte een vrucht van de gerechtigheid, door de 8 gesymboliseerd, die twee nullen, aan elkander gebonden door een kruis, of de twee levensvelden die beide slechts via een "kruisweg" te bereiken zijn. 

Na het omzetten van de zeven demonen in hun deus komt de waarheid of de gerechtigheid; het klievende zwaard dat de onderste 0 van de acht doorklieft en er een "staartje" van maakt, zodat de 9 zich kan waarmaken, de wijsheid. 

Maar als de sfinx met het klievende zwaard de omzettingen "niet goed" heeft bevonden, dan blijft de wijsheid steken in de "eigen wijsheid" en alles begint weer opnieuw: het rad draait weer omlaag en keert terug tot de 1, zonder dat de 10 werd bereikt: de volkomen uitstorting in het Grote Al. 

De zeven voegen zich samen tot de achtste en komen voor de gerechtigheid, en de achtste geeft zich weg aan de 9 en de negen wordt herschapen in de vol-ledigheid van de 10, de edele of hoge moedige 1. die oplost in de eeuwigheid, zo zich uitstortende in het wereld-al ten bate van allen. 

En een oud gegeven wordt hernieuwd: hij, die de eerstgeborene is schenke zich weg, opdat ook de laatsten zullen leven. 

De zeven ziekmakers: 

  • Hoogmoed 
  • Luiheid 
  • Drift 
  • Wellust 
  • Gulzigheid 
  • Gierigheid 
  • Jaloezie 

De zeven gezondmakers: 

  • Innerlijke adeldom 
  • Kennis (Gnosis) 
  • Edele moed 
  • Liefde 
  • Scheppend vermogen 
  • Standvastigheid 
  • Heilbegeren


1970 - 2024, copyright Henk en Mia Leene