Het kwikzilver is een chemisch element dat niet in grote hoeveelheden in ons organisme voorkomt, hoewel het functioneel blijkt te zijn bij het "overbrengen van boodschappen", zoals zijn heerser Mercurius (Hermes) "boodschapper der goden" wordt genoemd.
In de mythe is Mercurius (Hermes) degene die de doden over de Styx, de scheidingslijn tussen dood en leven, brengt. Hij is dus de begeleider van licht naar duister, van stof naar geest, maar houdt, in tegenstelling tot Saturnus, niet de wacht, doch vergezelt de doden.
Hij moet boodschappen overbrengen van het koude naar het warme, van buiten naar binnen, en zijn metaal, het alchemische "levende" zilver, is zeer actief in hen die bereid zijn tot zelfovergave, of die graag willen luisteren naar boodschappen uit een andere sfeer.
Daar kwikzilver een giftig element is kan het ook tegen de mens werken, zoals duidelijk werd in de beschrijving van de oerzonden (hoofdstuk 5), waarin het kwikzilver in zijn gedaante van de jaloezie, de enige ongrijpbare en vooral intelligente oerzonde is. Jaloezie gaat samen met intelligente mensen, zoals het Mercurium, het kwikzilver, juist bij de meest intelligenten wordt aangetroffen en als medicijn vooral resultaat heeft bij hen die gevat, intelligent en scherpzinnig zijn.
In de techniek kom je het kwikzilver tegen in de thermometers voor het meten van de temperatuur, het opnemen van de lucht- en de hittegraad. Ook in hoogtezonlampen zit kwik. Kwik is onontbeerlijk in wisselwerking met en de vereniging van lucht, licht en warmte.
Mercurius en het ongrijpbare kwik behoren bij het vluchtige luchttype, dat nerveus, haastig en jaloers kan zijn. Zij hebben licht, vooral innerlijk licht nodig, een innerlijke vlam, zoals in kwik een verborgen vlam leeft. Dit licht kan ook gezocht worden in doorlopende ophelderingen, ontdekkingen in alle takken van wetenschappen; het verlangen om "een licht te ontsteken" of het "er gaat mij een licht op" is onontbeerlijk voor dit type mens. Hij zal doorlopend een verbintenis zoeken tussen stof en geest en blijft daardoor innerlijk onrustig, gunt zich de tijd niet voor de verdieping.
In het organisme is Mercurius ook de boodschapper, degene die heerst over de organen die boodschappen doorgeven, zoals het zenuwstelsel dit doet door middel van elektriciteit en de hormonen die dit chemisch doen via de bloedbaan.
Tot het gebied van Mercurius behoren eveneens de luchtwegen (strottenhoofd) en de schildklier, de spraak en het bewegen van de ledematen. Verder de hersenen en de vorming van de bloedcellen.
Uitdrukkingen zoals: "zijn lach, of zijn spraak, is als kwikzilver" zijn hier typerend. Aandoeningen van het zenuwstelsel, de ademhaling en de keel, stotteren, verkoudheid, doofheid (zintuigen) liggen op het terrein van Mercurius. Het woord of de spraak is een begeleider van de ademhaling en een middelaar tussen twee sferen: buiten en binnen.
De spraak, het geluid van de stem, is kenschetsend voor de innerlijke, psychische en lichamelijke situatie. Woorden kunnen doden dan wel levend maken, bezielen of vernietigen. Giftig zijn dan wel zegenen. Zij zijn vluchtig, gaan op in de lucht, maar hun merktekens kunnen achterblijven. Een jaloers mens hanteert een giftig woord, dat alles kan verzieken. Kwik is de drager van lucht (geest), licht (ziel) en warmte (lichaam). Kwikzilver is ongrijpbaar als men het probeert te pakken en het is vooral de Mercuriaanse periode in het mensenleven die hiervoor kenmerkend is: de nee-periode. Elk kind bezit die.
Het kwikzilver wordt geïrriteerd door aanraking, de Mercuriusmens heeft hetzelfde. Of deze aanraking lichamelijk dan wel psychisch is, hij wordt geprikkeld. Juist die prikkeling houdt hem in beweging, hoewel een teveel aan beweging hem psychisch en organisch uit zijn evenwicht brengt: het zenuwstelsel raakt overprikkeld, het hormonale stelsel raakt uit balans.
Het kwikzilver-type kan òf niet goed luisteren òf niet goed praten. Men moet hen nooit "tegen de haren" instrijken daar dit hun zenuwstelsel uitermate irriteert of provoceert.
Kwik is eigenlijk van oorsprong in een staat van doorlopende verhitting, een toestand waarin de andere metalen pas komen als ze van buitenaf worden verhit. Innerlijk onrustig, voortgedreven door een doorlopend binnenbrandje, is dit type enigszins onbetrouwbaar, hoewel het ook bevoorrecht kan zijn boven andere typen.
Kwik houdt zichzelf voortdurend in een vloeibare toestand, een element tussen stof en geest. Er is in ons organisme altijd een minimum aan kwik aanwezig, maar een teveel aan kwik in het bloed maakt overgevoelig, er is dan een sensibiliteit naar de stof zowel als naar de geest. Dit duidt op een storing in het zenuwstelsel en in het hormonale systeem, vooral in de hormonen met innerlijke secretie. Het voortdurend heen en weer snellen tussen twee sferen, tussen interessen en tussen menselijk relaties is uitermate uitputtend voor geest en organisme. In zo'n geval wordt naar opwekkende middelen gegrepen of naar mineralen die meer energie geven, iets kalmerends wordt zelden gevraagd, hoewel dit juist noodzakelijk zou zijn.
Kwik verbindt zich nooit met zijn omgeving. Het Tweelingtype en het Maagdtype doen dit ieder op hun eigen wijze: zij blijven onafhankelijk, onberoerd, hoewel het soms anders schijnt, is hun hart toch zelden de inzet bij gebeurtenissen.
Kwik is alleen grijpbaar indien het in verbinding komt met andere metalen; het lost alle metalen op, behalve het ijzer.
Marstypen weren zich dus tegen Mercuriustypen. Mars-Mercurius verbindingen kunnen oogontstekingen geven.
Genoemde typen zullen elkander irriteren, maar ook provoceren en als ze verstandig zijn, elkander completeren.
De verborgen vlam van het kwikzilver beïnvloedt het ijzer niet, daar ijzer een enorme hitte nodig heeft om zich over te geven. Om Mars- en Mercuriustypen goed te laten harmoniëren is er een verbindend motief noodzakelijk: het "ik" van het ijzer verzet zich tegen de "boodschapper" Mercurius; ijzer geeft zich niet over, maar overgave is een voorwaarde om mede te kunnen bewegen, geleid te kunnen worden door Mercurius en zijn ideeën. Het ijzer provoceert het kwik; de wil ergert zich aan de ongrijpbaarheid van het kwik, maar kwik wordt geïrriteerd door het verzet van het ijzer.
Mercurius, het kwikzilver, geleidt; het ijzer, de wil, wil individueel blijven. De wens is Mercurius, de wil is Mars.
In een mens is dikwijls een duidelijke verbintenis tussen ijzer en kwikzilver te zien, zoals b.v. in de volgende situatie: indien je iets sterk wilt en het lukt niet, word je giftig (Mercurius). Mars wordt driftig, Mercurius wordt giftig. Het zichzelf vergiftigen of mede anderen vergiftigen is een aspect van Mercurius, het eerste zie je nogal eens bij de Virgo's, het tweede bij de Gemini's.
In ons organisme is kwikzilver nodig voor de ademhalingsorganen, voor het zenuwstelsel, de hersenen en de hormonen. Een gebrek aan kwikzilver maakt ontevreden met alles en allen, en ook met zichzelf. In hun hart zijn Mercuriusmensen nooit tevreden met zichzelf: de Gemini vlucht daarvoor in honderd-en-één bezigheden, de Virgo mokt.
Gebrek aan kwikzilver doet de innerlijke vlam verzwakken met als gevolg: uitputting, vooral geestelijke vermoeidheid.
Een slecht kwikzilverevenwicht kan ook resulteren in gok drang als een vorm van zelfbevrediging; het iedereen en alles provoceren en uitproberen. Indien de verborgen vlam niet stabiel is, krijgt de onrust de overhand en weet men niet meer waar men het moet zoeken. Tenslotte kunnen daarvan neuralgieën komen, het vastzitten van de ergernissen; of diarree en speekselvloed, de overgave, het opgeven; soms zijn er wormen in de ingewanden, parasieten die zich storten op het uitgeputte organisme.
Er mist dan de grond onder de voeten, onstabiliteit, ontstekingen, d.w.z. een agressie die geen uitweg weet. Deze mensen zijn moeilijk te helen. Bij chronische kwalen zullen vooral suggestieve therapieën verlichting geven.
HOMEOPATHISCH: MERCURIUS HYDRARGYRUM
Kwikzilver beïnvloedt meer of minder alle organen; het kan gezonde cellen doen vervallen of ontsteken en kan sterke bloedarmoede veroorzaken.
In gepotentieerde vorm bewerkt het dus het tegenovergestelde: het zet alle organen aan, vooral de hormonen en de beenderen, geeft het hele organisme kracht en levenslust en werkt zeer intensief op de oren, de stem en de keel.
Langzaam denkende mensen hervinden hun levensinteresse en hun wilskracht. Slecht ziende ogen hervinden hun zicht en ontstoken en suizende oren hervinden hun gehoorscherpte.
Mercurius is de bemoediger, indien alle organen het laten afweten en de zieke geen levenslust meer heeft. Dikwijls veroorzaakt Mercurius in hoge potenties koorts om zo het organisme te provoceren en de weerstand zich kan herstellen. De zieke gevoelt zich ook niet meer "prettig in zijn huid" die doorlopend zweet hoewel daardoor geen verlichting komt.
De Mercuriuspatiënt is wantrouwend, een typische Mercurius eigenschap, soms menende dat hij zijn verstand verliest. Mercurius noemt men wel de "chirurg" van het gehoor, omdat het zeer goed werkt tegen middenoorontsteking (luisteren) en de ziekte van Menière, verder tegen keelontstekingen.
Het onevenwichtige kwikzilver kan het gemoed onstabiel maken, vandaag blij, morgen bedroefd; Mercurium werkt op het bloed, reguleert het hormonale stelsel en kalmeert de zenuwen, zowel in emotionele als mentale situaties.
Het is een medicijn voor zielsziekten, zegt Paracelsus (innerlijke vlam), speciaal wanneer de invloed van anderen moeilijk te verwerken is, ofwel niet te weerstaan. Een gebrek aan dit kwikzilver maakt volkomen ontworteld, wanhopig, onrustig. Deze ontworteldheid kan zich uiten in een vluchtig aanpappen met iedereen ofwel in een isolement. Men herkent hier de vlinder dan wel de pop.
ASTROLOGISCH: DE CELZOUTEN VAN MERCURIUS KALIUM MURIATICUM (CARB.) EN KALIUM SULFURICUM
Bij de Gemini plaatst de astroloog het Kalium Muriaticum dat een bundelaar is van verbindingsvezels en slijm rond de cellen.
Het bouwt de spier- en zenuwweefsels op en is te gebruiken tegen alle slijmvliesontstekingen (Mercurius), neus-infecties (ademhaling) en verkoudheid (keel). Verder tegen opgezwollen klieren (hormonale stelsel) en oogontstekingen en tegen catarrale doofheid. Het kan het evenwicht van maagsap of speekseltoevoer herstellen.
Dit zijn dus verschijnselen die men bij een Mercuriustype of een kwikzilverstoornis kan tegenkomen. Kalium Sulfur werkt iets anders en past meer bij het introverte Maagdtype, dat zo dikwijls behoefte heeft aan reiniging. Het zout is onmisbaar bij het zuurstoftransport, een behoefte die Maagdtypen dikwijls hebben, nl. een verbintenis met lucht en licht, en maakt dat de wisselwerking met de betrokkene, via de huid, in stand blijft.
Hier ziet men dus een overeenkomst met het kwik: de middelaar tussen lucht, licht en warmte. De huid is een onderdeel van de persoonlijkheid, het ik. Iemand die last van zijn huid heeft, heeft moeilijkheden met zijn ego, wat dus verholpen kan worden door Kalium Sulfur.
Dezelfde gestokte wisselwerking zien we als er haaruitval, overvet haar, of een gestoorde bloedcirculatie zijn. Verder kan het helpen tegen nervositeit (verborgen of openlijk) en geheugenstoornis, een Mercurius symptoom dat nogal eens voorkomt, doordat de innerlijke kwikvlam niet brandend kan worden gehouden bij gebrek aan verbintenis met het Licht.
Tenslotte doet Kalium Sulfur hetzelfde als Mercurius indien het wordt aangewend tegen middenoorontsteking, de gestoorde wisselwerking van buiten naar binnen en omgekeerd. Kalium is op zich al een prima remedie tegen gespannenheid en een zucht naar oppepmiddelen. Het leert de betrokkene zich innerlijk te ontspannen, te luisteren en zich over te geven aan het enige goede, het Licht.
Door overdreven druk zijn en door isolement wordt de binding met het Licht verbroken. Kalium als maanzout bevordert het luisteren, het mediteren of overpeinzen, de innerlijke stilte en de overgave. Kalium ontspant en voert iemand terug tot de basis van zijn leven in het ene geval, in het andere geval dwingt het tot inkeer en tot uitdragen.