Vierde hoofdstuk

De Tweede Sleutel bestaat uit niets anders dan een verwerking en een procesmatige reiniging van de benodigde materialen. 

Aldus is de Tweede Sleutel niets anders dan een innerlijke werking, de innerlijke toebereiding waardoor de mens zichzelf proeft; onvoorbereid kan geen enkele zoeker zich op het hermetische Pad begeven. 

Spiritualiteit is geen kwestie van interessant onderzoek, maar vooral een praktiseren van het onderzochte 

en zulk een praktijk vraagt een toebereide mens. 

De Zes Sleutels maken de mens tot een gnosticus, of een hermeticus, een waarachtige alchemist. 

---------- 

Na serieuze en een diepgaande overweging, kan de pelgrim besluiten om verder te gaan op dat geheimzinnige Pad waarover al de ouden in bedekte termen spreken en dat in zovele opzichten verschilt van de exoterische weg. 

Voorbereid zijn betekent rekening houden met aIle mogelijkheden, zichzelf voortdurend gericht houden op het spirituele levensdoel en door geen enkele omstandigheid afgeleid daarvan worden. 

Na de Tweede Sleutel, zo zegt de alchemist, komt er een opeenvolging van werkzaamheden, waarover echter vrijwel niemand openlijk heeft gesproken. 

Het gaat over de "afscheiding en reiniging" van de Mercuriaanse principes. 

Die bestaat uit een volkomen oplossing, en een verheerlijking van het lichaam waarin zij wordt geboren. 

Hier is dus sprake van een herstel van het "Mercuriaanse of geestelijke lichaam", waaraan echter een "volkomen oplossing of ontbinding" moet zijn voorafgegaan. 

Paracelsus volgt dezelfde methode. 

Ontbinding is een zeer belangrijk proces in de natuur, en eveneens in de spiritualiteit. 

Wij moeten hierbij niet denken aan een ontbindend stoffelijk omhulsel, maar aan een verwerking van het voedsel, waardoor dit tot oplossing kan overgaan. 

Deze ontbinding staat gelijk aan een begrijpen van de leringen,  een begrip dat plaats vindt in het bloed, het organisme, het denken; een totaal begrip brengt een leer terug tot zijn essentie, welke kan worden verwerkt door de voornoemde organen. 

Deze ontbinding is dus het gevolg van een innerlijke verwerking, en de verwerking is het resultaat van een toebereiding, de mens moet aan de hermetische leringen toe zijn, zijn bewustzijn moet daarnaar toe zijn gegroeid. 

De Sleutels veroverd de mens zelf, niemand kan hen in zijn handen leggen, dan de geest. 

Het proces van Omzetting, waarover zoveel wordt gesproken, is werkelijk ingrijpend, zowel de uiterlijke aIs de innerlijke zijn worden daarin begrepen. 

Er is geen andere mogelijkheid dan een definitieve keuze tussen spiritualiteit en materialisme. 

Hoevelen hebben zulk een keuze gedaan? 

Is er niet veelal steeds sprake van een heen en weder snellen tussen twee interessen? 

Dit hermetische Pad vraagt de gehele mens. 

De Derde Sleutel bewerkt een directe vereniging tussen de "ziel en haar lichaam, waarbij de geest de enige band vormt". 

Een onverbrekelijke verbintenis tussen geest en ziel, waarbij de pelgrim voortdurend in contact staat met deze beiden is het resultaat van deze sleutel. 

Waarlijk een wens van velen. 

In de universele drievoudigheid, in mythologie en legende, in heilige taal en volksmond, is de liefde de vrucht van geloof en hoop. 

Of Horus de Zoon van Osiris en Isis. 

Is deze vrucht voortgebracht dan bezit deze een blijvende verbintenis met de levensessentie, waaruit hij is voortgebracht: de geest. 

In de ziel voltrekt deze Derde Sleutel een hernieuwde levenskracht, een liefdesband met de geest is ontstaan, en daaruit kan zijn ziel zich uitdrukken en leven; Eros, de enig waarlijke levensessentie is opgewekt. 

Het is begrijpelijk dat de schrijver, zoals zovelen voor hem het zwijgen bewaart over de aard van deze Derde Sleutel. 

Hoe kan men een onwetend en lauw mens de liefde overdragen die de herleefde ziel tot de geest bezielt? 

Zijn niet slechts degenen die de liefde kennen in staat daarover van gedachte te wisselen, en hoevelen is deze liefde te heilig om daarover te spreken? 

De Derde Sleutel resulteert, in het "bezit van een substantie die oneindig veel edeler is dan de eerste." 

Wij zijn uiteindelijk een samenstelling van drie substanties: 

materie, vermenging van ziel en materie en geest. 

De vermenging van ziel en materie is voorwaarde om tot de derde geestelijke substantie te komen. 

Daarna moet de mens trachten zichzelf te leren kennen en te begrijpen dat het veroveren van de derde substantie uitsluitend geschiedt met de ziele-substantie, of het ingeschapen ziele-materiaal. 

Het afscheiden en reinigen van dit materiaal was de eerste taak binnen de Derde Sleutel en een herstel van het pure ziele-materiaal kan resulteren in een huwelijk tussen geest en ziel, waaruit dan de "edele substantie" geboren wordt. 

Uit de verbintenis tussen geest en ziel, ontspringt een bron van levenswater, en dit water omvat drie principes: de natuurlijke essentie van aIle lichamen: het zout, het zwavel en Mercurius, d.w.z. lichaam, ziel en geest. 

Mercurius wordt hier beschouwd als de geest, of de boodschapper des geestes. 

Het reine zout, de middelende zwavel en de afgevaardigde des geestes moeten een eenheid vormen. 

Zij zullen uiterlijk gescheiden zijn, maar worden verbonden door één inspiratie of trilling. 

Dan zal het lichaam niet meer in staat zijn tegen de ziel te zondigen, noch zal de ziel zich van dat lichaam afscheiden. noch plaatst de geest zich buiten hen. 

ln deze samenvatting wordt iets fenomenaals gezegd.  

Hier wordt gedoeld op de inwonende god in de mens, een god die niet uit hem is af te scheiden. 

"Het water", zo zegt de alchemist, zijnde ziel en geest, wordt weliswaar van het lichaam gescheiden, dat op de bodem van de kolf aIs dode aarde achterblijft, maar dit moet men niet minachten of verkeerd verstaan, want in ons proces is er niets dat niet goed zou zijn." 

Ziedaar, een wijze en verhelderende uitspraak.  

Men moet het lichaam dat aIs dode aarde op de bodem van de kolf of vaas achterblijft niet minachten. 

De hermetische wijze waarschuwt tegen verachting van het lichaam, want dit lichaam is "der dritte im Bunde" en moet zijn eigen taak nauwgezet opvolgen. 

Iemand die zijn lichaam veracht of diens taak kleineert, vergrijpt zich aan één die uitverkoren werd mede te arbeiden in het heilige proces. 

Er zijn mensen die hieronder menen te moeten verstaan dat het uiterlijke lichaam verfraait moet worden door luxe klederen  en edelstenen. 

Doch niets is minder waar: het moet in goede staat worden gehouden, niet verontreinigd door slechte voeding, verwaarlozing en onreine gedachten. 

Het lichaam dat op de bodem achterblijft omvat het zichtbare zowel als het etherische lichaam; beide behoren tot de " zwarte aarde".  

Vandaar dat een hoog morele, en ethisch reine levenshouding noodzakelijk is, omdat aIle vervuiling, etherisch en stoffelijk allereerst plaatsvindt in het etherlichaam, is natuurlijk de reiniging van denken en gemoed voorwaarde tot welslagen. Dat is geen sleutel of proces, het behoort tot de voorbereiding, iedere hermetische pelgrim vindt het vanzelfsprekend dat hij zich allereerst tot de reiniging van zijn dubbele aardse lichamen bepaalt. 

ledere verontreiniging daarbinnen betekent een beletsel tot het volvoeren van het proces; mislukken van de geestelijke doelstellingen is altijd het gevolg van een inwonende storing in het aardse lichaam; geen uiterlijke tekortkoming, maar een voortdurend opnieuw belevendigde disharmonie. 

De eenheid tussen lichaam, ziel en geest wordt daardoor verbroken, ergo: kan niet eens tot stand komen.  

Deze eenheid, getoond als de archaïsche Eros, is het geluk van de Derde Sleutel, en daarom waarschuwt de alchemist dat wij nu staan voor een opeenvolging van "operaties". 

Ook in de natuur is het voortbrengen van de vrucht  de slotfase van een opeenvolgend proces; uit innerlijk begrip en innerlijke verwerking van de leringen, moet een substantie worden gevormd.  

U moet zich voorstellen: 

een leer beroert u innerlijk, u denkt: Ja, dat is het.  

Daarna worden de aspecten van de leer bezien, en het wordt u steeds duidelijker, dat leidt absoluut tot een besluit. 

Het doorlopend opnemen van instructies, filosofische aspecten en diverse aanzichten; voldoet u niet totaal, u gaat het overpeinzen, erover mediteren, het aan uw geestesoog laten voorbijtrekken, en zo wilt u het verwerken. 

Alles bestaat uit drie openingshandelingen: 

concentratie: op leer, op doel, op de ziel; 

meditatie: het zichzelf verenigen met de aspecten, 

en tenslotte contemplatie: uit de vereniging komt de vrucht voort. 

Deze grond-driehoek is nimmer te negeren.  

Zich concentreren is een taak voor het lichaam; 

mediteren is een taak voor de ziel; 

contempleren is een handeling die voortvloeit uit de vereniging  van ziel en geest. 

Zonder geest is contemplatie niet mogelijk.  

Van deze grond-principes komen wij overal in de natuur, in de schijn-spiritualiteit en in de materie imitaties tegen. 

De heilige drie-eenheid is er een afschaduwing van; ook in de  heilige drie-eenheid is de dichtstbij zijnde trilling, de heilige geest niet de minste, integendeel, de meest arbeidzame.  

Zo ook is ons lichaam, waarin het ego huist, het meest arbeidzame instrument, in eerste instantie. 

Niemand weet hoe hij de ziel aan 't werk kan zetten, hoewel er vele methoden als zodanig worden aangeprezen, is geen enkele mens in staat de ziel te beïnvloeden. 

De ziel is niet ondergeschikt aan de wil de mens. 

De vereniging van de drie: lichaam, ziel en geest is slechts mogelijk dóór de geest.  

En ook die geest staat niet onder invloed van de menselijke wil.      

Dat staat nergens geschreven, integendeel, er wordt tegen arrogantie, en forcering gewaarschuwd. 

Al de methoden die op de wil zijn geënt komen voort uit het begerige menselijke brein, uit zijn gepassioneerde ego dat zichzelf wil opwerken tot een godheid. 

Hoe kan er sprake van eenheid zijn als één der drie lichamen zich verbeelden de hoogste te zijn? 

Eenheid is gelijkheid; eenheid is totaal begrip en een volkomen overeenkomstige verbondenheid.  

"God laat niet varen de werken Zijner handen". 

Neen, zeker niet, maar dan moet er in de mens wel eerst sprake zijn van een goddelijkheid. 

De eenheid, ontstaan door de aanwezigheid van de geest  moet hersteld zijn wil er sprake zijn van een "schuilen onder de vleugelen van Jehovah, de eeuwige." 

Wij zijn zo dikwijls in alle opzichten gespleten, onze linkerhand mag niet weten wat de rechterhand doet, omdat de linker anders in het proces zou ingrijpen. 

Overigens een totaal onder invloed van de kerkvaders foutief vertaalde uitspraak: "Laat uw linkerhand niet weten wat uw rechterhand doet." 

Het linkse is hier, zoals altijd, het beste; een anti-geestelijke opvatting, want de oude gnostieke leringen is het "linkse gelijk het rechtse en omgekeerd", en het mannelijke gelijk het vrouwelijke. 

Indien de linkerhand niet mag weten wat de rechterhand doet, is dat een bewijs van de menselijke gespletenheid, de angst voor het kwade, de vrees voor het verdoemd worden, het verlies van de geestelijke krachten. 

Dat is een oeroude herinnering aan de legendarische strijd van Ademas, de Lichtzoon, wiens licht ontnomen werd door de horden uit de plutonische diepsten der aarde. 

In elk mens leeft de angst voor het kwade, en deze angst is dermate aangewakkerd door foutieve leringen en suggesties, dat de angst een onderdeel is geworden van een spirituele leer,  de tegenstander in het grote heilsproces. 

Hij was echter in oorsprong NIET aanwezig, hij is door de gevallen ziel geschapen, en alles wat geschapen is, is tijdelijk. 

Reiniging van de principes der ziel houdt tevens in: zich ontdoen van de angst, zoals o.a. Boeddha zegt: 

het erkennen van de angst; 

het onderkennen van zijn tijdelijkheid; 

de oorzaak opsporen; 

en tenslotte de angst uitdoen. 

Onze verdeeldheid is een gevolg van de angst en het  herkennen van die angst, is een onderdeel van de taak van het lichaam en zijn materialen, waaronder ego, denken, wil, emotie.        Herkennen van angst vormt een facet van de concentratie, zonder concentratie geen zelfkennis, geen realisatie van de vier Waarheden van Boeddha, of di vier pijlers tot het vormen van een ontvankelijke materie. 

Boeddha noemt in zijn vier Waarheden: het lijden.  

Is angst geen lijden? 

"De mens die lijdt het meest om 't lijden dat hij vreest en dat nooit op komt dagen....." 

Menigeen kent dit fraaie vers.  

Het leed heeft vele aanzichten en de angst is daar één van. 

In werkelijkheid doet het ons leed dat wij zo dikwijls mislukken op een spiritueel Pad, dat wij falen in de zelfoverwinning bijvoorbeeld; wij lijden onder onze gespletenheid, en wij draaien in een cirkel rond, want lijden brengt angst en angst brengt lijden, concentratie op het doel.    

Eenheid worden in zichzelf door middel van een strenge concentratie, dat is de uitgang uit de gespletenheid en concentratie mondt uit in reiniging, en scheiding van de materie en ziel. 

Dan zullen wij nooit meer met de mond God aanroepen en met het hart ons ego aanbidden, maar dan worden wij een drie-eenheid die dan nog slechts door de geest geheiligd behoeft te worden, opdat daaruit het geestelijke lichaam zal kunnen worden opgebouwd. 

De eenheid is sterk in zichzelf, en ook al verdeelt hij zich, hij blijft altijd dezelfde eenheid en zijn kracht vindt men in al zijn onderdelen terug. 

Dat is een wijsheid die in alle universele taal terug te vinden is,  en al begrijpt de mens niet hoe eenheid krachtig kan zijn in verdeeldheid en toch eenheid blijven.  

De geest die alles en allen vereent maakt dit mogelijk, omdat hij zichzelf uitstort in alle schepselen die uit Hem zijn voortgekomen. 

Deze eenheid bezit geen angst om verdeeld te worden, noch om zichzelf te offeren, want zij verliest de geestelijke essentie nooit.  

Dat wil de Derde Sleutel ons leren. 

Hij, die op dit Pad staat, versta het.

1970 - 2024, copyright Henk en Mia Leene