Nadat de vlam van de wil en de vlam van de verbeelding rustig branden en door geen orkaan meer kunnen worden gedoofd, komt een derde vuurproef, die deze pelgrim gaat testen op zijn innerlijke onbeweeglijkheid.
In de geduldig geworden wil rust de energie; in de vormende verbeelding blijft de energie geconcentreerd en beide vonken hebben bewezen, uit het grote geestelijke kosmische Vuur te zijn voortgebracht, daar zij bestand waren tegen elke aanval van binnenuit en van buitenaf.
Nu gaan deze twee vonken elkander naderen onder de proef van het zich Bewegende Vuur en, dat is een riskante ervaring, want een onreine verbeelding kan de wil opzwepen tot een destructieve activiteit en de wil kan de verbeelding doen uiteenvallen in losse beeltenissen, die als demonen de beginnende pelgrim kunnen gaan beheersen en van zijn eens genomen besluit doen afwijken, sterker nog, hem tot een lachwekkend en beklagenswaardig creatuur kunnen maken. Een voorbeeld hiervan is de meditatie-methode, die door wilstraining wordt volbracht.
Elke Prometheusmens zal deze mogelijkheid, als een tentamen, op zijn weg ontmoeten.
De oude Grieken noemden het: Pluto ontmoeten.
Pluto ontmoeten is als het geconfronteerd worden met een inwonende demon, die er behagen in schept twee machten tegen elkander uit te spelen.
Wie kent zulk een ervaring niet?
Pluto suggereert deze mens, dat er nu eindelijk iets gebeuren moet, dat alles wat voorheen geschiedde, slechts abstracte zinsbegoochelingen waren en dat je eigenlijk iets in je handen moet hebben, na al die innerlijke overwegingen en die schone beeltenissen.
Voorwaar, een prachtige motivatie voor de wil om in actie te komen!
Een zeer verleidelijke suggestie voor de ego-wil van de hoogmoedige Lichtzoon, die een wereld wil scheppen naar Gods evenbeeld en wel hier en nu.
Een waar Judasvoorbeeld.
Zodra de vlammen van verbeelding en wil zich op elkander gaan toebewegen, bemerkt de pelgrim hoe er een verhoogde energie in hem ontstaat, waarop hij dolgraag wil reageren door iets concreets te doen. Iets dat zijn medemensen zullen opmerken. Iets dat hem naar lichaam en ego zal bevredigen.
Hij gevoelt zich beheerst door een machtig verlangen om hetgeen hij in zijn verbeelding ziet, hetgeen hij in zijn hart wenst en datgene waaraan zijn ziel zich hecht, te realiseren door een krachtige wilsimpuls.
"Waar een wil is, is een weg", wordt een dreinende en dringende melodie, vooral als hij met zulk een gevleugeld woord, dat altijd foutief werd geïnterpreteerd, is grootgebracht. Sterk willen is gewelddadigheid, sterk wensen is als het geestelijk een opening zoeken in een schijnbaar onneembare muur van tegenstanden. De wens is vrij, de wil kan men dresseren.
Door de ontgeestelijking werd het begeren tot een tegenspeler Gods en als zodanig door de zoekenden langs 's Heren wegen vervloekt.
Doch er is nog een ander begeren nl. dat ondefinieerbare heilbegeren van de ziel, dat niets te maken heeft met de wilsbegeerte of enige ziekelijke natuurbegeerte, die ons dronken van wellust kan maken, maar het heeft alles te maken met een wens van een edel, rein en geestelijk hart, dat gebed ligt in de etherische omarming van de zielegeuren, opstijgende uit de achtvoudige lotus, liggende rechts onder dat hart.
Kan men niet gedragen worden door geuren?
Kunnen geuren ons niet in een oogwenk verplaatsen in een dierbare herinnering?
Wel, de ziel van een edel mens baadt zich in de geur van haar oorspronkelijke Land, waarvan de beeltenissen geprojecteerd worden op het scherm van de edele Verbeelding.
Zulk een geur inspireert het hart tot een geestelijk wensen en brengt de ego-wil in adoratie en zal bij de derde vuurproef het geduld uit zijn kluisters bevrijden, opdat het de wil en de verbeelding verenige.
De opdracht van de Prometheusmens is hier: wachten. Wachten totdat hij getest is in hart en nieren. Of hij in staat zal zijn dit hemelvuur met zijn onaardse energie uit te dragen, en zo het woord in daad om te zetten, en of hij daardoor niet de terugslag zal ontvangen van het tè hoog grijpen, waardoor hij zichzelf blootstelt aan de vernietiging door het demonisme.
Het demonisme, dat zich uit via één of enige van de hoofdzonden, bezield gediend door deze geslachtofferde Prometheusmens.
Zijn dezulken niet overal in de wereld, en vooral na geestelijke, occulte of religieuze experimenten, te herkennen?
Getuigen de kettervervolgingen daar niet van?
Deze vuurproef brengt de realiteitszin van de pelgrim naar boven en laat hem zichzelf zien als iemand, die tenslotte reeds iets bereikt heeft: een deemoedige wil, een bezield hart, een extatische ziel en een rijke verbeelding.
Hij kan hier gaan vergeten, dat al deze kwaliteiten van de ene minuut op de andere kunnen omslaan van deus in demon.
De ontmoetingen tussen deus en demon zijn een constante begeleiding van deze Prometheusweg, ervaringen die een theoreticus niet zal kennen.
Slechts de waardigen worden beproefd!
Hoe verder men komt, hoe hoger men klimt, des te dieper kan de val zijn. Zoals Lucifer uit de hemelen viel, maar daarvoor wel eerst een hemelzoon moest zijn.
Herken daarom hetgeen geschieden gaat, zie waarlijk vooruit, verlicht de gedachten met het Hemelvuur en bemerk hoe de vlammen van wil en verbeelding tegen elkander worden opgezet, of zodanig van elkander worden gescheiden, dat hen het levenselixer gaat ontbreken en zij uitdoven.
Wees op je hoede, Prometheus!
Doorzie de demonen, die de gang van een Prometheus vrezen, want wordt door hem hun spel niet bedreigd?
Zij, die een Prometheus met vreugde begroeten als een gelijke,
zijn met weinigen. De nullen, de onwetenden, storten zich op elk licht dat zij kunnen bemachtigen, maar de gelijken zijn zij, die hun vlammen aan de zijne toevoegen, opdat het Vuur uit de hemelen zich op aarde manifestere als een herinnering en als een bemoediging.
De hemelzonen behoren tot de hemelen te gaan en het lied en het vuur der hemelen door hun getuigenis over te dragen.
Maar daarom zijn zij het hemelvuur zelf niet!
Daarom, iedereen die deze situatie in zijn eigen leven herkent: laat u niet van binnenuit opbreken!
Bewaar de harmonische wisselwerking tussen wil en verbeelding en laat het zich Bewegende Hemelvuur een innerlijk pad vrijmaken.
Is er een andere weg dan die, welke in de pelgrim zelf begint? Is dit niet een universele en tegelijkertijd individuele weg, die zo smal is, dat slechts de eenling die kan bewandelen?
Laat het zich Bewegende Hemelvuur rusten in het innerlijke gulden midden, waar alle vonken zich erin kunnen verliezen.
In dit gulden midden, de witte keursteen van de zonnevlecht, komen alle energiestromen bijeen om zich over te geven aan de geestelijke energie van het hemelvuur.
De vlammen zullen zich daar kunnen herstellen in 't hemelvuur en daarna heen kunnen gaan naar hun eigen plaatsen in het organisme, beladen met hemelse energie.
Indien twaalf vlammen branden, zijn alle verborgen spelonken verlicht en kan er zich nergens meer een demon ophouden. Breek nu echter niet los in een chaotische dadendrang, juist nu niet, want de eenheid, die de veelheid bindt tot een machtige kracht, gaat zich in dit moment in "het gulden midden" concentreren.
Vang het zich Bewegende Vuur in de edele reinheid van de "witte keursteen", waarin de naam van de Lichtzoon geschreven staat: Prometheus, hij die zichzelf offert in de opdracht des lichts.
Het zich Bewegende Vuur zal door het gehele wezen op zoek gaan naar zijn vonken, alle organen helende, hart en ziel heiligende, de wil dermate overweldigende, dat deze zich vrijwillig nederbuigt in het zwijgende gebed van de overgave. Om de stam, die ons rechtop gericht houdt tot de hemelen, slingeren zich de slangen Ida en Pingala, Boaz en Jachin in de achtfiguur (8), die de herverbintenis tussen hemel en aarde door middel van het kruispunt, symboliseert; van dit kruispunt tussen het boven en het beneden, tussen natuur en geest, is de zonnevlecht een organische uitbeelding.
Welke mens kent niet die terugslag in zijn zonnevlecht, wanneer hij gedwongen wordt vibraties op te nemen, die in sterke disharmonie zijn met zijn eigen trillingsveld?
Wie kent niet de waarschuwing van de zonnevlecht bij de confrontatie met occulte, mystieke en religieuze experimenten, die ons eigenlijk tegenstaan, maar die wij om de ene of andere hypocriete reden toch praktiseren?
Een uitzondering hierop is natuurlijk de reactie van een aangetast zenuwstelsel, dat zijn onderscheidingsvermogen volkomen heeft verloren en hiervan getuigt door een abnormaal gedrag van de nieren, die controleurs van ons lichamelijke organisme.
Het zich Bewegende Vuur onderkent alle disharmonie en test ons zodanig, dat onze eigen tekortkomingen en afwijkingen helder aan het licht komen, zodat wij ze niet meer kunnen negeren.
Alle fundamentele veranderingen voltrekken zich na voldaan te hebben aan een dubbele drie-eenheid: allereerst de gelijkzijdige driehoek trekken van hart, wil en ziel; daarna de pythagorese driehoek inetsen van ziel, hart en verbeelding.
Deze is de basis van de goddelijke verhouding of de Gulden Snede, een universele basis, die zowel natuurlijk als geestelijk in alle schepselen en heel de schepping is te herkennen.
Om een Prometheusmens, als een tehuis Sancta Spiritus voor de goddelijke ziel te bouwen, moet er aan de fundamentele voorwaarden voor de goddelijke verhoudingen worden voldaan, gelijk de Schepper zijn schepsel deze goddelijke verhoudingen meegaf, als een merkteken van Zijn Hand.
Wie zou zulk een schepping als verdoemd willen zien?
Wie zou zichzelf, of zijn naasten, kunnen verdoemen? Verdoemt hij daarmede niet het Teken van de Schepper?
Let wel, er zijn merktekenen, die wij ongewild en ongemerkt meedragen en waaraan wij niet kunnen ontsnappen, hoezeer wij ons ook vermommen.
Het innerlijke blijft zich, tegen alle weerstand in, uitdrukken in het uiterlijke. Er komen altijd momenten, waarop wij de komedie en de maskerade niet meer in de hand hebben en dan barst het innerlijke naar buiten als een vulkaan, die te lang zijn energie heeft opgekropt.
Menigeen is geschrokken van zijn eigen innerlijke waarheid, wanneer de giftige stroom lava zich uit hem losmaakte en hij machteloos moest toezien, hoe deze alle vruchtbare aarde en schone bloemen, zo moeizaam opgekweekt, met zich meesleurde.
Het zich Bewegende Vuur verjaagt alle schijnheiligheid uit iedere bloedcel, uit iedere vezel en uit elk atoom, zodat deze ernstige pelgrim niet voor een heilloze verrassing zal komen te staan op de weg-omhoog, een verrassing die hem vanaf de geestelijke Olympus omlaag zal storten.
Dan zal hij zijn zo geliefde naam verliezen en "de witte keursteen" zal uit elkaar spatten en hij zal opnieuw gaan behoren tot het grote leger der naamlozen, dat door de teug vergetelheid de klank van zijn goddelijke naam vergeten heeft. Struikelen op de weg-tot-verborgen-wijsheid is niet erg, maar het is een zelfverdoemenis, wanneer de pelgrim zich niet meer zal kunnen oprichten, omdat hij al zijn energie zag wegvloeien in een explosie.
Is drift niet één van de oerzonden, die de driftige mens krachteloos maakt?
Kan één ernstige geestelijke pelgrim zich zulk een drift permitteren, zonder zich daarna totaal ontledigd te gevoelen? Daarom noemen de wijzen dit pad-der-wijsheid smal: de pelgrim kan zich weldra niet veel meer permitteren, zonder dat dit hem werkelijk schade berokkent.
Wie zou zichzelf willen schaden?
De onwetenden wordt het kwaad niet aangerekend, maar hij die deze levenservaringen kent, die dit weten bezit, kan hij tot de onwetenden gerekend worden?
Hoelang kan de wetende volhouden, dat hij onschuldig of onwetend is, zonder dat hij zichzelf tot een paljas maakt?
Of tot een sluwe leugenaar?
Tot aan deze derde vuurproef werden de overeenkomstige ervaringen verzameld, hoeveel indringende lessen waren daarbij, hoeveel wijze woorden werden ingedronken, hoe dikwijls werden de verzenen tegen de prikkels geslagen voordat begrip oplichtte?
Hij, die de roep tot de Lichtzoon heeft verstaan, is geen onwetende beginneling meer, maar een geroepene!
Is een geroepene niet hetzelfde als een uitverkorene?
Zijn zij, die een roeping hebben, niet uitgetild boven de massa? Wie zal deze Lichtzoon roepen, als de geest dit niet doet?
Wie zal bewijzen, dat hij geroepen wordt, als hij niet aan de voorwaarden van het geroepen-zijn voldoet?
De kudde wordt geroepen door de herder, maar wie zal de herder roepen, als de in hem wonende Meester dit niet doet, wiens stem hem van binnen en van buiten tegemoetkomt? Iemand, die zichzelf roept, verraadt zich door zijn egocentrische motieven, die zich altijd verharden in de materiële interessen. Het zich Bewegende Vuur test de pelgrim ook hierop.
Er zal in het leven van zulk een pelgrim altijd een moment komen, waarop hij kiezen moet tussen materieel of geestelijk welzijn.
Slechts de theoretici menen dan dat, "de soep niet zo heet wordt gegeten als hij wordt opgediend" en negeren de beslissende situatie, niet bemerkende, dat zij vanaf dat ogenblik in een cirkelgang worden opgenomen, inplaats van een berg tot de Hoogten te beklimmen.
De muur van het "tot hiertoe en niet verder" heeft hen dan omgeven en zij bemerken het niet, totdat een harde en dikwijls meedogenloze botsing met die muur hen uit de droom helpt.
De vooruitwetende Prometheusmens laat dit zich Bewegende Vuur hem tot in alle donkere hoeken reinigen en bewaart zelf afstand, ziet toe welke onreinheid voor zijn geestelijke blik wordt uitgestald en leert hieruit zijn les.
Als zijn egocentrische handhavingsenergie stoot op het zichbewegende hemelvuur of de hemelse energie de witte keursteen zal versplinteren, wat blijft hem dan over?
Niets dan een chaotische verwarring, dan brokstukken van de waarheid, die niet meer aan elkander te lijmen zijn, of een veelheid en verscheidenheid die verwarring stichten in hart en denken.
Dan is het zich Bewegende Vuur deze mens tot een oordeel geworden. De hoogmoedige wordt zo hardhandig op de geestelijke werkelijkheid gedrukt en voelt de zweep van de ene, universele Meester.
Wie zegt, dat liefde en hardheid niet samengaan?
Zijn de slechtste heelmeesters niet zij, die pijn uit de weg gaan? Is pijn niet, lichamelijk en geestelijk, een waarschuwing, een laatste waarschuwing?
Allen, die het begrip "pijn" uit het leerboek des levens willen schrappen, hebben het levende Woord van natuur en geest niet begrepen. Geen Prometheusmens zal pijn uit de weg gaan.
Het duurzaamste en hoogste geluk bestaat uit gelouterde smart. Niet een smart, die men zichzelf moedwillig aandoet als een karikatuur van deze oerwet, maar smart, die men ondanks zichzelf en terwille van de geestelijke opdracht ontmoet.
Een geestelijke realisatie bestaat uit een reeks van omzettingen: oerzonde in oerdeugd; haat in liefde; duister in licht; smart in geluk.
Is er iemand, die niet zal begrijpen dat zulke ingrijpende omzettingen niet zonder inspanning en niet zonder intense ervaringen voltrokken kunnen worden?
Geborgen in de omarming van het Hemelvuur of het Licht der Lichten, gaan de leden van de universele Gemeenschap der Lichtzonen hun smalle weg omhoog en er zal geen klacht over hun lippen komen.
Waarom ook? Hebben zij alles niet vooruit geweten en gezien? Het pad-omhoog loopt altijd langs afgronden en als er niet voldoende wordt bijgelicht, kan men zich snel in de duisternis vergissen en gaan dwalen. De directe binding met het Licht-der-Lichten behoedt de pelgrim tegen het zwerven. Vele, naar deze weg zoekende mensen, menen dat zij waarachtige zoekers zijn, maar hun gedrag stempelt hen tot zwervers, niet eens tot afgedwaalden.
Een zwerver verheugt zich in zijn zwerversschap, een afgedwaalde kan onophoudelijk om hulp roepen.
Is deze dan niet een bevoorrechte?
Wanneer het innerlijke kompas onklaar is geworden, raakt het levensschip uit de koers.
En waarop zal dit innerlijke kompas gericht zijn?
Op een Licht, dat onveranderlijk waarneembaar zal zijn!
De alchemisten namen als symbool de poolster, het houvast voor de schepen der wereldzeeën; men kan ook spreken van God, geest, geestelijke Levensbron, Licht der Lichten.
Het loslaten van deze geestelijke Lichtbron is het resultaat van de ondeugdelijkheid van het innerlijke kompas.
Daardoor wordt het menselijke levensschip een prooi van de golven en wordt het willekeurig heen en weer geslingerd.
De Grote Architect schiep de mens met inbegrip van het innerlijke kompas, waar zowel het organisme als de ziel zich naar richten.
Het unicum van het mysterie "mens" ligt juist in dit innerlijke, geestelijke kompas, dat edeler is dan het instinkt van de dieren; elke natuurlijke mens bezit instinkt, hoewel dit nu veel van zijn kwaliteiten heeft verloren, de spiritueel gevoelige mens bezit een geestelijk richtsnoer, dat hem de weg naar Huis wijst.
Hij, die zijn innerlijke kompas kent en daarop vaart, zal nooit in verwarring geraken door de vuurproef van het zich Bewegende Vuur, want het kompas is zijn vaste grond.
Getuigen de daden der mensen niet van het al dan niet werken van dit innerlijke kompas?
Hoevelen worden bij de eerste de beste levensstorm uit hun koers geworpen, waarbij hun levensschip begint te kraken in zijn voegen en barsten gaat vertonen. De zekerheid omtrent het doel en de bezieling voor de opgave, stellen hem in staat de stormen te trotseren, zowel als de spot en de hoon van de aanvallers te negeren.
Naastenliefde is mede de aanzet geweest tot het beklimmen van de weg-omhoog, maar zelf ontmoet een Prometheusmens op deze zelfverloochenende weg zelden naastenliefde. Niemand kan hem helpen dan het Licht; hoogstens kan een medegeroepene hem raden. Maar de naastenliefde voor een Prometheusmens zal zich slechts uitdrukken in raad, denkstof, bemoedigingen en troost.
Wie kan de kruisdrager het kruis afnemen?
Een Nicodemusfiguur is de vriend, die tijdelijk vervangen kan, maar hij zal zelf de weg-omhoog verder moeten beklimmen.
Als hij zich ondermijnt gevoelt door de verleiding om zijn energie anders te richten, een andere weg-omhoog te zoeken, de weg te verkorten, dan wel een totaal andere methode tot bereiken uit te proberen, dan zal hij zichzelf moeten toeroepen:
"Wees wijs! Wees geduldig! Wacht totdat het Zicht opklaart!"
Er moet kracht worden vergaard voor de volgende vuurproef; geen vonk energie mag worden verspild. Verberg je in je bezielde hart, Prometheus, waar de liefde der ziel zich aan je voeten zet en je troost, en je geduld hult in een mantel van licht, opdat het sterker worde.
Zodra deze raad wordt opgevolgd, zal er een verlichting in het denken worden aangestoken en de wil trekt zich terug in zijn schaduw.
Alles op een geestelijke weg wordt tot een tentamen voor de betrokkene, zelfs lichamelijke moeilijkheden kunnen dit worden. Bij elke confrontatie, bij elke proef, ga de rust binnen van het niet-denken, niet-willen, en niet-reageren. Láát de geestelijke energie zijn eigen weg in het wezen zoeken, en wees een toeschouwer. Eén, die wacht en wint.
Er komt altijd een moment, waarop het sein tot actie gegeven wordt en de attente en altruïstische Prometheusmens zal dat direct herkennen.
Als men zo snel wil reageren en doen, wil dat zeggen, dat er een tekort is aan denken; niet aan overleggen, maar aan waarlijk denken. De beeltenissen uit de hogere verbeelding zullen door hun kleur, vorm en klank bewijzen of het moment van actie zal zijn aangebroken.
Moet men niet eerst het Plan afbouwen, voordat er gerealiseerd kan worden?
Het zich Bewegende Vuur tast het fundament van het Huis Sancta Spiritus af en controleert de drie heiligdommen daarin: bekken, hart en hoofd.
Heerst in al deze drie heiligdommen een volkomen stilte?
Wordt nergens agressie, twijfel, hoogmoed gewekt?
Schouw daarom toe, Prometheus, en laat deze vuurproef over je komen en laat de innerlijke Lichtzoon de leiding in handen nemen, opdat alles kome zoals het komen moet!