Het oordelende vuur

Zodra een pelgrim op de Inwijdingsweg-der-Vuren bemerkt dat hij het geestelijke huis van zijn Heer binnentreedt, is zijn eerste gedachte er één van dankbaarheid. 

Binnengaan in het huis van zijn Heer is niets anders dan direct ondergaan hoe er een inwonende kracht merkbaar aanwezig is, waarmede en waardoor men leven kan. 

Dan wordt er een gevoel van eerbied en wellicht iets van verwondering geboren, daar de werkelijkheid zo geheel anders is dan men het zich had voorgesteld. Het leven wordt eenvoudiger en gemakkelijker, niet in de zin van kleurlozer, maar het oplossen van de levensproblematiek vraagt niet meer de inzet van de gehele mens en obstakels worden spelenderwijs genomen. 

Omgeven en vervuld van die bovenaardse Kracht bezit Prometheus nu alle mogelijkheden om de negende vuurproef te ondergaan: het Oordelende Vuur. 

Hij werd in de voorlaatste beproevingen geheeld en gelouterd. Harde ondervindingen heeft hij doorstaan; mystieke ervaringen hebben hem gebalsemd. Hij stond mèt de Poortwachter aan de hemelpoort en zag hoe het Brandende Vuur reinigde en mede daardoor scheidde. 

Het woord "oordeel" heeft veelal een twijfelachtige klank, omdat met oordeel aan een straf wordt gedacht. 

Waarom eigenlijk? 

De schuldige verwacht straf. 

Wie is schuldig? 

"De zondaren zijn schuldig", zo beleren de op angst gebaseerde religieuze groeperingen. En daar de mens zich in diepste wezen eigenlijk altijd een "zondaar" gevoelt, hetgeen hem door de eeuwen heen afdoende werd voorgehouden, is een mogelijk oordeel vrijwel altijd verbonden met straf en boete. 

Een waarachtige Prometheusmens behoeft echter niets te vrezen van' het oordeel, dus net zomin van het Oordelende Vuur. 

Wanneer het kaf van het koren wordt gescheiden, is dit tenslotte een weldaad voor het koren. Als Prometheus opgenomen wordt in een wolk van Kracht kan dit voor hem het lang verwachte oordeel zijn en dan zal hij verlichting, dank en vooral verwondering gevoelen. 

Het is alles anders gekomen, dan hij had gemeend en dan hem wellicht werd gesuggereerd of voorspeld. Ook de leraren beleren vanuit hun eigen waarneming. 

Iemand, die nauwlettend volgens zijn geweten heeft geleefd, kan het Oordelende Vuur ervaren als een verlossing. 

Dan behoort hij tot de graankorrels van de grote oogst der tijden. 

Een graankorrel bevat eeuwig leven. 

De korrel heeft echter ook de taak met zijn leven mede-schepselen te dienen. 

Aan de poort van de universele Lichttempel wordt het oordeel uitgesproken en iedere Prometheus zal met lede ogen zien hoe velen niet wordt toegestaan deze Lichttempel binnen te treden. Het oordeel kan ook een bescherming zijn. 

Iemand kan mogelijk moeten worden beschermd tegen de geestelijke trillingen, indien zijn organisme nog dermate disharmonisch is, dat een confrontatie met het Licht nadelig voor hem zou kunnen uitwerken. Voor profanen, die met het heilige experimenteren, is het noodzakelijk zich tegen het Licht af te schermen. 

Zoals in de geneeskunde het beschermende lood wordt benut tegen schadelijke radioactieve stralingen, zo kan een wijze zijn medemens beschermen tegen geestelijke frequenties, die mogelijk desastreuze organische gevolgen zouden kunnen hebben. 

Dat de "Wachters aan de Poort", de wijze Saturnuswachters *), in de hedendaagse maatschappij tot de zeldzaamheden behoren, wordt bewezen door al die occulte, meditatieve, mystieke en paranormale experimenten, die onder leiding van zg. leraren of meesters worden bedreven. 

Experimenten, die vele slachtoffers maken, die opgevangen worden door een kring van leraren, meevoelende en barmhartige mensen, die deze misdaad, aan zielen begaan, op alle mogelijke manieren trachten tegen te gaan en vooral, de slachtoffers bijstaan in hun niet voorziene nood. Een nood, die wordt veroorzaakt door luciferische "godenzonen", die misbruik maken van hun kennis, hun macht en hun positie om zich te verrijken duur middel van het leed van de naasten. 

Het is een signatuur van deze tijd, dat het oordeel zo meedogenloos toeslaat onder de pseudo- dan wel argeloze Prometheusmensen, zoekers naar Licht, maar nog geen bewuste halenden en uitdelenden van Licht. 

Het oordeel is niet een ervaring, die men voor zich uit kan schuiven naar een mistige toekomst, dan wel uitsluitend bewaren voor hen, die men als "zondaren" ziet. 

Het oordeel, en daarmede ook het Oordelende Vuur, voltrekt zich terwijl men leeft, het voltrekt zich nu en hier en het wordt voortijdig opgeroepen door allen, die het heilige profaneerden om zich met de geheimenissen van de geest materieel te verrijken. 

Het Oordelende Vuur is een heiligende aanraking voor de bewuste, geestelijk rijpe mens, maar het wordt tot een hel voor de onrijpe, nieuwsgierige of misleide mens. Vóórdat deze de weldaad en de kracht van de geest kan ondergaan, wordt hij geconfronteerd met beeltenissen, ervaringen en ontsluierde geheimen, die hij totaal niet begrijpt, noch kan beheersen. Indien men geen zelfkennis bezit, indien men niet weet wat er in het etherische lichaam en in het lichamelijke organisme plaatsvindt en als men geen notie heeft van de chemisch-organische werking van elk orgaan en hoe deze mogelijk psychisch kan uitwerken, moet men zich verre houden van enig occult of mystiek experiment. 

Allereerst onderzoek, dan ervaring en dan pas inwijding, zo is het proces. 

Inwijding betekent in feite het vereenzelvigd worden met onzichtbare krachten, werkingen en bronnen, die de eerste oorzaak van de schepping en haar schepselen waren. 

Op alle gebied is het immers nodig, dat men allereerst de mogelijkheden en de theorie onderzoekt, voordat er met een bepaald materiaal wordt gewerkt? 

Als we onszelf niet kennen, hebben we geen notie hoe wij reageren zullen als we blootgesteld worden aan krachten, die de motorische kracht van ons, als schepsel, vormen. 

Zouden we deze niet kunnen beheersen, dan loopt elk experiment met onszelf geestelijk en lichamelijk uit de hand. 

Dat is dan een oordeel, een oordeel dat we zelf, dan wel onze zg., leraren, hebben opgeroepen. Een volwaardig mens, en zeker een Prometheusfiguur, is bestand tegen elke ervaring en bij hem kan geen enkel onderzoek en geen enkele geestelijke of lichamelijke praktijk scheef gaan. Voor alle praktijk zijn er fundamentele regels, die in acht moeten worden genomen. 

Er zijn voorschriften en er is een orde. 

Zijn geestelijke vrijheid verkrijgen betekent nooit chaotisch en zonder enige regel gaan leven. Wanordelijkheid is het tegendeel van geestelijke vrijheid. Geestelijke vrijheid is een uitdrukking van een onzichtbare orde. Ook een geestelijke inwijding volgt een procesmatige orde. 

Daar momenteel de mentaliteit van het gauw en gemakkelijk rijk worden ook van toepassing wordt gebracht op geestelijke rijkdom, wil men geestelijke schatten nemen zonder ervoor met inspanning, liefde en eerbied te betalen. 

Logisch dat er een vroegtijdig oordeel valt. 

Het Oordelende Vuur is de voornaamste beproeving, die wordt geprovoceerd wanneer men door een achterdeurtje de kosmische tempel des Lichts wil binnensluipen, om zo de Wachter te vermijden. 

Dan oordeelt het Licht zelf. 

Dan wordt de bliksem van het geestelijke Licht fataal. 

Wetende wijzen kunnen de Lichtstelers-in-spé waarschuwen, hen tegen zichzelf beschermen, maar altijd tot op zekere hoogte. Tenslotte beslist iedere mens zelf wat hij doet. 

Het Oordelende Vuur wordt dan ook voor de ene mens een zegen, terwijl het voor de andere een catastrofe kan worden. Doch deze laatste beseft dit veelal pas als het vrijwel te laat is. Elke ontwikkeling, elke inwijding, elke wijsheid heeft zijn tijd nodig gehad. 

Wanneer we snel wilIen gaan, moeten we trachten snel te leren en dat wil zeggen, dat we bewust zullen moeten leven, elke 

seconde diep doorvoelend, elke levensles ter harte nemende, elk ziekbed, elke tegenstand omzettend in loutering, ontwikkeling of wijsheid. 

Dat vraagt meer van de mens dan financiële inspanning! 

Dat vraagt de mens zèlf, zijn leven, zijn hart. 

Daarom kan ieder, die naar intuïtie en geweten leeft en zich dagelijks voedt uit een geestelijke Bron, het Oordelende Vuur in vrede en alle vertrouwen tegemoet zien. 

Het zal hem tot een uitverkorene maken, misschien niet in de ogen van de naasten, doch dat is volkomen onbelangrijk. 

Hij wordt dit echter wel in de ogen van zichzelf. Een uitverkorene, omdat hij lichamelijk en geestelijk de aanwezigheid van een universele tempel ondergaat. 

Het doorlopend vertoeven in een heiligend levensveld is als een opname in bovenaardse stromen, die alle aardse tegenstellingen opheffen. Zulk een gewaarwording voltrekt zich voornamelijk in het denken, op de plaats waar het wezenlijke en het onwezenlijke elkaar ontmoeten, in dat denken waarover in het Boek Henoch **) gesproken wordt als "het paradijs". 

In dit paradijs binnengaan kan het gevolg zijn van het Oordelende Vuur, mits men zich in de voorgaande fasen bezig heeft gehouden met de mogelijkheden van dit paradijs, zich daarin heeft verdiept, en zo de geestelijke banden met dat paradijs hechter heeft gemaakt. 

Moge het Oordelende Vuur je de onaantastbaarheid schenken, waardoor je sterk blijft, Prometheus! 


*) De zevende Dag uit het Scheikundig Huwelijk van C.R.C. Uitg. Ercee. 

**) Uitgeverij Ercee - Haarlem.

1970 - 2024, copyright Henk en Mia Leene