De natuur en het ego, plant en dier, mens en kosmos zijn doortrokken van de deugd en de ondeugd; de ene existeert niet zonder de andere.
Men kan niet de ondeugd verwerpen en de deugd accepteren, men moet beide nemen.
Er zijn leringen die zeggen dat de mens verheven is boven het dier, omdat hij het denken bezit; daar tegenover staat dat hij zich door middel van dit denken ook kan verlagen onder het dier.
Het denken, en hierin stemmen alle gnostieke (Gnosis - gnostiek: directe kennis, ook "denken des harten" genoemd) leringen overeen, bezit de macht om te heiligen en te ontheiligen.
Het heeft zeggenschap over deugd en ondeugd en kan de ondeugd veranderen in oerzonde of de deugd in een oerdeugd.
Oerzonde en oerdeugd kunnen niet naast elkander bestaan in een mens, het is de één of de ander.
Het intelligente denken (niet het intellect) is in staat van de mens een heilige dan wel een duivel te maken; intelligentie is een gave van de goddelijke en van de satanische ziel.
Intelligentie maakt van de ondeugden kwaadaardige oerzonden of van de deugden heiligende oerdeugden.
Intellectuele mensen kunnen zeer onintelligent zijn.
Intellectualiteit en intelligentie zijn twee volkomen verschillende begrippen.
Intelligentie kan niet aangeleerd worden, maar ligt in de bewuste dan wel onbewuste ziel van de gevallen Lichtzoon besloten.
Intellectualiteit is een biologische predispositie en houdt verband met het vochtgehalte in de hersenen.
De laagste vorm van intelligentie bevindt zich in de natuur, als het natuurweten; het dier denkt niet, het bezit een natuurinstinct; instinct is een zuiver natuurlijke gave en noch heilig noch onheilig, maar het staat boven het intellect, omdat het nooit aangeleerd kan worden, het is erfelijk en onverbrekelijk verbonden met de natuur.
De van de natuur afgeweken mens is niet meer instinctief en hij kan eveneens onintelligent zijn zo hij de ziele-essentie mist.
De gevallen Lichtzoon is altijd intelligent, vandaar zijn macht.
Zijn natuurlijk weten wordt terzijde gestaan door een geestelijk weten.
Deugd en ondeugd van de natuur zijn beide rein instinctief.
Oerzonde en oerdeugd zijn beide een vorm van intelligentie.
Het dier beschermt instinctief zijn zwakkere broeder; de sterke plant beschermt zijn zwakke gelijke; het onkruid beschermt de plant tegen ongedierte en de vogels zorgen voor een natuurlijk evenwicht tussen ongedierte en plant.
Dat gebeurt instinctief, onder leiding van de intelligentie van een groepsziel of de natuurziel.
Het vijfde element, de ether zorgt ook in de natuur voor het evenwicht.
Onevenwichtigheid is alleen bekend bij de mens, omdat hij de intelligentie bezit zichzelf te vernietigen door het zich onthouden van de noodzakelijke etherisch-geestelijke voeding.
Hij is vrij in het aanwenden van oerzonde en oerdeugd, hij is vrij om hen om te zetten, hij kan heilig of onheilig worden.
Maar daar onheiligheid en heiligheid beide begrippen zijn die hetzij onder, hetzij boven de natuurwet liggen, grijpen zij in het natuurlijke leven in, zowel ter heiliging als ter ontheiliging.
Het huisdier neemt de deugden en ondeugden van zijn omgeving of eigenaar aan; iedereen weet dat een huisdier op zijn baas of bazin kan gaan gelijken.
Het leeft uit de hem omringende etherische trillingen en wordt zo tevens geïnspireerd door de oerzonde die het instinctief aanwezig gevoelt of door de spiritualiteit of heiligheid die het opneemt.
Het dier is sensitief, zoals de natuurlijke mens sensitief is.
De mens neemt het type aan van het land waarin of van de grond waarop hij leeft; bergbewoners zijn hard als de rotsen; dal bewoners zijn vriendelijk, glooiend of plooiend zoals de dalen; woudbewoners zijn somber van aard; steppebewoners worden melancholiek.
Er zijn voorbeelden te over.
De mens neemt ook het astrologische stempel aan dat in een bepaald land heerst, emigranten veranderen hun type in de loop der jaren.
Het dier verandert met zijn natuurlijke omgeving, waarom zou het dan niet beïnvloed worden door een tehuis?
De mens heeft oneindig veel kwaad gedaan in de loop van zijn bestaan op aarde.
Wellicht zal men zeggen: Maar ook veel goed! Hij heeft de aarde bewoonbaar gemaakt!
Is dat zo?
Wij stellen ons voor dat de aarde onbewoonbaar zou zijn geweest.
Nemen wij dan aan dat de universele geest of een God van Liefde de mens in een onleefbare omgeving heeft neergezet?
Dan zou de mens wreder zijn behandeld dan de dieren en de planten, die alle passen in hun natuurlijke omgeving.
Het paradijs of de oorspronkelijke natuurlijke omgeving van de gevallen Lichtzoon is beslist een heerlijk oord geweest.
Door het doorlopend scheppen van behoeften kwam er geen einde aan de hebzucht van de mens en zijn natuurlijke omgeving veranderde stelselmatig en niet altijd ten goede, zoals de huidige mens weet.
Verstoken van het natuurlijke weten, zich funderende op intellectualiteit, een aangeleerd weten of satanische intelligentie, is de mens erin geslaagd een groot deel van de natuur te verknoeien.
Het evenwicht is verstoord, er wordt honger geleden en overvloedig gegeten, er zijn de tegenstellingen van rijkdom en armoede.
Dat is onbekend in de oorspronkelijke natuur.
Vele mensen gaan van de veronderstelling uit dat God of de Schepper of die machtige Intelligentie, die het natuurlijke leven deed ontstaan, vele fouten heeft begaan die de mens moet corrigeren.
Deze instelling is een facet van een oerzonde.
De hoogmoed van het: 'Ik ben beter dan jij, zo niet
de allerbeste!'
In de natuur erkennen de dieren elkander instinctief in hun bekwaamheden en hun onbekwaamheden, ziet u maar eens hoe het ene dier het andere kan bijstaan.
Hoe het ene dier leeft op en van het andere en beide leven goed.
In de natuur ligt een geestelijke wet verborgen die uitwerkt in de natuurwetten terwille van het verlossingsplan met de Lichtzonen.
Zoals wij al eens gezegd hebben: wreedheid kent de natuur niet, zij doodt niet om het doden noch worden gezonde schepsels vernietigd.
Alles is gericht op het evenwicht terwille van de mens die zulk een omgeving moest bewonen.
Geloof daarom niet te snel in die fantastische ingrepen van de mens die alles zo goed hebben gemaakt.
Zijn de westerse volkeren niet in staat een behoefte te scheppen bij de natuurvolkeren, zodat hun natuurlijke begeerte naar "genoeg" verandert in hebzucht naar "meer"?
Vanzelfsprekend is het terugdraaien van het rad der ontwikkelingen bijna onmogelijk.
Allen die hun hebzucht nog niet hebben bevredigd, zullen alles in het werk stellen om deze te bevredigen en ten koste van veel offers en bloed.
Alle toonaangevende industrieën, handel, geldzaken, religies zijn geboren uit een oerzonde en, zoals bij de oerdeugden, de oerzonden stimuleren elkander en werken samen.
Als een orkaan loeien zij over heel de schepping en iedereen kan mede getuigen wat er in die schepping allemaal veranderd en verknoeid is, de mens incluis.
Er is een oerdeugd die de mens tegen deze degeneratie had kunnen behoeden: de oerkennis.
Kennis is een reflectie van de wijsheid.
Verwar deze oerkennis nooit met de aangeleerde intellectuele kennis. De oerkennis is vrijwel gelijk aan het ge-weten.
De dieren hebben geen ge-weten, zij hebben een natuurlijk weten.
Uit dit ge-weten komt het schuldcomplex, iemand die niet wéét dat hij fout is, heeft geen schuldcomplex.
De natuur kent geen schuldcomplex.
Het bestaat slechts in de mens die intelligent doet hetgeen hij niet wil, of niet kan, of qua zijn innerlijke standing niet zou mogen doen.
Het schuldcomplex is zo oud als de mensheid, maar het neemt gigantische vormen aan door de opstapeling van satanische, oerzondige handelingen.
Daardoor heeft de mensheid er weer een industrie bij gekregen: de Freudiaanse leerstellingen en de psychiatrie; hieruit zullen nog wel enkele vertakkingen voortkomen, omdat daar waar de mens een behoefte schept hij automatisch de noodzaak oproept.
Hij die de behoefte gaat gevoelen, is het wild en hij die de behoefte gaat lenigen, is de jager.
Men kan dit ook in onze godsdiensten herkennen: er wordt een religieuze behoefte geschapen, die totaal niet bij een bepaald ras of volk past en zo kan er weer een ziele-industrie opgebouwd worden.
Er moeten meerdere behoeften komen terwille van de industrieën die de mensheid boven het hoofd groeien, de behoefte is een "must" geworden, een exces, een vrucht van een satanische oerzonde.
Wordt de mens nu gelukkiger?
Het zijn tijdelijke bevredigingen totdat de behoefte weer aanwezig is en dan volgt de fase van de hebzucht.
De mens is gebonden aan deze expansie- en bezitsdrift.
Oerkennis is macht!
Macht om zichzelf, onverschillig waarvan, te bevrijden.
Aangeleerde kennis wordt macht door de overheersing van anderen.
Oerkennis is een macht tot beheersing van zichzelf, tot het herstel van adeldom, moed, liefde, heilbegeren.
Mensen die een ge-weten bezitten, weten dat de natuur op deze manier ontkracht wordt.
Maar mensen die oerkennis bezitten, kunnen hier wat tegen doen, omdat zij hiervan gebruik kunnen maken.
Oerkennis brengt altijd heil, zegen.
Oerkennis is een bezit om uit te delen en wordt door middel van de geest in de ziel gereflecteerd en deze draagt haar door het gehele organisme.
Oerkennis beschermt de mens tegen ziekten, tegen
misvattingen, tegen onwijsheid.
Uit de instinctieve kennis van de dieren en de planten kwam veel van de huidige kruidenkunde voort.
Natuurliefhebbers kunnen door observatie van de dieren en de planten leren, vergetende dat zij, in lang vervlogen tijden, dezelfde kennis bezaten.
De mens is gedwongen alles opnieuw te leren, zoals een zwaar zieke na lange bedlegerigheid opnieuw moet leren lopen.
De natuurliefhebber aanvaardt de geobserveerde natuurkennis, omdat hij weet dat het waar is.
Zo wordt er, om een aardig voorbeeld te geven, verteld dat de geneeskundige werking van Ogentroost ontdekt is door iemand die nieuwsgierig was waarom een vogel elke morgen zijn nest verliet om een takje Ogentroost te halen.
Totdat hij ontdekte dat de moedervogel er de oogjes van haar jongen mede inwreef, die te langzaam opengingen.
Nu blijkt Ogentroost een uitstekend medicijn voor oogaandoeningen te zijn.
Maar deze kennis is louter natuurlijk, aanwezig in de natuurlijk levende mens.
De natuurliefhebber is door zijn binding met de natuur veel eerder geneigd het weten der natuur te accepteren dan zij die opgesloten blijven in de moderne steden van beton, neonlicht en kunstbloemen.
Degenen die de natuurlijke kennis weigeren zullen ook nooit in staat zijnde oerkennis opnieuw te wekken.
'De natuur is de tijdelijke dochter van de Oernatuur of de goddelijke Natuur.' (Vrij geciteerd uit 'Het Scheikundig Huwelijk van C.R.C.')
Zo is de natuurlijke mens de tijdelijke schepping van de geest, terwille van de terugkeer van de ziel, die de universele geest toebehoort.
Natuur en geest zijn niet van elkander te scheiden zolang de mens gedwongen is binnen deze natuur zijn geestelijke terugweg te hervinden.
Velen raken gewend aan hun tegennatuurlijke omgeving en passen zich erbij aan, worden zelf onnatuurlijk, kunstmatig.
De medische onderzoekingen bewijzen echter hoezeer die kunst-matigheid de mens gaat opbreken, van alle zijden schreeuwt men om "eerlijke dingen", natuurlijke, levende objecten.
Een omgeving moet de trillingen of het fluïdum van de mens kunnen absorberen en weergeven, daar is het menselijke organisme op ingesteld en is de natuurlijke wet.
Vele kunstproducten nemen noch op, noch geven weer.
Natuurlijke steen wordt verzadigd door het fluïdum van de mens.
Dit is goed te herkennen bij de meteorieten of bij de z.g. "toverstenen" der natuurvolkeren, die van vader op zoon overgaan.
Hout neemt ook trillingen op en straalt hen uit.
Beelden die lang in tempels of kerken hebben gestaan zijn op-geladen door de hen omringende sfeer en de beschouwer kan dit zien of voelen.
Een natuurlijke omgeving is altijd vol van planten, mineralen en soms dieren die absorberen hetgeen men in die omgeving verricht en daardoor veranderen of het doorgeven.
De mens is machtig, hij is waarlijk een koning op aarde, maar meestal een misdadig koning.
Onze onwijsheid, niet eens altijd onze kwaadaardige opzet, en onze gedachteloosheid of alleen al onze tegennatuurlijke uitstraling zijn altijd van invloed op onze omgeving.
Hoe dacht u anders dat u aan uw sfeer kwam in uw huis?
Door de prulletjes en tierlantijnen?
Neen!
U bent de bewoner of bewoonster en uw aanwezigheid is beslissend.
Deze koning behoort een gave te blijven van het natuurlijke wezen en méér nog, de mens behoort daarnaar te handelen.
Doet hij dat niet, dan gevoelt hij zich op de één of andere manier onbevredigd, ontevreden, schuldig of onrustig.
Waarom gevoelt de mens zich in zijn eigen omgeving altijd het beste thuis?
Omdat hij van zichzelf houdt, van de sfeer die hijzelf geschapen heeft.
Hij is in zijn huis altijd duidelijk merkbaar aanwezig en daarom komt hij na een lichamelijke afwezigheid in de ware betekenis weer thuis.
Daar waar enige mensen tezamen wonen wordt dit natuurlijk moeilijker: de omgeving neemt twee uitstralingen op, vermengt deze en schenk ze zo terug.
Het kan wel eens gebeuren dat één of enkele leden van dat gezin zich dan "thuis" ongelukkig gevoelen.
Allen die in dat huis wonen ademen die trillingen dagelijks in en zo verandert meestal de zwakkere persoonlijkheid en neemt het stempel van de sterkere persoonlijkheid aan, net zoals dit bij de aanwezige planten en dieren gaat.
Bij het belichten van de oerkennis is het nodig aandacht te schenken aan deze natuurlijke kennis, die men kan verifiëren in de natuur en in zijn omgeving, als men zijn natuurlijke opmerkingsgave daarop instelt.
Het is altijd goed te bemerken hoezeer de mens een levend en overheersend deel van de schepping is, want juist degenen die spiritueel gevoelig zijn zullen zichzelf kunnen verrijken met de natuurkennis die de geest in de natuur heeft ingeschapen.
Uit deze kennis wordt het natuurlijke evenwicht in de mens hersteld en gaat hij weer zijn verantwoordelijkheid tegenover heel de natuur herkennen, de natuur die louter uit erbarmen met de gevallen ziel in zijn handen werd gelegd.
Verantwoordelijkheid is een aspect van de oerkennis, want hoe kan hij die wéét zich dom houden?
Intelligentie is een last voor sterke schouders en elke Lichtzoon bezit de kracht om deze te dragen, gezien zijn machtig kunnen ten kwade en ten goede!
Besef dit en wordt rijk in de geest.